Vrijdag 30 April 1897. Twaalfde Jaargang No. 602. An tirevo Orgaan yyiiji b iRMiMKii m tt k ii 'r. «li wmêm IN HOC SIGN O VINCES FEUILLETON. T BOEKHOVEN. Alle stiafefceïi voor «ie üed&ctie lieslemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever. Unie" -vergadering. Ondanks het ongunstige weder was zij vrij goed bezocht. Althans bij vergelijking met de naast vooraf gaande jaren. Over het geheel ge nomen moet anders erkend worden, dat de samenkomsten van de „Unie" lang niet zoo groot en indrukwekkend zijn als in den beginne. Verschillende redenen zijn hiervan ook te noemen, als de tempering van den druk door de Rijkssubsidie, het oprichten van een soort teqen-Bond van wege een deel der leden van de Herv. Kerk, komen) positie hebben gekozen teqen de „Unie". Immers bedoelt de Unie niet slechts het christelijk onderwijs te steunen, maar ook het samen snoeren van alle andere kiesvereni gingen, die het vrije onderwijs wil- voorthelpen. len enz. Wat nu de op 20 April j.l. ver richte werkzaamheden betreft kun nen wij mededeelen, dat er vooral over twee punten uitvoerig en door dringend gedebatteerd is, nl. Ie over de vraag, of voortaan allen, die verklaren belang te stellen in den bloei van het christelijk onderwijs, ook zullen worden toegelaten tot de „Unie"-vergaderingen en 2e over de vraag wat de Unie zal doen met het bezwaarschrift der heeren ür. J. Woltjer c. s. tegen het voor twee jaar reeds aangenomen Rapport om trent de schoolwetwijziging, gelijk die voortaan zou moeten worden gezocht. Sommigen vonden punt 1 te ruim gesteld. De deuren openen voor al len die het christelijk onderwijs verklaren lief te hebben, is op zich zelf goed en schoon maar men mag niet uit het oog verliezen, dat de voorstanders van „christelijk volks onderwijs" (die met deze verkla ring dan ook binnen zouden kunnen Aangezien echter chr. volksonderwijs," hoe mild en ruim die naam ook klinke, meer speciaal eene kerkelijke vereeniging is, en zich metterdaad aankant tegen de pogingen tot samenwerking met alle voorstanders van het chr. on derwijs, gaat het ook niet aan, zoo werd betoogd, om de leden van die vereeniging in de „Unie"-vergade- ring toe te laten voor medebe raadslaging, ook al hebben zij geen stemrecht, dewijl men van hen niet anders kan verwachten of zij zullen krachtens hun inzichten de „Unie" ophouden in haar streven, en het kerkelijk element indragen ter plaatse waar het niet behoort. Een amendement om van de gas ten, die de „Unie"-vergaderingen willen bijwonen, instemming of be langstelling te vragen voor het doel dezer vereeniging, verwierf dan ook de meerderheid van stemmen. En zulk eene aanvulling werd noodig ge acht, omdat uit de kringen der be zwaarden omtrent het in '95 aange nomen Unie-rapport het niet verschij nen in de betrokken vergadering werd geweten aan het niet genoeg toegan kelijk zijn van die vergadering. En nu de tweede quaestie, raken de het bezwaarschrift der heeren Woltjer c. s. Hieromtrent is na veel bestrijding ten slotte toch aangeno men het voorstel van het Bestuur, dat de oude commissie nadex met de „be zwaarden" zal correspondeeren, en daaromtrent vóór 1 Januari e. k. ad vies zal uitbrengen. Het Bestuur zou nl. het liefst van Dr. Woltjer c. s. een gedecideerd voorstel ontvangen van de wijze waarop de „bezwaarden" den ken dat voortaan de schoolstrijd het best kan gevoerd worden, of de oplos sing gevonden. Er scheen nog geen tijd genoeg geweest te zijn om dit op te leveren. Het verzoek zou nu op nieuw gedaan worden aan de be zwaarden om over eenige maanden hun wenschen nauwkeurig geformu leerd in te zenden. De commissie, die