BIJVOEGSEL MAAS- fdms* Etira Stout El smnuu HM. S. HEKUWfS, Lamp en Hitatele Artikelen. J. BOER voorhoen A. BOER, HANG '^6.lïr«SrpHANG 26. HET V0LKSCREDIET, SOORTEN GOEDEREN Vrijdag 29 Januari 1897 No, 589, Agent voor SOCIALE WENSCHEN. HANG 26 Groot Meubelmagazijn HANG 26. Uit hat levsn van John Knoz, den Schotschen Hervormer, FRANKEN-REMMER& ROTTERDAM. ROTTERDAM. 195 HOOGSTRAAT 195, ROTTERDAM, Betalingen vanaf 50 Cent per week paart aan een zeer hoog extractgehalte een aangenamen smaak en is daarom door pl. m. 1000 Geneeskundigen aanbevolen. de Heer D. SCHELLE VIS te Sommelsdijk. Yerder verkrijgbaar te Stellendam bij de heeren J. GEBRAAT en F. TROOST, Goedereede den heer A. OREILLE, Ouddorp H.A.CARON en Mej. Wed.W.AKERSHOEK. Korte toelichting op het Sociaal Program van Patrimonium, boek LAMSTEEG en KAASMARKT No. 2 STADHUISZIJDE naast OUDSTE en GROOTSTE magazijn van Zeer lage Prijzen en Groote Sorteering. Men gelieve duidelijk op het «Mlres te letten. Aan elke kooper wordt, zoolang de voorraad strekt gT»ti§ cadeau gegeven een nette nationale Wandfcalender. circa 60 jaren gevestigd. Voorhand en in ruime keuze: IPlP IEDERE WEEK VERSCHIJNT EEN NUMMER. naast de HFranioehe Bazar, levert alle op afbetaling, in wekelijksche, 14-dangsche, maandeüjksche en örieraa&ndelijksche termijnen. Ci©ïSlBsgtreerale prffsedurant es» conditiën op aan vrage franco verkrijgbaar. Mm SMHECTWE, VAN IN HOCSIGNO W5ES VAN V4MLEAfi4atI3ra OJfüIlilABOU. Door de koningin Tan S3ngeland zal, zoo ze zoolang neg bij 't leven gespaard blijft, eerlang da dag aanbreken, waarop ze kan terugzien op eene 60 jarige in hoofdzaak gelukkige regee ring. 't Zal dan feest zijn in Engeland, en niet zonder grond. Maar zal het ook feest zijn in het land waarin men die zelfde Torstin keizerin heet, in Engelsch Indië De honger is daar de koning, eu hij zwaait zijn ombarmhartige scepter over een gebied, waar wijd over do honderd millioen menschen wonen. Hoe rijkhalzend heeft er de landman uitgezien naar de milde, vruehtb arheid brengende wolkenHoe heeft hij, de heiden, zijn goden aangeroepen om regen Dagen en weken en maanden lang Doch de hemel is ran koper, en van droogte spleet da aarde. Het gras verdorde, de rijsthalm verschrompelde en de korenaar verschroeide. De blakerende zonnegloed vernietigd# de laatste hoop van den landman, en de vruchtbare velden ver anderden in dorre, grauw bestoven woes tijnen. De hongersnood moet vreeselijk zijn. "Wij kunnen er ons geen voorstelling van maken. De noodkreten van die honge renden millioenen bereiken nooit ons oor. En hun gebeente ligt reeds lang te bleeken in den feilen zonnegloed, voor wij van hun ellende lezen in de nieuws papieren. Ja, de hongersnood is vreeselijk. Maar er bestaat iets, dat even vreeselijk is. Neen, 't is nog vreeselijker. 't ls de p e s t. De honger is nog te lenigen doch wat is tegen de pest bestand En deze verderfengel op het vale paard, hij heeft zijn intrede gedaan in Britsoh- Indië, In Bombay alleen, de grootste handels stad aan de knst, sterven dagelijks honderden. Als door den bliksem getrof fen, worden de menschen aangetast. In hun huizen, op de straat, overal. Nergens is men veilig. De kaden, anders zoo vol gewoel en bedrijvigheid, zijn verlaten op de werven heerscht de stilte van een kerkhof. De winkels, de