Vrijdag 19 Juni 1896. Elfde Jaargang No. 557. Antirevo lutionair Orgacm IN HOC SIGNO VINCES. FEUILLETON m? Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Amerika bij vooruitbetaling 3,50 per jaar. ifzondorlijke nummers 5 Cent. Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertesitiën eis verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitg-ever. Volksinvloed. Ditmaal hebben wij nog een ander artikel van het antirev. beginsel program ter sprake te brengen, ten einde aan te toonen, dat de bewe ring onjuist is, dat onze partij eerst sedert enkele jaren zich verklaard heeft voor eene finale uitbreiding van het kiesrecht. Wij bedoelen art. 11, luidende als volgt„Opdat de Staten-Gfeneraal in de natie wortelen, het volk niet slechts in naam vertegenwoordigen en in bun saamstelling niet langer een krenking van het recht der min derheden opleveren, eischt zij de invoering van een ander kiesstelsel, en ter voorbereiding daartoe, verla ging van den census." Wat nu dit laatste, de census verlaging aangaat, deze is reeds in '87 bij de Grondwetsherziening ver kregen. En wat den overigen inhoud aan gaat, ziet men duidelijk, dat onze partij van ouds twee dingen ver langd heeft: le eene organischein het volk wortelende vertegenwoor diging, en 2e daarmede in verband, eene handhaving van de rechten der minderheden. Breedvoerig heeft Dr. Kuyper dit standpunt toegelicht in de standaard Tan 4, 9, 11 en 13 Dec. 1878. Allereerst wees hij op de histori sche beteekenis van onze Staten en Raden, „Het volk moet kunnen meê- spreken; de natie behoort meê te consulteeren." Van ouds zijn de „Sta ten" geen personen, maar geweste Seinde lijk terug. 29. lijke volksgroepen die zich door per sonen laten vertegenwoordigenbur gers, die door gelijkheid van oorsprong, van ambt of levenspositie, gemeen schappelijke belangen te verdedigen hadden. Er waren in vroegeren tijd drie standen of statende geestelijken, de ridderschap, die geacht werd mede den boerenstand te vertegenwoordi gen en de steden, die mede voor de lieden van handel en nijverheid opkwamen. Yoorts werd door afge vaardigden uit de provinciale of gewestelijke vertegenwoordigers een ander lichaam gevormd, de Staten- Generaal, waarin de landseenheid tot haar recht kwam. Dit meer natuurlijk karakter van vertegenwoordiging is echter verloren gegaan. Met de maatschappelijke standen rekent onze Grondwet niet meer. De kiezers komen op hoofd voor hoofd, ongerekend het levensverband, waarin zij verkeeren. Alleen het geld maakt scheiding. Herstel van die ontaarding is alleen te wachten, als men de familiehoofden in het algemeen laat medestemmen, en als men daarnaast instelt Kamers ven belangen. De hoofden van huisgezinnen toch zijn de tolken, de natuurlijke woord voerders van die kleinste cellen of kringen, waardoor eene natie als zoo danig bestaat. „Gelijk de taal al het volk is, en die taal toch niet door den hoogleeraar aan het volk on derwezen, maar door hem van 's volks lippen wordt opgevangen, zoo ook is het met den politieken geest, die het volk bezielt." Geheel het volk werkt bij zijn huishaard aan de vor ming van dien geest. En om nu den geest van die gezinnen te leeren kennen, moeten dan ook zonder be perking de representanten van die gezinnen toegelaten worden bij de stembus. „Indien de Staat iemand oud en wijs genoeg keurt, om hem te laten huwen en een huishouden te regeeren en kinderen op te voe den, dan heeft diezelfde Staat straks ook niet het recht om nu dienzelfden man weer te jong en te onwijs te keuren voor het meêspreken over de geestesrichting, waarin hij wenscht, dat men sturen zal. Alleen zouden wij willen uitzonderen alle drijvers van een schandelijk of verkeerd be roep, en verder publiek gesignaleer- den. Terwijl voorts meer dan ééne stem zou moeten gegeven worden op grond van verkregen