Vrijdag 19 Maart 1897.
'7 '1 'I ii MI ai>WPJKlfi)SB[!l5 W Mimm glli.MII.
Antirevolutionair
IN HOC SIGN O VINCE S r,
Christelijk historisch."
Onder al de verwarring, die tegen
woordig op politiek gebied heerscht,
en meer en weer wordt aangericht,
behoort ook de oprichting van een
christelijk-historischen'kiezers-
bond.
Niet dat het, naar de eigen betee-
kenis van het woord, verkeerd zou
zijn, aansluiting en organisatie te zoe
ken van de christelijk-historisch ge
zinden.
Dit keuren wij als antirevoluti
onairen zoo weinig af, dat onze partij
tallooze malen den naam van „antire
volutionair'' heeft afgewisseld met
dien van christelijk-historisch.
Doch sedert enkele maanden wordt
deze naam aangenomen door hen, die
niet staan op de bassis van een posi-
ven worden door vrees voor de room-
schen.
Vraagt men aan de leiders van
deze zonderlinge beweging, wat dan
toch de roomsehen in onzen tijd tegen
de protestanten in het schild voeren,
en hoe het mogelijk zou zijn, als zij
iets bijzonders met ons land voor had
den, dit ten uitvoer te brengen, zoo
lang zij nog niet de helft der Neder-
landsche bevolking uitmaken, dan
krijgt men geen antwoord dat eenigs-
zins hout snijdt, maar verneemt men
enkel een geroep of verzuchting van
vrees, vrees en nog eens vrees.
Nu is het lcelijkste van deze zaak,
dat er altijd een hoop oppervlakkige
menschen te vinden zijn, die op zeke
re klanken afdrijven en natuurlijk
wint men onder de zoodanigen al heel
spoedig veld, wanneer men met ver-
wijzing naar de historie oen beroep
doet op bet oude anti-papisme.
Daarom achten wij het goed, dat er
eens met ernst op het onware, het
onpractische, het ondoelmatige van
de oprichting van gemelden Bond
gewezen wordt.
De antirevolutionaire partij is toch
reeds klein genoeg. En het verliet van
de fractie-Lohman doet haar ook al
afbreuk, flei is dus wel nsodig te
waarschuwen tegen alle nieuwe po
gingen, waarvan het eenig gevolg
kan zijn, dat de stemmen steeds meer
versnipperd en veronwaard worden,
en de invloed onzer partij op den gang
van het regeringsbeleid afneemt.
De „christelijk-historischen" zeg
gen wel, dit niet te bedoelen, maar
men moet toch al zeer verblind zijn,
als men niet duidelijk voor zijn oogen
ziet, dat het op zulk een krachtsver-
lies uitloopt.
Maar hoe Daarop komt het aan.
Wij, dieprotestantsch-antirevoluti-
nair zijn, hebben met de roomschen
een toonverschil. Daarom is de kerk
het terrein, waar wij ze moeten en ook
zullen bestrijden, evenals zij ons in
hunne kerk, volgens hunne overtui
ging doen.
Maar is het geen dwaasheid dezen
strijd des geloofs over te gaan bren
gen, op politiek terrein, zoolang en
voor zoover de roomschen niet tornen
aan de vrijheden, eenmaal door onze
voorvaderen met goed en bloed op
Spanje en Rome veroverd, en zoolang
zij de andere partijen niet dwingen
willen tot speciale roomsche maatre
gelen in het landsbestuur.
En dan zeggen d® christelijk-histo
rischen nog wel, dat zij den godsdienst
buiten de politiek willen houden.
Neen, zij zijn het juist, die hem er op
onbehoorlijke wijze inmengen.
Die verkeerde inmenging is ook
niet te verdedigen met te wijzen op
het feit dat de protestanten in hun
kerken zoo verdeeld zijn. Want die
zelfde verdeeldheid bestaat evenzeer
buiten de kerk, dit spreekt vanzelf.
In en buiten de kerkelijke instituten,
of inrichtingen heeft men met dezelf
de menschen te doen.
In den tachtigjarigen oorlog voch
ten de protestanten tegen Spanje om
het vrije gebruik van Gods Woord.
Dat was het grootste goed, dat zij
niet missen wilden, en dat door de
roomsche kerkheerschapp'j aan ons
volk onttrokken werd. Maar ach, hoe
weinigen van degenen die zich thans
protestant blijven noemen, hechten
zelf nog aan het Woord Gods Eu
welke overeenkomst zou er dan zijn
tusschen den strijd van ongeloovigen
tegen Rome en dien van onze geloo-
vige voorvaderen tegen de Spaansch-
roomsche dwingelandij
De naam „christelijk-historisch" is
dus niets dan eene verleidelijke, ver
warrende leuze.
