Yrijdag 24 Januari 1896.
Tiende Jaargang No. 536.
°r
Antirevo lutionair
Orgaan
FEU ILLETON.
[andel in
l>ertstraat «6.
n Lith.
Lith.
n van
:s(c middel
i. Yensterglas
i],
te directeur.
IN HOC SIGNO VINCES
luian 5
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
uitgever:
T.BO EK HOVEN.
SOMJMELSMJK.
Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en 3/2 maal.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Alle slakken voor «Ie Itetiaclie bestemd, Advertenliën en verdere Administratie franco toe te Kende» aan «Sen Uitgever.
iïe Medische Weten"
schap.
Reeds eenigen tijd namen wij ons
voor melding te maken van een bij
zonder belangrijk opstel, hetwelk
eerst in het Augustusnummer van
,,De Vrije Kerk" verscheen, en dat
thans ook in afdruk te verkrijgen is
bij den uitgever D. Donner te Leiden.
Wij bedoelen het stuk van Dr. Th.
G. Den Houter te Maassluis over
de Medische wetenschap, in verband
met de vraag, wat de Vrije Univer
siteit daarvoor zou kunnen doen.
Eerst was hij door Directeuren der
Yereeniging van II. O. op g. g. uit-
genoodigd om dit onderwerp in te
leiden in de Jaarvergadering van Juni
jl., maar omdat toen de tijd ontbrak
om het opgestelde ten gehoore te
brengen, volgde het weldra in druk
en de heer Den Houter heeft hier
mede velen aan zich verplicht, want
het is een ongemeen helder opstel,
dat weinig kunsttermen bevat, en dat
dan ook door ieder die wat aan lezen
gewend is, kan verstaan worden.
Natuurlijk bevelen wij deze lectuur
aan ieder, die er tijd en gelegenheid
voor heeft, ten zeerste aan; maar
om tot het aanschaffen van dit werkje
uit te lokken, en teven3 om anderen
van dienst te wezen, willen wij alvast
een deel van Dr. Den Houter's be
toog releveeren.
De schrijver stelde twee vragen
lo waarom verlangen wij dat ook
eenmaal die geneeskundige weten
schap op vrijen gereformeerden grond
slag zal worden beoefend en 2o op
hoedanige wijze zou deze wensch
vervuld kunnen worden?
Wat vraag één betreft, eischt voor
eerst de aard eener christelijke Hooge-
school zelve, dat ook de geneeskunde
daar beoefend wordtanders is de
inrichting niet compleetmaar vooral
de overweging dat het medisch hooger
onderwijs, op de overheids-hooge-
scholen verstrekt, beslist materia
listisch is geworden, en blind is voor
de openbaring Gods in natuur en
Schriftuur, moet daartoe dringen.
Wij hebben niet liefdeloos en on
rechtvaardig te oordeelen over de
geneeskundigen zeivenmaar het
beginsel van het hun toegediende
onderwijs deugt niot. De onvernie
tigbare stof, met de kracht die daarin
schuilt, werd het voorwerp van on
verpoosde studie, ja van schier blinde
vereering, en alle leven en zelfstan
dig bestaan werd uitsluitend van de
stof afhankelijk gemaakt. Hieruit
vloeit noodwendig voort, dat met het
geloof in eene wereld der onzienlijke
dingen als met eene verouderde dwa
ling geheel gebroken werd, en dat het
naspeuren der stof in al hare bekende
en onbekende werkingen voor de
eenig ware beoefening der wetenschap
werd verklaard. Deze beschouwing
bepaalde de te volgen leerwijze. Im
mers, had men alleen met de stot
te doen, dan moesten de waterwe
tenschappen wel de eenige leidslieden
der geneeskunde worden. Nu zegt Dr.
Den Houter nadrukkelijk, dat de na
tuurwetenschappen wel mede een ster
ker invloed hebben uit te oefenen op
de geneeskunde, en hij maakt dank
baar gewag van de resultaten ver
kregen door nuchtere waarneming
van stoffelijke verschijnselenmaar
zijn grief tegen de hedendaagsche
geneeskundige wetenschap is, dat het
licht der andere wetenschappen ver
smaad is, en dat zij zelve allengs al
leen eene natuurwetenschap werd,
zonder meer. Die eenzijdigheid is
verderfelijk voor de medische weten
schap. Hiertegen heeft reeds ia 1848
Prof. G. J. Mulder gewaarschuwd
maar het mocht niet baten.
De ongeloovige medische weten
schap moet wel verkeerd uil kom en,
omdat zij haar voorwerpden mensck
in gezonden en zieken toestand, en-
juist en onvolledig beschouwt. Zij
verwaarloost de vraag wat 's men-
schen oorsprong en bestemming is.
