Evenredige Vertegenwoordiging. Plaatselijk Nieuws. Den Bommel, 11 Sept. De hoeveelheid regon gevallen iu de maand Augustus j.l. bedraagt 85,1 m.M. over 16 regendagen tegen 166,3 m.M. in Augustus in 1894 met 17 regendagen. ook hun groepjes om zich heen. Er moet nog al „tamelijk gewed" zijn. Per rijtuig reden de Vorstinnen over Zuidlaren en Anloo naar Assen terug. In beide plaatsen en bovendien in de kleinere gehuchten, die men passeerde, waren eerebogen opgericht en werd ÏÏ.H. M.M. door zangkoren of zingende school kinderen hulde geboden. Nog een andere verrassing viel H.H. M.M. ten deel. De scheper (schaapherder) van Loon stond bij 't gehucht op het veld met zijn onafzienbare kudde, in vol herders ornaat, wijden mantel,grooten ronden hoed, staf en hoorn. Hier konden den Koninginnen den romantischen heibewoner nu eens goed zien, en zij hadden er blijkbaar veel belangstelling voor. Aan het Statendiner, dat 's avonds gegeven werd, nam Mr. J. Linthorst Homan, het oudste lid van dit collego het woord, om de Vorstinnen toe te spreken gedeeltelijk als volgt „Wanneer de staten van Drente aan den morgen van dezen dag met meer dan gewone belang stelling het oogonblik hebben verbeid waarop do rozonvingeringe Aurora haar zonnewagen zou bestijgen om het lioht te brengen aan dezen dag, hetlioht ook aan het landschap Drente, dan was dat wijl dat licht het aanzijn zou schenken aan een dier dagen die, jnaar het mij voorkomt, behooren tot do gedenkwaardige uit de 'geschiede nis der volkeren. Ik heb het oog op dagen, waarop vorsten en vorstinnen afdaalden van hunne tronen om met de verkozenen des volks aan te zitten aan de gemeenschappelijken disch. Wat dergeljjke gemeentemaaltijden al voor goeds hebben gewrocht hoe daar vaak banden werden gelegd die vóór dien tijd niet bestouden, of reeds bestaande banden werden versterkt, de geschiedenis is daar om het te bewijzen. „Wat u betreft,jeugdige Koninginne, kan hier wel niet de rede zijn van het leggen van nieuwe bandon. De eigen stond toch die U hef levenslicht deed aanschouwen, verzekerdo TJ van de liefde van het Nederlandsche volk, van de liefde ook der ingezetenen van dit gewest, die immers met hunne gesohiedeuis en dus mot zichzelve zouden moeten breken, indien zij niet ook aan u opdroegen dezelfde gevoelens van aanhankelijkheid en trouw, die het deel waren uwer doorluchtige voorvaderen. „Doch ook wat U betreft, mevrouw de Koningin-Regentes, kan hier alleen sprake zijn van eene bevestiging van reeds bestaande banden. Yan het oogenblik toch, dat Uwe Majesteit het goed vond Uw lot te verbinden aan dat van wijlen Zijne Majesteit Willem den Derde waart gij zeker van de achting van het Nederlandsche volk en het is, wij zijn er trotsch op dat te mogen herinneren, Uw eigen werk geweest, dat die achting allengs is versterkt en gestegen tot hoogachting voor de wijze waarop Uw Majesteit zich kwijt van Haar hooge taak, Rogentos van het Koninkrijk. Gestegen tot eerbied voor de wijze, waarop Uw Majesteit vervult Hare heilige roeping als Moeder van onze Koningin. „Aanvaardt daarom, beide hooggeërde Vorstin nen, niet voor het eerst maar als het ware bij vernieuwing, de betuiging onzor aanhankelijkheid aan U en Uw Huis, ontvang beiden nevens den dank voor uw hooggewaardeerd bezoek aan dit gewest en voor uwe tegenwoordigheid ook aan deze ons zoo dierbare plaats de hulde der Staten van Drente u door mij gebracht, in de overtuiging dat mijne gevoelens zijn de hunne, terwijl de onze wederom zijn die der duizenden daar buiten. Er is anders wel eens beweerd, dat men hier in het noorden minder koningsgezind zou zijn dan in het zuiden. Indien men ook zoo tot U mocht hebben gesproken, of indien men in het vervolg alzoo tot U mocht spreken, geloof dan, wat ik U bidden mag, hen die alzoo spreken niet, want dit moge waar zijn, dat wij Noormannen minder dan onze zuidelijke broeders vaardig zijn met betuigingen, met woorden, wanneer, 't geen God verhoede, eens een tijd mocht aanbreken dat het er op aankwam om door daden blijken te geven van onze gehechtheid aan U en Uw Huis, wie weet of de ingezetenen der oude landschap dan niet in de eerste gelederen zouden staan." De Koningin-Regentes antwoordde daarop het volgende: „Mijne heoren Indien ik de toespraak van het oudste lid van Gedeputeerde Staten van dit gewest wensoh te beantwoorden, dan is het niet alleen om u allen dank te zeggen voor de