Yilllü II 2!)JD-ïlDiiiiJi)£)BüS W IIIWiBIIll IJÜMIfi
Eerste Blad.
Vrijdag 27 November 1896.
A.ntirevo lutionair
Elfde Jaargang No. 580.
Orgaan
INHOCSIGNO VINCES
T.BOEKHOVEN.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per poet 50 Cent.
Amerika btf vooruitbetaling f 1,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
uitgever:
SOMMELSMJM.
Ai Se aiohiien voor de üetlaclie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe fe zenden aan den fit ge ver.
Dit nummer bestaat
uit twee bladen.
BVettelijke regeling van
den arbeid
Nog altijd staan ten opzichte van
deze quaestie twee meeningen te
genover elkander.
De conservatief gezinden willen
wel eenige liefdadigheid aan den
arbeider betoonenmaar zij achtten
het niet noodig den loondienst aan
veel wettelijke bepalingen te binden
ja zij achtten dit zelfs zeer verkeerd,
omdat zij het er voor houden, dat
de maatschappij aan de natuurlijke
werking van de in het menschdom
gelegde neigingen, en andere onver
anderlijke gegevens moet worden
overgelaten. Niemand toch, zoo re
deneert men dan, wordt gedwongen
om onder bepaalde voorwaarden ar
beid te verrichten. Ieder kan zelf
teoordeelen, of zijn belang dit me
debrengt, en meent hij van niet,
dan zal hij uit zichzelf wel zoo ver
standig zijn om zich er aan te ont
trekken.
Zij echter, die grondiger over de
zaak doordenken, hebben verschil
lende argumenten om duidelijk te
maken, dat de Regeering wel terdege
recht en reden heeft voor de wet
telijke vaststelling der perken van
het arbeidscontract.
Op dit punt kunnen ook de anti
revolutionairen de gevorderd libera
len en radicalen best ontmoeten. Dit
noemt men dan wel van onbevriende
zijde een toegeven aan de wenschen
der radicalen. Doch dit is het niet.
Althans, er schuilt geen verlooche
ning in van eigen beginselen. Geheel
op het eigen standpunt blijvende, is
het den antirevolutionairen mogelijk
tot samenwerking in deze zaak te
besluiten. Want, hetzij men uitgaat
van het begrip van den in zichzelf
genoegzamen, oppermachtigen en tot
alles recht hebbenden Staat, öf dat
men de overheidspersonen erkent als
door God aangesteld, en dan ook
aan Gods Woord en ordinantiën ge
bonden, in beide gevallen kan men
er op aan sturen, dat de Regeering
in verband met het verloop der na
tuurlijke toestanden wettelijke maat
regelen neemt om de zwakken te
beschermen tegen het gevaar voor
finalen ondergang.
Het spreekt vanzelf, dat de te
genwoordige verhouding van patroons
en arbeiders deels anders beschouwd
wordt door de radicalen, en anders
door de antirevolutionairen.
De eerstgenoemden verklaren haar
bijna geheel uit uitwendige oorzaken
uit het machine-wezen, hetwelk veel
arbeiders overbodig maakte en de
patroons meer onafhankelijk van hen
deed wordenuit de toegenomen
verstandelijke ontwikkeling der ar
beiders, en uit de overbevolking.
De antirevolutionairen daarente
gen, ofschoon deze factoren niet voor
bij ziende, verklaren de bestaande
spanning ook voor een groot deel
uit de verdwijning van het geloof
en van de bijbelsche begrippen van
welstand, onderdanigheid en zede
lijkheid. Zij nemen wel aan, dat vele
werkgevers te hardvochtig zijn tegen
over hun arbeiders, ja dat zij die
arbeiders soms wel „als een ver
lengstuk van de machine" aanzien
maar zij hebben ook een oog voor de
vaak groote gebreken der arbeiders,
voor hun zelfzucht, traagheid, wre
veligheid en voor al die zonden welke
het gevolg zijn van het uitslijten van
den godsdienst.
Om deze reden schreven de anti
revolutionairen ook van den beginne
aan op hun lijst van sociale hervor-
mingsmiddelen allereerstterugkeer
tot Gods Woord, en diep zijn zij er
van overtuigd, dat alleen langs dien
weg de betrekking tusschen werk
gevers en daglooners zóó kan wor
den, dat beide partijen zich op haar
gemak gevoelen.
