Vrijdag 20 November 1896
Elfde Jaargang No. 579.
Antirevolutionair
T
IN HOC SIGNO VINCES
T.BOEKHOYEN.
mMMmmMèMM.
.'Fug?
Deze Courant verschijnt eiken Yrijdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f «,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers i Cent.
uitgever:
Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en 3/2 maal.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/s maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur.
AiSe stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te seisden aan den Uitgever.
Bïe band tusschen het
volk en zijn verte
genwoordigers.
Nu de behandeling der kieswet
een poos achter den rug is, wordt
er allengs meer een streven open
baar om de vruchten van de ver
kregen belangrijke uitbreiding te
plukken.
Yolgens algemeene schatting zal
het aantal kiezers wel ongeveer
verdubbeld zijn.
Maar wat geeft die uitbreiding,
als er nu niet eene Kamer door
verschijnt, die van werken en door
werken en a/doen houdteene Ka
mer die datgene aanvat, hetwelk
het meest dringend is.
In algemeenen zin is men het er
vry wel over eens, dat de sociale
hervorming den voorrang verdient;
dat wil zeggen, dat er wetten moeten
ontworpen worden, waardoor vele
arbeiders uit hun armoedigen en
gedrukten toestand worden opgehol
pen. En het lijdt dan ook geen
twijfel, of daar zal altijd wel spoedig
iets komen van de vaststelling van
het arbeidscontract en van de pen
sioneering der werklieden.
Over het voorthelpeij van de land
bouwers is men het minder eens.
Yelen schijnen maar niet te beseffen,
dat de landbouw voor ons land een
nationaal belang is, en daarom hebben
zij er ook weinig voor over om dezen
belangrijnen tak van arbeid met eenig
invoerrecht of op andere wijze tege
moet te komen.
Doch hoe dat zij, er moet nu in
het vervolg wat afgewerkt worden.
En nadat men zich eerst lang druk
heeft gemaakt met de kenteekenen
van geschiktheid der kiezershouden
thans de oude en nieuwe kiezers,
de bladen en de politieke vergade
ringen zich bezig met het vaststellen
van de kenteekenen van geschiktheid
der candidaten voor de Tweede Ka
mer.
Twee dingen zijn hiervoor noodig,
nl. het «tellen van duidelijke pro
gramma's of „werklijsten'', en het
bescheid der in aanmerking komende
heeren, of zij, het van harte met
die programma's eens zijn, en dus
gezind om, worden zij gekozen, voor
de uitvoering daarvan te ijveren.
Aan het opstellen van pro
gramma's ontbreekt het niet. De
Liberale Unie zond er reeds twee
de wereld in. Op no. 2, het z.g.
„program van urgentie" of program
van noodzakelijke en dringende
werkzaamheden staan zeven punten
genoteerd", als pensioen voor de
werklieden, regeling van het werk
contract, verbetering der arbeidswo-
ningen, herziening der armenwet,
leerplicht, enz.
Ook de roomsch-katholieken zijn
roor het stellen van een program,
en werden het daar aanvankelijk
over eens, tot groote blijdschap van
Dr. Schaepman, die moeielijke jaren
vanwege de ver
over het kiesrecht en de
doorleefd heeft,
deeldheid
plaatsvervanging in het leger, maar
die nu onlangs in eene te Utrecht
gehouden rede roemen kon, „dat
alle twistpunten door den loop der
zaken zijn ter zijde gesteld."
En ook de antirevolutionairen
zullen zich ditmaal wel niet onbe
tuigd laten. Hun valt het daarstellen
van een duidelijke „werklijst" nog
het gemakkelijkst, omdat zij van
vaste beginselen uitgaan.
Maar nu komt de groote moeie-
lijkheid nog achteraan.
Naarmate het meer ernst wordt
met de „werklijsten", beginnen de
vermoedelijke candidaten te over
wegen in hoeverre zij hun gedrags
lijn door de kiezers kunnen laten
bepalenen ook de dagbladen men
gen zich druk in deze quaestie.
Zoo heeft de oud-Minister Pierson
in het Handelsblad zijn bezwaren
ingebracht tegen den eiach der Li
berale Unie om alleen de overtuigde
voorstanders van haar program can-
didaat te stellen. Hij houdt het er
voor, dat op die manier de kundigste
en meest eerlijke staatslieden voor
ongeschikt zullen verklaard worden,
en daarentegen de meer oppervlak
kige candidaten, die de moeielijkhe-
den der uitvoering zoo niet doorzien
maar juist daarom zonder voorbehoud
het werkprogram beamen, gretig op
het schild zullen geheven worden.