titels of graden, of het verrichten van bekende nuttige werkzaamheden." Voorts, wat de manier van ver kiezen betreft, protesteerde de Stan daard in '78 tegen het overstemmen van de minderheid door de meerder heid anders dan in de Kamers zelve. Dat de meerderheid éénmaal gelijk krijgt tegenover de minderheid, is onvermijdelijk. Maar onrecht is het, wanneer dat Weemaal geschiedt. Daar om beval Dr. K. aan om van geheel het land één kiesdistrict te maken, en te bepalen, dat ieder candidaat, die b.v. 5000 stemmen op zich ver- eenigde, werd gerekend gekozen te zijn. Door al deze redeneeringen en vooratellen loopt een vaste draad en duidelijk bespeurt men daaruit, dat de antirev. party steeds beeft gestaan naar toekenning van meer invloed aan alle onderdeelen van het geheel der natie. Het is dus zeer consequent, dat ook in de laatste jaren de voorstel len tot uitbreiding van het kies recht van deze zijde zijn gesteund. Wel gingen die voorstellen niet uit van antirev. beginselenmaar het is nu eenmaal een regel van burgerlijke levenswijsheid, dat als men geen geestverwanten ontmoet, men zich aansluit bij die medebur gers, welke practisch nog het meest de aangenomen beginselen nabij komen. Hoofdzaak is maar, dat de Staten- Generaal wortelen in de natie. En waar nu de organische worteling nog achterwege moet blijven, omdat de Grondwet haar niet toeliet, is het althans uiterst gewenscht de basis der verkiezing zij het ook een machinale basis, zoo breed te nemen, dat alle standen der maatschappij er eene plaats op krijgen. wam m immimlmmi w Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. UITGEVER: T.BOEKHOYEN. SOjftMELSMJK. Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en 3/a maal. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal. Dieustaanvrageu en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur. Hoofdstuk YIIT „Gij werpt u als kampvechter voor Vis ser op, geloof ik vroeg de jonge man, met iets uitdagends in de stem. „Volstrekt niet, maar ik beschouw een duel als een schuldigen onzin. Hoe zou ik don dominee kunnen verdedigen Ik weet immers niet eens wat aanleiding gaf tot den twist „Odat was een zeer kiesche zaak, waarover ik liever niet wil spreken." „Laat ons aannemen dat hij jaloersch was," spotte een der jongelieden. „Ik heb beloofd er mij niet over uit te laten, heeren." „Nu, dan weten wij er al genoeg van," klonk het lachend. Op dit oogenblik voegde de heer des huizes zich bij hen, en Willem, die zijne redenen had om het gesprek niet in zijn bijzijn voort te zetten, riep met gekunstel de bezorgdheid uit „Lieve Hemelpapa, wat kijkt gij som ber Daar straks heeft men u weggehaald hebt gij slechte tijding ontvangen P" „Dat niet, jongen, ten minste geen be richt dat mij persoonljjk betrof," gaf de grijsaard ten antwoord, „maar ik kan niet nalaten mij boos te maken, zoo dikwijls ik hoor hoe het volk zich tegen het kapitaal, sijn rechtmatigen meester verzet, en de koetsier kwam mij daar juist mededeelen dat de arbeiders der lakenfabriek het werk ebben gestaakt, en in de kroegen samen scholen." „De fabriek van Van Andel riep de ontvanger uit, „dat is leelijk genoegik heb er vijf aandeelen in." „Welk een gekheid sprak de hear des huizes op afkeurenden toon, „men moet zijn geld nooit in gewaagde ondernemin gen steken, en zich liever tevreden stellen met kleine renten." „Dat [is goed en wel als men uw fortuin bezit," antwoordde Beerman, op ditoogen blik zeer prikkelbaar gestemd, „maar wanneer men maar een klein kapitaaltje heeft rekent men zich al gelukkig er veel voor te krijgen in het jaar, en de lakenfa briek is in solide handen." „Hm! ja, die Van AndalEen jongen van niets niemendal, die zich rijk heeft weten te maken, en in den laatsten tijd, zoo waar voor weldoener ging spelen. Men zegt dat het gebeurde ten gevolge van