Zij houdt niet of zeker niet voldoende
rekening met het verband tusschen
ziel en lichaamzij stelt vaak voor
als grond en begin, hetgeen slechts
een verschijnsel mag heetenen zij
wekt illutiën op, die toch niet ver
wezenlijkt Kunnen worden. Let b. v.
op de bacteriologieop de studie,
gemaakt van de tering-, cholera-, en
diphtheritisbacillen, dat is van die
kleine alleen door het kunstige mi
croscoop herkenbare machten, welke
bij de genoemde ziekten een groote
rol spelen. Zeker heeft deze studie
waardezij kan voor de volksgezond
heid veel goeds opleveren. Maar als
men daaraan nu den droom verbindt,
dat men door alle bacillen te leeren
kennen en te leeren dooden, de ver-
Eindelijk terug.
schillende
dom kan
ziekten onder het mensch-
dan gaat men
wij weten
wegnemen,
veel te ver, want
weer
volstrekt niet, of de bacteriën slechts
een ve>'schijnsel der ziekten zijn, dan
wel de oorzaak; en in elk geval
wordt dan verzuimd te rekenen met
de grondoorzaak van ziekte en dood,
dat is met de zonde.
Maar als nu de beschuldiging dat
de geneeskunde tegenwoordig al meer
als een soort veeartsenijkunde wordt
opgevat, niet te weerleggen is (omdat
men den mensch met het zoogdier
op eene lijn stelt, en alleen zjn
stoffeljk bestaan bestudeert), moet
dan niet, zoo vraagt Dr. Den
Houter
uit de kringen, die de
Apostel een uitverkoren geslacht, een
koninklijk priesterdom, een heilig en
verkregen volk noemt, luide tegen zulk
een wangedrag worden geprotesteerd.
Het is waar, Darwin's leer bevredigt
niet alle geleerden en uit het gebied
der geestenwereld wordt in den kaat
sten tijd heel wat voor waar aange
nomen, dat vroeger als vrucht van
zelfmisleiding werd beschouwd, maar
daardoor is men in het wezen der
zaak den christenen niet nader geko
men, want die inmenging van de
studie over de werking van geesten
of van een geest gaat buiten God
en Zijn "Woord om.
Ook worden de historische stu
diën door de tegenwoordige studenten
in de medicjnen geheel nagelaten,
en het verband der geneeskundige
vakken, de regeling hunner verhou
ding blijft eene open quaestie. Maar
dat is toch geen grondige opvatting
van de wetenschap, ook al bracht
men het in de medische kunst een
heel eind.
Neemt men hierbij nu nog in aan
merking de schandelijke invloeden,
die de ongeloovige doctoren aan de
ziekbedden en in de maatschappij
uitoefenen door hun persoonlijken
omgangen de pressie die de medi
sche faculteit1 van de Staatshoogëscho-
len uitoefent op de Regeering (men
denke b. v. aan den vaccinedwang)
dan is het klaar als de dag, dat de
christenen in ons land al het moge
lijke hebben te doen om hierin eenige
verandering te brengen.
Maar wat is mogel jk Dat is juist
de pjuljke vraag. Want men mist
mannen èn middelen voor een me
dische wetenschap op zuiver chris-
teljken grondslag.
Dat de Lucasstichting (welke jonge
lieden uit godsdienstige huisgezinnen
tot doctor of arts opleidt, het ont
brekende niet oplevert, behoeft geen
betoog. Die stichting verdient wel
waardeering, maar moer dan christe-
ljke mannen, die de ongeloovige
wetenschap nagaan, hebben wj noo
dig christenmannen, die op eigen
terrein stellenderwijzo den weg zoe
ken waarlangs de eere Gods ook bij
de medische studie te bevorderen is.
Bedenkt men nu echter, dat eene
medische faculteit op christeljken
grondslag moet concurreeren met de
Overheids-academiën, en dat alleen
de stad Amsterdam in deze faculteit
twaalf hoogleeraren en derden pri-
(Wordt vervolgd.)
ZIJN.
it 273.
ZIJN.
7- S of A.)
36,
!DAM.
R.
on Goedereede.
NST
ober 1895.
is en Hellevoetsluis
uur.
ellevoetsluis.
uur.
tfiddelharnis.
45 uur.
aar Stellendam.
Stellendam.
che tijd uitgedrukt
an den "Waterstaat te
TGANG.
Rotterdam,
nsdag Yoorm. 5 uur
Rotterdam,
re.
Rotterdam
re.
ellendam,
uur.
.IIARNIS.
insdag vm. 5,30 uur
verige dagen 6,30.