Een redactielid van het Handels
blad (voor de rubriek „Yandagtot
dag") steunt deze bewering, en zegt
dat de massa zich geen rekenschap
geeft van de beteekenis en den om
vang van de wenschen of de eischen,
op het program vermeld, en dat het
daarom beter is van de candidaten
slechts instemming te vragen met
de richting van het program, zonder
hen te binden in de wijze van uit
voering of in de volgorde der stukken.
Ook het Utrechtsch Dagblad viel
hierbij, en de Rotterdamsche Neder
lander gewaagde van een schadelijk
partijenspel en vergeleek de werk
programman zelfs bij trommelslagers
en trompetters van een kermistent;
een beeld, dat vroeger ook Uilenspie
gel wel eens gebruikt heeft.
En om hiermede de aanhalingen
te besluiten het Nieuws van den
Dag bracht in herinnering de moeie-
lijkheden, die de „formulieren van
eenigheid" vroeger op kerkelijk ge
bied veroorzaakt hebben, en vroeg
of eigenlijk niet alleen gansch onfeil
bare lieden het recht hebben om een
ander aan hun formuleeringen te
binden. Dit blad waarschuwt dan
ook voor uitsluiting van hen die het
program niet letterlijk beamen.
Alles goed en wel. Maar als men
de programma's niet bindend wil
stellen in zedelijken zin (dat is be
houdens later te verklaren beter in
zicht) welke vastigheid hebben de
kiezers dan.
Men spreekt van enkel de richting,
den geest en de strekking van een
program toestemmen,
om daarna
wat kan
met studie uit te maken
en zal tot stand komen.
Maar ach, op die manier ia
er,
goed bezien, in het
geheel
geen
band.
Men heeft er het kerkelijk leven
bij te pas gebracht. Doch immers is
juisi in de Herv. Kerk proefonder
vindelijk gebleken, dat het belijden
van „geest en hoofdzaak" zonder
meer tot de grootste losbandigheid
en tot den ellendigsten strijd aan
leiding geeft.
Neen, er is nu eenmaal geen
tusschenweg. De kiezers moeten zich
overgeven aan de candidaten, en
hun blindelings hot vertrouwen
schenken, öf de candidaten moeten
zich geheel geven aan het werk
waarvoor zij geroepen worden, en
tijdig beslissen of zij bepaalde wette
lijke maatregelen kunnen voorstaan,
al dan niet. Zijn zij mannen van
diepe studie, dan blijft er, ook nh
de vastlegging van dit zedelijk accoord
nog ruimte genoeg over om de re
sultaten van die studie te berde te
brengen, en toe te passen want een
werkprogram formuleert geen wets
ontwerpen, het noemt alleen zaken
op, die in die ontwerpen behooren
voor te komen. Die zaken zijn geen
vrucht van eindeloos studeeren, maar
op de wijde markt van het volksleven
als behoeften openbaar geworden. En
naar dat leven hebben de volksver
tegenwoordigers zich te schikken. Dat
leven moeten zij vertolken.
Een nieuw blad.
In Utrecht is een paar weken
geleden een nieuw blad opgericht,
genaamd „Het Sticht", dat ten doel
heeft, de kennis van het antirevo
lutionair program in de provincie
Utrecht te verbreiden, en alzoo poli
tiek leven te wekken.
Het nieuwe orgaan treedt in een
bescheiden vorm, maar met zeer
degelijken inhoud op.
Reeds in het eerste nummer wordt
helder getuigd tegen het valsche
conservatisme, waardoor zooveel goeds
wordt tegengehouden.
Indien ergens, dan heeft in de
provincie Utrecht dit conservatisme
nog vele aanhangers.
„Het Sticht" toont dus den toe
stand zijner omgeving goed te be
grijpen.
Moge de redactie in haar onderne
men onder den zegen G-ods slagen
MJit de pers.
VOSiKJSIRIM OER AAROE.
