FEU ILLETON, - I1 •I m Globe doet dat helder uitkomen. Dit blad deelt mede, dat Rhodes, toen reeds tijdens de driftensquaestie oorlog dreigde, aan de grenzen een troep van 800 tot 1000 man had gemobiliseerd, met 11 stukken geschut, waaronder 7 mitrailleuses van het laatste model. Het bijeentrekken dezer troepen geschiedde onder voorwendsel, Khama's krijgsmacht in bedwang te houden maar blijkbaar wilde Jameson deze strijdmacht gereed hebben om over de grenzen te trekken, ingeval de Engelsche troepen tegen de Boeren zouden oprukken. Hier door wordt het duidelijk hoe Jameson, dadelijk na het ontvangen van den brief der uitlanders te Johannesburg, zooveel honderden mannen tot zijn beschikking had. JUICHTONEN. Indrukwekkend is het gejubel waar- meê de groote wereldpers, de bladen der Jingo's in Engeland uitgezonderd de overwinning der Boeren begroet. In dien het een victorie van verdrukte laudgenooten op een overmachtigen vij and ware geweest, dan zouden met name de Duitsche couranten niet harder kun nen juichen dan ze thans doen. En die geestdrift vindt weerklank in de Duitsche natie onder voorgang des keizers spreekt men overal zijn sympathie en bewondering uit voor de kloeke Boeren, die den aanslag op de onafhanJcelijkheid van hun land heb ban verijdeld. "Want het is nu overduidelijk gewórden, dat de lang voorbereide tocht van Jameson geen ander doel had dan om, door een stou ten coup, de Boeren-republiek uit de rij der zelistandige Staten te doen verdwijnen. Ware hij er in geslaagd, Johannesburg te bezetten, dan zou Majuba geheel ongedaan zijn gemaakt. En daarom is het niet over dreven, als we f sprekenj al werd de strijd onder andere omstandigheden gevoerd, van de strijd .Spïtskop] twee! De toen en nu behaalde overwinningen zijn één in beteekenis. Want nu, van achteren, keurt de Engel sche regeering wel den stap van Jameson sterk afkeurt zelfs Rhodes hem af, die, naar uit alles blijkt, zijn «torero daartoe had geïnspireerd en reeds een maand gele den in stilte alle maatregelen had laten nemen voor den rooverstochtmaar het staat vast, dat, ware Jameson geslaagd, er een heel ander liedje zou gezongen zijn. Dan zou Engeland in het fait accompli hebben berust, want immers was de expe ditie niet tegen het Tranvaalsche volk gericht, maar tegen de Regeeringskliek, die de goudzoekende uitlanders zoo wreed verdruktDan zou Rhodes' daad wel vergoelijkt zijn geworden, omdat hij voor zijn geplaagde landslieden opkwam en het groot succes, door zijn optreden verkre gen, had de Britten met nieuwe bewonde ring vervuld voor den Napoleon van Zuid Afrika, die Engelands belangen zoo flink wist te dienen. Door de waakzaamheid der Boeren is thans de brutale aanslag verijdeld. „Oom Paul" zei een poosje geleden, dat men een schildpad niets kan doen vóór hij zijn kop toont. De regeering nu was op haar qui vive. En toen de kop dan ie voorschijn kwam, had Oom Piet zijn geweer klaar om het beest dood te schieten. Bijzonderheden over den strijd zijn, jammer genoeg, nog niet bekend. De telegraafkabel tusschen Aden en Zanzebar is gebroken, en zoo moeten de berichten langs een omweg komen. Misschien wel tengevolge daarvan doen allerlei geruch ten de ronde, o, a. dat Jameson reeds gefuselleerd is na een summiere veroordeeling door den krijgsraad. Volgens een ander gerucht wordt in de straten van Johannesburg gevochten. Men weet alleen, dat Jamesons man schappen na een scherp gevecht uit hun stellingen verdreven werden, en dat toen een capitulatie volgde. De mindere manschappen werden op hun eerewoord weer vrijgelaten de officieren met den bevelhebber bleven