- m
Vrijdag 18 December 1896
Elfde Jaargang N o583.
Antirevolutionair
DJMDiliiJÜSBfl
Hm
tl
I
I
1
I
ff
1
li
IN HOC SIGN O VINCES
FEU ILLETON.
T.BOEKHOYEN.
SOMMEUSHIJK.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nnmmers 5 Cent.
uitgever:
Alte stukken voor de Redactie bestemd, Advertenfiëii en verdere Administratie franco toe tfe zenden aan den Uitgever.
He Utrechtsche fractie.
Te Utrecht is er eene Commissie
van Advies opgetreden, bestaande uit
eenige heeren, die, hoewel instem
ming betuigend met het antirevolu
tionair program van beginselen, zich
niet hebben kunnen vereenigen met
de besluiten van de laatste Deputaten-
vergadering (van 1894).
In eene door ben verspreide cir
culaire zeggen deze heeren, dat open
lijke rondborstige bespreking der
landsbelangen in de laatste jaren be-
moeielijkt werd door bet oude partij
verband, en dat zij daarom allen,
die met hen hetzelfde bezwaar gevoe
len, willen helpen bij bet oprichten
van „eigen" kiesvereenigingen ol bet
stellen en doen slagen van eigen can
didates Ook willen zij de gelegen
heid open stellen tot overleg met hen,
die in bet oude verband denken te
blijven.
De Commissie zal zitting houden
op vaste, vooraf gepubliceerde tijdstip
pen voorloopig den laatsten Maan
dag van elke maand.
Vier- en twintig heeren hebben de
circulaire onderteekend doch uitge
nomen de beer Baron de Geer van
Jutpbaas (die echter reeds sedert on
geveer tien jaren wegens ouderdom
als hoogleeraar afgetreden is) zijn de
meeste hunner in onze antirevolutio
naire kringen al zeer weinig be
kend.
Duidelijk kan men proeven, waar
bet dezen heeren om te doen is.
Ging het hierom, dan zouden zij
allereerst aansturen op overleg met
bet Centraal Comité der bestaande
antirev. kiesvereenigingen, waarvan
Dr. Kuyper Voorzitter is. Zij zouden
dan langs dien weg pogen hun
bezwaar weggenomen te krijgen dat
wil zeggen de gelegenheid daar te
stellen tot eene „openlijke, vriend
schappelijke, rondborstige bespre
king" van de politieke belangen, op
de wijze zooals zij zich die bespreking
het doelmatigst voorstellen.
Ging bet om bereeniging, dan zou
den zij begonnen zijn met bun pro
gram van actie, houdende de toepas
sing van het program van beginselen
voor de naaste toekomst op te stellen
en te publiceeren. Vrienden en tegen
standers konden dan beoordeelen, of
de heeren inderdaad en in waarheid
de antirev. beginselen trachten toe te
passen, en bet Centraal Comité zou
daar rekening mede kunnen houden,
en de vrije discussie over de voorstel
len der heeren kunnen bevorderen.
Doch neen, ook deze beweging
gaat weer tegen een persoon. Men wil
van Dr. Kuyper af. Dit blijkt ook
overvloedig duidelijk uit de toelichten
de artikelen in „De Nederlander,"
welks hoofdredacteur de Utrechtsche
vergaderiug heeft bijgewoond. Dr. K.
is in bun oog te aanmatigend, heeft te
veel invloed, streeft te veel naar
alleenheerschappij, en wordt volgens
ben door velen niet vertrouwd.
En om dit nu te verhelpen
vragen zij het vertrouwen, en treden
zij als raadgevers op.
Het doet ons leed, dat wij het zeg
gen moeten maar wij hopen, dat niet
velen zich tot.de Utrechtsche Commis
sie wenden zullen want voor de ech
te antirevolutionairen is zij totaal
overbodig. Hier gaat het niet om
personen, maar om zaken, om alge-
meene belangen. En wie deze dienen
wil, vindt daartoe in bet bestaande
partijverband rijkelijk de gelegenheid.
