Vrijdag 9]Juli 1897.
IJUijiffiJ.
Twaalfde Jaargang No. 612.
Antirevo lutionair
Eerste Blad.
IN HOC SIGN O VINCES
FEUILLETON.
uitgever:
T BOEKHOVEN.
Alle stukken voor €le Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te geilden aan den tLlls^yer
te verwonderen
IHt nummer bestaat
uit twee bladen.
Mn nevelen
De toon van de groote liberale
bladen verraadt in de laatste dagen
boe langer hoe meer, dat men aan
de overzijde wel waarlijk verlegen
zit met de behaalde overwinning op
de „clericalen".
Kort vóór de verkiezingen scheen
het wel, als men de liberale schrij
vers gelooven wilde, dat aan ons land
geen grooter onheil kon overkomen
dan dat de kerkelijken de overwin
ning behaalden, en dat men daaren
tegen van kracht tot kracht, en van
de eene goede wet tot de andere
zoude overgaan, als het gelukken
mocht om de liberalen aan het roer
te houden.
Bezadigde, wijze liberalen hebben
vroeger in kalmer oogenblikken wel
anders geoordeeld. Wijlen Prof. Buijs
b.v. heeft eens geschreven, dat de
liberale partij in de eerste tien jaren
nk '48 heel wat heeft afgewerkt,
maar dat zij daarna gaandeweg is
verzwakt, dat zij veel onafgedaan
heeft gelaten, hetwelk dringend ver
betering vorderde. Hij van zijn stand
punt heeft zelfs erkend, dat het anti
liberaal Kabinet (in de jaren '88
tot '91) de vergelijking met de
liberale ministeriën best kon doorstaan
en dat hij het dan ook maar weinig
zou betreuren, als er andermaal een
Kabinet van „kerkelijke" kleur moest
optreden.
Over kerkelijke partijzucht of on
derdrukking van andersdenkenden
had destijds dan ook niemand te
klagen.
Maar nu het er ditmaal, bij de
stembus van '97, weer op aankwam
om echte politiek te voeren, of zijn
partijschap te openbaren, nu verviel
de groote massa, en het meerendeel
der „leiders" tot het laatste, en in
plaats van nuchteren over zaken te
handelen, ging men afgeven op per
sonen, maakte sommige karakters ver
dacht en joeg den menschen vrees
aan met het geroep „wacht u voor
Rome" en „duur brood".
Het was alsof het hout reeds ge
zaagd lag, waarvan de schavotten
zouden opgericht worden om de voor
naamste Protestanten te dooden, als
de Roomschen niet teruggedrongen
werden binnen engere levensgrenzen,
En het was alsof er een halve hon
gersnood zou ontstaan, als er een
proef werd genomen met een weinig
invoerrecht op het buitenlandsch
graan.
Welnu, men heeft zijn zin gekregen.
Maar nu komen de zure gevolgen
achteraan.
Want ach, met „clericalen"-haat,
met antipapisme en Kuyper-bespotting
kan men het oppervlakkig gepeupel
wel eenige dagen opwinden. Maar
straks heeft men toch weer met een
gemengde bovolking en met een Ka
mergezelschap van verschillende over
tuigingen te doen en het land
moet bestuurd worden.
Yan .haat en tegenzin kan geen po
litiek man leven. Aan tegenspreken
en af breken heeft een bewindvoerder
niet genoeg. Heel de natie vraagt ten
slotte naar daadzaken. Zij wil gere
geerd, niet genegeerd worden. Vooral
in onzen tijd, nu er zulke bijzondere
behoeften zijn op stoffelijk en zedelijk
gebied.
En wat zullen de liberalen nu
beginnen Zij zijn voornamelijk in
die zaken welke allermeest behande
ling vereischen veel meer verdeeld
dan de andere partijen. En dit is niet
omdat voor hen die
den dienst Gods buiten de politiek
sluiten, geen enkel beginsel van
wetgeving onveranderlijk vast ligt.
