vaat-docenten en lictoren bezit, en dat er voor ziekenhuizen, laborato ria, enz. enorme sommen noodig zijn, dan behoort het oprichten van zulk eenen faculteit aan de bestaande Vrije Hoogeschool zeker tot het onbereik bare. Maar men zou voorloopig met één leerstoel kunnen beginnen. En met ivelken leerstoel dan? Dat is een nieuwe quaestie. Naar den gewonen gang van het onderwijs zou die voor de ontleedkunde zich aanbevelen met bet oog op den strijd tusschen de homoeopathie en de oudere ge neeskunde heeft de geneesmiddel leer groote behoefte aan afzonder lijke bestudeering; en met het oog op de werkingen van 's monschen door de zonde verdorven geest, is een leerstoel voor de psijchiatuè (zielgeneeskunde) de eerst noodza kelijke. Beter echter dan èèn vak van christelijk standpunt in behandeling te nemen, zou het zijn wanneer voorloopig èèn man zich ging zet ten tot het bestudeeren der medi sche philosophic en encyclopaedie, om z. v. m. de beginselen voor de verschillende vakken te toetsen en vast te stellen. Wellicht kan dit aanvankelijk beter geschieden in de stille studeerkamer dan aan eene Hoogeschool. Maar in elk geval moest er iets gedaan worden tot ver betering van den toestand. Bierusting. Van de zijde der bezitters wordt in den laatsten tijd meermalen op gemerkt, dat de antirevolutionairen voor een deel te veeleischend zijn in het maatschappelijk levendat men te weinig aan hen bespeuren kan, dat zij hun idealen boven de stof en boven het vergankelijke hebbenkortom, dat zij te weinig berusten in het hun toegeschikte lot, ook al ontbreekt hun somtijds veel. Deze klacht of opmerking is op zichzelf zeker niet te onpas. Ieder ondergaat den invloed zijner om geving in zwakkere of sterkere mate en waar nu de zucht en de jacht naar het aardsche bezit vrij algemeen werd, vooral onder de hoogere stan den en de tusschenstanden, is het zeer begrijpelijk, dat de antirevolu tionairen mede in die beweging worden getrokken, en door vele verkeerde voorbeelden verleid. Dat daartegen moet getuigd, gewaakt, gestreden worden, spreekt van zelf. Maar als nu die waarschuwing komt uit de kringen der vermogen den, dan kan dit weinig indruk ten goede maken zouden wij zeggen, omdat er maar al te weinig rijken zijn, die hun rentmeesterschap op aarde waardig vervullen, en daarbij den minderen man zijn volle recht willen toemeten. De rijkeren, die zich inlaten met de voorlichting van het publiek, zullen dus wijs doen met meer den nadruk te leggen op het verlichten van den socialen druk dan op de verplichting om weg en lot in 's Hee ren handen te stellen en anderzijds zullen de minder bevoorrechten er het best bij varen, als zij elkaar tot stille onderworpenheid aanmanen. TRANSVAAL. Het eerste stadium van de Tj ansvaal- quaestie schijnt nu wel te zijn afgesloten. De gouverneur van de Kaap sir Robinson, heeft Pretoria verlaten, nu het hoofddoel van zijn komst bereikt was, en in het moederland is Chamberlain, de minister van koloniën, weer naar Birmingham gespoord (waar hij ook vóór het uitbreken der crisis zich ophield) in de onderstelling blijkbaar, dat geen verontrustende tele grammen hem weer zoo dadelijk naar Londen zullen roepen. Te Johannesburg duren de huizoekin- gen voortde Boeren houden het er voor, dat de wapenen voor het grootste deel niet uitgeleverd, maar verborgen zijn, om weer voor den dag gehaald te worden zoodra de commando's vertrokken zijn. Om die reden blijven nog 6000 gewapende Boeren in den omtrek van Johannesburg. Een vijftigtal der „leading inhabitants" zitten thans in de gevangenis te Pretoria. De heeren Joel en Bethlehem zijn tegen borgtocht van 2000 p. st. elk losgelaten, mits zij zich vrijwillig te Pretoria aan melden Leonard, president van de Nati onal Union", is nog niet gevat. De koop man Hosken, vice-voorzitter dier vereeni- ging, zit evenwel achter slot en grendel. Volgens een telegram uit