pan Vrijdag 30 October 1896. Elfde Jaargang No. 576. A ntirevo lu tionair I) f IN HOC SIGNO VINCES T.BOEKHOVEN. ge- en Le- cen- ïen. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Amerika bij vooruitbetaling f 8,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 6 Cent. uitgever: SOM MELSM ASIc stukken voor de Redactie bestemd, Advertesitiéra en verdere Administratie trasseo toe Ie zenden aaai den üifgrever. Getrouw en doordacht. Uit afkeer van den grooten in vloed van partijleiders eeuerzijds, en onder den drang der sociale omstan digheden anderzijds geven enkelen, die zich over de politiek uitlaten, tegenwoordig zulk eene kleurlooze, koude voorstelling van de zaken, dat men onwillekeurig vraagt of de oprichting eener antirevolutionaire partij ook somtijds eene vergissing, of althans iets overtolligs is geweest. Er wordt nl. beweerd, dat zij wien het belang des lands ter harte gaat, zich niet druk behoeven te maken met de organisatie der partij, of met het verband der wetsvoordrachten maar dat allen slechts zooveel moge- lijk moeten samenwerken om gauw het een en ander op wetgevend gebied tot stand te brengen. Aan woorden, phrassen en beloften heeft de natie toch niets zoo zegt men dan, en het komt er dus maar op aan, dat er wat gedaan wordt, tot welzijn van alle standen, en de besten, de edelsten, de bekwaamsten onder alle partijen het voor dit doel met elkaar zoeken te vinden. Zie, dit zeggen klinkt nu wel heel vaderlandslievend en nuchteren maar men moet het niet ontleden, want er zit al zeer weinig karakter inen er spreekt ook weinig geloof uit. Waarom hebben zij, die den staat wenschen bestuurd te zien naar de eischen van Gods Woord, zich sedert 1872 meer en meer vereenigd Waarom is er een progam ontwor pen, en waarom zijn de verschillende antirev. kiesvereenigingen aan elkaar gesnoerd Dit alles is immers geschied, op dat er niet in het wilde en in den blinde zou gewerkt worden, maar naar een vast plan en met gegronde hoop op een voordeelig resultaat. Want niet alleen ten opzichte van de school, maar ten aanzien van alle voorname stukken der poli tiek zijn de beginselen aangegeven. Onze partij is geen schoolwetpartij, en geen partij voor het een of ander tijdelijk belangmaar eene partij, die voortdurend wil arbeiden aan hetgeen tot welzijn van volk en vaderland kan strekkoneene party die den ouden, degelijken grondtoon van ons volk in een voor onze dagen passenden vorm wil herstellen. En daarom, als men onze partij wil meevoeren in den maalstroom der belangen, en als men ons wil diets maken, dat het spreken over beginselen vooreerst wel ter zijde kan gelaten worden, dan heffen wij daartegen de leuze getrouw en doordacht" op, en houden staande, dat de eisch onzer beginselen nim mer uit het oog mag verloren wor den, en dat dus zoowel nu als vroeger moet nagegaan worden wat bij elk stuk van wetgeving verband houdt met die beginselen. Op deze wijze vordert het werk mogelijk iets minder snel, en wordt tijdelijk iets prijs gegeven doch op den duur brengt zulk een vast gedrag weer groote winst. De antirev. partij is eene partij van geloof. Daaruit vloeit voort, dat zij telkens weer nieuwen moed grijpt om haar ideaal na te streven maar tevens volgt daaruit, dat zij den tijd durft nemen om goed te verzinnen eer zij begint, en niet ten strijde te trekken zonder een wel overwogen krijgsplan. Dit wil niet dat men niet zeggen, eenige ondergeschkte regelingen over het party-verschil kan heen stappen. Maar in de hoofdzaken moet het partij-verband gehandhaafd wor den, en anders worden de beginselen allengs meer verloochend. Of wat meent men, dat soms de liberalen niet op zulk een partij verband gesteld zijn, en geen door loopenden strijd tegen onze