Het berust bij dezulken alles op
eigen inzicht en opvatting. Mr. Pier-
son, die in het Ministerie van Tien
hoven—Tak zat, heeft eens van vele
„liberalen" gezegd, dat zij wel voor-
uitstreven, maar niet voooruitgaan
met andere woorden, dat er weinig
werk uit hun handen komt, waarmede
ons volk gebaat is. Dit nu zou in
zonderheid in de sociale wetgeving
ondervonden worden, als de oud-li
beralen haar tot stand moesten bren
gen in de eerstvolgende jaren. Gelijk
Mr. J. A. van Gilse in zijn artikel in
de „Yragen des Tijds" met nadruk
schreef, kunnen de radicalen met hen
niet samenwerken, en was het dan
ook de dwaasheid gekroond om ge
zamenlijk naar de stembus te loopen
voor dezelfde candidaten.
En als er een „geavanceerd",
meer radicaal gezind Kabinet optreedt,
of wil men, een „Kabinet van Zaken",
dat altijd ietwat radicaal moet zijn,
dan hangt al zijn suecés af van de me
dewerking der vooruitstrevende chris
telijke elementen, dat is van diezelfde
lieden, die vöèr 25 Juni jl. telkens
op de kaak gesteld werden als enkel
kerkelijke partijschap en geen socia
len vooruitgang te beoogen.
Is het geen wonderlijke verhou
ding Een Ministerie, dat steunen
moet op zijn „tegenpartij"
Het zijn de christelijk-historischen,
die deze ongelegenheid bewerkt heb
ben. Zij brachten de liberalen op eene
onnatuurlijke hoogte, waar de nevelen
zweven, en menigeen onder hen dui
zelig wordt.
Men zeide, dat dit geschiedde uit
liefde voor het Protestantisme, maar
verwekte inmiddels een toestand,
waarin geen] enkel beginsel, en aller
minst het Protestautsch beginsel eens
goed tot zijn recht kan komen.
Toch klagen of treuren wij niet als
degenen, die zonder hoop zijn.
Straks, als !men in de Tweede
Kamer aan het werk gaat, zal het
licht der beginselen wel door de neve
len der partijverwarring heenbreken,
en zal men het verschil zien tusschen
eene sehijn-victorie en een werkelijke
overwinning.
Daar zaf men van verschillende
kanten kleur moeten bekennen, en
zijne gedragslijn bepalen, en dan komt
er als van] zelf een betere, gezondere
partijgroepeering.
Ook de fractie Lobman, die in
den laatsten tijd zich aldoor spitste op
critiek en ontwijking, zal dan moeten
formuleeren wat zij eigenlijk wil. Zij
zal te proeven moeten geven wat haar
program is.
Wij zijn dus tegenwoordig wel in
de nevelen, maar zij zullen optrekken.
Beginselen zijn sterker dan mensche-
lijke grillen.
VOLKEREN OERAARDE.
tVat liejde vermag
mm m wmMïmmmmm
Deze Courant verschijnt eiken Yrijdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
&OJBM ESjS3$M*M. Si.
Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en 'i/2 maal.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur.
Het ia wel curieus, de Fransche be
schouwingen over de Ëllgelsche
vloot-schouw te lezen. Die tentoonstel
ling der Engelsche zeemacht heeft op hen
een verpletterenden indruk gemaakt. Paul
Bourget zoekt de oorzaak dier meerder
heid in de geleidelijke ontwikkeling
der Engelsche natie, terwijl de Fransohen
het offer der revolutionaire vernietiging
en van den wederopbouw door Napoleon
zijn; zij hebben hun dooden verloochend,
terwijl de Engelschen het werk dor
hunnen voortzetten. De Franschen den
ken dat hun ongeluk voorbij zou zijn,
als zij maar een groot man hadden
maar zoo iets is niet noodigeen volk
komt verder met een tijd van onafge
broken inspanning, dan met hevige
schokken.
Het origineelste is zeker de Gaulois
die wil Frankrijk een koningin geven,
evenals Engeland er een bezit. Als er
een Jeanne d'Arc opstond, zou het met
de republiek gedaan zijn honderddui
zend armen zouden haar naar Reims
dragen enjkoningin maken. (De Köln. Zeit.
merkt op, .dat men haar zeker niet meer
verbranden, doch hoogstwaarschijnlijk
wel achter slot zou zetten
Melchior de Yogné geeft de hoop op
oen maritieme toekomst der Franschen
niet opdat de Pothuauhet Fransche
pantserschip, bij de vlootverlichting het
helderst straalde, is hem een vcorteeken.