Johannesburg heeft Robinson, de High Commissioner, niet met president Kruger onderhandeld over de uitlandersde Transvaalsche regeering beschouwt deze zaak als een binnenlandsche aangelegenheid die zij alléén te regelen heeft. Nu, dit is een quaestie van later orde. Vooraf zal wel gaan de vraag, welke straf Jameson c. s. zullen boloopen en wat do Chartered Comp heeft te betalen als schadeloosstelling voor den „strooptocht" (dit is een woord van minister Chamber lain) harer troepen. De Pall Mall zegt, dat de Transvaalsche regeering, ten bate van de nabestaanden, een som zou eischen van 5000 pond sterling voor eiken bij Krugersdorp gesneuvelden Boer. Dat zou dus zijn 200 a 250 duizend gulden in 't geheelmaar 't is niet te denken, dat de Gecharterde er daarmede afkomt. In vele kringen blijft men van meening, dat haar Charter zelf gevaar loopten de aandrang, om haar dit af te nemen, is ook ia het moederland zeer sterk. Hoe de moeste liberale bladen ten deze oordeelen, citeerden we reeds dat het radicale blad van Labouchère de scherpste maatregelen tegen de Company voorstelt, kan niet verwonderen, want reeds vroe ger, vóór Jameson's aanslag noemde Labby" de Gecharterde een maatschappij van zwendel en bedrogmaar 't is van beteekenis, d it ook specifiek Christelijke bladen in Engeland een zoo ongunstig oordeel vellen over de Chartered Comp. Van alle methodes van kolonisatie, zegt o. a. de Independentis de hare de ge vaarlijkste. Terwijl zij de vrije hand tot handelen heeft, moeten hare misslagen nederkomen op de regeering. En zoo iets is onhoudbaar. Hetzelfde blad laakt nog ten scherpste den inval van Jameson, waardoor het Engelsche volk is gecompromitteerd, even als het motief, dat daaraan ten grondslag ligt. „Zuid-Afrika is altijd beschouwd als een veld tot uitbreiding van hetrijk, en indien iemand iets in die richting kon doen, werd hij de afgod van zekere kliek. Zij nu, die, gelijk wij dit agressieve streven met wantrouwen beschouwden, zijn met verachting voor „kleine Engeischen" uit gekreten. Klein Engeland inderdaad Maar wat is er vroeger ooit gebeurd, dat Engeland zoo klein gemaakt heeft, als deze ongelukkige strooptocht De nieuwe eerste minister van Kaap land Sir Gordon Sprigg heeft tot zijne mede ministers gekozen de heeren Sir Thomas Springton, als advocaat-generaal Dr. T. N. G. Te Water, thans afgevaar digde voor Graaf lleiuet, als Secretaris der kolonie; de lieer P. H. Eaure, als minister voor landbouw en de heer Sir James Sivewright, als minister van open bare werken. De samenstelling van dit ministerie is door velen als een gunstig teeken voor Zuid-Afrika en in het bijzonder voorde Transvaal beschouwd. Met dit ministerie zouden wij staan aan het keerpunt der politiek van Engeland in Afrika. De bedeeling der Jingo Imperialistische Rhodes politiek zou uit zijn en plaats hebben gemaakt voor Hollandsche politiek. Immers, wel is de minister-president Gordon Sprigg een zwakkeling ea blind volgeling van Sir Cecil Rhodes, maar toch de heeren Te Water en Eaure kunnen gerekend worden geestverwanten te zijn van den heer Hofmeyr en ver togen woordigers der Hollandsche partij. En dan laatst niet minst Sir James Sivewright, van wien wordt gezegd, dat hij de eenige kapenaar van beteekenis is, in wien Paul Kruger steeds vertrou wen is blijven stellen. Hij is Engelsch- man maar heeft; zich steeds betoond een oprecht vriend der Boeren en heeft al tijd ijverig gestreden voor gelijk recht van den Hollander met den Engelschman. Do gouden eeuw zou dus voor Zuid- Afrika zijn aangebroken het Hollandsch element aan do Kaap, door misleiding, domheid en slinksche streeken geheel in den hoek geduwd door Rhodes met zijn adepten, zou als een phenix uit zijn asch zijn verrezen om schooner dan ooit te pralen do Hollandsche partij zou haar zelfstandigheid hebben hernomen, de ban den door Rhodes en Hofmeyr haar om de