FEU ILLETON,
-
I1
•I
m
Globe doet dat helder uitkomen. Dit blad
deelt mede, dat Rhodes, toen reeds tijdens
de driftensquaestie oorlog dreigde, aan de
grenzen een troep van 800 tot 1000 man
had gemobiliseerd, met 11 stukken geschut,
waaronder 7 mitrailleuses van het laatste
model. Het bijeentrekken dezer troepen
geschiedde onder voorwendsel, Khama's
krijgsmacht in bedwang te houden maar
blijkbaar wilde Jameson deze strijdmacht
gereed hebben om over de grenzen te
trekken, ingeval de Engelsche troepen
tegen de Boeren zouden oprukken. Hier
door wordt het duidelijk hoe Jameson,
dadelijk na het ontvangen van den brief
der uitlanders te Johannesburg, zooveel
honderden mannen tot zijn beschikking
had.
JUICHTONEN.
Indrukwekkend is het gejubel waar-
meê de groote wereldpers, de bladen
der Jingo's in Engeland uitgezonderd
de overwinning der Boeren begroet. In
dien het een victorie van verdrukte
laudgenooten op een overmachtigen vij
and ware geweest, dan zouden met name
de Duitsche couranten niet harder kun
nen juichen dan ze thans doen. En die
geestdrift vindt weerklank in de Duitsche
natie onder voorgang des keizers spreekt
men overal zijn sympathie en bewondering
uit voor de kloeke Boeren, die den aanslag
op de onafhanJcelijkheid van hun land heb
ban verijdeld.
"Want het is nu overduidelijk gewórden,
dat de lang voorbereide tocht van Jameson
geen ander doel had dan om, door een stou
ten coup, de Boeren-republiek uit de rij
der zelistandige Staten te doen verdwijnen.
Ware hij er in geslaagd, Johannesburg te
bezetten, dan zou Majuba geheel ongedaan
zijn gemaakt. En daarom is het niet over
dreven, als we f sprekenj al werd de strijd
onder andere omstandigheden gevoerd,
van de strijd .Spïtskop] twee! De
toen en nu behaalde overwinningen zijn
één in beteekenis.
Want nu, van achteren, keurt de Engel
sche regeering wel den stap van Jameson
sterk afkeurt zelfs Rhodes hem af, die,
naar uit alles blijkt, zijn «torero daartoe
had geïnspireerd en reeds een maand gele
den in stilte alle maatregelen had laten
nemen voor den rooverstochtmaar het
staat vast, dat, ware Jameson geslaagd, er
een heel ander liedje zou gezongen zijn.
Dan zou Engeland in het fait accompli
hebben berust, want immers was de expe
ditie niet tegen het Tranvaalsche volk
gericht, maar tegen de Regeeringskliek,
die de goudzoekende uitlanders zoo wreed
verdruktDan zou Rhodes' daad wel
vergoelijkt zijn geworden, omdat hij voor
zijn geplaagde landslieden opkwam en
het groot succes, door zijn optreden verkre
gen, had de Britten met nieuwe bewonde
ring vervuld voor den Napoleon van Zuid
Afrika, die Engelands belangen zoo flink
wist te dienen.
Door de waakzaamheid der Boeren is
thans de brutale aanslag verijdeld. „Oom
Paul" zei een poosje geleden, dat men een
schildpad niets kan doen vóór hij zijn kop
toont. De regeering nu was op haar qui
vive. En toen de kop dan ie voorschijn
kwam, had Oom Piet zijn geweer klaar om
het beest dood te schieten.
Bijzonderheden over den strijd zijn,
jammer genoeg, nog niet bekend. De
telegraafkabel tusschen Aden en Zanzebar
is gebroken, en zoo moeten de berichten
langs een omweg komen. Misschien wel
tengevolge daarvan doen allerlei geruch
ten de ronde, o, a. dat Jameson reeds
gefuselleerd is na een summiere
veroordeeling door den krijgsraad. Volgens
een ander gerucht wordt in de straten van
Johannesburg gevochten.
Men weet alleen, dat Jamesons man
schappen na een scherp gevecht uit hun
stellingen verdreven werden, en dat toen
een capitulatie volgde. De mindere
manschappen werden op hun eerewoord
weer vrijgelaten de officieren met den
bevelhebber bleven in arrest. Te Krugers
dorp, het eindpunt van den zijtak der
spoorweglijn door den Rand, vanwaar
Jameson blijkbaar met den trein naar
Johannesburg had willen vertrekken,
werden de indringers door de Boeren
opgewacht.