Een verstandig gebruik makende
van vroegere bedenkingen tegen te
snelle afhandeling van program-ont-
w< rpen heelt bet Centraal Comité nu
reeds een werkprogram voor de eerst
volgende janm opgesteld, en een nade
re verklaring van de beginselen onzer
partij daaraan toegevoegd. Verschil
lende vereenigingen als Patrimonium
en de Chr. Onderwijzers-rereeniging
zullen over de voorstellen worden
gehoord, en er zal mede notitie geno
men worden van de opmerkingen der
Kamerleden. Daarna krijgen de plaat
selijke kiesvereenigingen het ontwerp
tijdig in banden, met eene uitvoerige
toelichting. De kiesvereenigingen kun
nen er dan naar hartelust over
delibereeren, en er hun bezwaren
tegen inbrengen. En eerst, nadat er
alzoo voeling met do kiesvereenigingen
is gehouden, en de openbare monde
linge discussie alzijdig is voorbereid,
komen de Deputaten der kiesvereeni
gingen bijeen.
Wie kan nu, bij zulk een behande
ling met een eerlijk gemoed volhouden
dat er geen gelegenheid is voor een
„rondborstige" bespreking?
Eq is die gelegenheid er wèl, dan
is immers alle bemoeiing van een
afzonderlijke commissie overbodig.
Neen erger, dan werkt zij slechts
storend en verdeelend.
Als die Commissie dan ook eenige
eere van haar optreden wil hebben,
als zij eenig goed doel wil bereiken,
dan dient zij programformuleering
tegenover formuleering, en toelichting
tegenover toelichting te stellen £00
dat ieder kan lezen, niet wat zij met
Dr. Kuyper wil, maar wat zij in de
practiscbe politiek wilwat zij in de
arbeidersquaestie in de koloniale za
ken, in de leger-orgsnisatie, enz. wil.
Op daadzaken komt bet hier
aan.
Laat de Utrechtsche Commissie
evenwel de zaken onbesproken en
ijvert zij slechts yoor ea tegen perso
nen stelt zij zich slechts in de weer
voor eigen oandidatenvraagt zij
voor die oandidaten een blind ver
trouwen, dan beeft ze niet andera te
wachten, dan dat de ware antirevolu
tionairen baar links laten liggen,
en stil bun eigen weg gaan.
Door de afscheiding der Utrechtsche
fractie wordt wel een deel der
partijkraeht bij de stembus gebro
ken. Doch daar kan onze party niets
aan doen. Dat komt voor verant
woording van hen, die zich hebben
afgescheiden.
Uraag en aanbod.
Wij zijn in onze maatschappij
zoolang gewend geworden aan de leer,
dat de betaling van arbeid eenvoudig
afhangt en moet afhangen van vraag
en aanbod, dat bet heel wat moeite
kost om zelfs de meer ontwikkelden
te doen inzien, dat deze leer niet
Het geredde kind
in.
m
:nm
- -<!H
ib
V. JT'
B, -r-r.iq-J
Deze Courant yerschijnt eiken Vrijdag.
Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en z/i maal.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en if3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen lOunr.
Niet om bereenigiug en bestendi
ge samenwerking van allen, die bet
program van antirev. beginselen be
amen.
Haar meer dan gewone moed en ij ver
deden haar in dezen arbeid weldra een
meesteres worden. In de felle hitte van
Pommeren's korten zomer, in de telle kou
van zijn langen winter verzorgde zij Mar-
tels Engelsohe schapen in weide en kooi,
Geen knaap of man kon haar overtreffen in
het opsporen van een afgedwaald lam, of
het bijeen vergaderen der verspreide kud
de, om hen tegen plotseling opkomenden
storm of sneeu wjaoht in veiligheid te bren
gen. De meeste ooien kwameu op haar aaH,
als zij ze riep en Yiking, de schaapshond
wilde alleen haar gehoorzamen.
II.
De lieftallige, blijmoedige en betrouw
bare Ebet genoot de vriendschap van de
geheele buurt. De ouden zegenden en de
jeugdigen prezen haar. Zelfs de hardvoch
tige rentmeester gunde haar een vriende
lijk woord vergoeding der geringe
belooning, die hij haar voor hare diensten
gaf. Maar de vrouw en de dochter van
Martel waren anders jegens haar gestemd.
De eene haatte en de andere benijdde het
arme meisje, dat, zonder ouders of erfdeel
bewonderd werd van wege haar aanminnig
voorkomen en uitnemend gedrag. Andere
redenen voor haren haat hadden zij niet
maar naardien de zonde altijd verontschul
diging zoekt, trachtten zij misstappen aan
te wijzen, om aldus een voldoende reden
voor haren afkeer te hebben. In 't gedrag
der zaehtzinnigen en zedige Ebet was niets
at te keuren, en nochtans wisten zij gele
genheid te vinden om zich op haar te
wreken.