polsen geslagen verbroken zijn Rho des vaD de baan zijn geknikkerd en de overheersching der Engelsche Jingo's voor altijd genekt. Niettegenstaande zoo velen zich reeds verheugen, vreezen wij dat van al dat schoons niets zal worden gezien. Of kan men dan ook maar een oo- genblik aannemen dat het perfide Albi onna een duchtige veeg om de ooren, direct de deugd en goede trouw in levende lijve zou zijn geworden? Is het dan niet meer waar dat de vos wel zijn haren, maar niet zijn streken verliest? Men verwachte toch niet dat Enge land of de Engeischen zoo minzaam te gen de Boeren zijn gestemd, dat zij niet alleen schande oogsten voor hun vuil bedrijf in de Transvaal, maar daarenbo ven nog het Boeren-Hollandsch element in Kaapland zullen versterkenWie kan nu toch in ernst één enkel oogenblik aannemen dat een creatuur van Rhodes, als Sir Gordon Sprigg is, een Boerèn- gezind ministerie zou samenstellen. Ze ker, Sir James Sivewright mag den Boe ren welgezind zijn, maar kan daarom dienst moeten doen om den opgewekten afkeer tegen de Engeischen te doen be daren, opdat later met te grooter zeker heid de in slaap gesuste Boeren in het nauw kunnen worden gebracht. Yan zijn sluwheid heeft de heer Rho des dezer dagen weer een eigenaardig staaltje gegeven. Aan sommige Ameri- kaaneche bladen zond hij een schrijven, waarin hij verklaarde dat al zijn die naren bij de verschillende maatschappijen in Z.-Afrika, Amerikanen waren, dat alle Amerikanen bekend stonden als strijders voor gelijke rechten aan alle burgers en daarom zeker niet zouden kunnen dulden dat in do Transvaal zoo- velen eenvoudig als nullen in het cijfer werden behandeld door de Boeren. En zie, in eens draait de sympathie in Ame rika voor de Engeischen een heel eind bij en de verstandhouding tnsschen En geland en Amerika is heel wat vrien delijker geworden. De Engeischen hebben in Zuid-Afrika nu ook weer een nieuwen zondebok ge vonden. Het is de Britsche agent te Pretoria, Sir Jacobus de Wet. Deze man heeft n.l. lang niet genoeg gewaakt voor de belangen der Engei schen en heeft zeer veel schuld aan het ongolukkig lot van Dr. Jameson. En dat bohoeit eigenlijk niet eens te verwonderen, want die Britsche agent draagt een Hollandschen naam, en hoe zou nu iemand met een Hollandschen naam Britsche belangen naar behooren kunnen behartigen. Daarom weg met hem! Voor hem in de plaats moet naar Pretoria een agent, die van top tot teen Engelsch is. Of hij geen Hollandsch kan spreken doet er niets toe, d m moeten de boeren maar Engelsch loeren. Sir J. de Wet is reeds zijn ontslag gezonden. Hij zal een baantje in Kaapland krijgen. De Daily Telegraph beweert te weten, hoe de gevangen genomen leden van het z.g. Hervormingscomité zullen gestraft worden. Zo krijgen ieder een boete van 2000 pond, en bovendien zullen de lei ders zes of zeven in getal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaren, of wat minder. Edoch, seint de correspondent uit Kaapstad, als de opwinding wat bedaard is, zal president Kruger hun straf in verbanning veran deren. Volgende weck begint de voor- loopige gerechtelijke instructie tegen de mannen van het „Hervormings-comitó." In een telegram van Robinson aan Chamberlain (welke laatste om „inlich tingen" had gevraagd) Wordt over de quaestie der uitlanders het volgende gezegd „De beschuldigden tellen tusschen de 50 en 60, meerendeels leden van het Ilervormings-comité. Zij zijn gearresteerd onder de beschuldiging van verraad en poging om den staat omver te werpon, door medewerking te vragen van een gewapende macht. De vervolging is, naar ik verneem, gebaseerd op beëedigde ver klaringen, en het proces zal gevoerd worden door het hooggerechtshof. De beschuldigden worden goed behandeld en worden bijgestaan door bekwame ad vocaten. „Men zegt dat de regeering de bewj- zen in handen heeft van het bestaan eener wijdvertakte samenzwering, met het