in arrest. Te Krugers dorp, het eindpunt van den zijtak der spoorweglijn door den Rand, vanwaar Jameson blijkbaar met den trein naar Johannesburg had willen vertrekken, werden de indringers door de Boeren opgewacht. Uit voorzorg waren de laatsten begon nen met de rails tusschen Krugersdorp en Johannesburg op te breken. Deze maatre gel bleek echter overbodig, daar Jameson's bende spoedig werd overweldigd. Krugers dorp is ongeveer 82 kilometer van Johan nesburgverwijderd In Londen was de ontroering groot bij het vernemen der nederlaag. De algemeene indruk was, dat de overwinning der Boeren een geduchten slag toebrengt aan het prestige der Engelschen in Zuid Afrika; eene slag waarbij alleen de vernedering bij Majuba is te vergelijken. Bij Jamesons troep waren vele Engelsche officieren, o. a. een half dozijn die tot de Garde behooreu, en de mansehappen zelf werden als de keurbende van Zuid Afrika beschouwd. Het was geen bijeengegaard troepje, maar eeu uitgelezen korps veldpolitie, geoefend en gehard in den strijd tegen de inboor lingen, en die zich zooveel lieten voorstaan op hun bekwaamheid in het schieten; kortom een geduchte strijdmacht. Vooral in de militaire clubs was de ver slagenheid groot, want men had daar een anderen uitslag verwacht. Duitschland's houding. Keizer "Wilhelm heefc een telegram van gelukwensch aan den President van Transvaal gezonden. „Ik wensch u," zoo luidde het, „oprecht geluk, dat het u, zonder de hulp van bevriende mogendheden in te roepen, met uw volk gelukt is, steunende op eigen kracht, tegenover de gewapende scharen die als verstoorders van den vrede in uw land binnendrongen, dien vrede te herstellen en de onafhankelijkheid des lands tegen de aanvallen van buiten te beschermen. Wilhelm." In Londen heeft dit telegram sensatie gemaaktwat te begrijpen isen ook vraagt men zich eenparig af, wat het beduiden kan, dat de Duitsche keizer zoo druk aan het confereeren is met zijn ministers. USIUENU» NIEUWS. De Salak. Omtrent de aanvaring van de Salak verneemt de N. Eott. een en ander uit een particulier schrijven, waaraan wij het volgende ontleenen. De briefis gedateerdLissabon, 30 December. Donderdagavond om acht uur had ik wacht te kooi en om twaalf uur zou ik de hondewacht hebben. Tot tien uur had ik aan mijn broer op Lombok zitten schrij ven, en tegen half elf ging ik naar kooi, viel spoedig in slaap, droomde van vroe ger tijden en werd om half twaalf wakker door een geweldigen schok. Da delijk daarop klonk een hartverscheu rend gegil om hulp; het had veel weg van beestengehuil en niets van mensche- ljjke stemmen. Maar het waren dan cok de vreeselijke kreten van in doodsge vaar verkeerenden. Er uit te springen en door het patrijspoortje te kijken, was het werk van een oogenblik. Vlak voor den boeg zag ik een stoom boot, die wij hadden aangevaren ver der was alles dik van mist. In een mi nimum van tijd was ik aangekleed, ik legde mijn zwemgorkel klaar en vloog naar de brug. Daar zag ik juist de an dere boot vrijkomen met een reusachtig gat van 16 voet in de midscheeps, gaande tot de boom van het achterluik. Aan dek wa3 het een allerverschrikkelijkste herrie; mannen in onderkleeren, bloots hoofds, liepen daar woest schreeuwende rond. Gelukkig bleven enkelen kalm. De kop vsn de Salak begon langzaam te zinken, en na peiling bleek er veel water in de piek te zitten. De eerste machinist, een kranige kerel, en de tim merman onderzochten inderhaast de schadeaan stuurboord een scheur van pl.m. 6 M. en een gat waar het water van buitenboord als een waterval in liep. Een paard had er met gemak door gekundIk blies