Onder de oorspronkelijke bewoners van
Noord-Pommeren werd de Pinksterdag
niet slechts als kerkelijke feestdag, maar
oek als het begin van hunnen laatinvallen-
den zomer beschouwd, en, naar overoud
gebruik of bijgeloof, werd het voor jong
en oud als onheilspellend geacht, om
alsdan niet ter kerke te komen, of er te
verschijnen zonder nieuw gewaad, hoe
pover dit er ook mocht uitzien. Het Pink
sterfeest was der boeren galafeest, en naar
mate de dag naderde, was men in al de
steden en dorpen druk in de weer om de
nieuwe kleederen gereed te krijgen bij
velen naar te vreezen is met voorbij
zien van de veel noodzakelijker voorberei
ding van het gemoed voor de herdenking
van zulke heilige en plechtige gebeurtenis
sen. Als men denkt aan de weinige
middelen dier arme en verdrukte boeren
en visschers, begrijpt men niet, hoe of dat
feest gevierd kon worden, als het werd.
Iedereen, en niet het minst van de jongelui,
had het geheele jaar door iets opgespaard,
om op Pinksterdag in een beter gewaad
ter kerke te verschijnenen Ebet stak
hierin boven anderen uit, want zij had een
geheel nieuw zondagspak, dat zij wel zeer
noodig had, maar toch, naar doeenvondige
denkbeelden van haar volk, het hoogste
teeken van eerbied voor dien dag uitrukte.
Niet ieder boerenmeisje had zulk een
groene jurk eu zulk een bruin manteltje,
en dat gekocht met haar eigen verdiend
geld. Jhans Linken hoopte, dat het kind
er maar niet verwaand door zou worden
maar nog hij, noch Marthau konden zich
van zekeren trots op hunne aangenomen
dochter weerhouden, toen zij midden on
der eene menigte vrienden en buren op het
grasperk buiten de kerk te Brukenstadt
stonden, waar na afloop der godstienstoe-
fening en de cateohisitie der jeugd het
landvolk eeDigen tijd vertoefde, om na
vriendschappelijk gekout de reis van eeni
ge uren naar hunne woningen te onderne
men.
„Wel buurtjes," zeide vrouw Axel, de
smidsvrouw, die heel weinig vrees koester
de voor Martel, omdat haar man een
vrijgeborene was, en van wege zijn hand
werk op de Rocussche goederen niet kon
gemist worden, „wel, bnurtjes gij hebt
eer van uw opvoeding en uw onderwijs.
Geen enkele van het jonge volkje kon het
haar in den eateohismus afwinnen. Dat
hebben wij allen gehoord. En ziet zij er in
die nieuwe klcederen niet als een volmaak
te schoonheid uit en dat alles met haar
eigen geld gekocht, nu Misschien zegt gij,
dat het niet christelijk van mij is," ging zij
voort, terwijl zij dicht op de Linke s aan trad
en op Latchina Martel wees, die op eeni-
gen afstand met een nieuwen mantel en
een eohten zijden zakdoek pronkte ;„maar
als uw meisje de mooie diagen aan had,
die gindsche onbeschaamde meid draagt,
zou iedereen haar dan niot voor een prin
ses houden
„Dat zouden zij zeker niet,buurvrouw,"
zeide Jhans. Ons meisje heeft moois genoeg
voor haar stand. De Heer make haar
dankbaar, en baware hare jeugd voor
ijdelheid, welke de regelrechte weg is
tot zonde." Maar noch de oprechte school
meester, noch de radtongige smidsvrouw
had opgemerkt, dat Latohines moeder
vlak aehter hen stond en het geheele
gesprek aangehoord had.
Die Pinksterdag handhaafde zijnouden
roem als begin van den zomer. Geen
wolkje was aan deu hemel, de lueht was
zachtde boomen lieten hunne bladknop
pen en veel planten hare bloesems los
gaan, op die bijna plotselinge wijze als
dit in de noordelijke landen plaats heeft,
wanneer de aneeuwtgd voorbjj is en de
lange, heldere dagen zijn aangevangen.
De in vrjjheid levende schepselen in
bosch en veld verheugden zich bij het
aanbreken van het blijde jaargetijde, en
't landvolk verheugde zich insgelijks op
hun weg naarhuismaar de familie Martel
verheugde zich niet en gaven geen acht
op den heorljjken zonneschijn en de
losgaande boomen, zij verheugden zich
niet, al hadden zij ook den besten wagen
om in te rijden, de fraaiste kleederen ter
versiering des liehaams en den rijksten
aardschen schat voor de toekomst.