doel de regeering omver te werpen en de rijkdommen des lands aan te wen den om de financiën der Chartered Company in beteren toestand te brengen. Bij mijn afscheid van president Kruger heb ik hem op het hart gedrukt, gema tigdheid tegenover de beschuldigden te betrachten, om de sympathie, welke alle weidenkenden hem nu toedragen, niet te verbeuren. De quaestie van borgtocht hangt geheel van den advocaat generaal af. De regeering schijnt te handelen binnen haar wettelijke rechten. In de mijnen wordt gewerkt, en de industrie schijnt niet gedesorganiseerd te zijn." Al de inmenging van Engeland in deze quaestie schijnt zich, voorshands tenminste, hiertoe bepalen, dat zijn regeering een rechtsgeleerde naar Pre toria zendt, om de belangen der Britten, Belgen en Amerikanen te behartigen. Uit Tokio wordt gemeld, dat de nieu we aBtt|lffiïïS©6ae begrooting verhoogd is met 20 miljoen yen ten behoeve van het leger en met 24 miljoen voor de vloot. Men stelt zich voor de werkelijke sterkte van het leger met 100 pCt., die van de vloot met 200 pCt. te vermeerderen, beide in een tijdsbestek van 10 jaar. De correspondent van de Times wist eergisteren te vertellen, dat koningin Victoria een brief aan den SSalistis had geschreven, hartelijk van toon, waarin H. M. den innigen wensch uitsprak, dat de ongelukkige gebeurtenissen, die het Engelsche volk diep bedroefd hadden, geheel verdwijnen mochten. Een telegram uit Wee^en zegt er nog dit van Koningin Victoria heeft in haar eigenhandig geschreven brief aan Abdul Hamid hem in vriendschappelijke maar besliste termen onder het oog gebracht, datindiende ongeregeldheden voortduur den en de hervormingen niet werden uitgevoerd, zijn troon gevaar zou loopen. In Chintt is een keizerlijk edict uitgevaardigd voor den aanleg van een spoorweglijn tusschen Tientsin en Loekou, een afstand van ongeveer 75 mijlen, en waarvan de kosten geschat worden op 2.400.000 taelsdeze lijn zal verlengd worden tot Hankou, dat is 500 mijlen verder, zoodra iemand met tien millioen taels den aanleg wil ondernomen. Men beweerd in tusschen, dat bij den keizer en zijn raad van minister oensklaps de lust voor don aanleg van spoorwegen is gaan bekoelen, nu de bijgeloovige maar niet oneerlijke onderkoning van Sjantoeng, Lipingheng, een memorie heeftingezonden tegen die nieuwerwetsigheid en zijn argumenten moeten wel eenige kracht hebben, want het plan om Peking met Tsjingkiang te verbinden, schijnt weer opgegeven te zijn. GEIIENCJ» MIËUIT§. ZACHTE "WINTERS. IIoo zacht een winter ook zijn kan, nog veel zachter dan de tegenwoordige, blijkt uit oude kronieken. Die verhalen, dat in het jaar 1184 da boomen en wijnstokken knoppen kregen en uitbotten in Februari hot ooft was rijp in Mei, de druiven in het begin van Augustus. In het jaar 1289 droegen de meisjes op Kerstmis viooltjes in het haar en in Februari kransen van korenbloemen, [n April bloeide te Berlijn de wijnstok, want men had toen wijngaarden in den omtrek dier stad, waarvan nog vele namen van straten trouwens getuigenis afleggen. In het jaar 1572 botten in Januari de boomen uit, en in Februari waren de vogelnestjes verborgen onder de bladeren. In 1622 was Januari in noordelijk Duitschland zoo zacht, dat de kachels niet gestookt behoefden te worden, en bloeiden in Februari de boomen. Veel geld en toch armoede. Voor eenige dagen werd in buurtschap Sluister- veld gem. Ambt Almcloo, een alleen wonende viouw dood in haar woning gevonden. Een korte ongesteldheid moet een einde aan haar leven gemaakt hebben. Het vermogen van deze vrouw wordt geschat op pl.m. ^OO^OO, zegge tweehon derdduizend gulden, en deze arme rijke vrouw sliep in haar leven op zakken, terwijl zij haar bedden bewaarde. Ook in andere opzichten was haar leven schier gelijk aan dat der armeu. Zij behoorde, zegt de Arnh. Crt., tot die lieden, van wie men zoo nu en dan in de nieuwsbladen