beginselen voeren Dit bleek kort geleden uit het veel besproken schrijven van Unitorier in het Handelsblad wel anders. Deze publicist bepleitte nog eens op nieuw de volkssouvereiniteiten riep alle liberalen samen onder de vlag: „anticlericaal, nationaal en sociaal." Hij ging uiteenzetten, dat „de Staat" oppermachtig en zichzelf genoegzaam is, dat hij aller belang bevordert; en dat het derhalve niet te pas komt om bij de wetgeving, rechtspraak of besturing des lands nog met iets hoogers te rekenen. En op grond van deze stellingen duidde hij de „clericalen" dan ook aan als eigenlijk niet tot de natie behooren- de, en het meêtellen niet waard. Aan zulk eene beschouwing her kent men de oude natuur der libe ralen, d. i. den ingewortelden aard van hen, die, persoonlijke vroom heid au daargelaten geen God er kennen op elk terrein van het men- schelijk leven. Zij die als staatslieden godsdienstig zijn, hinderen hen. Maar immers, het kan niet anders of die aard komt uit, en werkt door bij alle voorname verrichtingen, en dus ook bij alle hervormings plannen voor het maatschappelijk leven. Want bij die hervormingen beweegt men zich gedurig om de vraag of zekere ordinantiën, door God zelf, voor het leven des men- schen ingesteld, al of niet, meer of minder zullen ontzien worden. Het zal alzoo noodig en goed zijn, dat onze partij, ook by elke combi natie voor oogenblikkelyke belangen haar eigen partystelling blijft hand haven. Niet uit partijzMC^, maar uit ijver voor 's lands welzijn, ten einde wettelijke regelingen te helpen daar- stellen, die duurzame waarde bezit ten, omdat zij op goede beginselen ru3ten. Niet alleen practisch moeten de te nemen sociale maatregelen zijn, maar van antirev. zijde ook getrouw en doordacht. Beter niets gedaan, dan verkeerd werk leveren. Verdeeldheid Meer en meer beginnen de libe ralen te beseffen, dat er geen denken is aan het bijeenhouden van allen, die vroeger onder een meer theore tische of dwepende leuze van an ticlericaal" samenliepen en die dat nog wel doen, als er maar tijd voor is. Doch die tijd ontglipt hun nu en dan om steeds tegen de „clericalen" te schreeuwen, daartoe zijn de eischen der practische politiek voor hen te dringend. „Niet de „Liberale Unie" schiet tekort zoo schreef het Vaderland onlangs in den eisch om een pro gramma te ontwerpen ter verzameling der liberale krachten, die werkelijk vooruit willenmaar vele zooge naamde liberalen weigeren aan eene vooruitstrevende politiek hun stem te geven." En hetzelfde wordt nog maals met deze woorden verzekerd „Hier ligt de scheiding der geesten, waarop vreezen wij, alle unitaristi- sche pogingen zullen afstuiten. Aan de eene zijde een klaar erkennen der nieuwe eischen, aan de staats macht gesteld, een beslist verwerpen van de leer der staatshouding, een onbevreesd gebruik maken van de kracht der gemeenschap om op te heften en te steunen wie zwak staan in den maatschappelijken strijd an derzijds en onwillig en schuchter betreden van den nieuwen weg, een zooveel mogelijk tegenhouden van de eischen, aan den Staat gesteld, een systeem van afgedwongen concessiën. Yan de samensmelting dezer twee groepen kan geen kracht uitgaan." Vit de pers Het «aderend einde. jhte, J9 kan ider aden tNIS II door r aan Beren, raliteit kte tij ABP mmm. Deze Conrant verschijnt eiken Vrijdag. Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en 3/2 maal. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/s maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur. bij VACCINEDWANG. Te Newburgh (New York) bestond even als ten onzent de bepaling, dat het vaocinebriefje entréebiljet voor de lagere school was. Blijkens een bericht in de Newburgh Daily News van 10 October heeft de Board of Education, bij besluit van 23 September j.I., na kennis te hebbeH ge nomen van bet rapport der Koninklgke Vaccinatie-Commissie in Engeland, deze bepaling ingetrokken. Men heeft ingezien en erkend, dat zulk een zijdelingsche dwang unfair en onprofijtelijk was; en het stedelijk dag blad juicht dit toe. "Wanneer zal Nederland volgen (Stand.) woiaaereia DËR AARDS. Nog een vijftal etmalen en de groote dag de Iincrikaansehe linie, de met zooveel spanning verbeid in oude en nieuwe wereld beide, is daar. Bij de weddenschappen en die zijn zeer velestaat het drie tegen een, dat Mc. Kinley gekozen zal worden en het schijnt dan ook wel zoo, dat hij verreweg de beste kansen heeft, vooral in na de stijging van den tarweprijs. Door de mislukking namelijk van den oogst in Rusland, Argentinië, en bovenal in Indië, wordt da vraag naar tarwe in de Yereenigde Staten grooter, en daar de uitvoer van dit koren met den invoer van goud voor den aankoop gepaard daalt bet zilver meer en meer. Vele boeren en schippers nu, die door de stijging van de tarwe geld zullen verdienen, en reeds verdiend hebben door de groote navraag naar tarwe, zullen nu voor Mc. Kinley stemmen in de hoop, dat de booge prijzen gehandhaafd zullen blijven. Natuurlijk zitten de volgelingen van Bryan niet stil en zeggen zij, dat de stijging der tarweprijzen een politieke kunstgreep is, en dat de aanhangers van Me. Kinley de prijzen opdrijven, om daardoor meer stemmen te winnen. Intusschen worden in de hoofdkwartieren der verschillende par tijen reeds teekenen gegeven, dat de strijd bijna volstreden is. Klerken worden al ont slagen doch de redenaars, die in do verschillende Staten voor hun candidaten optreden, zijn nog in functie cn weren zich nog geducht. Vooral in Illinois, waar het twjjfelachtig is, welke candidaat geko zen zal worden, strijden beide partijen verwoed. Bryan reisde deze week in Ohio en Indiana. Maandag van 's morgens vroeg tot een uur na middernacht in zijn eigen wagen, redevoerende aan alle stations waar de trein stil hield, en opgewacht aan het station Zanesville (Ohiho) door een velksmenigte, die uren lang reeds in span ning verkeerde over zijn komst. Ea na die reis, hoewel de nacht was gevallen, gunde Bryan zich geen rustin drie bijeenkom sten nog sprak hij, waarvan twee in een zaal, die den ongeluksnaam Gold Hall had, en een in de open lucht onder stortregens werden gehouden. Deze drie bijeenkomsten werden ook door mevrouw Bryan, die da laatste weken vóór de verkiezingen weer met haren man meetrekt, bijgewoond van het bestuur der Women's National Democratie League ontving zij, ter erkenning van de hulp en aanmoediging die zij aan den candidaat geeft ia den strijd, een bijbel ten geschen ke. En Dinsdagmorgen om 8 uur stond Bryan weer te redevoeren te Bellaire. Hij zag er nog gezond uit, en hoewel zijn stem heesoh is, kan hij zich nog verstaanbaar maken. Een feit is het, dat hij over veel minder hulp van sprekers van beteekenis beschikt dan de candidaat der goud partij. In de twijfelachtige staten volgen zijn tegenstan ders, die zich in dienst dier partij gesteld hebben, hem op den voet of treden on middellijk vóór hem opzoo waren in Minnesota, waar Bryan de vorige week reisde, in deze dagen de oude generaals Palmer en Buckner zelf bezig de kiezers te bewerken voor de zaak van het gezonde geld in Indiana, waarheen Bryan Woens dag uit Ohio vertrok, vond hij den oud president Harrison in het veld, verzame ling blazende voor Mc. Kinley in Illinois, waar de gouverneur Altgeld zich voor de zilver-politiek inspant, zijn vijf gewezen gouverneurs van dien staat aa>n het werk voor Mc. Kinley of de candidaten van Indianapolis. En zoo is het elders eveneens. De minis ter Carlisle voert voor Palmsr en