30 uur.
NEMING.
idelharnis
vm. 8,15 uur,
nrn. 1,—
nm. 1,uur
BOMMWL."
Rotterdam,
dag '8 morg, 4,30 uur
6,30
Donderdag, Yrij-
'anamd. 1,45 uur.
nst
VOETSLUIS
AARDINGEN naar
liggend, plaatsen
IIXGFX III."
behouden.
GEN:
reinen.
Local, tijd
5,16 uur
12,02
7,23
t Station
KLUIS
Local, tijd
7,45 uur
3,35
9.10
ran 9,09 5,04 en 11,10
evoer 38 min na he}
ïin na het yertrek uit
RTJES
's Gravenhage, Am
en Hoek van Holland
t verkrijgbaar. Voor
dage, Amsterdam en
pend geldig.
zoo billijk mogelijk
agenten: H.P.v d.
3VELD, Nieuwesluis
de Directie te Vlaar-
Deze Courant verschijnt eiken Yrijdag.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 unr.
8. Hoofdstuk II.
Toen de predikant een kwartier later
de slaapkamer binnentrad, deinsde hij
ontsteld terug. Zijne vrouw lag op den
grond uitgestrekt; de loodzware kleedo
ren hingen haar nog om de leden, en
alle bewustzijn had haar verlaten. De
aandoeningen van dien avond waren te
veel voor haar overspannen hersenen
ij kis' geweest.
Hij plaatste Neeltje's wiegje in een
hoek van het vertrek, en schelde toen
haastig de keukenmeid wakker, opdat
zij den dokter zou halendaarna bracht
hij Maria te bed en wachtte, in gebeden
verzonken, de komst van den genees
heer at.
Deze was reeds een half uur later op
de pastorie, en liet zich in korte woorden
het gebeurde verhalen, terwijl h j de zieke
poogde bj te brengen.
„Ilet zal niet ernstig zijn, willen wij
hopen, mompelde hp, „maar zp behoor
de nooit tot de sterksten. Zij was zeker
verhit van den tocht, en daarop die
slagregen; het is geen wonder zoo dat
haar aangegrepen heeft."
Op dat oogenblik opende de jonge
vrouw de oogen en zag de beide over
haar heengebogen mannen aan. Haar
gelaat verkreeg eene uitdrukking van
wilden angst en zij poogde hen af te
weren.
„Straks waart gp maar alleen," pre
velde zij tot den dokter, „waarom hebt
g?
wi;v
gij uw medeplichtige geroepen? Zju er
dan twee mannen noodig om eene zwakke
vrouw te folteren? O! laat mp leven;
ik mag nog niet sterven; geloof mij, ik
moet eerst vergiffenis hebben gevraagd,
want ik ben slecht geweest, heel slecht;
ik was blind voor al het goede mij door
God geschonken en maakte mijn armen
man ongelukkig; maar ik wil naar huis, ik
wil hem smeeken in mpn berouw te
gelooven. Ohebt medelijdenlaat mp
niet sterven, hier op dezen vreeselijken
weg."
„Maria, kom tot uzelve!" riep Vis
ser uit. „Gij zpt bij Neeltje en bp mp,
geen enkel gevaar kan u bier bedrei
gen."
„Gij spreekt onwaarheidantwoordde
zij met kraeht. „Gp zpt Wouter van
Overwater, ik herken u heel goed, en gij
hebt mp achterhaald, om mij naar den
Lagenhof terug te voeren maar ik wil
niet meegaanneen het oude leven is
voorbijhet verleden is dood, hij heett
het zelf gezegdwaarom staat het dan
uit zijn graf op, om mij weder meê te
sleuren
„Stil," zeide de geneesheer tot den
jongen leeraar, die haar opnieuw gerust
wilde stellen, „spreek haar niet tegen,
dat zou haar nog slechts onrustiger ma
ken. De koorts moet uitwoeden. Ik zal
iets voorschrijven om haar te laten slapen,
dat is al wat wp voor het oogenblik
kunnen doen."
Dien ganschen nacht bleef Yisser bij
haar opwel deed het geneesmiddel haar
insluimeren, maar zelfs haar rust werd
blijkbaar door sombere visioenen ver
stoord, en het was met cén zucht van
verlichting, dat hij den dageraad zag
aanbreken, die hein weêr hoop op beter
schap gaf.
Maar de dokter was niet voldaan, en
toen het rijtuigje van den Lagenhof
voorkwam, moe3t Yisser verklaren dat
niemand toegelaten mocht worden bij zpne
vrouw, die, naar men vreesde, eene zware
ziekte ouder de leden had.