Gekwetste ijdelheid, wraakzucht en haat
hadden hun hart vervuid. Wat de moeder
vrouw Axel tot de Linken's had hooren
zeggen, was aan vader en dochter in zijn
geheel medegedeeld, en door ieder van
het drietal behoorlijk uitgebreid en ver
groot tot zjj allen met de hoogste veront
waardiging tegen de arme Ebet Karlsen
bezield waren. Zij was dan de oorzaak,
dat hunne familie onder de boeren in
verachting kwam, Vrouw Axel toch zou
op die wijze niet gesproken hebben, indien
het herderinnetje het haar niet in het
oor geblazen had. Ebet was voor niets
niet zulk eene drukke bezoekster van het
smidshuis, en zij hadden wel opgemerkt
welk eene houding zij in den laatsten
tijd aangenomen had. Daar moest iets
gedaau worden om haren hoogmoed te
fnuiken, of ieder meisje op Rocu's goede
ren zou vergeten, van welken stand zij
was en al de boeren familiën zeuden den
eerbied uit het oog verliezen, dien zij
versohuldigd waren aan 's graven rent
meester, diens vrouw en dochter. Het drie
tal zou gaarne ook wraakgenomen hebben
op de smidsvrouw, die zoo vrijmoedig en
onbevreesd zich omtrent Latchina had
uitgedrukt, doch zij stond buiten het bereik
van den rentmeester, 't Eenige, dat hij
doen kon, was, dat Martel een anderen
smid overhaalde, om zich aldaar neer te
zetten. Daarover dacht hij dan ook wel.
Maar intusschen moest Ebet al de gevolgen
hunner wraak ondervinden.
De arme Ebet wist niets van het kwaad,
dat men tegen haar smeede. Mot de
Linkens reed zij in een wagen van een
der buren naar huis. Do gelukkige dag
stemde haar blijmoedig en het vooruitzioht
van j,den zomer schonk haar rijk genot.
Wat zou zij 't aangenaam hebben op die
zonnige heidenvelden, wanneer zij de
schapen van weide tot weide volgde, of
in de schaduw van den bloeienden doorn
zat, met Viking aan hare zijde en de
lammeren rondom haar springende. Wat
zou het aangenaam zijn, om, wanneer
de lange, warme dag voorbij en de zon
in de Oostzee ondergegaan was, met de
kudde naar huis terug te keeren, den
vriendeljjken welkomat groet van Jhans
en Marthau te ontvangen, met hen bij
het vroolijke houtvuur te zitten, en het
avonteten te nuttigen, en het avondgebed
op te zenden. Wat zouden er heerlijke
zondagtochtjes naar de Brakenstadsche
kerk gedaan worden, en bijeenkomsten
van oude vrienden en buren zijn, wanneer
de arbeid afgeloopen was en de lange
schemering zacht on liefelijk op land en
zee neer viel. Het eenvoudige, goedige
meisje gevoelde zich gelukkig bij die voor
uitzichten, voor welker verwezenlijking
alle grond bestond want de zomer met
zijn gewone drukte en werkzaamheid was
werkelijk gekomen. Op boerderij en vis-
sohersplaats trachte ieder zooveel mogelijk
zijn voordeel te doen met den langen dag
en het fraaie weder dit toch was de eenige
tijd, waarop het buitenwerk gedaan, en de
voorraad voor den winter vergaderd kon
worden.
Ook Ebet was druk met hare schapen
en lammeren zoo druk, dat zij aan
niets anders dacht, ofschoon het haar nu
en dan toescheen, alsoi haar meester Mar
tel niet zoo vriendelijk meer jegens haar
was als vroeger, maar daar zij niet kon
begrijpen, waarmede zij hem of zijne huis-
genooten kon beleedigd hebben, zoo dacht
zij dat zij het zich maar verbeeldde, en
zeide er niets van tot de oude luidjes.
Maar toe* op zekeren dag de visschers
het bericht brachten dat de holmen met
gras bedekt waren en de schaapherders
toebereidselen maakten om met de kudden
derwaarts te gaan, kwam Martel des
avonds Ebet tegen, toen zij op huis aan
ging, en zeide hij op zijn gewonen koelen
toon tot haar „Maak je zaakjes in orde,
meisje Ik denk overmorgen mijne Engel
sohe schapen naar Erksholm te zenden, en
gij moet met hen medegaan."
„Naar Erksholm zeide Ebet,met de
hoogste verbazing
(Wordt vervolgd.
j)
I