Vrijdag 28 Augustus 1896. Elfde Jaargang No. 567. mm m Aöonné'sLeest flit s.Y.p. Antirevolutionair IN HOC SIGNO VINCES T.BOEKH OYEN. FEUILLETON. I SOMMELSMJMi. Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever. Landkaart wan Nederland He grenzen der schoollucht Nu het leven aldoor drukker en gejaagder wordt, en tevens opper vlakkiger, wordt er ook allengs minder gedaan aan opvoeding. Zelfs in christelijke gezinnen laat het na komen van den plicht der ouders om hun kinderen in vaste sporen te leiden, zeer veel te wenschen over. Schier op geen enkel terrein van christelijke werszaamheid doet zich de traagheid zoo gelden als juist op dit gebied. En dat, niet tegenstaande het verzuimen van eene Eindelijk terug. degelijke opvoeding van onbereken baar ver strekkende gevolgen is. Maar veel meer nog wordt de op voeding nagelaten in gezinnen, waar Gods wetten en inzettingen niet het richtsnoer des levens, of zelf» niet eenmaal gekend zijn. Wel zijn vooral de rijkeren onder hen er op gesteld, dat hun kinderen zekere vormen van welvoegeltjkheid aanleeren, maar om het inprenten van zedelijke be ginselen bekommert men zich weinig. Terwijl in vele burgergezinnen de sociale toestanden besproken worden, ten aanhoore van de kinderen, op eene wijze, waardoor geen goed zaad in hunne harten neervalt, maar waar door zij veeleer een tegenzin krijgen tegen de gestolde machten, en de tucht leeren verwerpen. In theorie verkondigt men in die wereldsche kringen misschien wel niet meer zooals een twintig of dertig jaren geleden, dat de opvoeding wordt verkregen door het onderwijs, maar feitelijk houdt men zich toch aan die stelling, en laat het hart der kinderen veeltijds onbewerkt, öf men brengt slechts onkruid op den akker. De gevolgen van dit gebrek wor den nu meer en gmeer openbaar. Ook in het gedrag der kinderen op de openbare straat. De publieke baldadigheid neemt dermate toe, dat men is beginnen te peinzen, hoe toch politie en justitie kunnen ge steund worden in haar beteugeling der straatschenderyen. Yooral wordt de vraag overwogen in hoeverre er samenwerking te treffen is tusschen de politie en de schooltucht. De een zou de berechting en bestraffing van het kwaad, door de schoolkinderen op straat bijna geheel in handen van de onderwijzers willen stellen. En de ander beweert, vlak daartegen over, dat de onderwijzers eigenlijk niets te maken hebben met hetgeen de jeugd buiten de school doet. In beide voorstellingen ligt overdrijving, Men moet van de onderwijzers geen rechters of commissarissen van politie willen maken. Maar ook geen leve ranciers van een zekere dosis kennis zonder meer. De openbare weg is het terrein, waar de politie recht streeks het gezag voert, en het daar aan verbonden werk der justitie moet zoodanig ingericht worden, dat het doel heeft of treffen kan bij de over treders, ook dan als zij nog zeer jong zijn. Doch tevens is er verband tus schen de staat en de school, evenals er verband is tusschen de geheele maatschappij en de school. Alleen door een degelijke opvoeding komt dit verband tot zijn recht. Of anders gezegd als de onderwijzers zich toe leggen op karaktervorming, op het inprenten van goede zeden in de kinderen, zullen deze zich ook over het algemeen betamelijk gedragen op de openbare straat. Daarbij moest er samenwerking zijn tusschen de school en het huisgezin. Ook in huis moeten de kinderen het wettig gezag leeren eerbiedigen, Aldus zal er veel kwaad voorkomen worden. En zijn er eenmaal misdaden gepleegd, dan heeft de justitie op te treden. Het verband der