verzamelen en riep zoo krachtig als ik kon: „Sloepen te water! sloep stuurboord no. 3." En ik had de eer, dat mijne sloep het eerst buiten boord was. Van de andere boot, die onmiddelijk in den mist was verdwenen, en die misschien toch vlak bij was, waren de kapitein en een matroos overgesprongen. Het was de Peacemet graan van Galatz naar Liver pool gaande. Wat ons betreft, het bleek dat wij drij vende bleven op het aanvaringsschot. liet gevaar was lang niet geweken, vooral niet in dien dikken mist, ea bij de vele schepen die daar waren, want het is in die wateren een drukke vaart. Langzamerhand kwam er nochtans meer orde. De sloepen werden geheel uitgerust, met versch drinkwater en scheepsbeschuit, vloeistofkompassen, in strumenten en kaarten, enz. enz. Den geheelen nacht door bleven wij langzaam en steeds fluitende heen en weer stoomen, in de hoop de schipbreu kelingen op te nemen, want de Peace moest zonder eenigen twijfel zinken. Wat een allerellendigste nacht! Ons schip zwaar beschadigd, ongelukkig midden in den mist, en dan het idee dat daar vlakbij die arme lui van de Peace misschien nog woratelden met den dood. We konden niet trachten te helpen. Want hadden we met een sloep ons schip verlaten, we zouden het door dien mist niet teruggevonden hebben. 's Ochtends tegen een uur of zeven zagen we plotseling twee sloepen komen. Goddank, ze waren allen gered. Ik had die lui wei kunnen omhelzen van blijd schap, hoe smerig ze er ook uitzagen. Enkele zaken hadden ze kunnen redden, zooals deu hond, den sextant en den chronometer, enkele kleedigstukken. Maar de meesten bezaten niets dan wat ze aan het lijf hadden, en dat was bij velen niets dan een onderbroek en fla nellen hemd. Hartelijk zijn ze aan boord van de Salak behandeld, en toen ze gisteren van het Zeemanshuis vertrok ken, was het: Three cheers for our friends on the Salak! Vrijdag en Zaterdags gingen we lang zaam door, altijd in zwaren mist; einde lijk 's avonds ten anker, maar de officieren aan dek blijven. Zondagoch tends kregen we den loods te pakken, de mist was iets dunner, en zoo stoom den we naar Lissabon door. Waarschijn lijk gaan v,e weer naar Rotterdam om te dokken, want hier is geen dok, 't bij lappen duurt echter altijd lang genoeg. Verdwenen. Naar de Leidsche Crt. meedeelt, is de heer P., chef van de kassiersirma P. Zn. te Leiden,"zonder orde op zijne zaken te stellen, verdwenen. Vier kinderen verbrand. Te Vlissingen is Vrijdag een ontzettend ongeluk gebeurd. Te 10 uur ongeveer viel een pot met kokende meubelpolitoer bij den meubelma ker Bom omver, waardoor de brand ontstond. Jammer genoeg was de bi andweer niet in staat om vlug te werken, daar debrandkranen der Duinwaterleiding niet werkten. Het eerst werd water gegeven door de spuit van het depót van dicipline, terwijl de militairen flink bij de blussching hielpen. Helaas, men wist maar al te zeker, dat er manschenlevens te betreuren zouden zijn. De agent van politie De Boo van Uye haalde eeu kind uit het brandende huis, dat met zware brandwonden was over dekt, en kort daarna overleed maar toen het vuur was gebluscht, en men in de puinhoopen zocht vond men de andere kinderlijkjes. De meubelmaker verliest vier kinderen, drie meisjes en een jongen. De meisjes waren 6, 2 9n 1 jaar oud, de knaap was 4 jaar. Ontzettend is het te vernemen, dat da moeder, die bij het uitbreken van den brand de deur uit was, terugkomende, haar kinderen wilde redden. De arme vrouw bekwam daarbij zware brandwon den. De verslagenheid over het ongeval is algemeen. Onvoorzichtigheid. Een treurig onge luk had Donderdagmiddag te Zeddam