Vrijdag 10 Januarfl896. Antirevolutionair Tiende Jaargang No. 534. Orgaan IN HOC SIGN O VINCES T. BOEKHOVEN. soMstEmniJK. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Amerika bij vooruitbetaling 3,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en 3/2 maal. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal. Dienstaanvragen. en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Alïe sliikken voor «Ie Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever. Met veehand verbroken. Een vorig maal herinnerden wij er aan, dat onder al het neerdruk kende, dat het vorig jaar op poli tiek gebied kenmerkte, ook vooral de gedeeldheid te rekenen is, die er onder de antirevolutionaire lei ders kwam. De Nederlanderdie mede over de veranderingen van den laatsten tijd schreef, beschouwt de zaak van een andere zijdehij roemt min of meer in hetgeen anderen bedroeft, en zulks op grond, dat er nu een meer wareeerlijke toestand is in getreden. De redactie beweert dat de hoofdleider Dr. Kuyper zijn met gezellen wat te stevig in den band sloeg, dat hij te veel zijn eigen meening wilde doordrijven, en te veel neiging toonde om hen, die afwijkende gevoelens hadden, als scheurmakers te brandmerken. In zonderheid bij de bespreking van de regeling van het kiesrecht en van de sociale quaestie zou dat aan het licht gekomen zijn. En onder die omstandigheden acht de redactie van de Nederlander het maar beter, dat het verband met het Centraal Comité en zijn Voorzitter is ver broken. Ook ducht zij daarvan geen groote gevolgen. Want, zegt zij, het verband met de plaatselijke kiesver- eenigingen kan er toch om besten digd blijven. Die plaatselijke kies verenigingen steunen toch geen an dere mannen dan dezulke die zij zeiven kennen en vertrouwen, en met haar keuzen heeft het Cen traal Comité steeds moeten reke nen. Anders zou het ook niet zoo ijverig de mannen in de Kamer ge holpen helpen, die wniet meer als antirevolutionair worden aangemerkt. Het eenige verschil voor de toe komst is derhalve, dat men niet langer samen in de Deputatenver- gadering bijeenkomt, maar als de eendracht verbroken is, heeft die samenkomst toch weinig of geen effect. En overigens is het groote voordeel, door verbreking van den te engen, te persoonlijken partijband, dat ieder vrijelijk zijn meeningen kan verkondigen. Het antirevolutio nair program moet echter de basis en het verbindingsmiddel blijven en dat program zal bij de gedeeldheid, in den laatsten tijd ontstaan, niet verliezen, maar winnenhet zal er te beter door ontwikkeld worden. Tot zoover, in korte trekken, ver meld hetgeen de Nederlander betoogt. Zeker is er in dit betoog veel, dat niet kan tegengesproken worden met goede argumenten. Wij bepaalden zelfs onze lezers nog onlangs er bij, dat verschil van gevoelens omtrent de toepassing van beginselen best be staanbaar is met éénheid in de hoofd zaak, en dat het durven uiten van dit verschil even goed als een teeken van partijkracht dan als een open baring van zwakheid kan aangemerkt worden. Ook de Standaard geeft de zaak nu over, en vraagt alleen, dat de broederen met afwijkende inzichten studie van de politiek gaan maken, opdat er geen schermutseling in den blinde, maar een eerlijke, degelijke gedachtenwisseling over hetgeen men wederzijds voor het beste houdt, kunne plaats hebben. Maar toch als men ons nu wil zeggen, dat dus de toestand in onze partij heter is geworden dan hij vóór '94 was, dan moeten wij die bewering voor al te optimistisch houden. Want het is toch maar zoo, dat niet in ver schil van inzicht en opvatting, maar wel in het eendrachtig samenwerken de meeste waarborg ligt voor het oogsten van