Acht jaren geleden heeft de heer
De Savornin Lobman in eene zeld
zaam helder geschreven brochure aan
het adres van Prof. C. B. Spruijt
betoogd, waarom en hoe lang de anti
revolutionairen de roomschen niet
behoeven te mijden en te bevechten,
en zelfs gerust in hun eigen belang
met de roomschen mogen samenwer
ken op Staatkundig terrein.
Nooit is, voor zoover wij weten, dat
opstel grondig weerlegd. Herlezing er
van is in deze dagen den twijfelachti-
gen op dit punt zeer aan te bevelen.
Men vindt in deze brochure ook eeu
beroep op Calvijn, die schreef: Het
zou wat fraais zijn, dat ik den Paus
met zijne trawanten en dienaren naar
vermogen tegenstond en inmiddels
hen geworden liet, die nog veel
gevaarlijker vijanden Gods zijn, on de
waarheid nog gevoeliger aanranden."
En Calvijn was toch wel waarlijk
protestant, niet waar
Maar gevoelt men dan niet, dat er
iets achter de tegenwoordige beweging
zit
Dat de lezer, die eenigszins meêleeft
in de politiek hierover eens nadenke.
UITGEYEK:
Advertsntiën Tan 1 5 regels 50 Gent elke regel meer 10 cent en 3/2 maal.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en V3 maal.
Bienstaaayragea en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 nur.
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 5,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
T BOEKHOVEN.
Alle stsiRSieia voor de ItecBaciie t>esterasd, Adveriéditlëss era verdere Administratie franco toe te zeradera aasi den Uitgever.
tirrJp prugvetruy maar die; alloon g'O/lrp-
Natuurlijk betwisten wij geenszins,
dat het de plicht der protestanten is
om de roomschen zooveel mogelijk te
„bestrijden."
Uriewesa as.sasa eesa Wrleed.
Geacnte Vriend!
Zooals ge weet, heeft Ra. Quast ia
Dee. 1896 in de groote zaal van Musis
Sacrum te Amsterdamin Jan. '97 in
Tivoli te Utrecht, en in Febr. in do
Groote Kerk te Rotterdam eene rede uit
gesproken over „Rome en het Protestan
tisme." Gij hebt ze wellicht reeds gelezen,
want ze is in druk verschenen, en vormt
met „Paep3cke stouticheden," welke ik
U in mijn vorige brieven noemde, ééne
brochure. Het is goed, U die rede aan te
schaffen. Ze kan m. i. tot drie hoofdpun
ten teruggebracht worden
1°, Waarom haatRoms'tProtestantisme?
2°. Hoe werkt Rome tegen dat Protestan
tisme?
3°. Hoe moet 't Protestantisme tegenover
Rome gaan staan, om het den zenuw
zijner kracht door te snijden
Het antwoord op de eerste vraag luidt
Omdat Rome in het Protestantisme den
opgotieven vinger ziet om dat Rome te
herinneren aan de „heerlijke en heilige,
doch moedwillig en lichtzinnig verzaakte
roeping." Het Rome der Middeleeuwen
was de verjonging van bet onde Grieksch-
Romeiuach Heidendom, zich openbarend
in den Pontifex Maximus als Paus, in
do heiligenbeelden, offers, rozenkrans enz.
enz. Hot antwoord op de tweede vraag ia
breeder uitgewerkt. Rome werkt door den
werkmansstand, door fondsen, door zijn
geestelijke adviseurs; 't grijpt-in het pri
vate leven, in hes familieleven, in 't
maatschappelijk leven ia door dwang,
door benadeeling van andersdenkenden
door zijne kerk, zijae eenheid, zijne pries
terschaar, zijn rijkdom, zijn ijver.
En hoe moet 't Protestantisme tegen
over Rome gaan staan?
liet antwoord is deels negatief, deels
positief. Wees niet onkundig; niet onver
schillig; niet zoetsappig en niet vreesach
tig. En positief: Dat't Protestantisme één
zijonwankelbaar, en op zijn hoede.
Ik meen U in korte trekken den
hoofdinhoud, 't merkwaardigste althans,
geschreven to hebben.