Uit voorzorg waren de laatsten begon
nen met de rails tusschen Krugersdorp en
Johannesburg op te breken. Deze maatre
gel bleek echter overbodig, daar Jameson's
bende spoedig werd overweldigd. Krugers
dorp is ongeveer 82 kilometer van Johan
nesburgverwijderd
In Londen was de ontroering groot bij
het vernemen der nederlaag.
De algemeene indruk was, dat de
overwinning der Boeren een geduchten
slag toebrengt aan het prestige der
Engelschen in Zuid Afrika; eene slag
waarbij alleen de vernedering bij Majuba
is te vergelijken. Bij Jamesons troep
waren vele Engelsche officieren, o. a.
een half dozijn die tot de Garde behooreu,
en de mansehappen zelf werden als de
keurbende van Zuid Afrika beschouwd.
Het was geen bijeengegaard troepje, maar
eeu uitgelezen korps veldpolitie, geoefend
en gehard in den strijd tegen de inboor
lingen, en die zich zooveel lieten voorstaan
op hun bekwaamheid in het schieten;
kortom een geduchte strijdmacht.
Vooral in de militaire clubs was de ver
slagenheid groot, want men had daar
een anderen uitslag verwacht.
Duitschland's houding.
Keizer "Wilhelm heefc een telegram
van gelukwensch aan den President van
Transvaal gezonden.
„Ik wensch u," zoo luidde het, „oprecht
geluk, dat het u, zonder de hulp van
bevriende mogendheden in te roepen, met
uw volk gelukt is, steunende op eigen
kracht, tegenover de gewapende scharen
die als verstoorders van den vrede in
uw land binnendrongen, dien vrede te
herstellen en de onafhankelijkheid des
lands tegen de aanvallen van buiten te
beschermen.
Wilhelm."
In Londen heeft dit telegram sensatie
gemaaktwat te begrijpen isen ook
vraagt men zich eenparig af, wat het
beduiden kan, dat de Duitsche keizer
zoo druk aan het confereeren is met zijn
ministers.
USIUENU» NIEUWS.
De Salak. Omtrent de aanvaring
van de Salak verneemt de N. Eott. een
en ander uit een particulier schrijven,
waaraan wij het volgende ontleenen. De
briefis gedateerdLissabon, 30 December.
Donderdagavond om acht uur had ik
wacht te kooi en om twaalf uur zou ik
de hondewacht hebben. Tot tien uur had
ik aan mijn broer op Lombok zitten schrij
ven, en tegen half elf ging ik naar kooi,
viel spoedig in slaap, droomde van vroe
ger tijden en werd om half twaalf
wakker door een geweldigen schok. Da
delijk daarop klonk een hartverscheu
rend gegil om hulp; het had veel weg
van beestengehuil en niets van mensche-
ljjke stemmen. Maar het waren dan cok
de vreeselijke kreten van in doodsge
vaar verkeerenden. Er uit te springen
en door het patrijspoortje te kijken, was
het werk van een oogenblik.
Vlak voor den boeg zag ik een stoom
boot, die wij hadden aangevaren ver
der was alles dik van mist. In een mi
nimum van tijd was ik aangekleed, ik
legde mijn zwemgorkel klaar en vloog
naar de brug. Daar zag ik juist de an
dere boot vrijkomen met een reusachtig
gat van 16 voet in de midscheeps, gaande
tot de boom van het achterluik. Aan
dek wa3 het een allerverschrikkelijkste
herrie; mannen in onderkleeren, bloots
hoofds, liepen daar woest schreeuwende
rond. Gelukkig bleven enkelen kalm.
De kop vsn de Salak begon langzaam
te zinken, en na peiling bleek er veel
water in de piek te zitten. De eerste
machinist, een kranige kerel, en de tim
merman onderzochten inderhaast de
schadeaan stuurboord een scheur van
pl.m. 6 M. en een gat waar het water
van buitenboord als een waterval in
liep. Een paard had er met gemak door
gekundIk blies verzamelen en riep zoo
krachtig als ik kon: „Sloepen te water!
sloep stuurboord no. 3." En ik had de
eer, dat mijne sloep het eerst buiten
boord was.