stuk" ken van sociale wetgeving. Als men sommige klagers hoort spreken over de verkeerde sociale verhoudingen, dan 3chijnt het vaak alsof met één of twee groote maat regelen het geheele kranke gestel der maatschappij radicaal ware te genezen. Daarom deed de Standaard er goed aan met eens te wijzen op den schade lijken invloed van het specialiteiten stelsel, en met tevens eens te herinne ren aan een paar conclusiën, die op het in 1891 gehouden christelijk sociaal congres werden aangenomen, en die aldus luiden „De Heilige Schrift leert, dat de menschanlijke saamleving niet naar eigen goedvinden mag worden inge richt, maar gebonden is aan wetten, die daarvoor door God zelven in de schepping en in zijn Woord zijn vastgesteld." En voorts Afwijking van deze wetten en or dinantiën, door God aan zijne schep selen gesteld, is in het algemeen de oorzaak van alle sociale misstanden. Door haar toch hebben de verschei denheden, die krachtens de Schepping onder de schepselen bestonden, hare eenheid verloren, zijn zij in tegen stellingen veranderd en de schep- gelen zelven in eene vijandige hou ding tegenover God en elkander gesteld." Daarom is het wel nuttig, dat de staathuishoudkundigen zich ook spit sen op bepaalde punten, en dat b.v. de rechtsregelen voor het grondbezit, en de muntquaestie, en de loon- quaestie, enz. afzonderlijk worden onderzocht. Dit wordt in het minst niet ontkend. Maar bij al dit naspeu ren moet toch ook steeds weer het verband van die onderdeelen in het oog gevat worden, dewijl de maat schappij een levend organisme is. Dit organisme wordt nooit gezond als niet die kracht terugkeert welke in onafscheidelijk verband staat met den terugkeer tot Gods ordinantiën. f w /Al I4PJ Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Amorika bij vooruitbetaling 3,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. UITGEVER: Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en 3/2 maal. Boekaankondiging 5 Cent per regel en K/3 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur. Het is nu eenmaal een gewoonte ge worden zijne lezers zoo nu en dan een privé te geven. Daarom hebben wij nu weer besloten, uitsluitend voor onze Abonné's of zij die zich nog abonneeren tot 1 September de tot den laatsten tijd bijgewerkte verkrijgbaar te stellen tegen den geringen prijs van slechts 5© cents franco per post. Yoor niet abonné's is de prijs dezer Landkaart f 1 De Landkaart is groot §5 bij 91 oM. Abonnés die deze Landkaart verlangen, gelieve de RUN op de derde pa gina, uit te knippen en duidelijk ingevuld met naam en woonplaats aan den looper of aan ons Bureau in te zenden. Zij die ons blad per post ontvangen zende de ingevulde Bon met 50 cents aan postzegels aan DEN UITGEVER. 39. Hoofdstuk X. liet was gelijk de burgemeester gezegd bad de schuldige was met de uiterste sluwheid te werk gegaan nergens had hij een spoor nagelaten, dat hem bad kunnen verraden. Zelfs bet wapen waarmede Lij de ongelukkige vrouw getroffen had, was door hem medegenomen, en toen de justitie aankwam en de verkla ringen der aanwezigen bad aangehoord, vroeg de rechter van instructie op beden- kelijken toon Zijt gij wel zeker dat het slachtoffer bij volle kennis was, toen zij deze aanklacht uitbracht „Daarvoor durf ik instaan mijnbeer," gaf de dokter ten antwoord „Ook al stond hier een menschenleven op het spel, zou ik niet aarzelen het te zweren." „En ik geloof u maar de zaak kwam mij eerst zoo onwaarschijnlijk voor, dat ik onwillekeurig aan ijlhoofdigheid dacht, wat in den toestand der stervende geen wonder