Op de antwoorden op de twee eerste
vragen, zal ik niet ingaan. Alieon zij de
vraag geoorloofd, of er dan waarlijk van
dat aan bloedarinoe lijdend Protestantisme
van dat aan alle zuiverheid, ernst, waar
digheid en kracht gespeend „geloof,"
dien invloed uitgaat, dat Rome schuchter
en bedeesd den blik ter aarde zou moeten
slaan
Denk eens even na, en beantwoord de
vraag, of op den akker van 't Protestan
tisme niet welig is opgeschoten eene
Openbare School met haar christelijke
eu maatschappelijke deugden; een pers,
d'Aard bezwangerend met ondermijnend
vuur; een kerk, waarin alle leer vrij beid
is toegelaten en ernstige oefening van
tucht bijna onmogelijk is; esn staatsbe
ginsel, in Constitutie en Wet neergelegd,
dat met den Heiligen God niet rekent;
een levensbeschouwing, overgeplant uit
den hof der Groote Revolutie van 1789,
waarvan het ideaal geen lager is, dan
den mensck tot God Almachtig, te pro-
clameeren, het schepsel te emancipeeren
van zijnen Schepper.
Zal ik wijzen op onze Staats-Univpr-
siteiten, op onze gymnasiaop de schouw
burgen, café-ehantants en hoerenhuizen,
op de Sabbatsontheiliging, op de opge
propt volle gevangenhuizen, (hoe prof.
Opzoomer ziek vergist heeft), de onwet
tige geboorten, en dit in een Protestantsch
blederland. Zou Rome dan blozen, als
dat Protastantsche volk den vinger opheft,
blozen bij da gedachte aan zijn „moed
willig en lichizinnig verzaakte roeping?"
En Roomschen, èn Protestanten beide
hebben zich voor God in't stof te buigen,
met de ootmoedige bede „Gena, 0 God,
gsna!" „Heere, zoo Gij in 't recht wilt
treden, en gadeslaan onze ongerechtighe
den, ach wie zal dan bestaan 't Prote
stantisme steke eerst de hand in eigen
boezem; terug moet het: „Tot de Wet en
het Getuigenis," want anders zal het
geen dageraad zien. Ook Romo moet
terug; het kruis op zijn borst worde in
waarheid hot symbool van Golgotha's
vloekhout. Mijn credo?
Die kruin des heuvels spreekt niet van
goede werken, om de zaligheid te ver
dienen, want „uit genade zijt gij zalig
geworden niet van eene Mis, want „wij
zijn geheiligd door de offerande des
liohaams van Jezus Christus;" niet van
eene biecht, want „belijdt malkanderen
uwe misdadenniet van beeldendienst,
want „gij zult u geen gesneden beeld
makenniet van eene voorsprak der
heiligen, want „daar ia één Middelaar
Gods en dermensohsn, de mensch Christus
Jezas;* |niet van eene heerschappij der
Pausen, want„weidt de kudde Gods,
niet om vuil gewin, noch als heerschappij
voerende oyer het erfdeel des Hoeren
niet van een Stadhouderschap van Petrus:
„17b f Jezusben met u alle de dagen, tot aan
de voleinding der wereldniet van eene
priester- en loekenstand, want: „gij (alle
uitverkorenen), wordt gebouwd tot een
geestelijk huis, een heilig priesterdom
Hoe moet 't Protestantisme tegen Rome
gaan staan
Gij hebt zelve 't antwoord reeds in
mijn schrijven gelezen. Terug moet het
naar Gods Woord! Gods "Woord weer in
eere gebracht in 't huisgezin, op den
katheder, in Scheol, in Kerk, in Maat
schappijGods Woord naar de Gerefor
meerde beginselen.
Met achting,
Uw Vriend
J.
VOBjB&fiSREN BISEfc A&S&S9®.
Nu de betrekkingen tusschen Brittanje
en de 2S.-A. E&cpnbllek. weer gespan
nen zijn en er zelfs oorlogsgeruohten opdui
ken, is het van belang, eenigzins uitvoerig
mede te deelen waarom Daily News van
geen strijd weten wil en ook niet ernstig
aan die geruchten gelooft.
Van belang ook, wijl het kenschetsend
is voor de politieke moraliteit der Engel-
schen, dat het plan om een oorlog met
Transvaal uit te lokken, wordt afgeraden,
niet om het schandelijk onr8eht, dat daar
mede zou gepleegd worden, maar op utili-
teitsgronden En zulks nog wel door een
liberaal blad Wat kan men dus niet van
de Times c. a. verwachten
Daily News dan heeft drie redenen om
niet aan een oorlog te gelooven een reden
van practisc'uen, een van etischen, en een
reden van tactisoken aard.
De practische r3den is, dat de Britsohe
agent te Pretoria, Conyngham Greene, nog
maar kort in Zuid-Afrika is, en de hooge
commissaris, Sir Alfred Milner, er nog
heen moet. Het zal dus eonigen tijd duren
voor zij do rijksregeering met kennis an
ervaring voldoende kunnen steunenen
van Zuid-Afrikaansehe toestanden op de
hoogte te komen, is hier in Europa zeer
moeilijk. Onder deze omstandigheden
besliste en onherroepelijke stappen te
nemen, ware onpractisch.