Van de andere boot, die onmiddelijk in
den mist was verdwenen, en die misschien
toch vlak bij was, waren de kapitein en
een matroos overgesprongen. Het was de
Peacemet graan van Galatz naar Liver
pool gaande.
Wat ons betreft, het bleek dat wij drij
vende bleven op het aanvaringsschot. liet
gevaar was lang niet geweken, vooral niet
in dien dikken mist, ea bij de vele schepen
die daar waren, want het is in die wateren
een drukke vaart.
Langzamerhand kwam er nochtans
meer orde. De sloepen werden geheel
uitgerust, met versch drinkwater en
scheepsbeschuit, vloeistofkompassen, in
strumenten en kaarten, enz. enz.
Den geheelen nacht door bleven wij
langzaam en steeds fluitende heen en
weer stoomen, in de hoop de schipbreu
kelingen op te nemen, want de Peace
moest zonder eenigen twijfel zinken. Wat
een allerellendigste nacht! Ons schip
zwaar beschadigd, ongelukkig midden
in den mist, en dan het idee dat
daar vlakbij die arme lui van de Peace
misschien nog woratelden met den dood.
We konden niet trachten te helpen.
Want hadden we met een sloep ons schip
verlaten, we zouden het door dien mist
niet teruggevonden hebben.
's Ochtends tegen een uur of zeven
zagen we plotseling twee sloepen komen.
Goddank, ze waren allen gered. Ik had
die lui wei kunnen omhelzen van blijd
schap, hoe smerig ze er ook uitzagen.
Enkele zaken hadden ze kunnen redden,
zooals deu hond, den sextant en den
chronometer, enkele kleedigstukken.
Maar de meesten bezaten niets dan wat
ze aan het lijf hadden, en dat was bij
velen niets dan een onderbroek en fla
nellen hemd. Hartelijk zijn ze aan boord
van de Salak behandeld, en toen ze
gisteren van het Zeemanshuis vertrok
ken, was het: Three cheers for our friends
on the Salak!
Vrijdag en Zaterdags gingen we lang
zaam door, altijd in zwaren mist; einde
lijk 's avonds ten anker, maar de
officieren aan dek blijven. Zondagoch
tends kregen we den loods te pakken,
de mist was iets dunner, en zoo stoom
den we naar Lissabon door. Waarschijn
lijk gaan v,e weer naar Rotterdam om
te dokken, want hier is geen dok, 't bij
lappen duurt echter altijd lang genoeg.
Verdwenen. Naar de Leidsche Crt.
meedeelt, is de heer P., chef van de
kassiersirma P. Zn. te Leiden,"zonder
orde op zijne zaken te stellen, verdwenen.
Vier kinderen verbrand. Te Vlissingen
is Vrijdag een ontzettend ongeluk gebeurd.
Te 10 uur ongeveer viel een pot met
kokende meubelpolitoer bij den meubelma
ker Bom omver, waardoor de brand
ontstond. Jammer genoeg was de
bi andweer niet in staat om vlug te werken,
daar debrandkranen der Duinwaterleiding
niet werkten. Het eerst werd water
gegeven door de spuit van het depót van
dicipline, terwijl de militairen flink bij
de blussching hielpen. Helaas, men wist
maar al te zeker, dat er manschenlevens te
betreuren zouden zijn.
De agent van politie De Boo van Uye
haalde eeu kind uit het brandende huis,
dat met zware brandwonden was over
dekt, en kort daarna overleed maar toen
het vuur was gebluscht, en men in de
puinhoopen zocht vond men de andere
kinderlijkjes. De meubelmaker verliest
vier kinderen, drie meisjes en een jongen.
De meisjes waren 6, 2 9n 1 jaar oud, de
knaap was 4 jaar.
Ontzettend is het te vernemen, dat da
moeder, die bij het uitbreken van den
brand de deur uit was, terugkomende,
haar kinderen wilde redden. De arme
vrouw bekwam daarbij zware brandwon
den.
De verslagenheid over het ongeval is
algemeen.
Onvoorzichtigheid. Een treurig onge
luk had Donderdagmiddag te Zeddam
plaats. De onbezoldigd rijksveldwachter
H. had, onvoorzichtig genoeg, een geladen
revolver op tatel gelegd. Toen een zijner
kinderen dit wapen ter hand nam, haastte
H. zich zoo spoedig mogelijk het kind den
revolver af te nemen met het ongelukkig
gevolg echter dat het schot af ging en zijn
vrouw in de borst trof, die kort daarop
overleed.