zou zijn geweest. Denk eens aan, de zoon van schatrijke ouders „Kan zich zeer goed te buiten gaan aan schuldige vermaken en daardoor in geldnood geraken. Het zou mij niet ver wonderen zoo de verdachte een apeler was in elk geval al zou ik hem ook niet tot een moord in staat geacht hebben, was hij verre van onberispelijk. „Is dat ook uw oordeel dominee? Golooft gij het jonge mensch tot iets derge- ljks in staat P" Ik heb sedert lang gevreesd dat hj den een of anderen dag eene noodlottige daad WOLÜilllill RER AARSJE. "Wanneer de nieuwe Spaansche troepen voor Cuba. vertrekken zullen, blijkt nog niet zeker te zijn in elk geval gaan vóór 21 September de 40.000 man, die men reeds sedert eenige dagen begonnen ia te verzamelen. Men heeft uitgerekend dat de kosten voor het Cubaansche leger na 1 October op 1,500,000 pesetas per dag geschat moeten worden. Uit Havana meldt de correspondent der Impartialdat Maceo en zijn troepen Zondag een trein hebben doen ontsporen, die naar Pinar del Rio op weg was, en de 150 Spaansche soldaten aanvielen, die met den trein vervoerd werden. Het gevecht duurde zeer lang, zoodat een tweede trein met versterking werd af gezonden, en eerst deze troepen slaagden er in de aanvallers te verdrijven. Het moet, volgens den correspondent te Hava na, een heete strijd zijn geweestaan de Spaansche zijde zijn zes man gedood, een officier en 21 soldaten gekwetst. zou begaan. Vraag mij, bid ik u, niet verder alleen verklaar ik op mijn gewe ten dat mevrouw Van Oosten wist wat zij zeide." „Dan mag ik niet langer aarzelen, hoe zwaar het mij ook vallen moge," sprak de rechter„Willem van O verwater moet aanstonds in hechtenis worden geno men. Het rijtuig wacht voor de deur. Wil een uwer mij vergezellen, om de ouders op dea slag voor te bereiden Er zijn desnoods twee plaatsen open. Een der agenten kan op den bok zitten." „Ik neem met genoegen uw aanbod aan," gaf de dokter ten antwoord „mevrouw Van Overwater is niet opgewas sen tegen eene aandoening als deze. Ik zal daar niel overbodig zijn. En gij, dominee, zoud gij niet medegaan Gij kunt met mij terugkeereD, want ik zal den knecht opdragen, bij mij aan huis te gaan zeggen, dat het wagentje mij komt afhalen." „Ik weet niet hoe men mijne komst aldaar zal opnemem," zeide Visser aarze lend „Wij waren in den laatsten tijd, juist door Willom, van elkander verwijderd geraakt." In zulke oogenblikken leert men zijne ware vrienden kennen. De ongelukkige moeder zal uwe troostwoorden behoeven." Dan ben ik gereed." Het was een sombere tocht, dien de drie heeren in den nacht aflegdende rechter was nog niet lang in de stad benoemd en kon slechts met moeite aannemen dat hier geen noodlottige vergissing plaats had. De beide anderen waren nog altijd met hunne gedachten bij de doode, en de grauwe dageraad bescheen hunne gelaatstrekken, terwijl zij zich huiverend afvroegen welk ontwaken de bewoners van den Lagenhof wachtte. Bij hunne aankomst was het reeds dag geworden maar nog was niemand in het landhuis op. De rechter gaf last zorgvuldig de uitgangen te bewaken, en schelde toen zalf herhaaldelijk aan. Visser diede oogen niet van Willem's kamer had afgewend, zag een doodsbleek gelaat aan het venster verschijnen onmiddelijk verdween het weer, maar hij haastte zich toch het aan den rechter toe te fluisteren. „Zoo antwoordde deze „dat is ver dacht. Indien hij een goed geweten had, zou hij ons gevraagd hebben wat wij uit kwamen voeren." Op dat oogenblik verscheen de huis knecht, nog slechts ten halve gekleed. „Wat verlangt gij, heeren vroeg hij