Maar daarom ontkennen zij in het
minst niet, dat de Regeering recht
en plicht heeft om zich in deze
verhouding te mengen, en voor beide
partijen regelen vast te stellen, die
binden, en beschutten tevens.
Wel zijn de antirevolutionairen
tegen noodeiooze Staatsbemoeiing, en
vooral tegen bemoeiing van de Over
heid met de geestelijke belangen der
burgers, omdat daardoor de gewetens
der menschen in het nauw gebracht
worden, en de ware religie schade
lijdtmaar bij het arbeidscontract
gaat het om de handhaving van
recht en orde, om het welzijn van
de arbeiderswereld in het algemeen.
Trouwens, zij die ten opzichte van
de arbeiders en werkgevers bang zijn
voor te veel overheidsinmenging, blij
ven zichzelf toch niet gelijk. Zij
dulden en billijken op andere ter
reinen, zooals bij den koophandel en
bij de scheepvaart wel regeling van
overheidswege.
En waarom die regeling dan maar
altijd moet uitblijven bij den ar
beid, valt moeielijk te verklaren,
tenzij men denke aan vrees, dat
de kleine man te veel geholpen
wordt.
In vroegeren tijd ging die regeling
meer vanzelf, door afspraak en ge
woonten, steunende op eenparige er
kenning van goddelijke ordinantiën
of natuurlijke gegevens.
Maar bij het verdrijven van die
eenparigheid van gevoelens, bij het
toenemen van sluwheidjj en verzet
en bij het vermeerderen van de in
ternationale betrekkingen kan de
overheid niet langer van verre alles
lijdelijk aanzien; en is het noodig,
dat er voor de ambachten, voor het
fabriekswezen en voor den landbouw
zulke wettelijke voorwaarden worden
gesteld, dat de patroons en arbeiders
weer beter op elkaar rekenen kun
nen dat de werkgevers niet gedurig
met staking van den arbeid worden
bedreigd, en de daglooners niet be
hoeven te vreezen voor totale ar
moede in geval van ziekte of ouder
dom, of bij het bekomen van onge
lukken.
De antirevolutionairen mogen nu
door hun diepere opvatting van de
sociale quaestie omzichtiger en tee-
derder te werk gaan bij het ont
werpen van het arbeidscontract, toch
verbieden hun beginselen dat con
tract niet. In Israels sociale wetge
ving is het recht en het nut van
zulk een verband duidelijk aange
wezen.
En als nu de vooruitstrevende
liberalen en radicalen en een deel
der rooinschen mede de redelijkheid
daarvan erkennen, dan blijft alleen
de vraag over hoever kan en rnag
men in deze gaan.
Bij de stembus van'97 zal hierop
het antwoord moeten geformuleerd
worden.
Gemengd Xieuws.
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag.
Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 oent en J/j maal.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en */j maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Grroote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur.
gjggjgggjgjjjjjjjj
Een Atjelische legende.
Be Deli Ct. geelt eene besohrijving
van een patrouille, den 23 Sept. door
een gedeelte van hot garnizoen Kwala
Simpang gemaakt.
En zij vertelt daar het volgende bij
„Eenige dagen roeiens de Simpang
Kiri op, ligt eeDe kampong van 8 huizen,
met eone bevolking van pl.m. 100 zielen,
Kaloei geheoten. Nooit waren daar nog
Europeanen geweest, en daar in het
Tamiangsoho onze patrouille overal eens
verschijnen moeten, besloot de le luit.
Heidens daar heen te marcheeren, vooral
omdat Radja Indra, bet hoofd aldaar, ziotf
had uitgelaten, dat de companie daar toch
nooit kon komen.
„Groet was dan ook de verwondering
van Radja Iudra en zijne kamponggenoo-
ten. Dat de oompanie hun daar een
bezoek zou brengen, wai buiten bereke
ning te meer daar de legende (dat bleek
later) in het Zuidwesten van Tamiang
verspreid is dat Javanen niet in Kaloei
konden komen, en nu kwamen daar nog
wel Javaansche soldaten hen met een
bezoek vereeren.
Die legende, ze luidt als volgt, is al oud
en dateert uit den tijd, dat de Javanen
getraoht hebben Sumatra te veroveren.