Buckner in den staat Kentucky het woord. De repu blikeinen spannen in de middenstaten van het westen hun uiterste kraehten ia en werken met zooveel sprekers, wier namen een goeden klank hebben, dat Bryan met al zijn energie en de weinige redenaars voor zijn zaak er, zou men zoo zeggen, niet tegen opkan. Ook Cleveland heeft, thans voor het eerst, in het openbaar zijn meening gezegd over de verkiezingsquaestie, en wel in een toespraak tot de studenten van Princeton College. Hij hoopte, dat het verstandig conservatisme van de universiteiten en colleges het volk zou waarschuwen tegen de gevaren van een breuk, die onmogelijk te herstellen zou zijn. Als een poging wordt gedaan, om het volk iu den waan te brengen, dat het door het stemrecht de werking van natuurwetten kan verande ren, dan moesten de universiteiten den volke verkondigen, dat die wetten onver biddelijk zijn on buiten macht der politiek staan. Nu, van al wie hoog staat of geleerd is, moet Bryan het allesbehalve hebben. Zeker blad heeft een onderzoek ingesteld naar de meening van de hoogleeraren aan de verschillende universiteiten, en kwam tot dit resultaat Elk der geïnterviewden is tegen Bryan de meesten verklaarden te zullen stemmen voor Mc. Kinley, en daaronder meer dan een democratisch aanhanger van Cleve land. Slechts enkelen verklaarden de can- didatuur van senator Palmer te zullen steunen. Yooral in de staten van het Westen en Zuiden, waar de vrij zilver-partij zeer sterk is, is zulk een verklaring van veel grooter beteekenis, dan in het noordoostelijk deel van het land. In waarheid, zegt de Nation, was er nooit een bewoging, waarin het ontwik kelde deel des volks zoo algemeen aan ééne zijde stond, als thans aan die der eerlijk- geld-politieken nooit was er een veldtocht waarin een partij zoo weinig steun vond van de pers als de Bryanistische vrijzilver- beweging van dit jaar. In de Fortnightly Review berekent de heer Hardy de meerderheid van Mc. Kinley op 1.250,000 kiezers stemmen boven zijn voornaamsten tegenstander en voorspelt hij, dat de republikeinen en gouddemocraten te zamen 75 pCt. van het geheele aantal zullen uitbrengen. Ja, hij durft zelfs de gissing wagen dat Bryan's stemmen in het kiescollege dich ter bij de 100 dan bij de 200, Mc. Kinley's stemming dichter bij de 300 dan bij de 250 zullen komen. (De meerderheid is 224 stemmen). Dezelfde schrijver is ook vol bewondering voor de prachtige verkie zingsorganisatie der Republikeinen. Een enkel voorbeeld Het hoofdcomité drukt en verspreidt op oordeelkundige wijs iedere redevoering, die in de republiek gehouden wordt. Yan een dezer redevoe ringen werden niet minder dan 16,000,000 afdrukken verspreid. Meer dan 25,000 man waren met die verspreiding bezig en binnen vijf dagen waren de afdrukken in het bezit der kiezers. Wat de vernuftigsten konden bedenken, wat de meest ervaren staatskundigen raadden, wordt, zonder dat men op de kosten ziet uitgevoerd. De geruchten aangaande een overeen stemming, die in de Dosterselae aangelegenheden tusschen Engeland en Rusland zou verkregen zijn tijdens het bezoek van den Czaar aan Balmoral, zijn alle zoo goed als verstomd. De welingelichte Londensche correspondent van Nowoje Wremja rekent zich echter toch nog verplicht, ze nadrukkelijk tegen te spreken. Hij bericht uit „de beste bron," dat natuurlijk lord Salisbury tijdens zijn vertoef in Balmoral de gelegenheid heeft gehad, met Keizer Nicolaas ook over politieke belangen te spreken, maar niet in de hoedanigheid van opzettelijk met dit doel ontboden premierdoch slechts als dienstdoend minister der Koningin, die steeds een lid van het kabinet bij zich heeft. Deze gesprekken st

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1896 | | pagina 1