scholen, de openbare gebou wen, 't is alles gesloten. Men sluit zijn huis met dubbele gren delen, opdat er de verderfengel niet binnenkome. Maar geen deur met dubbele grendelen, geen ijzeren poort houdt hem tegen. Hij zweeft overde marmergan gen van den rijke, zonder de hut van den arme te vergeten. Men gaat voor hem op de vluohthet spoorwegstation is al belegerdj door de wanhopige inwoners. Doch reeds zit hun de pest in het bloed, en in plaats van een Pella wacht hun een kerkhof. Dat er gebrek aan geneesheeren en dat er gebrek aan dragers is, om de lijken weg te brengen, zal ieder verstaan. Ziet ge daar buiten de doodenstad die vuren In die vuren werpen de Hindoes hun lijken, opdat ze verbrand worden. Het zijn groote vuren, en ze branden dag en nacht, zonder in staat te zijn, al die Hindoelijken te verbranden. En ziet ge ginds die Toren der Stilte? Daar zijn andere Indiërs, de Parsen, gewoon hun lijken op de ijzeren roosters neer te leg gen, opdat ze door de gieren worden ver slonden. De gieren zijn er ook, in dichte groote zwermen, doch heele stapels lijken blijven onaangeroerd, daar de gieren verzadigd zijn van het menschenvleesch. De pest is ook op de dieren overgeslagen. In den omtrek van Bombay sterven varkens, koeien en andere dieren bij menigte. In een groote woning binnen de stad, door de bewoners verlaten, ontdekte men dezer dagen een groot aantal doode ratten. Men onderstelt, dat zij aan de lijken hebben geknaagd, en de pestziekte op zich zelf hebben overgeplant. In Engeland beginnen de sterren van medelijden en liefdadigheid te schitteren boven dien naoht van mensehelijke ellende, maar toch blijft het een donkere nacht 1 En zijn sombere slagschaduw zal hij werpen op het jubeljaar der zestig jarige regeering van de Engelsche konin gin. Uitvoerige mededeelingen over den moord op de Engelsche expeditie in Benin doen zien, dat de stoet in tweeën was gesplitst. Het eerste gedeelte, dat de overi gen vier uur vooruit was, werd in een hinderlaag overvallen en tot den laatsten man afgemaakt. Niets vermoedende, trok de achterste troep rustig verder, totdat men de lijken vond. Op hetzelfde oogenblik kwam er een hagelbui van kogels uit het kreupelhout. Consul Philips, zijn secretaris, de officier van gezondheid Elliot en de koopman Powis vielen terstond dood nedermajoor Crawford, die gewond was, werd opgeno men door kapitein Boisragon en den heer Locke maar terwijl zij hem wegdroegen werd hij opnieuw getroffen, zaodat hij den laatsten adem uitblies. De heer Campbell werd gevangen genomen en naar Benin gebrachtde koning wilde hem echter niet in de stad hebben zoo werd hij buiten de poort gedood. Al de 250 dragers waren vermoord op één na, die do doodstijding naar de naburige stad bracht. Kapitein Boisragon en de heer Locke ontsnapten in het bosoh. Locke had een revolver, waarmede hij onderweg versohei den inlanders, die hem aanvielen, over hoop schoot. De kapitein wapende zich met een knuppel en sloeg daarmede een inlander dood, die hem in den arm wondde. Yijf dagen laag zwierven zij door de bos- schen, levende van boombladeren en zich lavende met dauwdruppels. Eindelijk kwamen zij in een dorp, waar zij vriende lijk werden behandeld door de inlanders, die hen in een kano over een kreek zetten en naar een stad brachten. Toen