„Toenmaals verdreven de Javanen de
oorspronkelijke bewoners en hadden in
de beurt van Kwala Simpang een betrek
king.
„Op zekeren dag trachten de Javanen
onder aanvoering van een hadji de
bewoners van de Simpang Kiri te
verdrijven en voeren in sampans naar
Koeli.
„Halfweg gekomen, viel er plotseling
een steenregen van de oevers en vielen
boomen vóór en op de sampans zonder dat
menschen te bespeuren waren het werd
beschouwd als een teeken van God om
den tocht te staken en sedert beproefde
geen Javaan meer Kaloei te bereiken.
„Ja zelfs enkele hoofden van Tamiang
beweerden nu nog, dat als de companie
langs de Simpang Kiri in stede van langs
de Simpang Kanan gegaan was, dat de
soldaten nooit te Kaloei waren gekomen
O sancta simpioitasEnfin, nu was de
0 ompanie er eenmaal, en fluks werden
een paar huizen ontruimd om voor den
naeht behoorlijke ligplaatsen te hebben."
Het Bestuur van het Genootschap
„Arehlteetura et Amicitia" to Amsterdam
heeft het patronaat op zich genomen van
een eigenaardige serie prijsvragen.
Do groote behoefte welke er in de
bouwkundige woreld bestaat aan ontwer
pen van kleine gebouwen, woonhuizen
en dergelijken, die practisehe uitvoerbaar
heid vereenigen met eenvondige schoon
heid, heeft do uitgevers-firma J. van der
Endt Zoon le Maassluis tot het Bestuur
het verzoek doeu richten om eenige
prijsvragen uit te schrijven en een Jury
te benoemen.
Het Bestuur van „A. et A.," inziende
dat de verwezenlijking van dit idee aan
de bouwkunst ten goede kan komen,
aanvaardde het patronaat, schreef eenige
prijsvragen uit en benoemde een Jury
bestaande uit de heeren W. Kromhout
Cz., H. G. Jansen en K. de Bazel.
De eerste serie der prijsvragen, waar
voor een bedrag van t550 beschikbaar
is gesteld, is opgenomen in het Orgaan
der Vereeniging en alle leden van het
Genootschap, zoomede de inteekenaren
op het Orgaan kunnen mededingen.
Een huwelijk per fiets. Uit Rotterdam
wordt gemeld
Naar het Stadhuis alhier begaf zich
jl. week te 12 uur een bruidspaar, gezeten
op een tandem, versierd mot een bruids-
bouquet en vergezeld van de getuigen in
sport-costuum, waaronder vier heeren en
vier dames, eveneens gezeten op rij wielen.
Door de glibberige straten en de dicht
opdringende menigte bereikte de bruiloft
stoet na zeer veel moeite het stadhuis,
nadat enkele dames op straat gevallen
waren.
Een ontelbare menigte stremde het
verkeer in het centrum der stad, en moest
nabij het stadhuis door de politie met
geweld teruggedrongen worden niette
min beklommen de straatjongens de kozij
nen en ramen van het stadhuis om de
trouwlustigen gade te slaan.
Na twee volle uren waohtens kwam ten
slotte de wethouder van den Burgerlijken
stand de trouwkamer binnen, alwaar ver
scheidene jonge paren in afwachting
waren van het oogenblik, dat de voltrok
king van hun huwelijk aangebroken was.
Gedurende het lange wachten had
menig vermakelijk incident op het stad
huis en in de omgeving plaats.
Te 2 uur werd het huwelijk op de gewo
ne wijze voltrokken, en trok de bruidstoet
omstuwd door een dichte menigte naar de
echtelijke woning. Maar alleen het bruids
paar kwam daar per fiets aan de anderen
zagen zich ten leste doer de opdringende
menigte genoodzaakt af te stappen, en
naast hun fiets te gaan loopen.
Gedurende een viertal jaren zijn
duizenden reizigers van den Berlijnschen
stads- en ringspoorweg overgeleverd
geweest aan een krankzinnigen machinist.
Men ontdekte dit eerst toen de man
terechtstond wegens een ernstig vergrijp.