Door de mirechaussee's te 'sHeeren-
berg is een onderzoek ingesteld en H. is
voorloopig in arrest genomen.
Inbrekers. Te Wormer isin den nacht
van Maandag op Dinsdag ingebroken in
de Hervormde kerk. De dieven hebben
gepoogd zich den inhoud der brandkast,
die juist zeer aanzienlijk was, omdat met
Kerstmis de huur der kerkelijke eigendom
men was ontvangen, toe te eigenen. Het
slot, dat weerstand bood, en de omstandig
heid, dat de brandkast met een ketting in
den grond was bevestigd, hebben hun
pogingen verijdeld.
Alleen het offerblok, bevattende slechts
dertig centen, werd door hen meegenomen.
Tot heden heefc men van de dieven nog
geen spoor kunnen ontdekken.
Haagsehe militairen. De
militairen in de Koninklijke residentie
maken zich nog al eens berucht door
straatschandalen. Zoo is weer vrijdag
avond in den omtrek van de Groote
Markt en de Schoolstraat de politie slaags
geweest met ongeveer 40 militairen,
behoorende tot verschillende wapens, die
de agenten, bemoeilijkten en ten slotte de
sabel tegen hen trokken.
Niet dan met groote moeite gelukte
het drie der hoofdaanleggers van het
verzet, een cavalerist, een grenadier en
en een jager naar het commissariaat
aan de Groenmarkt over te brengen,
waarna zij aan een patrouille werden
overgeleverd.
Over het deelen van een kleine
erfenis te Zuidwolde (Dr.) ontstond dezer
dagen groote twist. Een der erfgenamen is
daarbij volslagen krankzinnig geworden
en zal naar het gesticht te Zuidlaren
opgezonden worden.
Een Honderdjarigebrui
lof t. Op de vraag, of een echtpaar
ooit zijn honderdjarige bruiloft zou hebben
gevierd, deelt een Hongaarseh blad het
volgende mede
In 1894 vierden Johan Szathmary en
zijn vrouw, in het stadje Isombolyri den
honderdsten verjaardag van hun hu wel jk.
De man was toen honderd twintig jaar
oud en de vrouw honderd vijftien en sinds
jaren leven zij van een toelage van de
regeering, hun geschonken wegens hun
hoogen leeftijd en hun wederkeerige
trouw.
Buitengewoon is het feit zeer zeker,
maar het moet gecontroleerd en waar
bevonden zijn.
Tien dagen in het ijs. Omtrent de
redding van schipper Prins meldt de
Zwolsche Crt.
De stoombooten Meppel I, kapt. J. Jan-
son en Meppel III, kapt. Bruinink, Zon
dagmorgen 6 uur van Amsterdam ver
trokken, zijn dien avond ongeveer 7 uur
te Kampen aangekomen. De reis had
dus lang geduurd, doch daarvoor was een
gegronde reden aanwezig. Het plan
toch wa3 te voren gevormd de vichschuit
Z. A. N. S., waarvan men sinds 10
dagen niets vernomen had an waarvan
men het ergste vreesde, zoo mogelijk op
te sporen. Tot dat doel werden alle po
gingen, tijdens men in zee was aangewend.
Toen men eindelijk meende het vermiste
vaartuig te bespeuren bleek men door een
groote ijsvlakte er van gescheiden te zijn.
De Meppel I voorop was niet in staat alleen
het ijs te breken doch met behulp van de
Meppel III slaagde men er eindelijk in de
schuit te bereiken en uit te sleepen. Zoo
doende kon men het vaartuig, met de op
varenden vader en zoon, behouden te Kam
pen aan wal brengen. Het was werkelijk
voor hen hoogtijd dat de redding opdaag
de, want zoo wel aan voedsel als brandstof
was gedurende 10 dagen die men te wes
ten van Urk ter hoogte van' het Enkbuizer
Zand in het ijs had doorgebrach, groot
gebrek gekomen. Do gezagvoe rders der
booten verzorgden de geredden liefderijk
en op doelmatige wijze, door hen
aanvankelijk slechts spaarzaam voedsel
toe te dienen, om hen zoo doende weer op
verhaal te krijgen. Het was opmerkelijk,
hoe men alles wat aan de schuit bruikbaar
was aan brandstof had verbruiktdat was
aan het vaartuig duidelijk te zien.