plaats. De onbezoldigd rijksveldwachter H. had, onvoorzichtig genoeg, een geladen revolver op tatel gelegd. Toen een zijner kinderen dit wapen ter hand nam, haastte H. zich zoo spoedig mogelijk het kind den revolver af te nemen met het ongelukkig gevolg echter dat het schot af ging en zijn vrouw in de borst trof, die kort daarop overleed. Door de mirechaussee's te 'sHeeren- berg is een onderzoek ingesteld en H. is voorloopig in arrest genomen. Inbrekers. Te Wormer isin den nacht van Maandag op Dinsdag ingebroken in de Hervormde kerk. De dieven hebben gepoogd zich den inhoud der brandkast, die juist zeer aanzienlijk was, omdat met Kerstmis de huur der kerkelijke eigendom men was ontvangen, toe te eigenen. Het slot, dat weerstand bood, en de omstandig heid, dat de brandkast met een ketting in den grond was bevestigd, hebben hun pogingen verijdeld. Alleen het offerblok, bevattende slechts dertig centen, werd door hen meegenomen. Tot heden heefc men van de dieven nog geen spoor kunnen ontdekken. Haagsehe militairen. De militairen in de Koninklijke residentie maken zich nog al eens berucht door straatschandalen. Zoo is weer vrijdag avond in den omtrek van de Groote Markt en de Schoolstraat de politie slaags geweest met ongeveer 40 militairen, behoorende tot verschillende wapens, die de agenten, bemoeilijkten en ten slotte de sabel tegen hen trokken. Niet dan met groote moeite gelukte het drie der hoofdaanleggers van het verzet, een cavalerist, een grenadier en en een jager naar het commissariaat aan de Groenmarkt over te brengen, waarna zij aan een patrouille werden overgeleverd. Over het deelen van een kleine erfenis te Zuidwolde (Dr.) ontstond dezer dagen groote twist. Een der erfgenamen is daarbij volslagen krankzinnig geworden en zal naar het gesticht te Zuidlaren opgezonden worden. Een Honderdjarigebrui lof t. Op de vraag, of een echtpaar ooit zijn honderdjarige bruiloft zou hebben gevierd, deelt een Hongaarseh blad het volgende mede In 1894 vierden Johan Szathmary en zijn vrouw, in het stadje Isombolyri den honderdsten verjaardag van hun hu wel jk. De man was toen honderd twintig jaar oud en de vrouw honderd vijftien en sinds jaren leven zij van een toelage van de regeering, hun geschonken wegens hun hoogen leeftijd en hun wederkeerige trouw. Buitengewoon is het feit zeer zeker, maar het moet gecontroleerd en waar bevonden zijn. Tien dagen in het ijs. Omtrent de redding van schipper Prins meldt de Zwolsche Crt. De stoombooten Meppel I, kapt. J. Jan- son en Meppel III, kapt. Bruinink, Zon dagmorgen 6 uur van Amsterdam ver trokken, zijn dien avond ongeveer 7 uur te Kampen aangekomen. De reis had dus lang geduurd, doch daarvoor was een gegronde reden aanwezig. Het plan toch wa3 te voren gevormd de vichschuit Z. A. N. S., waarvan men sinds 10 dagen niets vernomen had an waarvan men het ergste vreesde, zoo mogelijk op te sporen. Tot dat doel werden alle po gingen, tijdens men in zee was aangewend. Toen men eindelijk meende het vermiste vaartuig te bespeuren bleek men door een groote ijsvlakte er van gescheiden te zijn. De Meppel I voorop was niet in staat alleen het ijs te breken doch met behulp van de Meppel III slaagde men er eindelijk in de schuit te bereiken en uit te sleepen. Zoo doende kon men het vaartuig, met de op varenden vader en zoon, behouden te Kam pen aan wal brengen. Het was werkelijk voor hen hoogtijd dat de redding opdaag de, want zoo wel aan voedsel als brandstof was gedurende 10 dagen die men te wes ten van Urk ter hoogte van' het Enkbuizer Zand in het ijs had doorgebrach, groot gebrek gekomen. Do gezagvoe