destijds het Rapport heeft gesteld, zou dan kunnen oordeelen, in hoeverre wijziging van dat Rapport noodig en wenschelijk is. Nu liep, te midden van het een en ander dat minder ter zake doet, de gedachten wisseling inzonderheid hier over, of de vergadering het in '95 aangenomen Rapport uit oorzaak van de ingebrachte bedenkingen, voorloo- pig weer „buiten werking''zou stel len, zoodat er geen propaganda voor gedreven zou kunnen worden zoolang de commissie haar nader advies niet heeft medegedeeld of dat men het Rapport voorloopig op tafel zou laten liggen, daar toch later, zoo noodig de intrekking of wijziging altijd nog kan geschieden. Het laatste werd voorgesteld om zoo min mogelijk hard tegenover de commissie te zijn het eerste (devoor- loopige intrekking) om de bezwaarde lieden aanvankelijk gerust te stellen. De afgevaardigde uit Delft bracht vele redenen bij om de voorloopige intrekking te erlangen. Bij wijze van amendement op het Bestuursvoorstel trachtte hij het er door te krijgen, doch de meerderheid der vergadering oordeeelde, dat dit geen amendement maar feitelijk een nieuw voorstel was, en daarom niet konde behandeld wor den omdat het niet op de agenda was geplaatst. Dezelfde commissie, die destijds in haar Rapport voorstelde, de oplossing der schoolquaestie verder te zoeken in den weg van meerdere betaling van Rijkswege aan de schoolbesturen, zal nu en dit is de hoofdzaak over wegen of er niet kan worden tegemoet gekomen aan hetgeen de heeren "Wol tjer c. s. verlangen, nl. het voorop stellen van de gedachte, dat de ouders in de eerste plaats de schoolgelden hebben te betalen, voor zoover zij het kunnen. Hel vaandel. Wel inziende, hoe kwaad de kan san zouden komen te staan voor de oud-liberale partij als zoodanig, wan neer de antirevolutionairen, de katho lieken en de radicalen elkaar met het oog op de sociale hervormingen bij de stembus gingen balpen, zijn er een aantal mannen onder de li beralen van verschillende schakee ring opgestaan, om te trachten de klove te dempen en alle liberalen onder één vaandel saam te voeren. Behalve in afkeer van het „cleri- calisme" willen deze heerenden band zoeken te leggen door de „eenstem mige erkenning, dat de sociale toe standen dringend verbetering behoe ven en dat de Staat hier niet kan volstaan met 't in de hand werken van de vrije krachtsontwikkeling en de individusele energie, maar dat het evenzeer plicht voor hem is, zelf door wetgevende maatregelen in het belang der misdeelden in to grij pen." Terecht vraagt nu het Vader land11, ol het geen plicht is voor na- de hervormingsgezinden om op dere uitwerking dezer denkbeelden aan te dringen, eenige preciseering van de bedoelde wetgevende maat regelen te vragen, en onverbiddelijk af te wijzen elkeen die deze phrase slechts beschouwt, als een middel om met goed fatsoen de oude libera le meerderheid weer onder dak te brengen." Dat is mannentaal, waarvoor men respect moet hebben. Zal een vaandel vereenigen, dan moeten de kleuren ten minsten te onderkennen zijn. SleOorlog. Wat liejde vermag Dezs Courant verschijnt eiken Yrijdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Amerika bij vooruitbetaling $,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. UITGEVER: SOMMMUSHIJH. Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en 3/2 maal. Boekaankondiging 5 Cent per regel en k/3 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing. Qroote letters en vignetten vrorden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur. Óp Dinsdag 20 April, daags na Paschen hield de Unie Een school met den Bijbel" te Utrecht haar negentiende jaarvergadering. VOIJKJKKMBN DSül &AMISE3. TERUGTOCHT DER GRIEKEN LARISSA PRIJSGEGEVEN. Treurig, treurig is dusver het verloop van den strijd voor de dappere Helleuen. Ze hebben zioh op geen enkele dergrensli- niën kunnen handhaven; en nu, niet opge wassen in een geregelden strijd tegen de Turken in de Thessalische vlakte, zijn ze terug getrokken op de tweede bergketen, om te trachten daar den vijand tegen te houden en dus het eigenlijke vaderland nog te redden. Zo® zijn dan én Tirnavo én Larissa aan den Turk prijsgegeven, Zaterdag publiceerde de ofïicieuse Pro'ia de volgende tijding: „Gisteren is een bloedig gevecht gele verd bij Mati, onze troepen streden held haftig tot 's avonds 0 uur en sloegen de aanvallen van den vijand af maar deze ont ving toen belangrijke versterkingen en de positie onzer troepen werd zwakker. Toen begon de terugtocht. Het is onbekend, of do terugtocht ook op andere punten plaats heeft. Een telegram van den generalen staf meldt, dat onze troepen op de linie van Phersala worden geconcentreerd. Tenge volge van deze beweging acht men het on vermijdelijk, dat Tirnavo en Larissa worden opgegeven. Wat hier onvermijdelijk werd geacht is sinds een feit geworden. Larissa is door de Turken beset; ja, de Reutercorrespond. voegt er bij, dat de vijand vluchtte, met HOOFDSTUK II. 3. Houga- ja, dat „En als hij eens niet terugkwam „Wat 1 Gaat Gerrit weg Waarheen P En wanneer „Wanneer P Nog dezen eigen nacht En waarheen Allereerst naar erd. En waar dan verder heen, weet ik nog niet „Maar waarom moet hij op reis „Dat is het nu juist, wat ik u wilde zeggen. Ik heb vandaag vernomen, dat wij bedreigd worden in onze bezittin gen, in ons leven, in ons geloof." „Maar dat is toch niet pas vandaag bekend geworden P" „O neen, daarvoor hebben die gruwe len reeds veel te lang geduurd. Maar wij worden thans erger dan ooit bedreigd." „En dus denkt u, dat Gerric nu de vlucht zal nemen dat hij mij in den steek zal laten, dat hij zijne broeders naar het geloof in den steek zal laten, dat hij zÜn vaderland in den steek zal laten Neen, dan kent u hem al heel slecht!" „Dat heb ik niet gezegd, kind. Laat mij eerst uitspreken, oi liever laat mij eerst beginnen. Het is nn bijna een jaar, dat de hertog van Alva ons poogt te verpletteren. Men zou zelf geen dorpje meer knnnen aanwijzen, dat hem geen slachtoffers heeft geleverd. En dit schijnt hem nog niet genoeg te zijn geweest. Een mijner vrienden heeft mij verzekerd, dat de landvoogd den koningzal bewegen tot de onderteekening en de uitvaardiging van een besluit, waarbij al de inwoners der Nederlanden ter dood veroordeeld worden. Maar of dit nu precies waar is of niet, wat ik vandaag gehoord en gezien h«b, is voor mij voldoende 1" En nu vertelde Yan Hekeu het tooneel, waarvan hij op den toren oog- en oorgetuige was geweest, „Daardoor zal de loop van zaken nu natuurlijk bijzonder vergemakkelijkt, en zullen de werkzaamheden der Inquisitie buitengewoon bespoedigd worden Men staat nu nog slechts voor de moeilijkheid om uit de drie millioen menschelijke we zens, waartoe wij behooren, d® slachtoffers te kiezen, waartoewij wellicht zullen be- hoorsn. En ondertussehen zijn de graven van Egmond en Hoorne onthooid gewor den 1" „Wat zegt u daar, Vader Heeft men dat duwenheeft men dat kun nen doen Is er dan niemand tus- schenbeiden gekomen, om hen aan dehan- den van den beul te ontrukken „Neen, niemand Och, ziet ge, wij dat wil zeggen dat arme Hollandsehe volk gelijken op den man, die het bloed uit zijne aderen ziet stroomen, maar den moed of de kracht niet heeft om het tegen te houden. Maar met dat al zullen wij toch een laatste, een