verbaasd. „Bij den jonker toegelaten te wor den." „OnmogelijkHij slaapt." „Daarin vergist gij u wij hebben hem daar juist aan het raam gezien, en wij moeten hem zonder uitstel spreken. Ga ons voor." De man, die twee politieagenten her kend had, durfde niet langer weerstreven, en geleidde hen naar boven. Aan Willem's slaapkamer gekomen bleef hij stilstaan, en klopte aan. „Wat is er te doen?" klonk het op driftigen toon. „Doe open, in naam der wet I riepde rechter. „Wacht even tot ik mij aangekleed heb," antwoordde men van binnen. Hij zal zich doodschieten," prevelde ds dokter tusschen de tanden. Maar er volgde geen pistoolschotmen hoorde slechts een zacht gestommel, en na verloop van eenige minuten werd de deur geopend, en vertoonde de jonge man zich op den drempel. Hij was lijkkleurig, maar had niets van zijne onbe schaamdheid verloren en zeide op spotten- den toon Een zonderling uur om een bezoek te brengen, heeren; treedt echter bin nen." „De justitie heeft hare uren niet te kiezen, mijnheer," sprak de rechter be daard „Ik vervul den treurigen plicht u in hechtenis te nemen, als beklaagd zijnde dezen nacht eene poging tot moord op de weduwe Van Oosten te hebben gewaagd." „Ik geloof dat gij krankzinnig zijt, mynheer!" riep Willem verwoed: „Mag ik ten minste weten wie zulk eene schandelijke aanklacht heeft durven in brengen tegen iemand wiens verleden steeds vlekkeloos was? Of vergis ik mij nietten is het onze waarde predikant?" „Neon, mijnheer, het is uw slachtoffer zelf." De schuldige verloor alle voorzichtig heid uit het oog en riep met een vloek „Dat is een leugen. Zij ia dood!" „Na dezen uitroep, mijnheer, lijdt uw schuld ook zelfs geen twijfel meer," klonk het ijskoud „Of hoe zoudt gij, die zeker wilt voorgeven hier rustig den nacht te hebben doorgebracht, kunnen weten of mevrouw van Oosten in leven was of niet Overwater had reeds zijn misslag ingezien, en poogde zich door eene uit vlucht te redden maar de rechter brak zijne woorden af „Gij hebt nog slechts te kiezen of gij mij goedschiks wilt volgen of niet. Zoo ja, dan kan alles zonder opzien te baren geschieden. Wilt gij echter niet, dan zal ik de op post staande agenten roepon." „Ik volg u, mijnheer, gijzelf zult spoe dig uwe vergissing betreuren," sprak hij bijna kalm. En haastig zijn hoed en overjas grijpen de, wilde hij medegaan. Nog een oogwenk. Wil mij uwe sleu tels geven. Er moet hier een voorloopig onderzoek plaats hebben. Willem, die hierop niet scheen gerekend te hebben, zonk als vernietigd op een stoel en haalde slechts met bevende hand zijn sleutelbos te voorschijn. De kasten werden nu geopend in eene lade van de schrijf tafel vond men een rol bankpapier. „Wij zullen dit geld medenemen ter vergelijking van de nummers," sprak de rechter bedaard, en hij wende zich vervol gens tot een sierlijk bewerkte waschkist, die tevens tot zetel diende. Bijna aanstonds haalde hij er een overhemd uit te voorschijn waarvan de manchetten duidelijke bloed sporen droegen. Dat was alles wat men ontdekte het wapen was door Willem in het bosoh weggegooid. Na deze voorwerpen ingepakt te heb ben, gaf de man der wet den jongeling een teeken op te staan en hem te volgen. Hij was thans nog slechts een willoos wezen, dat aan geen uitkomst ot vlucht meer dacht. Mijne taak is hier afgeloopen, heeren," zeide de rechter tot zijne beide metge zellen, die onafgebroken het stilzwjjgen hadden bewaard „de uwe begintzij zal, helaas vrij wat zwaarder zijn." (Wordt vervolgd.) 1'

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1896 | | pagina 1