hoort, die in het bezit van een groot kapitaal, toch de voorwerpen zijn van kommer en ellende. Eindelijk gevonden. Men herinnert zich dat juist toenliet vermissen van den vermoorden knaap te Rotterdam bekend werd, ook een ander knaapje, Henrik van der Gijzen, vermist werd. Overal werd naar het kindje gezocht, maar vruchteloos. Gistermiddag is het lijkje uit den Coolsin- gel opgehaald. Do moeder viel bij het herkennen van haar kind bewusteloos neerde armo vrouw moest wordon weggedragen. Ook een klager. In de Nieuwe Koerier wordt uit Baarlo het volgende verhaaltje als historisch medegedeeld. Een pachter kwam zijn landheer beta len. Hij klaagde steen en been over de slechte tijden. Hij had het geld niet bij elkaar kunnen krijgen voor de pacht en overhandigde den pachtheer een zak geld, waarin zich de gedeeltelijke pachtsom bevond. De landheer telde het geld na en werd werkeljjk bewogfn door de klachten van zijn pachter Doch tot zijn verbazing be merkte hij, dat nog meer geld dan de pacht som bedraagt zich in den zak bevond. Hij wijst er den pichter op en deze ant woord doodleuk: o, dan heb ik den ver keerden zak meegenomen. Op 1 Januari 1895 werden hier te lande ia de 20 groote krankzinnigen-en idiotengestichten verpleegd 6910 lijders, waarvan 3469 mannen en 3441 vrouwen. Op 1 Januari 1894 bedroeg het aantal nog slechts 6733, waarvan 3374 mannen en 3359 vrouwen. Abonneert u op de Maas- en Scheldebode. Plaatselijk Nieuws. Sommelsdijk. Burgemeester on Wet houders dezer gemeente noodigen, krach tens ariikel 150 le lid der Militiewet, de lotelingen dezer gemeente van de lichting van dit jaar uit, om, zoo zij verlangen bij de Zeemilitie te dienen zich daartoe voor den le Februari a.s. ter Secretarie dezer gemeente aan te melden. De Voorzitter van den Raad dezer Gemeente noodigt de mannelijke inwo ners dezer Gemeente uit, om, zoo zij in eene andere Gemeente over hot laatst- verloopen dienstjaar zijn aangeslagen, daarvan door overlegging der voor voldaan geteekende aanslagbiljetten voor 15 Fe bruari a.s. ter Secretarie der Gemeente te doen blijken. DE TRAM. De Zuid-Holl. eilanden schijnen niet langer mot hun geisoleerden staat tevre den te zijn. Zij willen eene betere en snellere verbinding met het vasteland van Zuid-Holland. Reeds lang is er go- sproken over het aanleggen van een spoor- of tramlijn RotterdamNumans- dorp. En dat de eilandbewoners i> et deze lijn gebaat zouden zijn, lijdt geen twijfel. De reis naar Rotterdam en in 't algemeen naar het centrum van't land zou voor zeer velen aanmerkelijk bekort, veel gemakkelijker en tevens goedkooper worden. Thans maken de meeste menschen uit de Hoeksche Waard, wanneer zij Rotterdam bezoeken of ran daar verder gaan, van de stoomboot gebruik. Lag er nu eeu spoor- of tramlijn over IJselmoude en Beierland, dan zou dit voor Beierland, Heineuoord, Puttersboek, Maasdam en andere plaatsen, veel gewonnen zijn. Men was niet meer afhankelijk van ijs en mist en stormweer, alle factoren, die het varen van de booten dikwijls zeer ongeregeld of geheel onmogelijk maken. En dat niet alleen. Maar de spoor- of tramlijn laat do gansche Zwijndrechtsche Waard liggen en gaat regelrecht op de Maasstad aan. Numansdorp was (voor reien) geen veerman meer noodig, die bij ongunstig weer zijne passagiers nog al eens goed over de brug laat komen. En voor vele andere plaatsen, nu in een' staat van afzondering liggende, zou eeno spoor- of tramlijn in de onmiddellijke nabijheid of op korten afstand daarvan, zeer welkom zijn. Het spreekt echter vanzelf, dat de booten door deze lijn een geduchten concurrent kregen en dat ook Dordrecht niet gebaat kan zijn met genoemde verbin ding, ligt voor de hand. Immers, wanneer de communicatie met eene stad als Rotter dam zoo is vergemakkelijkt en wanneer daarbij b.v. nog een stoombootveer Ooltgensplaat Willemstad Numans dorp in bet leven werd geroepen, zou