rders der booten verzorgden de geredden liefderijk en op doelmatige wijze, door hen aanvankelijk slechts spaarzaam voedsel toe te dienen, om hen zoo doende weer op verhaal te krijgen. Het was opmerkelijk, hoe men alles wat aan de schuit bruikbaar was aan brandstof had verbruiktdat was aan het vaartuig duidelijk te zien. Plaatselijk Xieu ws. Sommelsdijk. J.l. Donderdag, even na het afdrukken van ons vorig nummer, werden wij opgeschrikt door het luiden der brandklok. De schuur van den landbouwer G. v. d, Meijde stond in lichte laaie. Omgeven door schuren, gaf de brand ean dreigend aanzienmen wist echter, dank zij den gunstigen wind en het feit dat de schuur ledig was, de nevenstaande gebouwen te bewaren, zoodat in een paar uur tijds twee van de 3 spuiten weer kon den inrukken. Bij Raadsbesluit is tot Regent van het Burgerlijk Armbestuur herkozen de heer J. van Schouwen en tot lid der Plaatselijke Schoolcommissie de heer M. de Gast. De Bevolking der Gemeente Sommels dijk bedroeg op 31 Dec. 1894. 2717. Vermeerderde dooi vestiging met 91 m. en 89 vr. totaal 180 en door geboorte met 47 m. en 33 vr. totaal 80. Verminderde daarentegen door vertrek met 91 m. en 90 vr. totaal 181 en door overlijden met 18 m. en 24 vr. totaal 42. Zoodat het totaal der bevolking vermeerderde met 138 m. an 122 vr. en verminderde met 109 m. en 114 vr. waardoor de bevolking op 1 Jan. 1896 bedroeg 2754. Middelharnis, 6 Januari. Heden mid dag terwijl de landbouwer G. Verhagezijn Eindelijk terug. 6. Hoofdstuk I. De boomen joegen haar thans schrik aanware zij slechts op een open veld geweest, zij had kunnen zien wat zich voor of achter haar vertoonde hier zag zij niets dan breede schaduwen, vernam zij telkens den sprong van een eekhoren, het geschuifel van een pad tusschen de varens, en meende zij eene menschelijke gedaante uit het struikgewas te voorschijn te zien komen. Huiverend ging zij dan weder verder de tocht viel haar eindeloos lang, en zij gevoelde zich zoo uitgeput, door de verschillende aandoeningen, welke haar bestormd hadden, dat zij tot tweemaal toe onderweg op een omgehouwen stam moest uitrusten. Eens zelfs verborg zij zich in het kreupelhoutzij zag de brandende lantarens van een rijtuig achter haar aan naderen, en zij meende dat het de tentwagen randen Lagenhof was, die haar had achterhaaldmet een zucht van verademing herkende zij het karretje van den dokter. Zij had den braven grijsaard gaarne willen verzoeken meê te mogen rijdenmaar zij durfde niet. "Wat moest hij wel van haar den ken, van haar die nog niet op haar post was wedergekeerd En op dien langen, langen weg, rees het beeld van haar verleden voor haar op. Zij zag zichzelve weêr als jong meisje, steeds vervolgd door den angst dat haar vader mocht komen te sterven, en de wetenschap daarna in conditie te moeten gaan. Zij was overal gevierd geworden; maar niemand had het gewaagd haar, die niets bezat, ten huwelijk te vragen. Visser alleen had hare armoede niet geteld. Arme Visser, hoezeer had hij niet ep haar vertrouwd, door te gelooven, dat zij zich tevreden .zou stellen met het weinige wat hij haar aan te bieden had, en het was waar, hij schonk haar meer weelde, dan zij ooit in het ouderlijk huis genoten had. "Waarom had zij zich daar mede dan niet tevreden gesteld P Was zij dan eene vorstin, dat het haar aan rijtuigen noch paarden, aan rijke toilet ten of tallooze verstrooiingen ontbreken mocht P Visser had zich in den laatsten tijd slecht gekleed, en haar daardoor afkeer ingeboezemdmaar had hij dat niet gedaan, om te vergoeden wat zijzeive voor haar uiterlijk noodig had Ja, zij zag