De radicale bladen maken gebruik
van de Zwarte vlag, te Dublin gehe-
schen, om dit schandstuk van Britsche
volksonderdrukking behoorlijk uit te
meten.
Een artikel, eindelijk, van de Matin
sluit met do opmerking, dat Engeland
slechts zoo groot schijnt, omdat het
nog nooit op de proef gesteld is.
De Duitsche industrie blijkt uit de
jubileefeesten te Londen een aardig
slaatje te hebben geslagen. Made in
Germany waren o. m. de honderdduizen
den illuminatielampen, die op den jubi
lee avond haar helderen lichtschijn over
de feestelijk versierde straten uitgoten;
waren óók de meeste Engelsche vlaggen,
die gedurende de feestelijkheden van
alle openbare gebouwen en particuliere
woningen wapperden óók de millioenen
herinneringslinten in de nationale kleu
ren, voorzien van de beeltenis der ge
liefde koningin-, door ieder rechtgeaard
Engelschman gedragen. Als er dus
gezegd wordt, dat de Duitsche industrie
vele milioenen marken verdiend heeft
met de feesten, is dit in vele opzichten
geloofwaardig.
De Grieksche regeering heeft besloten,
de traktementen van do rijksambtenaren
tot de helft te verminderen. Nood breekt
wet, en de lange duur van de vredes
onderhandelingen dwingt de Grieken tot
Turksche maatregelen.
De Engelsche Globe acht, dat het vcor
het Britsch-Indische gouvernement hoog
tijd is, om streng op te treden tegen de
persorganen, die in Voor Indië de bevol
king tot oproer aanzetten. In de laatste
dagen zijn staaltjes van ophitsing bekend
geworden, die in hevigheid de voorgaan-
den ver achter zich laten. Schier a le
die bladen raden de bewoners van het
li.
HOOFDSTUK VII.
Maar op hetzelfde oogenblik weerklon
ken er twee schoten over den weg. Gerrit
snelde dadelijk in allerijl heen in de
richting der plek, waar men den waar-
digen man meende te hebben achterge
laten, en riep uit alle maeht
„Dezen kant uit, Willem en Jan!
Volgt mij 1 De twee anderen moeten bij
den burggraaf blijven
„Met uw welmeenen Wij zullen allen
met u medegaan En Eseos volgde hem
op den voet, vergezeld van Klaas en
Joseph.
HOOFDSTUK VIII.
WAARIN YAN HEKEN TOONT
WAT HIJ KAN.
Op het oogenblik toen allen uit hun
schuilplaats naar den straatweg waren
gesneld, had Yan Heken evenals de an
deren gedaan. Maar moeilijk als hij het
had door en in do wapenrusting, waar
mede zijn lichaam bezwaard was, kon hij
MDg 200 Tlug niet voort ala aDóers.
Men was hem weldra ver vooruit, hoe
veel moeite hij ook deed om de overigen
njj te blijven of in te halen.
Zijn rapier sloeg rammelend tegen zijne
beenen, zijn helm slingerde heen en weer
op zijn hoofd, en het zware musket deed
hem pijn op zijn schouder. Kortom, hij
verloor zijne krijgsmakkers uit het oog
en bleef alleen op den weg achter, want
nu en dan moest hij even stilstaan om
op adem te komen maar vooral speet en
ergerde het hem, dat hij nu niet bij de
anderen daarginds kon zijn, waar denke
lijk geduchte klappen zouden vallen.
Plotseling Neen hij had zich niet
vergistDaar achter zich hoorde hij dui
delijk de hoefslagen van een paard, dat
in gestrekten draf voortrende. Hij had dus
thans het gevaar voor en achter zich. Hij
zou dan nu maar de achterhoede vormen.
De ruiter kwam inmiddels al nader en
nader. Men kon goed hooren dat zijn
paard hinkte. Uit het getik dor hoefijzers
op den grond kon Van Heken opmaken,
dat het dier aan een zijner pooten niet
beslagen was.