Mgr. Macario, de Koptische patriarch
die door den paus naar Menelik was
gezonden om de invrijheidstelling van
de ItaliaansclMb gevangenen te ver
krijgen, is te Rome teruggekeerd. Zijn
zending, die bedoeld was als een handi
ge zet tegen de Italiaansche regeeritg,
heeft fiasco gemaakt. Hij beweert echter,
dat hij zijn doel wèl zou bereikt hebben,
als do Italianen geen beslag hadden
gelegd op de Doelwijk, waardoor Menelik
verbitterd werd. Maoario vermoedt overi
gens, dat de vredesonderhandelingen niet
vlot zullen gaan, en ook geeft hij als
zijn meening te kennen, dat Rusland de
hand heeft in alles wat in Abessynië
gedaan wordt. Rusland wenscht Ethiopië
sterk genoeg te zien om het hoofd te
kunnen bieden niet alleen aan de Italia
nen, maar ook aan de Egyptenaren en
de Engelsohen in het Doorden.
Op het eiland Sicilië is de groote
schoonmaak eindelijk begonnen. Sedert
den val van Crispi ging er bijna geen
dag. voorbij of eenig nieuw schandaal
kwam aan het licht, dat de diepe verdor
venheid bewees, die gedurende tal van
jaren de administratie van het Itaüaansch
koninkrijk heeft aangetast.
Geleid door een gevoel van kiesobheid
heeft men de finanoieele schandalen op
Sicilië gedurende de huwelijksfeesten van
den kroonprins van Italië zooveel moge
lijk verzwegen. Men wilde te midden
der vreugde niet laten zien, hoe groot
de zedelijke ellende was, waaraan het
land lijdende is. Nu zijn de blijde dagen
voorbij, en de openbaringen, niet meer
togen te gaan volgen elkaar op.
Graaf Codronchi, de civiel-oommissaris
met de macht van een onderkoning, had
tot eerste taak, een onderzoek in te
stellen naar den toestand en den loop
der gemeentelijke administratien over het
geheele eiland. Twee zeer bekwame inspeo-
teurs werden belast met Palermo, waar
door een socialistisoh blad tal van misbrui
ken waren aangewezen, die men eerst voor
ongelooflijk hield, maar die volkomen waar
bleken te zijn.
Om eens iets te noemen
Er was op gewezen, dat een familie van
zeven personen jaarlijks een bedrag van
19,000 francs ontving uit de gemeentekas
voor diensten, die zulk eene belooning
niet rechtvaardigden.
Drie van de zeven waren ingenieurs, en
zij ontvingen ieder 3500 francs voor
het surveilleeren van de plaatsing der
hekken om de graven. De anderen worden
op even weinig deugdelijke gronden hoog
gesalarieerd.
Honderden beambten werkten aan een
zoogenaamden stadsreiniging, die alles te
wenschen overliet. Bij het octrooi had men
een groote schaar van inspecteurs, onder-
inspecteurs, controleurs, opzichters en
oppassers. Hun aantal werd steeds grooter,
al werden de octrooi-inkomsten ook steeds
minder. En alle gemeenteambtenaren eh
beambten wisten boven hun tractementen,
waarvan er niet één minder dan duizend
of twaalfhonderd franos bedroeg, hun inko
men te verdubbelen of te verdrievoudigen
door subventien, indemniteiten, gratifica
tiën en herhaalde gratification.
De verbazing was groot, toen dit bekend
werd. Maar het was slechts een klein voor
spel voor het groote schandaalstuk.
Toen de gemeente-ontvanger Martinez
- commandeur in de orde van den Heili
gen Mauritius en den Heiligen Lazarus
nog wel! op zijn beurt rekenschap van
zijn rentmeesterschap moest afleggen,
begon hij eerst met allerlei uitvluchten te
bedenken en eindigde, met zelt de vlucht
te nemen zooals trouwens zijn voorganger,
markies Perreri, ook deed.
Toen de stedelijke kas in naam der
wet geopend werd, bevond men bij den
eersten oogopslag, dat de som van 200,000
francs, die als waarborg voor het getrouw
beheer van den ontvanger daarin aanwezig
moest zijn sedert 1876, daaruit verdwenen
en waarschijnlijk nimmer daarin aanwezig
geweest was. Voorts ontbrak er anderhalf
millioen der stedelijke penningen.
Bij gebrek aan geld vonden de inspec
teurs echter documenten, niet geldswaardi
ge, maar toch kostbare, die bewijzen, dat
tal van ambtenaren en zelfs van raadsleden
voortdurend sommen uit de gemeentekas
hadden ontvangen.