Als ethische reden wordt aangegeven,
dat een breuk met de Transvaalsehe regee
ring, indien ook al niet een reusachtige
misgreep, dan toch een groot ongeluk ware.
De slechte gevolgen van den inval zullen
vooreerst niet uitgewerkt hebben. De uit-
landers hebben inderdaad ernstige grieven,
en aangezien zoovelen van ben Britsche
onderdanen zijn, heeft Groot Brittanje
grieven, en het heeft die misschien ook
wegens inbreuken op de Londenscho con
ventie, in letter of geest. Maar Transvaal
heeft een bittere grief in Jameson's inval.
Het parlementair onderzoek is pas begon.-
nen.
De vraag hoe een maatschappij, wier
ambtenaren op hol sloegen, van rijkswege
te breidelen zij, moet nog beelist worden.
Schadevergoeding, al is deeisch buitenspo
rig, moet nog betaald worden. „Een breuk
mot Transvaal ware onder al deze omstan
digheden dubbel rampspoedig. Zij zou bet
maximum van gekrenktheid en argwaan
onder de Nederlanders in Zuid-Afrika
wekken, en bet minimum van steun cn
voldoening in ons eigen land. Wij hebben
genoeg gehad van Transvaalsehe oorlogen,
waarin onze overwegende macht verlamd
wordt door bet onbehagelijke gevoel, dat
het recht niet geheel aan onze zijde is." De
Daily News is niet voor vrede tot eiken prijs,
maar in de gegeven omstandigheden voor
vrede tot bijna eiken prijs.
In de tactische reden komt bet cynisme
va n de Engelscben nog misschien het meest
aan den dag.
Er moet verandering komen elk be
dachtzaam liberaal zal dit erkennen. In
een koloniale gemeenschap kan een kleine
oligarchie niet tot in het oneindige regee-
ren over een land, aan de meerderheid van
welke ingezetenen het politieke rechten
ontzegt. Als dan een verandering zeker
komen most, is het dan niet het beste, dat
zij vanzelf komt? „De blGote drang der
bevolking want terwijl de uitlander
toeneemt, slinkt de Boer is een andere
factor die op den langen duur in dezelfde
richting drijft."
Geen overhaaste maatregelen dus; de
Boeren zouden er eendrachtig tegen in
worden, zoo zegt Daily News tenslotte, en
meteen spreekt ze vanKrugers „misslagen"
die de ware reden zijn van Rhodes' triomf.
Welke die misslagen zijn, behoeven we
hier niet aan te wijzen. Dat hij Transvaal
niet in handen speelde van Brittanje, door
den uitlandsrs in alles hun zin te geven, is
de groote fout van „Oem Paul" in het oog
derEngeischen.
De ontvangst van „Oom Paul" te
Bloemfontein is zeer feestelijk geweest.
Van alle huizen stak de vlag uit. Het
bezoek heeft, volgens Havas, een uitste
kenden indruk gemaakt.
Aan het dejeuner ter eere van Kruger
pree3 president Steyn Oom Paul als den
bekwaamsten staatsman van Afrika, en
sprak zich krachtig uit ten gunste van
de eenheid der beide Republieken.
Kruger antwoordde, dat hij niets wilde
ondernemen tegen de rechton der Konin
gin. De tijd zou toonen, dat hij steeds
Hara Majesteit verdedigd heeft en zjjn
volk heeft aanbevolen haar te eerbiedigen.
Hij hoopte, dat de beide staten zich
steeds meer zouden aaneensluiten, zoodat
niemand hen zal kunnen scheiden. Het
denkbeeld heeft nooit bestaan om den
Oranje-Vrijstraat door Transvaal te doen
opzuigen.
Hij weet, dat hij de Conventie moet eer
biedigen maar de Koningin was een
„kwaje vrouw". De quaestie der nauwere
unie moet daarom met behoedzaamheid
worden behandeld toch hoopte hij nog
eens de werkelijke vereeniging van geheel
Afrika te zien.
Een protest met 1300 handtekeningen
tegen het optreden der Transvaalsehe regee
ring in de rechterl jjke crisis is uit Johannes
burg naar Pretoria gezonden. Als men
weet, hoe gemakkelijk op den Rand de
duizenden handteekeningen verkregen
worden, is 1300 een pover getal. Misschien
spreekt Iiavas daarom van 13000. Intus-
scksn zonden ook de burgers aan de regee
ring memoriën, waarin zij de houding van
den Volksraad en van het Uitvoerend
Bewind in deze aangelegenheid goepkeu-
ren.
De correspondent van de btandard e
Athene beweert op goede gronden te weten,