Plaatselijk Xieu ws.
Sommelsdijk. J.l. Donderdag, even na
het afdrukken van ons vorig nummer,
werden wij opgeschrikt door het luiden
der brandklok.
De schuur van den landbouwer G. v. d,
Meijde stond in lichte laaie.
Omgeven door schuren, gaf de brand
ean dreigend aanzienmen wist echter,
dank zij den gunstigen wind en het feit
dat de schuur ledig was, de nevenstaande
gebouwen te bewaren, zoodat in een paar
uur tijds twee van de 3 spuiten weer kon
den inrukken.
Bij Raadsbesluit is tot Regent van
het Burgerlijk Armbestuur herkozen de
heer J. van Schouwen en tot lid der
Plaatselijke Schoolcommissie de heer M.
de Gast.
De Bevolking der Gemeente Sommels
dijk bedroeg op 31 Dec. 1894. 2717.
Vermeerderde dooi vestiging met 91
m. en 89 vr. totaal 180 en door geboorte
met 47 m. en 33 vr. totaal 80. Verminderde
daarentegen door vertrek met 91 m. en
90 vr. totaal 181 en door overlijden met
18 m. en 24 vr. totaal 42.
Zoodat het totaal der bevolking
vermeerderde met 138 m. an 122 vr. en
verminderde met 109 m. en 114 vr.
waardoor de bevolking op 1 Jan. 1896
bedroeg 2754.
Middelharnis, 6 Januari. Heden mid
dag terwijl de landbouwer G. Verhagezijn
Eindelijk terug.
6. Hoofdstuk I.
De boomen joegen haar thans schrik
aanware zij slechts op een open veld
geweest, zij had kunnen zien wat zich
voor of achter haar vertoonde hier zag
zij niets dan breede schaduwen, vernam
zij telkens den sprong van een eekhoren,
het geschuifel van een pad tusschen de
varens, en meende zij eene menschelijke
gedaante uit het struikgewas te voorschijn
te zien komen.
Huiverend ging zij dan weder verder
de tocht viel haar eindeloos lang, en zij
gevoelde zich zoo uitgeput, door de
verschillende aandoeningen, welke haar
bestormd hadden, dat zij tot tweemaal
toe onderweg op een omgehouwen stam
moest uitrusten. Eens zelfs verborg zij
zich in het kreupelhoutzij zag de
brandende lantarens van een rijtuig
achter haar aan naderen, en zij meende
dat het de tentwagen randen Lagenhof
was, die haar had achterhaaldmet
een zucht van verademing herkende zij
het karretje van den dokter. Zij had den
braven grijsaard gaarne willen verzoeken
meê te mogen rijdenmaar zij durfde
niet. "Wat moest hij wel van haar den
ken, van haar die nog niet op haar post
was wedergekeerd
En op dien langen, langen weg, rees
het beeld van haar verleden voor haar
op. Zij zag zichzelve weêr als jong meisje,
steeds vervolgd door den angst dat haar
vader mocht komen te sterven, en de
wetenschap daarna in conditie te moeten
gaan. Zij was overal gevierd geworden;
maar niemand had het gewaagd haar,
die niets bezat, ten huwelijk te vragen.
Visser alleen had hare armoede niet
geteld. Arme Visser, hoezeer had hij
niet ep haar vertrouwd, door te gelooven,
dat zij zich tevreden .zou stellen met het
weinige wat hij haar aan te bieden had,
en het was waar, hij schonk haar meer
weelde, dan zij ooit in het ouderlijk huis
genoten had. "Waarom had zij zich daar
mede dan niet tevreden gesteld P Was
zij dan eene vorstin, dat het haar aan
rijtuigen noch paarden, aan rijke toilet
ten of tallooze verstrooiingen ontbreken
mocht P
Visser had zich in den laatsten tijd
slecht gekleed, en haar daardoor afkeer
ingeboezemdmaar had hij dat niet
gedaan, om te vergoeden wat zijzeive
voor haar uiterlijk noodig had Ja, zij
zag hem weer in de versleten, rood
geworden jasjes maar hij verrees ook
voor haar blik, gelijk hij des Zonsdags
voor zijne gemeente optrad, in de lange,
met zijde fluweel omzette togadan
kwam zijne hooge gestalte wederom gelijk
voorheen uit. Dan hief hij het schoone
hoofd, in zjjne bezieling, weer omhoog,
vergat hij alles wat zijn hart terneer-
drukte. Dan scheen ®r waarlijk zegen
van zijne lange, witte handen uit te
gaan, als hij ze, na afloop van den dienst,
over de menigte uitstrekte.