zij daar, dank zij den goeden zorgen der inlanders, eenig8zins op hun Terhaal waren gekomen, werden zij afgehaald door eon gezelschap, dat tot hun redding was uitgezonden. De Sultan heeft de vingerringen van den heer Philips teruggezonden, bij wijze van uitda ging aan de Engelschen. De vermoorde blanken hadden allerlei geschenken voor den vorst bij zich, om met hem vriensohap- pelijk te kunnen onderhandelen en die heeft hij natuurlijk buitgemaakt. Het Pruisische Heerenhuis ver koos Donderdag tot zijn voorzitter den Prins van Wied met 118 stemmen, tegen 94 op den Hertog van Ratibor en 2 blanco. De Prins verklaarde die benoeming te aanvaarden, ofschoon hij vreesde dat zijn krachten, die door e8no zware ziekte vier jaren geleden zeer zijn afgenomen, hem niet in staat zullen stellen dat ambt waar te nemen op eene wijze als hij dat zou wenschen. Hij verzocht daarom toegevend heid en medewerking. De politie heeft te Praag weder een geheim genootschap onder den naam van „revolutionnair Cechië* ontdekt. Bij de leden dezer ,Omladina", meest jonge handelswerklieden, zijn revolvers, pistolen, schietvoorraad en oproerige geschriften gevonden. Hun programma is een men gelmoes van nationaal radicalisme en internationaal anarchisme. De vergaderin gen werden gehouden in een kleine woning van 't vroegere Ghetto. Zes hunner zijn voorloopig gearresteerd. De leider van den jtirikaander Bond, J. Hofmeyer, heeft aaa een ver tegenwoordiger van Reuter gezegd dat hij tot heden om verschillende redenen geweigerd heeft, aan een der tegen be toogingen, door het huldebetoon aan Rhodes teweeggebracht, deel te nemen maar dat zijn mededoen ook overbodig is. Want de stemming tegen Rhodes in alle Hollandsche districten van de Kaap kolonie, ook daar waar de Afrikaander Bond niet vertegenwoordigd is, uit zich reeds buitengewoon sterk de beweging werd, meende Hofmeyer, in Engeland aanmerkelijk onderschat. Cecil S&liodes, die nu in Londen verblijf houdt, heeft reeds Zondag een bezoek gebracht aan dr. Jameson en den hertog van Aborcorn, en zou Dinsdag een onderhoud hebben met de directeuren der Gecharterde Compagnie. Opmerkelijk, dat Cecil Rhodes, in de Tilburydokken Zaterdag aan wal stappend, zulks met zooveel spoed deed, dat hij lang uit op den steiger neerviel. Iets dergelijks gebeurde ook Julius Caesar, maar in Afrika. Jammer, dat het Rhodes ook daar niet overkwam, want dan had hij ook het woord kunnen bezigen, 't welk de gevatte Romein aanstonds bij de hand had om het ongunstig voorteeken goed uit te leggen „Teneo te Afrika, Afrika, ik neem u in bezit 1" Daily News bevat een lang relaas over een onderhoud met den uitgever van de Cape Times, Garrett, die met Rhodes mee is gekomen. Garrett gaf als zijn mening te kennen, dat de reactie ten behoeve van Rhodes in de Kaapkolonie echt is. Kruger, zeide hij, heelt zijn kansen verspeeld, en Rhodes heeft daarvan gebruik gemaakt. De meeste steden in de Kaapkolonie geven niets om den inval van Jameson zij bewonderen veeleer Rhodes omdat hij zulk een inval heeft durven wagen. De kolonie zelf staat thans gereed Rhodes en het Jamesonisme incluis weer te slikken. We zullen zien, Rhodes gaat in ieder geval weer naar Afrika terug, zoodra de enquêtecommissie hem laat gaan. Dat heeft hij aan een verslaggever van de Sun