vrucht van den arbeid. Inzonderheid is dit het geval op poli tiek gebied, omdat daar de meeste zaken van geheel verschillenden kant kunnen bekeken en beschreven wor den, en het bij verschil van opvat ting dan telkens den schijn krijgt, alsof de bepleiters van die verschil lende meeningen niets met elkaar gemeen hebben. Niet dat wij voor een schijn- eeuheid, voor een smoor-systeem of een doofpot-taktiek zijn. Verre van daar. Een eerlijke tegenstand, is beter dan een oneerlijke volgzaamheid. Maar ook in dit opzicht geldt het woord des Spreukendichters, dat men niet „al te rechtvaardig" moet wil len zijn, en dat de eerlijkheid, de wijsheid en de ootmoedigheid niet mag verdringen. Wij zouden het altijd veel doel matiger, veel profijtelijker achten, als de heeren, die aan het hoofd onzer partij hun adviezen ten boste geven, meer voeling met elkaar hielden, om dan eerst later, na on derlinge af- en uitwerking van hun voorstellen, en na afslijping van het overdrevene of aanvulling van het onvolledige, met eene meer geves tigde overtuiging gezamenlijk voor het volk traden. Doch alle nabetrachtingen hier over zullen weinig baten. Als er tusschen de personen, welke tot eene partij behooren, geen genoegzame sympathie is om elkaar op ofïicieuse wijze te naderen, dan moet men wel langs meer ofïicieëelen en open baren weg op de bads der beginselen teruggaan, in afwachting van be tere tijden. Welnu, dat men dat dan ook doe. Dat men zich aan de be ginselen onzer partij, aan het pro gram ook nu nog geroemd door de Nederlander vasthoude. Dan kan er, na verloop van jaren nog weer vrucht van betere organisatie geoogst worden. Moge voor dit doel de bemoeiing der verschillende broe deren in het nieuw begonnen jaar recht gezegend zijn. Er is dringend behoefte aan. Zonder organisatie oefent men geen invloed uit. En zonder eenheid in inzichten is er geen organisatie mogelijk. Dat dan de toenemende discussie maar leide tot die gewenschte eenheid. Alliantie De Tijd had het onlangs over de vroegere samenwerking met de an tirevolutionairen, en liet bij die ge legenheid dadelijk bemerken, dat zij, nu de schoolquaestie deels naar het genoegen der roomschen is opgelost, weinig meer van een vernieuwde sa menspanning met onze partij ver wacht, wegens te veel verschil van wenschen. Wij verwonderden ons in het minst niet over zulk eene uitlating. Integen deel, wij hebben er vaak op gewezen, dat de katholieken in hun politiek te weinig principiëel zijn, en wat heeft men aan een overeenkomst op hot papieraan een beginsel-accoord, dat in het werkelijke leven niet door gevoerd wordt. Natuurlijk zal bij volgende ver kiezingen het gemis aan samenwer king menigen zetel voor de antilibe ralen ,d»en verloren gaan. Maar daar is niets aan te doen. Het leven van andere partijen kunnen wij niet rege len of binden. Laat ieder in onzen eigen kring slechts zijn roeping be- trachten. He toestand in Transvaal. Eerste telegram (uit Londen)In den namiddag is hier een dépêche ontvangen met de tijding, dat de Boeren aan de bende van Jameson een zeer gevoelige nederlaag hebben toegebracht vóór Johannesburg. Men gelooft dat Jameson genoodzaakt is, naar de grens terug te trekken. Tweede telegramHet ministerie van koloniën bevestigt de nederlaag van Ja- meson. Zijn bende had een groot aantal dooden Jameson heeft zich overgegeven. Derde telegram: Het departement van koloniën maakt dépêches openbaar, waaruit blijkt dat de boodschappers van sir Hercules Robinson de bende van Ja- meson tien mijlen voorbij deEilands-rivier aantroffen. Jameson sloeg de bevelen om terug te keeren in de wind en zette zijn tocht oostwaarts voort. Het vechten