Oogenblikkelijk werd de politie gewaar
schuwd, die den voortvluchtigen gemeente-
ontvanger wist op te sporen, eer hij
gelegenheid had, zich in te schepen naar
Griekenland. Zij vond eenige duizenden
francs in zijn bezit en ook een lijst van
in de knoeierij betrokken personen.
„Ik heb weinig geluk, zeide de gevange
ne, maar het publiek moet mij niet te
gauw veroordeelen. Ben ik een dief, dan
zijn heel veel anderen het zoo goed als
ik. In ieder geval zullen ©r verscheiden
mannen van aanzien met mij vallen, want,
dat verzeker ik u, ik verberg niets."
De laatste berichten zeggen, dat nu ook
do gemeenteraad van Palermo is ontbon
den, De commandeur Pantaieone, een
stramme Pimontees, is als regeeringcom-
missaris benoemd en zal de stad nu eens
zonder hulp der Maffia (den bond die
overal in Sicilië achter zit) regeeren.
Nog eenige andere steden hebben hetzelfde
lot getroffenen zoo wordt de Siciliaanscho
kwestie nu eens van eene zjjde aangepakt,
waarop totdusver geen enkele regeering
ook zelfs maar eenig licht had laten vallen.
Het zal geen van de minste verdiensten
van het Kabinet-Rudini zijn, dat het het
aangedurfd heeft, met de reiniging van
dezen Augias-stal een begin te maken.
Eenige dagen geleden hebben we
gemeld, dat de Spanjaarden op €u^a
den grooten slag zouden beginnen en nu
verneemt men dat generaal Weyler in
eigen persoon den lang aangekondigden
veldtocht heeft geopend tegen de provincie
Pinar del Rio, het westelijk gedeelte van
het uitgestrekte eiland welke provincie
thans geheel bezet is door de troepen onder
den hoofdman der opstandelingen, Macea,
Naar, over New-York, nit Havanna
getelegrafeerd wordt is de gouverneur-
generaal reeds te Mariël aangekomen en
begeeft hij zich verder naar Guanajay.
Daar zou hij het bevel op zioh nemen over
de talrijke legermacht, die aan de Trocha
de Mariël saamgetrokken is. Deze Trocha
is een reeks van verschansingen langs de
grenzen van Pinar del Rio, over het smal
ste gedeelte van het geheele eiland. Gene
raal Weyler zal persoonlijk de operaties
tegen Antonie Maeeo leiden.
De niet bijster welwillende houding der
Yereenigde Staten geeft den Spanjaarden
maar al te zeer aanleiding om de operaties
op Cuba te bespoedigen. Yolgens een
bericht uit New-York, zal een groot deel
der Boodschap van president Cleveland
aan het Congres in de volgende maand
mm ui immiMmm is3
ANTI-VACCINED WANG.
De „Standaard" deelt mede dat een Engelsche
Staatscommissie inzake vaccinatie, eenparig
veroordeeld heeft het dwingen tot vacoinatie,
zoo dikwijls de ernstige overtuiging van de
ouders van het kind hiertegen in verzet komt.
Dit is inderdaad oen merkwaardige sohrede
vooruit.
Daar nu 11 van de 13 commissieleden besliste
voorstanders van de vaccinatie zijn, loont het
de moeite inzage te nemen van hunne motieven.
En dan valt allereerst in het oog de onverho
len erkenning, dat de wetenschappelijke wcar-
deering van de koepokinenting sedert 1853
aanmerkelijke wijziging onderging.
De overtuiging dat vaoeinatie voor pokziekte
onvatbaar maakt, gelijk in 1853 nog werd
beweerd, bestaat onder da dootoren nu reeds niet
algemeen meer.
Nauwkeuriger onderzoek heeft de onhoud
baarheid van die overtuiging doen inzien.
En hoogstens durft de commissie nu nog alleen
constateeren dat do vacoinatie een middel is om de
pokziekten te verminderan.
En daarom wil ze nog wel dan dwang behou
den zien, maar in elk geval niet voor wie ernstige
gemoedsbezwaren hebben.
Waar nu Engeland, om zijn strenge vaooine-
wetgeving zoo vaak tegen ons werd uitgespeeld
zullen de heeren vaccine-vereerders i« ons
vaderland een toontje lager moeten gaan zingen.