De jonge meisjes waren zeer teleur
gesteld en begrepen er niets vanMaria
was den vorigen dag nog zoo gezond en
vol leven geweest. Hoe had zij dan ook
zoo kinderachtig kunnen zijn, om niet
eens op den tentwagen te wachten, en
dien langen weg in de duisternis te voet
af te leggen. Zij zouden dat voor geen
geld ter wereld nadoen. Het was om het
te besterven van angst. Nu, als zij dan
volstrekt niet bp haar mochten komen,
zouden zij den volgenden dag nog eens
aanrijden, en als men iets noodig had,
behoefde men slechts le spreken.
Yan dit laatste aanbod werd door den
geneesheer gebruik gemaakt. Hij liet ijs
uit hun kelder halen, om dat der zieke
op het hoofd te leggen, maar ofschoon
Maria's vrienden dagelijks vruchten en
bloemen brachten, bij haar toegelaten
werden zij niet. De koorts was allengskens
afgenomen, de krachten keerden merk
baar weêr, doch wat niet terugkwam, het
was haar bewustzijn. Zij herkende nie
mand, en wist nog altijd niet dat zij in
veilige haven was aangeland.
Twee weken na haar nachtelpken tocht,
nam de oude geneesheer haar echtgenoot
ter zijde en sprak:
„Gij hebt uwe vrouw tot hiertoe alleen
willen oppassen, en ik heb u laten begaan,
ofschoon gjzclf maar al te zeer behoefte
liadt aan rust; maar nu moet ik er ern
stig op aandringen dat gij eene diacones
neemt."
„Maar dokter," antwoordde de predi
kant verschrikt, „gij hebt er juist van
gesproken haar morgen eens op te laten
zitten
„Ja, mijn waarde vriend," klonk het,
terwjl de grijsaard het hoofd afwendde,
„het lichaam is hersteld en moet nog
alleen versterkt worden
„Maar dan
„Ik spreek van het lichaam alleen,"
en de stem van den ouden man werd
onvast.
Visser verbleekte.
„Dokter," zeide hij op gesmoorden toon,
„verzwijg mij niets. Ik hoop kraeht te
ontvangen het ergste te dragen. Gij vreest
toch niet voor haar verstand?"
De geneesheer knikte sprakeloos, en er
volgde eene lange stilte. Visser had de
oogen gesloten,, en wat er daarbij in zjne
ziel omging vernam nooit iemand, Zjn
nauweljks herwonnen geluk, lag opnieuw
ver woest voor hemmaar hij dacht niet
aan zichzelvenheel zijn hart treurde over
het jonge wezen, dat, op het oogenblik
zelf dat zij tot het bewustzijn barer plich
ten ontwaakte en een nieuw leven wilde
beginnen, haar geest door de sombere
nevelen van den waanzin omstrengeld
zag.
„Geloeft gij haar ongenees-
ljk vroeg bj eindeljk op doffen
toon.
„Dat zeg ik niet," luidde het antwoord,
„volstrekt niet; wij zullen alles tot haar
volledig herstel beproeven maar daartoe
zelfs is het goed, dat zj verpleegd zou
worden door eene vrouw, die verstand
heeft van dergelijke gevallen, en met zulke
zieken om weet te gaan. Ia er eene maand
voorbij, zonder dal er genezing volgde,
welnu, dan zult gj in dien tusschentijd
veel van de diacones hebben geleerd,
en desnoods eene vertrouwde dienstbode
kunnen nemen, om verder voor haar te
zorgen, tenzij altjd dat gij uwe vrouw
niet aan eene speciale inrichting voor
zenuwlijders toevertrouwen wilt."
„Dat nooit, dokter!" riep Yisser uit.
„Hare plaats is hier, en zoo ergens, dan
moet zij ook aan eigen haard tot het
verstand wederkeeren. Ik zal vandaag
nog om eene liefdezuster schrjven."
„Laat mij die zorg over; ik moet toch
naar de stad, en heb eene diacones op
het oog, die hier juist geschikt zou wezen.
Nog één raadhet is beter, dat de zieke
geen drukte hoegenaamd om zich heen
heeftlaat dus uwe logeerkamer voor haar
inrichten, dan brengen wij haar morgen
daarheen over. Het vertrek is ruim, en
ziet op den tuin uit, zij zou niet beter
kunnen treffen. En nu, mijn vriend, houd
goeden moed, nog is er niets verloren
men ziet dergelijke ziekten dikwijls
verdwjnen zonder eenig spoor achter te
laten."
Maar hoeveel hoop hij ook had trachten
te geven, op weg naar huis herhaalde
hij telkens hoofdschuddend„Arme man!
arm kind! en ook: arm, arm vrouwtje
iw_i