eene reis met den dominee maar nu ziet gij eens hoe dankbaar het volk u is, als gij het met goedheden overlaadt. Ze grijpen de eerste de beste gelegenheid aan om hem in den steek te laten wie weet zelfs of eon dezer dagen zijn huis niet in brand gesto ken wordt Dan ga ik voor riddertje spelen riep Willem uit. „Ik vraag niet beter dan de oudste dochter aan de vlammen te ontruk ken en daardoor aanspraak te mogen ma ken op haar eeuwigdurende erkentelijk heid. Een mooi meisje, die Eva Ik reisde eenige maanden geleden in dezelfde coupó en scheen papa Van Andel woedend te maken met de bewondering, welke ik voor zijne dochter aan den dag legde. Een ondraaglijke vent De ontvanger had geen lust meer om zijne wartaal te lachen. Hij vroeg en ver kreeg verlof aanstonds afscheid te nemen, en snelde naar het dorp terug maar onder de lange wandeling nam zijne bezorgdheid slechts toe. Hij was geen slecht mensch, al hield hij er ook wat al te zeer van de praat jes van het dorp aan te hooren en over te brengen. Een zijner [zusters was doodarm achtergebleven met zes nog onbezorgde jongens en ofschoon hij zelf op een goed leven gesteld was, had bij haar een vast inkomen toegezegd tot den dag waarop hare kinderen geplaatst zouden zijn. Wat moest hij beginnen, zoo de fabriek ten gronde ging Hij ontmoette, reeds aan den ingang der gemQente, heele troepjes werkvolk, die op onheilspellende wijze met elkander praat ten, en hoe meer hij het groote gebouw naderde, dat hun tot hiertoe brood had verschaft, hoe woeliger het werd op het anders zoo rustige dorp. Hij besloot niettemin naar den direc teur te gaan, en trof dezen aan in een bui van onbeschrijfelijke woede. „Die ellendelingenriep de kleine, dikke man, als een gevangen leeuw door het kantoor op en neder dribbelende, „zij willen mijn ondergang en geven er niet om of zij daardoor zelf tot armoede vervallen maar wij zullen zien wie het langer uithoudt, zij of ik." „Maar boe is het gekomen vroeg Beerman, die zich op een stoel had laten neêrzinken. „Hoe? Ja, zooals het altijd gaat. Het was een doorgestoken kaart. De arbeiders willen tegenwoordig evenveel verdienen als de chefs. Een poos geleden vroegen zij mij om loonsverhooging, en toch ontvan gen zij reeds meer dan overal elders ik kon dit niet toestaan, en van dat oogenblik af heeft er onte vredenheid geheerscht. Van middag kwam de meesterknecht zich beklagen dat Klaas Boes een der werklie WOIiBLKSiaSflf BMGR A&SSIBü!. Het is overal verdeeldheid. Door heel Europa- Eu onder alle partijen. Ook de üelgiseiie roemsoh-katho- liekeu zijn het alles behalve eens. In Brussel zijn ze in drie groepen verdeeld; en tu3schcn die drie groepen dreigt bij de nadering der Kamerverkiezingen ver deeldheid te ontstaan. De conservatieven, independenten en democraten hebben besloten gemeenschap pelijk den strijd te voeren en elkanders candidates te steunen, waarbij de eerste groep aeht, de tweede zes on de derde vier oandidaten zal steHen. Maar nu door de laatste groep erkende democraten op de lijst worden geplaatst, weigeren de concervatieven hunne medewerking te verleenen. Dat de heer Woeste hierin de hand heeft, behoeft nauwelijks te worden gezegd. Door de arbeiderspartij zijn de advoca ten Renkin en Carton de Wiart tot candi- daad geproclameerd en deze beide heeren zijn bekende tegenstanders van Woeste. Deze liet "het dan ook niet aan middelen ontbreken om hen op de kiezersvergade ring in discrediet te brengen, maar te vergeefs. Zij werden met groote meerder heid gekozen. De groote grief, of liever het groote voorwendsel van Woeste is, dat de eere-leden der vereeniging, waartoe hij-zelf behoort, niet aan de ctemming mochten deelnemen, ofschoon do cijfers duidelijk maken, dat zulks aan het resultaat niets zou hebben veranderd. Maar ook afgezien daarvan zegt het Centrum „is de