uiterste poging wagen. De Prins van Oranje is met vier en twintig duizend man de Maas overgetrokken. In 't begin van de maand October is hij Bra bant binnengerukt, en nu trekt hij zijne troepen bijeen rondom Tirlemont." „Maar dan dan zijn wij gered O die edelmoedige PrinsDe Heere zij ge loofd „Edelmoedig ja, dat moogt ge wel zeg gen 1 Yerbeeld u maar eens, dat hij die vier en twintig duizend man geheel voor zijn eigen rekening heeft bijeengebracht en om de daarvoor benoodigde aanzienlijke sommen in handen te krijgen, heeft hij zijne juweelen, zijn zilverwerk, ja zelfs zijne meubelen te gelde gemaakt 1 Hij heeit alles gegeyen, alles opgeofferd, en biedt ons nu het eenige aan, dat hij BOg heeft overgehouden zijn leven. Maar de hertog van Alva is sterk zijn leger, véél talrijker dan dat van den Prins, is saamgesteld uit de keur der Spaansche soldaten. In Italië hebben zij geleerd, hoe men vechten en overwinnen moet. Maar wij zullen de strijdkrachten van onzen Willem Van Oranje zooveel moge lijk zien te versterken. Zie eens, dit heb ik vandaag ontvangen." Uit een zijner diepste zakken, waarin hij hem zorgvuldig verborgen had, haal de Van Heken den bovengenoemden brief te voorschijn, waarvan hij den inhoud aan zijne dochter voorlas „Aan den hetr Jan Van Heken. Voortdurend bereid om zijn leven en al zijne aardsche goederen in de waagschaal te stellen voor de zaak der Nederlanden, heeit de Prins van Oranje den Heere zij" dank een legermacht van ruiters, voetvolk en geschut op de been gebracht, ter sterkte van vier en twintig dui zend man, en dat geheel alleen en op zijn eigen kosten. Getrouw als wij zijn aan de gemeenschappelijke zaak des vaderlands, hebben wij hoofdvoor hoofd besloten, hem ter hulp te komen. Moge elk man van goe den wille den nood des vaderlands, het gevaar eener voortdurende slavernij voor hem en zijne kinderen, en den algeheelen ondergang van onzen Evangelischen Gods dienst ernstiglijk ter harte nemen. Daarom verzoeken wij u Jan Van He ken, al de wapenen bijeen te brengen, die gij ten uwent kunt vinden, ea u daarmede in allerijl op weg te begeven naar Houga- erd, alwaar gij met klokslag van mid dernacht op het kerkhof broeders zult vinden, die zich met u aansluiten bij onzen heldhaftigen Prins, dien God behoede Stilzwijgen en voorzichtigheid 1" „Wie heeft dien brief onderteekend vroeg Geertje, terwijl zij zich over haars vaders schouder heenboog. „Niemand. Ziemaar!" „En wie heeft hem hier bezorgd?" „Een mij onbekend man." „Wat heeft hij tot ugezegd „In den Naam des Heeren envoorde zaak des Vaderlands. Daarna is hij onmiddellijk weer vertrokken." „En zult gij gaan, vader „Als gij er geen bezwaar tegen hebt, mijn kind Als ik er geeD bezwaar tegen heb 1 Maar ik wil hetVerbeeld u een Van He ken, die bang is „Dat wist ik wel. Ach 1 juist zoo zou uwe moeder ook totmij gesproken hebben Gij zijt uit- en inwendig haar evenbeeld. Even schoon als zij van gelaatstrekken en even groot als zij ran hart „Maar vader, hoe zou ik u van zoo iets kunnen weerhouden „Al goed al goed Geef mij nu maar een kus. Ik ga terstond naar Gerrit." „Weet Gerard er reeds van „Dat denk ik wel. En als hij nog niet gewaarschuwd mocht zjjn, zal ik het wel doen. Maar nu over u, hoe moet het met u gaan terwijl wij weg zijn?" „O, maak u daar niet ongernst over Ik ga zoolang naar tante Gudula. Zij is altijd heel goed voor mij geweest, en bij haar zal ik dus waarlijk geen gebrek lijden." „Goed is zij, dat is waar, maar een paapsche. Enfin, gij hebt gelijk, 't Is toch het verstandigste wat gij doen kunt." Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1897 | | pagina 1