„Mooi zoo Mooi zoo Die zal hier ten
minste niet voorbij
En zoo sprekend, zette Yan Heken zijn
musket op het voedpad neer, laadde zijn
pistool, en vergewiste er zich van dat zijn
degen gemakkelijk uit en in de scheede
ging. Toen de ruiter op twintig pas af-
stands van hem gekomen was, riep hij
met een stem als een bazuin
„HaltHier mag niemand door
„Geus als gij nog eenige waarde aan
uw leven hecht, laat mij dan door naar
mijne manschappen 1"
„Nog eenshier mag niemand door
Een schot was het antwoord. Maar Yan
Heken had een fijn gehoor. Nauwelijks
hoorde hij het overhalen en spannen van
den haan, of hij bukte zich schielijk, wat
zeer gelukkig voor hem was, want de
kogel ging rakelings langs zijn helm.
„Edele heer, ik heb gezegd dat gij hier
niet door moogtIk heb het niet op uw
leven voorzien alleen zal ik u van uw
paard doen stijgen."
En na stoutweg op goed geluk aange
legd te hebben loste Van Heken zijn schot.
Het paard begon als razend te steigeren
en achteruit te springen, want het was in
de volle borst getroffen. De ruiter had
ternauwernood den tijd om zijne voeten
uit de stijgbeugels te trekken, de pistolen
uit de zadelbogen te nemen, en op den
grond te springen, wat hij overigens met
het grootste gemak van de wereld deed.
En toen vloog hij met den blanken degen
in de vuist op Yan Heken af, luidkeels
schreeuwend
„Plaats daar Goedschiks of met ge
weld
„Goedschiks nietEn met geweld,
dat zullen wij zien
Zij waren nu tot op twee pas afstaDds
van elkaar genaderd. Yan Heken bleet
nog steeds kalm en bedaard, de punt van
zijn rapier op gelijke hoogte met het oog
houdc-nd, en zich gereed houdend tot een
uitval, evenals in de heerlijke dagen, toen
zijn vader zorgde dat hij de behandeling
der wapenen niet verleerde. De ander was
een en al woede.
„Gij komt hier niet door, edele heer
„Dan zal ik u overhoop moeten steken.
Welnu, maak u dan maar gereedEn
als een razende vloog hij op den klokke-
luideraan.
Deze week geen duimbreed. Het scheen
wel of het gevest van zijn degen voldoende
was om niet alleen zijn hand, maar zijn
geheele lichaam te beschermen hij bleef
standvastig en onbeweegljjk alseen mar
meren standbeeld.
„SchurkGij tracht mij slechts bezig
te houden om tijd te winnen
„Edele heer, ik verzeker het u nog
maals ik heb het niet op uw leven ge
munt, maar gij komt hier niet door
De beide tegenstanders schenen zich
eon oogenblik te willen verpoozen daar
na begon de strijd weer van meet at.
„Ziet ge, baasje als ik het gewild had,
zoudt gij nu reeds dood zijn," sprak Van
Heken bedaard, terwijl hij zijn rechter
arm ver genoeg uitstak, dat zijn rapier
de borst van den Spanjaard kon raken.
„Maar dat heb ik niet gewildDie het
zwaard nemen, zullen dooi' het zwaard
vergaan 1"
Zij bleven nog altijd den degen kruiseD,
de een met hartstochtelijke woede, de
ander met een on verstoorbare kalmte.
„Neen, heer 1 geef u toch niet zoo gewel
dig bloot. Gij brengt mij te veel in verzoe
king." En andermaal had Yan Heken's
rapier den weg weten te vinden om de
borst van den Spanjaard lichtelijk te ra
ken.
Zijfc gij dan de duivel in eigen per
soon
„Neen, dat zeker niet! God verhoede
het 1Als gij zoo goed wilt zijn
Zij stelden zich weder in postuur.
„Nu uw beurt 1" brulde de Spanjaard
en al zijne krachten inspannend, na een
verwoeden schijnslag, bukte hij plotseling
met vooruit gestoken degen zoo diep mo
gelijk omlaag, tot bijna op den grond, den
kende dat Yan Heken nu bij zijn uitval
zichzelf zou door steken.
Maar deze, steeds op alles bedacht, had
het staal van zijn tegenstander gegrepen,
en deed het nu met een krachtigen juk
dwars jover de heining langs den weg vlie
gen.
„Geef u over, edele heer wie zijt gij
„De ridder Yan Renen, luitenant bij
de garde van Zijne Hoogheid den Hertog
Yan. Alva 1"
„'t Is goed Vooruit nu maar
„Waarheen
„Waarheen het mij believen zal."
Wordt vervolgd.)