Toen het nieuwe station Savignyplatz
gebouwd werd, bevonden zich voortdu
rend een groot aantal werklieden langs de
spoorbaan. De gevaarlijke plek werd over
dag door optische signalen aangeduid en
's nachts door een lantaren met wit licht.
Vele malen werd deze laatste echter
vernield, en alle kenteekenen wezen er op,
dat hier aan kwaadwilligheid moest wor
den gedacht. Eenige baanwachters legden
zich op de loer en ontdekten, dat de
machinist van een trein bij het voorbij rij den
met de vuurtang de lantaarn stnksloeg.
De machinist werd voor den rechter
gedaagd.
Ter terechtzitting bleek, dat hij iu 1892
bij een botsing van twee treinen van zijn
machine was geslingerd en met zijn hoofd
op den hardbevroren grond was terechtge
komen. Van dien dag af moest hij jaarlijks
eenige maanden verlof hebben wegens
ondragelijke hoofdpijnen. Het onderzoek
der doctoren bracht aan het licht, dat hij
leed aan tijdelijke verstandsverbijsterin-
gon. De reehtbank ontsloeg derhalve den
man van rechtsvervolging.
Te 1 ionden is bericht ontvangen omtrent
de Schetsche bark Inverlochijdie zich in
de straat xusshen Celebes en Gilolo bevond,
toen zij door windstilte overvallen werd.
Een catamaran of prauw, met bijna naakte
inboorlingen, gewapend met lange messen,
kwam van een naburig eiland en zeilde
om het schip. De inboorlingen gingen
daarop weg; maar de bemanning, een aan
val vreezende wapende zich en hield
goeden uitkijk.
Gelukkig kwam er in den avond een
bries opzetten. Zoodra het donker werd,
kwamen wel een honderd kano's op het
schip af. Elk zeil werd bijgezet en alle
maatregelen werden genomen, om een
aanval af te slaan, en het schip ontkwam,
maar de kano's volgden het schip uren
lang.
De bemanning gelooft, dat als die geluk
kige bries niet opgekomen was, alle leden
zeker zouden vei moord zijn.
Uit de New-York Herald
Edison zou van mening zijn, dat met
behulp der Röntgensehe stralen het
gezicht is weer te geven aan blinden, zelfs
aan degenen die de oogen verloren hebben,
mits de gezichtszenuw onaangetast is.
Hij heeft op twee blinden bevredigende
proeven genomen.
Het bericht klinkt een beetje Ameri-
kaansch.
De Canadeesche autoriteiten hebben
aan vrouwelijke advocaten het pleiten
toegestaan. Zij moeten in de rechtszaal
verschijnen in het zwart gekleed, met
witte kraag en manchetten en blootshoofds.
Bryan gaat, uit zijn propaganda
voor het zilver, goud slaan. Hij heeft een
contract geteekend om voor 50.000, doll.,
vijftig lezingen te houden, te beginnen in
December. Hij zal economisohe toestanden
in een populairen vorm èn bimetallisms
behandelen, partijbelangen echter niet
aanroeren.
Een Grieksch anarchist, die onlangs
zonder eenige aanleiding een koopman te
Patras vermoordde, heeft zich in de
gevangenis van het leven bereofd door
middel van een dynamiet-patroon, die hij
in den mond liet ontploffen. Hoe de man
aan het dynamiet was gekomen, is nog
niet opgehelderd.
In hechtenis. Eenige weken geleden
word in Den Haag bij een vechtpartij een
huzaar door zijn tegenstander in den duim
gebeten, waardoor een wond veroorzaakt
werd, die men toen van weinig beteekenis
achtte. Thans verkeert echter die militair,
in het garnizoens-hospitaal in vrij ernstigen
toestand, zoodat de persoon die verdacht
wordt, den cavalarist de verwonding te
hebben toegebracht, een berucht vechters
baas, in voorloopige hechtenis is genomen.
Aangehouden. De recherche bij de
Rotterdamsehe politie heeft de hand gelegd
op een persoon, verblijf houdende in een
logement in de Raamstraat, die verdacht
woidt zich aan den diefstal van de f 1200
aan Nederlandsch, Belgisch en Duitsch
bankpapier le hebben schuldig gemaakt,
ten nadeele van den schipper C. Verboom
aan boord van het schip Barendina
liggende in de Binnenhaven tePeyenoord