Och die handen, wat hadden zij niet
afgewerkt in de laatste jaren, en dat alles
voor haar Zij arbeidden zoolang voort in
den nacht, dat zij reeds uren geslapen en
gedroomd had, als hij zich eindelijk ter
ruste kwam leggen. Waarom had zij tot
hiertoe gevonden dat het vanzelfsprak, dat
het niet meer dan zijn plicht was
Zij waren thans tot werkeloosheid ge
doemd, en het was goed dat hijzelf daar
door wat rust zou nemen maar zij deden
hem pijn. Zou hij de oogen wel kunnen
sluiten Brandwonden veroorzaakte eene
martelingzij wist dat, sedert zij eens,
jaren geleden, kokend water over de voe
ten gekregen had, en zij was nog wel ge
schoeid geweest. O zoo zij slechts thuis
ware gebleven, zou dit nooit gebeurd zijn
Hee zou hij haar ontvangen Wat
moest zij hem zeggen, om hare komst op
dit late uur te verklaren Dat zij zich
ongerust maakte over Neeltje? Het was
niet waar. Dat zij medelijden met hem
had Hij zou weigeren haar te gelooven.
Had hij niet jaren lang aan hare zijde
voortgeleden, zonder dat haar hart zich
ooit over hem had ontfermd Zij had zich
vrijwillig aan eigen haard tot eene vreem
de gemaakt. Nu eerst erkende zij hare
dwaasheid maar het was te laat, en zij
vond niets anders dan een leugen, om hare
tegenwoordigheid in huis te verontschul
digen.
Om haar heen werd het al donkerder en
donkerder zij kon weldra geen hand voor
oogen meer zien het onheilspellend gerit
sel in het struikgewas nam toe, en hare
koortsachtige verbeelding joeg haar het
angstzweet naar de slapen.
Zou die lange, lange weg dan nooit ten
einde zijn P
Hoofdstuk IL
Het scheen alsof alles berekend was om
den tocht der jonge vrouw te bemoeilijken.
Den ganschen dag had er een onweder
boven de streek gehangen, en nu begonnen
er groote, zware regeudroppelen neer te
vallen, die haar een oogenblik weldadig
aandeden, omdat zij haar brandend voor
hoofd verkoelden, maar haar al spoedig
van nieuwen schrik vervulden. Wat zou
zij doen, als er ean noodweer losbrak Zij
was altijd btng voor de ontketende ele
menten gebleven, zij die geen hecht geloof
bezat, om zich aan vast te klemmen, en zoo
zij reeds sidderde, wanneer zij zich onder
dak bevond, wat moest het dtu wezen, nu
zij geen enkele schuilplaats zou vinden
Niet ver van daar verrees wel eene
boerderij maar de bewoners waren streng
godsdienstige lieden in den blik van
vrouw Teunissen meende zij meer dan
eens eene afkeuring te hebben gezien
eens ook dat daar een kind ziek had
gelegen en dat haar man, dien men was
komen roepen, uit was geweest, had zij
geweigerd in zijne plaats te gaan. Kon
zij er dan nu aankomen Neen al ha
re vroegere daden verhieven zich tegen
haar, sneden haar elkeD uitweg af. Zij
durfde zelfs niet bidden, dat God het
gevaar van haar af zou wenden Hem
toch had zij boven alles belerdigd, door
hare eenvoudigste plichten te verzui
men.
Hel verwijderd gerommel van den don
der werd aldra gevolgd door een feilen
bliksemstraal en van dat oogenblik brak
het onweer in <al zijne woede los. Zij
sidderde van hoofd tot voeten en trachtte
sneller door te loopen maar ook dat
werd haar door de duisternis belet. Slechts
wanneer het licht des hemels de lucht
doorflikkerde, kon zij voor zich uitzien.