meegedeeld. Hij kon nog niet zeggen, of hij zich in Rhodesie metterwoon neerzet ten, wel, dat hij aan de ontwikkeling van het Noorden zijn leven wijden zou (de spoorweg naar Boeloewayo zou nog dit jaar gereed komen). Eveneens deelde de nederige man aan dien verslaggever mede, dat hij alleen om niet onbeleetd te schijnen en den goeden lieden geen verdriet te doen, zich de feestelijkheden aan de Kaap, waarover men in Europa zoo'n drukte gemaakt had, had laten welgevallen. Zij vielen echter volstrekt niet in zijn smaak. Hij heeft een ongeschokt vertrouwen in de toekomst van Zuid-Afrika het is een land voor blanken, een land vol delfstoffen. „Allereerst", zeide hij, „za! ik mijn aan- daoht wijden aan de ontwikkeling der spoorwegen, dan komen de mijnen." Dat hem belet zou worden naar Zuid- Afrika terug te keeren, acht hij dus blijkbaar onmogelijk. Nu, zal er ook wel niemand wezen, die dat gelooft. Bij de opening van den spoorweg van Krugersdorp naar Potehefstroom zijn dingen gezegd, die in Engeland nogal de aandacht trekken. President Kruger wees er op, dat de onafhankelijkheid een gave Gods is, en dat hij eerloos zou zijn, als bij die ooit schond en verried. De heer Jan Kook, lid van het uitvoe rend bewind, sprak van de verbinding van Transvaal per spoor met Delagoa- baai, en zeide verheugd te zijn, dat deze in het bezit is van de Portugeezen, omdat Portugal altijd hoffelijk was ge weest jegens Transvaal en nooit had getracht haar onafhankelijk aan te randen. Voor Transvaal was het gelukkig, dat Portugal beschermd wordt door groote mogendheden. De spoorweg-commissaris Smit zeide, dat indien er van rassenhaat in de Republiek gesproken kan worden, die alleen bestond tegen de politieke tegen standers van tweehonderd jaren her, de EugelscheD, die niet rustig naast anderen in het land konden wonen, maar altijd den baas wilden spelen. Dit zou echter niet gebeuren, zoolanger mannen waren als president Kruger, Piet Joubert en Piet CroDjé Jücll, de Engelsche dynamietman, is vrijgesproken. De advocaat-generaal trok Donderdag de vervolging in, omdat hij niet kon bewijzen, dat Bell kennis droeg van het aanwezig zijn van een voorraad onplofbare stoffen 'in een huis te Ant werpen. In langen tijd heeft de Engelsche politie, of de regeeriDg, die er wel achter gezeten zal hebben, niet zoo'n misslag begaan, als toen zij verleden jaar met groeten ophef hare onthullingen over het „dynamietkompiot* deed. Naar indertijd gemeld werd, heeft de Sultan van Turkfje een 50.000 Turk- sche ponden van zijne civiele lijst afge staan voor de berooide schatkist. Een mooie gift, zeer zekermaar het kon ook wel lijden. Die civiele lijst toch bedraagt 627,172 T. ponden, en bovendien betaalt de schatkist jaarlijks 305,377 ponden voor de keizerlijke prinsen en prinsessen. Het groote vermogen dat de tegenwoordige Sultan ongetwijfeld beeft bijeengebracht, spruit echter niet voort uit de eigenlijke civiele lijst, maar uit de inkomsten van goederen, bosschen en landerijen in bet bezit van da Kroon en onder het onrriddelijk bestuur van een minister voor de civiele lijst staande. Langen tijd was het bezit der kroongoe- deren meer een lastpost dan eene bron van inkomsten onder Abdoel Aziz en ook nog in de eerste regeeringsjaren van Abdoel Hamid dekten zij niet eens do kos ten van