begon Vrijdagnamiddag; Jameson word uit ver scheiden stellingen verdreven. De Boeren hebben 23 gewonden, waaronder 3 officie ren, gevangen genomen5 dooden wer den door de Boeren begraven. mm BS EÏJ 2SSf ïïilil HEHSL Deze Courant verschijnt eiken Yrijdag. UITGEVER: Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur. AOESAEREN MElt A ARIM5. Zou er ooit een jaar geweest zijn, dat bij zijn heengaan zulk een groot aantal onopgeloste vraagstukken achter liet als het jaar dat nu achter ons ligt? Het gevaar voor een Europeeschen oorlog, die reeds zoo lang dreigde, is in 1895 niet verminderd het is eer toe genomen. Om Japan te belettende vruchten te plukken van zijn gemakkeljjk behaalde overwinning, verbonden zich Rusland en Frankrijk met Duitschland, tot verwon dering van Europa en tot verontwaardiging van Engeland, dat daardoor zijn belangen in Oost-Azië benadeeld achtte. Maar Enge land had de gelegenheid verzuimd bij het begin van den oorlog. In het oosten van Europa was het Engeland dat voorging. De gruwe len in Armenië, bedreven door Kurden en Turken, gaven aanleiding bij de re- gcering van het Turksche rijk om aan te dringen op een wijziging in den bin- nenlandschen regeeringsvorm, opdat voor taan de rechten der Christenen aan die der Mohammedanen gelijk zouden zijn en door de wet gewaarborgd. Engeland maakte zich tot tolk van dien eiseh en werd daarbij aanvankelijk door Rusland en Frankrijk, later ook door de Midden- Europeesche mogendheden, gesteund. Maar dit geschiedde op een wijze die al spoedig den indruk wekte, dat men niet vosrnemens was den Sultan het vuur al te na aan de schenen te leggen. Want het was gemakkelijk een einde te ma ken aan het Turksche rijk; doch de vrees voor de gevolgen weerhield alle mogend heden daartoe. Men wilde den Sultan wel eens de les lezen, hem aanraden hervormingen in te voeren en hem op 't gemoed drukken de Christenen en Is raëlieten in zijn rijk wat beter te behan delen maar het status quo moest ge handhaafd worden, uit angst dat de verdeeling der erfenis van den zieken man, die misbruik gemaakt had van alles wat hem geschonken was, aanleiding zou geven tot bloedige twisten onder de erf genamen Zoo worden do belangen van duizen den bij duizenden Christenen opgeofferd aan de zelfzuchtige en baatzuchtige poli tiek der groote mogendheden. En naast deze Oostaziatische en Oost- europeesche verwikkelingen kwamen nu, nog voor het jaar ten einde spoedde, zich voegen de Engelsck-AineB'i- kaansclie questie over het grensge schil in Venezuela; en de Zuid-Afri- kaansche, de nieuwste vorm waarin zich de poging der Engelschen om geheel Afrika onder hun vlag te brengen, voor doet. Voor geen dezer kwetsies, die 1895 aan de orde stelde, heeft het scheidende jaar een oplossing gegeven. Moge 1896 die brengen, en in een vorm welke den vrede niet verstoort Waar we zoo de aandacht onzer lezers vestigden op de toet anden en verhou dingen in Europa, mogen we ook onze broeders in Zuid Afrika niet over het hoofd zien. Na de Armenische en Engelsch Ame- rikaansche, heeft men thans toch de Transvaalsche crisis. Dat is eenvoudig de strijd om de heerschappij. Zullen de Boeren baas blijven in hun eigen land, of zullen zij moeten bukken voor de in massa toegestroomde „uitlan- ders", voornamelijk Engelschen? In den loop dezer eeuw heeft Engeland, van het Kaapland uit, de Boeren reeds meer in noordwestelijke richting gedreven en sinds in Transvaal goudmijnen werden ontdekt, steekt de altijd begeerige Brit ook daarnaar zijn handen uit. Reeds kwamen do Boeren in vroegere jaren op bloedige wijze met de Engelschen in botsing, een botsing, die juist niet ten voordeele van