eisch onzinnig en bewijst hij alleen, dat sommige conserva tieven, ondanks al hun mooie woorden over eenheid en samenwerking, oogen en ooien sluiten voor de billijke eischen der democraten. „Het gevolg van hun drijverij kan echter geen ander zijn, dan dat de krachten der katholieken worden versnipperd en do socialisten, die reeds zeer veel invloed hebben te Brussel, om hun achttien candidaten (Brussel is oen meervoudig district) te doen zegevieren. De kortzich tigheid der concervatieven, die gewoon waren alles en allen naar hun pijpen te doen dansen, opent inderdaad donkere uitzichten. Het is wel een merkwaardige omstandig heid dat in deze voor de Transva ler# zoo moeilijke dagen de Z.-A. Repu bliek beschikt niet alleen over goede krijgs oversten en wakkere strijders, maar tevens den, hem een slag had toegebracht, omdat hij hem verweet soeialistische bladen op de fabriek te hebben meegebracht, met het doel ze onder zijne kameraden te versprei den. Ik ging zelf naar den man toe en gaf hem in aller bijzijn zijn ontslag. Hij ver- wjjderde zich zwijgendmaar onder schafttijd wachtte hij de anderen op. Zij hielden samen raad, en een uur later kwa men twee van de oudste arbeiders mij zeg gen dat zij het werk niet zouden hervatten, voordat Klaas teruggenomen was en ik hun loonsverhooging had beloofd." „En gij hebt geweigerd „Zeer zeker. De magazijnen bevatten een voorraad laken, die de gansche maand kan strekken. Zij zijn er dus erger aan toe dan ik, maar ik ben verontwaardigd over zooveel ondank." „En vreest gij geen hevige maatregelen van hunne zijde „Dat zullen zij wel latenwant dan nam ik later niemand van hen terug." „En uwe vrouw en kinderen, hoe nemen zij de zaak op Van Andel bleef stilstaan en antwoord de haastig „Ik heb hen een uur geleden weggezon den." „Wat bedoelt gij riep de ontvan ger uit. „Dat zij op weg naar mijne schoonmoe der zijn. Ik ben heel gerust omtrent den afloop van de zaak, volkomen gerust zelfs maar vrouwen en kinderen zijn zenuwach tig zij zien gevaar daar waar het niet bestaat, en zouden u tot dwaasheden wil len overhalen, om toch maar van hun angst bevrijd te zijn. Ik wilde hun gekerm niet langer aanhooren en zond hen weg nu kan ik handelen gelijk ik verkies." „Zoudt gij niet een weinig willen toege ven „Dat heeft Visser mjj oo'k al gevraagd maar ik heb het hem vierkant moeten weigeren, hoe gaarne ik anders ook iets voor hem overheb. Geeft men dien lieden een pink, dan grijpen zij de gansehe hand het gaat er me# als met die ongelukkige Oosterlingen, die op eene rivier vol kaai mannen de vingers in het water dompelen een dier monsters schiet toe en trekt den onvoorzichtige met zich mede in de diepte. Ik wensch zijn lot niet te deelen. Neen, alleen geestkracht kan over zulke dwazen zegevieren. Ik was juist aan het beramen van een plan, dat ik uitstekend geloof." „Mag ik hooren wat het is Bedenk dat ik aandeelhouder ben." „Zeer zeker. Ik wilde de andere aan deelhouders morgenochtend bijeenroepen. Er zijn er slechts enkalen en allen uit den omtrek. Indien ik het met hen eens worden kon, dan zou ik terstond daarop een aanplakbiljet op de poort der fabriek plaatsen, met de verklaring dat ik, ondanks het gebeurde, bereid ben al de werklieden, met uitzondering van Klaas Roes, weêc aan den arbeid te zotten dat ik hun twee volle dagen tot beraad laatmaar dat, hebben zij zich na het verstrijken van diea tijd niet aangemeld, ik het loon ver laag tot het maximum der andere fabrie ken in Nederland, dat wij zeggen 21/2 cent minder in het uur. Dat zal er den schrik in brengen." „Misschien, maar het kan hen ook verbitteren." „Dat moeten zij weten," sprak de klei ne man, „als zij weigeren neem ik andere maatregelen. Er zijn lieden genoeg zonder werk." Wordt tervolqi.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1896 | | pagina 1