door talloos velen voel spoediger dau thans tot de reis naar Zuid Hollands hoofdstad wordon besloten. Dordrecht, als geheel buiten de lijn van deze korte verbinding liggende, zou weldra minder buitenmen- sctien binnen hare poorten ontvangen. Te Üordt is het Oug biervoor dan ook niet gesloten. Reeds is man ijverig in de weer, om tot den aanleg van een tramlijn DordrechtNumansdorp te komen. Voegt men nu bij de tramlijn Floekschewaard, dat een voldongen feit is, de lijn Goedercede Overfiakkee, waarover men druk in de weer is en het lijd geen twijfel, of deze Tramlijnen zullen een verbetering geven, als zeldzaam is. De tijd zal ieeren, wat er van al deze plannen komen zal. (Ingezonden.) Den Bommel, 22 Jauuari. Burgein. en Wetb. dezer gemeente, zullen op Donderdag 30 Januari a.s. des voormid- dügs 10'/2 ure ten raadbuize aldaar aan besteden de levering der leermiddelen beaoo- digd voor bet onderwijs in de nuttige handwerken aan de openbare scholen, behoorende tot deze gemeente, gedurende het jaar 1896. De voorwaarden liggen ter Secretarie ter lezing. Ooltgensplaat. De zoon van den land bouwer O. K. alhier, had bet ongeluk, terwijl hij van een dartel paard sprong, door het -dier te worden getrapt, waardoor bij ernstige kwetsuren aan bet hoofd bekwam. Op z e o Do kapitoin on do bemanning; van het schip de A v o c a zijn 15 December van Bata via te Singapore aangekomen. Uit hunne mededeelingen blijkt dat de A v o c a den 5en October Calcutta verliet mot een lading jnte (garens), voor de Boulogne. Alle3 ging goed tot den 27en, toen bemerkt word dat rook uit de luchtkokers kwam,hetgeen aanduidde dat er brand in het ruim was. Dadelijk werden alle pogingen aangewend om dien te blusschcn. Na een uur werkens kwam er geen rook meer uit deze gaten, maar bij het openen van het groote luik stegen dikke rookwolken uit het ruim'op. Het bleek toen dat de zetel van het vuur in het voorschip was, waar men moedijk bij kon komen, en dat het zich van daar naar alle zijden uitbreidde. Toen warden gaten in het dek gehakt om het vuur te kunnen blusschen, en een massa water werd op do lading geworpen, maar ondanks dat won het vuur veld, zoodat de kapitein hst roer wendde en koers hield op Sumatra, hetdichts bij zij nde land. Tegelijkertijd werden de drie booten van alles voorzien, een te water gelaten ei» op sleeptouw genomen en de andere tot strijken gereed gemaakt. Tot don namiddag van den 28er. was iedereen in de weer om te trachtten het vuur meester te worden, maar te vergeefs. Tegen 4 uur braken de vlammen uit het voorschip en tasten het want aan, zoodat de zeilen in brand vlogen. Toen liet de kapitoin de booten strijken en de bemanning er in gaan. Hij de stuurman en een matroos bleven nog oenigen tijd op het schip, maar de rook en de hitte noodzaakten ook hen het to verlaten. Teg n half 7 braken de vlammen uit het achterluik. Gedurende den nacht bleef do brand voortwoeden en stegen do vlammen soms dertig voet hoog in de lucht. Den 29en tegen half elf viel de fokkemast overboord en in den namiddag van dien dag gingen do sloepen onder zeil, daar het schip toen nog slechts een wrak was. Al de booten hadden order op Padang aan te houden, het geen gerekend werd op 800 mjjl afstand te liggen, 's Nachts raakten de booten van elkan der, doch den Ion November waren de kapiteins sloep en die van den twoode stuurman weer bijeen, om elkander den volgenden dag weder kwijt te raken. Den 4en 's morgens togen half zeven kreeg de kappiteinssloop het zoilsohip „V i m e i r a" in 't zicht, van Calcutta bestemd naar Colombo, hetwelk zij om half elf bereikten. Juist toen de geredden aan boord waren, kwam ook de sloep van den tweede stuurman opdagen. Aan boord van de „Y i m e i r a" werden- de schipbreukelingen mot allo mogelijke welwillend heid ontvangen en verpleegd.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1896 | | pagina 2