hem weer in de versleten, rood geworden jasjes maar hij verrees ook voor haar blik, gelijk hij des Zonsdags voor zijne gemeente optrad, in de lange, met zijde fluweel omzette togadan kwam zijne hooge gestalte wederom gelijk voorheen uit. Dan hief hij het schoone hoofd, in zjjne bezieling, weer omhoog, vergat hij alles wat zijn hart terneer- drukte. Dan scheen ®r waarlijk zegen van zijne lange, witte handen uit te gaan, als hij ze, na afloop van den dienst, over de menigte uitstrekte. Och die handen, wat hadden zij niet afgewerkt in de laatste jaren, en dat alles voor haar Zij arbeidden zoolang voort in den nacht, dat zij reeds uren geslapen en gedroomd had, als hij zich eindelijk ter ruste kwam leggen. Waarom had zij tot hiertoe gevonden dat het vanzelfsprak, dat het niet meer dan zijn plicht was Zij waren thans tot werkeloosheid ge doemd, en het was goed dat hijzelf daar door wat rust zou nemen maar zij deden hem pijn. Zou hij de oogen wel kunnen sluiten Brandwonden veroorzaakte eene martelingzij wist dat, sedert zij eens, jaren geleden, kokend water over de voe ten gekregen had, en zij was nog wel ge schoeid geweest. O zoo zij slechts thuis ware gebleven, zou dit nooit gebeurd zijn Hee zou hij haar ontvangen Wat moest zij hem zeggen, om hare komst op dit late uur te verklaren Dat zij zich ongerust maakte over Neeltje? Het was niet waar. Dat zij medelijden met hem had Hij zou weigeren haar te gelooven. Had hij niet jaren lang aan hare zijde voortgeleden, zonder dat haar hart zich ooit over hem had ontfermd Zij had zich vrijwillig aan eigen haard tot eene vreem de gemaakt. Nu eerst erkende zij hare dwaasheid maar het was te laat, en zij vond niets anders dan een leugen, om hare tegenwoordigheid in huis te verontschul digen. Om haar heen werd het al donkerder en donkerder zij kon weldra geen hand voor oogen meer zien het onheilspellend gerit sel in het struikgewas nam toe, en hare koortsachtige verbeelding joeg haar het angstzweet naar de slapen. Zou die lange, lange weg dan nooit ten einde zijn P Hoofdstuk IL Het scheen alsof alles berekend was om den tocht der jonge vrouw te bemoeilijken. Den ganschen dag had er een onweder boven de streek gehangen, en nu begonnen er groote, zware regeudroppelen neer te vallen, die haar een oogenblik weldadig aandeden, omdat zij haar brandend voor hoofd verkoelden, maar haar al spoedig van nieuwen schrik vervulden. Wat zou zij doen, als er ean noodweer losbrak Zij was altijd btng voor de ontketende ele menten gebleven, zij die geen hecht geloof bezat, om zich aan vast te klemmen, en zoo zij reeds sidderde, wanneer zij zich onder dak bevond, wat moest het dtu wezen, nu zij geen enkele schuilplaats zou vinden Niet ver van daar verrees wel eene boerderij maar de bewoners waren streng godsdienstige lieden in den blik van vrouw Teunissen meende zij meer dan eens eene afkeuring te hebben gezien eens ook dat daar een kind ziek had gelegen en dat haar man, dien men was komen roepen, uit was geweest, had zij geweigerd in zijne plaats te gaan. Kon zij er dan nu aankomen Neen al ha re vroegere daden verhieven zich tegen haar, sneden haar elkeD uitweg af. Zij durfde zelfs niet bidden, dat God het gevaar van haar af zou wenden Hem toch had zij boven alles belerdigd, door hare eenvoudigste plichten te verzui men. Hel verwijderd gerommel van den don der werd aldra gevolgd door een feilen bliksemstraal en van dat oogenblik brak het onweer in <al zijne woede los. Zij sidderde van hoofd tot voeten en trachtte sneller door te loopen maar ook dat werd haar door de duisternis belet. Slechts wanneer het licht des