beheer. Eerst toen de thans overleden Armeniër AgoszPacha minister der civiele lijst werd, kwam daarin zooda nige verbetering dat de kroongoederen jaarlijks 500,000 pond opbrachten. In hootdzaak was dit hieraan te danken, dat de minister tal van staatslanderijen eenvoudig aan het kroondomein toevoegde. Het vermogen, dat de Sultan alleen uit deze bron van inkomsten beeft bijeenge gaard, wordt op 10 a 12 millioen pond geschat van welk kapitaal slechts 50,000 pond bij de Ottomaansche bank en 150,000 pond bij het Crédit Lyonnais te Konstantinopel gedeponeerd is. ijf milli oen pond werden langen tijd bewaard door de verschillende Londonsche banken maar toen drie jaren geleden de verhou dingen tusschen Turkije en Engeland gespannen waren, liet de Sultan drie millioen opvragen en belegde die in Amerika, waar hij reeds twee millioen had staan. Een ander aanzienlijk deel van zijn vermogen is voorts bij Duitsohe en Fransche banken belegd, en dat in Fran- sche en Amerikaansche staatspapieren. In den laatsten tijd moet, zoo men regt, de Sultan ook gespeculeerd hebben in Zuid- Afrikaansche goudmijnen, waarmee hij aanzienlijke bedragen heeft gewonnen. Bij t. slagter, Uitgever te Kollum, is verschenen en wordt op ontvangst van het bedrag por postwissel franco toege zonden door 5». M mUY§WIJR. Met vier geïllustreerde plaatjes. JPrös cent, gebonden ffl,$ft. door P. ST. KlliYSH'MS. Prijs 4© et., 1© ex. a 35 et., 25 ex. a 3© et. Geitoudea 25 et. per ex. naeer. 169 bladz. TlngieterjJ ©gsgerleiat S1921. AL.L.ES METT GARANTIE. Stroomatstoelen vanaf f 7,50 dezes stuks. Mahonie Linnenkasten vanaf f28,00. Mahonie Penantkasten 17,50. Geschilderde Kasten 5.§0. Rietmatstoelen 9,50 Franseh® Kussenst. m. trijp 25.00 de 6 st Fransche Canapé met trijp f37,50. Groote voorraad Schuiftafels, ronde en Salontafels van prima qualiteit, Spie gels, Schilderijen, Regulateurs, Yoawstoolen, Kinderstoelen, enz. enz., tot on gekend lage prijzen. X.iLIe JJaisrgang van BBSS 1Ê&.ZA.I&, USanaes-IBedeglds, bevattende DAMES- en KINDERMODES, benevens UANDWERKPATRONEN. In ieder no. tekst, zwarte platen, modekroniek, feuilleton, enz. onz. Ie Uitgave; zonder gekleurde platen, met 3 snijpatronen en groote geknipte patr. Perl2nrs. f1,25; per post f 1.10. 2e Uitgave; als de le uitg., met daarenboven 6 gekleurde platen. Per 12 nrs. f 1,75per post f 1,90. 3e Uitgave; als de le uitg., met daarenboven 12 geel. pl. en 1 bijzonder geknipte patr. bjj het 6e no. Per 12 nrs. f2 50; p. post f2.65. 4e Uitgave; als de 3e uitg., bjj het 6e ne, 1 geknipt patroon naar keuzebij het 12e no. een gekleurd fraaie-handwerkpatroon. Per 12 nrs. f3,p. post f3,25. PROEFNUMMER en PROSPECTUS alom. SZte9"®« De meest gemakkelijke betalings-conditiën zullen eiken kooper worden aangeboden. Onze stelregels zijn; soliditeit, strengste discretie, concurreerende prijzen en reeele bohandeling. Een ieder wordt tot een bezoek aan onze magazijnen uitgenoodigd ook zijn wij gaarne bereid op verlangen aan huis persoonlijke inlichtingen te verschaffen. De magazijnen zijn dagelijks geopend van 's morgens tot 's avonds 1® uur. Zon- en Feestdagen tot 1 uur namiddag. Zaterdag tot 12 uur 's avonda. Beleefd tot een bezoek uitnoodigende, teekent zich Hoogachtend,

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1897 | | pagina 9