laatstgenoemden uitviel. De Transvalers schieten voortreffelijk en zij brachten den vijand, ondanks zijne kanonnen, zulke zware verliezen toe, dat hij vrede meest sluiten. Maar Engeland zat niet spoedig verlegen. John Buil onder welken naam Engeland in den regel wordt aangeduid nam daarop zijn toevlucht tot een andere tactiek. Hij overstroomde Trans vaal met zijne landgenooten en dezen, de zoogenaamde „uitlanders", slaan thans een hoogen toon aan. Zij eischen, gelijk wij gemeli hebben, een belangrjjke wijziging in de staatswetten, voor het minst gelijkstelling van de Engelsehe taal met de Nederlanesehe, en zelfs een nieuwe Grondwet, goedgekeurd door alle ingezetenen, dus ook door de „uitlanders". Dat de regeering der Boeren zich daartegen verzette, is zeer begrijpelijk; maar de toestand bleef zeer kritiek, daar de „uitlanders" een groote macht zijn geworden en met niets meer of minder dan een burgeroorlog dreigden. Natuurlijk houden de Engelschen zich met deze kwesties druk bezig en wenschen zij van ganscher harte den triomf der „uitlanders" tengevolge waarvan Transvaal binaen korter of langer tijd een nieuwe Britsche kolonie zou worden. Maar deze mogelijkheid is oorzaak, dat ook andere Europeesohe staten zich den toestand in Afrika aantrekken. De gebeurtenissen in Transvaal worden met groote aandacht gevolgd. Het staat vast dat Duitschland, in verband meit de verhouding, waarin het tot dusver met de Zuid Afrikaansche Republiek heeft ge staan, geen krenking van haar rechten zal dulden. Ook de Duitsche pers kiest de partij der Boeren. Onze lezers hooren wat in de laatste dagen is voorgevallen. Een troep vrij buiters onder leiding van de hoefden van een soort koionfsatiemaatschappij, deed een inval in de Transvaal. Maar „Oom Paul", van geen klein geruchtje vervaard, zond onmiddellijk zijn wakkere boeren en bracht den vrijbuiters een geduchte neerlaag toe. Vrijdag bracht de telegraaf ons het volgende In het departement van koloniën heeft Chamberlain dadelijk de voornaamste ambtenaren bijeengeroepen om van ge dachten te wisselen. Chamberlain heeft naar Pretoria ge seind, om te vragen dat de gevangenen en gewonden met grootmoedigheid be handeld worden. Aldus de telegrammen uit Londen over den strijd. Ze zijn sober maar wel sprekend. Jameson heeft geducht klop gehad de Britsche agent meldt zelfs dat hij zich heeft overgegevenen in een dépêche, hedenmorgen te Berlijn ontvan gen, wordt gezegd, dat ook al de mannen dia Jameson vergezelden, zijn gevangen genomen Ware het nu, dat „oom Piet" met een geduchte overmacht tegenover Jameson had gestaan, dan kon de overwinning der Boeren een minder verrassende gebeurte nis worden geacht. Maar dat was niet zoo. Hoogstens 1000 man had Piet Jou- bert onder zijn bevelen, mannen die wel met goede geweren gewapend, maar niet voorzien waren van de vreeselijke Maxims. En daartegenover rukte Jameson op met 800 man, die verscheidene mitrailleu ses van de nieuwste soort bij zich hadden. Achthonderd man, in de krijg geoefend, uitmuntende schutters, en in strijdwaarde, naar het algemeen getuigenis, verre staan de boven de gewone Engelsehe soldaten waarmee de Boeren een veeitien jaren geleden hadden te vechten. Dat ze niet te min, na blijkbaar een sterke positie hebben ingenomen, daaruit door de Boeren verdreven werden, is het niet een gebeur tenis, „wonderlijk in onze oogen Haast niemand gelooft meer tenzij dan een groepje goedgeloovige Britten dat Jameson op eigen houtje zijn brutaal stuk ondernomen heeft. Want het blijkt meer en meer, dat de aanval lang te voren beraamd was. De Engelsehe

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1896 | | pagina 1