hemels de lucht doorflikkerde, kon zij voor zich uitzien. Zij was spoedig doornat, hare kleederen werden zwaar, en het scheen haar toe dat zij niet meer vorderde, dat Berghorst steeds verder en verder van haar verwij derd lag. O zoo Visser het sleehts had geweten, dat zij zich op dit uur onbe schermd op weg bevond, hoe schuldig zij ook zjjn mocht, hij zou haar ter hulp ziju gesneld, hij die zoo medelijdend was voor al het geschapenezij was er zeker van. Op eens werd zij ijskoud. Bij den spook- achtigen gloed van een bliksemlicht had zij niet ver voor haar uit een man zien op dagen, die op haar toekwam. Het was slechts een vreedzame arbeidermaar dat wist zij niethij ook was geheel doorre- gend, en de sluik afaangende haren en baard gaven hem een verwilderd uiter lijk zij had een bijl op zijn schouder zien flikkeren, en meende niet anders of het was een misdadiger, die haar in het vol gende oogenblik dooden zou. Onwillekeu rig zonk zij op de knieën, om aldus den genadeslag af te wachten, en het was eerst lang daarna, toen een nieuwe bliksem straal haar aantoonde dat zij alleen was, dat zsj het waagde op te staan en vorder door te strompelen. Wordt vervolgd.) beesten naar }buit drinken, kreeg hi zoo hevigen slag door andere pers moest worden ve geneesheer werd been zwaar gekne Voor vader ei oudenmannenhuis personen aangemi Bedankt voor ker kalhier door I Den Bommel jn de Herv. Kei] Fokker, en tot Kardux, in pla| overleden. Regenmeter m.M. met 17 regi 1894 49,1 m.ï' In 't jaar 181 regendagen, tej m.M. met 175 re Overzicht va; 1894 ontvanger men in deze gen In 1895ontva in 't geheel beha In 1894 ontv^ in 't geheel bel Ooltgenspla; den j.l. Woens gedeelte onzer te brengen, dooi en ruiten te slf en latwerk te Door de pol spoord en proc Ook werd drogen hanger ontvreemd. Melissant. over 1895 als Bevolking vermeerderd door vestiging Verminderd d< door vertiek Op 31 Dec. b| 1479 zielen, en 732 vrouv Er werden kinderen en Ouddorp. mannelijke ei| samen 102. en 6 levenle 13 paren zijn Op de beid' 7 millioen gewogen. R meekrap werd bereid. Tot ouderli B. v. d. Klo werd S. v. d. van K. Voog F. Agera betrekkingen Aan de 2d Oostdijk is td M. Troost te dereede welk! bedankt. Dez heer P. v. d als zoodanig Men is tt gestrande sclj menschen we ROEKJ Wij ontvi lotlngs-Sche Premie vooij bladen De FINANCIEI TENIER Fj gegeven. Dat deze staande bel meer, daar niet bestaal effecten hand gevoeld wor Zij munt controleeren gaven gerar gewijze naa fondsgewijze de eerste o alle bijzond betrekking Deze kal voor niet-al Bui i In Amerika is een maatsohappij opgericht, tot exploitatie van een nieuwe vinding, de ball nozzle. Deze vinding is een nieuw model straal- pijp voor de brandweer. Voor in de pijp zitnl. een balletje en het water dat onder hoogeu druk wordt uitgestuwd, verlaat de pijp niet in een straal maar wijd uitgespreid, als een waaier, hetgeen een uitstekend effect moet hebben bij de bestrij ding van brand, vooral hierom, omdat het water een scherm vormt voor den brandweerman, die de brandende plek nu dichter kan naderen. Met een aantal handteekeningen voorzien is uit Amsterdam het volgende telegram gezonden aan president Kruger Hulde aan onze dappere stamgenooten." 4" Gedurende he gemeente 10 hui het aantal gebo overledenen 30 b Levenloos wer ren van het vror van het mannel| fc. Sommo Overleden gehuwd met GeborenI Vlugt en Lee d. v. Leendert - Nlddel Geboren1 5* van der Valt nu», z. van Graaff. Jr han; Kolle. Leend sten. Overleden aj t Teuntje Bror Matthijs Ond I 73 j., wed. Ma

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1896 | | pagina 2