Zij was spoedig doornat, hare kleederen
werden zwaar, en het scheen haar toe
dat zij niet meer vorderde, dat Berghorst
steeds verder en verder van haar verwij
derd lag. O zoo Visser het sleehts had
geweten, dat zij zich op dit uur onbe
schermd op weg bevond, hoe schuldig zij
ook zjjn mocht, hij zou haar ter hulp ziju
gesneld, hij die zoo medelijdend was voor
al het geschapenezij was er zeker van.
Op eens werd zij ijskoud. Bij den spook-
achtigen gloed van een bliksemlicht had
zij niet ver voor haar uit een man zien op
dagen, die op haar toekwam. Het was
slechts een vreedzame arbeidermaar dat
wist zij niethij ook was geheel doorre-
gend, en de sluik afaangende haren en
baard gaven hem een verwilderd uiter
lijk zij had een bijl op zijn schouder zien
flikkeren, en meende niet anders of het
was een misdadiger, die haar in het vol
gende oogenblik dooden zou. Onwillekeu
rig zonk zij op de knieën, om aldus den
genadeslag af te wachten, en het was eerst
lang daarna, toen een nieuwe bliksem
straal haar aantoonde dat zij alleen was,
dat zsj het waagde op te staan en vorder
door te strompelen.
Wordt vervolgd.)
beesten naar }buit
drinken, kreeg hi
zoo hevigen slag
door andere pers
moest worden ve
geneesheer werd
been zwaar gekne
Voor vader ei
oudenmannenhuis
personen aangemi
Bedankt voor
ker kalhier door I
Den Bommel
jn de Herv. Kei]
Fokker, en tot
Kardux, in pla|
overleden.
Regenmeter
m.M. met 17 regi
1894 49,1 m.ï'
In 't jaar 181
regendagen, tej
m.M. met 175 re
Overzicht va;
1894 ontvanger
men in deze gen
In 1895ontva
in 't geheel beha
In 1894 ontv^
in 't geheel bel
Ooltgenspla;
den j.l. Woens
gedeelte onzer
te brengen, dooi
en ruiten te slf
en latwerk te
Door de pol
spoord en proc
Ook werd
drogen hanger
ontvreemd.
Melissant.
over 1895 als
Bevolking
vermeerderd
door vestiging
Verminderd d<
door vertiek
Op 31 Dec. b|
1479 zielen,
en 732 vrouv
Er werden
kinderen en
Ouddorp.
mannelijke ei|
samen 102.
en 6 levenle
13 paren zijn
Op de beid'
7 millioen
gewogen. R
meekrap werd
bereid.
Tot ouderli
B. v. d. Klo
werd S. v. d.
van K. Voog
F. Agera
betrekkingen
Aan de 2d
Oostdijk is td
M. Troost te
dereede welk!
bedankt. Dez
heer P. v. d
als zoodanig
Men is tt
gestrande sclj
menschen we
ROEKJ
Wij ontvi
lotlngs-Sche
Premie vooij
bladen De
FINANCIEI
TENIER Fj
gegeven.
Dat deze
staande bel
meer, daar
niet bestaal
effecten hand
gevoeld wor
Zij munt
controleeren
gaven gerar
gewijze naa
fondsgewijze
de eerste o
alle bijzond
betrekking
Deze kal
voor niet-al
Bui
i
In Amerika is een maatsohappij opgericht,
tot exploitatie van een nieuwe vinding, de ball
nozzle. Deze vinding is een nieuw model straal-
pijp voor de brandweer. Voor in de pijp zitnl.
een balletje en het water dat onder hoogeu druk
wordt uitgestuwd, verlaat de pijp niet in een straal
maar wijd uitgespreid, als een waaier, hetgeen
een uitstekend effect moet hebben bij de bestrij
ding van brand, vooral hierom, omdat het water
een scherm vormt voor den brandweerman, die
de brandende plek nu dichter kan naderen.
Met een aantal handteekeningen voorzien
is uit Amsterdam het volgende telegram gezonden
aan president Kruger Hulde aan onze dappere
stamgenooten."
4"
Gedurende he
gemeente 10 hui
het aantal gebo
overledenen 30 b
Levenloos wer
ren van het vror
van het mannel|
fc.
Sommo
Overleden
gehuwd met
GeborenI
Vlugt en Lee
d. v. Leendert
-
Nlddel
Geboren1
5*
van der Valt
nu», z. van
Graaff. Jr han;
Kolle. Leend
sten.
Overleden aj
t
Teuntje Bror
Matthijs Ond
I
73 j., wed. Ma