gevoelens namens u zooaven vertolkt, niet alleen om u te kunnen verzekeren, dat ik mij gelukkig gevoel met de Koningin aan te zitten aan het schitterend feest maal ons door de Staten dezer provincie aangobo den, maar in de eerste plaats om de overtuiging uit te spreken dat de bewoners van Drenthe in liefde voor het Huis van Oranje niet onderdoen voor eenig ander deel van ons vaderland. Moge wellicht de uiting der gevoelens van aan hankelijkheid aan de Koningin en het Vorstonhuis versohillen, ik acht mij gelukkig te kunnen verkla ren, dat geen plaats in Nederland welke wij het voorrecht hadden te bezoeken, achterbleef bij anderen in het brengen van hulde aan de koningin en het geven van herhaalde bewijzen van gehechtheid en waardeering, ook aan mij per goonlijk. Dit stemt ons tot oprechte dankbaarheid en maakt de dagen van ons bezoek aan de provincies voor de Koningin en voer mij gelukkig en onvergetelijk. Indien al geen nieuwe banden werden gelegd, oude werden toch voorzeker versterkt, en voor de koningin was het een geluk op deze wijze haar land te kunnen zien, haar volk te leeren kennen en hoogachten. „Mogen u-we werkzaamheden, Mijne heeren, strekken tot zegen voor deze provincie op wier toekomst en welvaart ik u verzoek met ons te willen drinken." Des avonds werd voor het Gouverne- ments-hótel een groote militaire taptoe met fakkellicht gehouden. Deze ovatie bood een prachtig phantastisch schouw spel, dat van uit de vensters door de Vorstinnen werd bjjgewoond. De menig te was een al opgewektheid en geest drift. Het weder was Zaterdagochtend niet mee. In de vroegte brak ook boven Assen een onweersbui los, en daarna bleef het regenen. Toch ging de aubade van schoolkinde ren door een 600-tal kinderen stonden, omringd door een talrijke schare voor het gouvernementshotel opgesteld de ovatie slaagde zeer goed. Spoedig na den afloop daarvan, om streeks 10 ure, reden de Koninginnen ondanks den regen in open rijtuigen naar de Hunnebedden van Rolde. Ook daar werd HIL MM. door schoolkinderen een zingende hulde gebracht, terwijl aan de Koningin een fraaie mand met kleurige I en geurige heidebloemen werd aangebo den. En toen ging het naar den Ballerlcuil waar de Vorstinnen een oud-germaansche rechtspraak zouden bij wonen zeker wel het karakteristiekste nummer V3n het Drentsehe feestprogram. Ter plaatse aangekomen, werden IIH. MM. ontvangen door de leden der com missie, die deze voorstelling hadden voorbereid. Geljjk reeds vroeger gemeld is, waren het vooral de heeren Mr. Geert- sema en Dr. Knappert, die het stuk in elkaar zetten. Na eonige plichtplegingen ter ontvangst, als aanbieding van bouquet- ten enz., werden HH. MM. geleid naar de op oud-Germaansche wijze versierde loge, door speren gevormd en bekleed met huiden van dieren, versierd met jacht hoorns, vossestaarten en geweien. De Vorstinnen namen plaat3 op een paar fanteuils in mosgroene kleur. Er heerschte plechtige stilte in de aloude gerechtsplaats, den kuil van Balloo of Banloe, d.i. woud, waar gebannen wordt. De volgerechtigde bewoners van de gouwe Drente stonden tegenover de Vor stelijke loge, in een half rond geschaard, rondom een grooten offersteen. In 't midden van den kring des volks is de rechter gezeten, op een zetel van mos. Naast den rechter, die „het ding", de terechtstelling, leidt, zitten de bijzitters op zodenbanken achter den rechter is aan een apeer een schild opgehangen. Aan den ingang van den kuil zijn twee gerechtsboden geposteerd, met steenbij len gewapend. Vier nijdstangen zijn aan de vier windhoeken geplaatst, waarop paarden- schedelszij moeten de boozo geesten afweren andere speren zijn door een zwaar rood koord verbonden, dat de grens van de gerechtsplaats aanduidt. Het geheel leverde een interessant schouwspel op maar dat zeker bij helder en zonnig weder nog heel wat gewonnen zou hebben. Met een kooreen loflied op 't land, waar 't heilig recht boosheid bant, wan daad wreekt, hulpeloozen helptvangt de rechtspleging aan. Dan neemt Werinhard, de grijze pries ter, het woord en raadpleegt de goden, over het voorgenomen gerecht. Hij snijdt drie staafjes van 't hout van een boom en bergt ze onder een witten doek, nadat hij er insnijdingen in gemaakt heeft; ze weer één voor één te voorschijn brengende, raadpleegt hij de runen. Zij duiden: D. R. V. aandoor recht vrijheid. Het „ding" kan aanvangen. Liodulf, de rechter, slaat met den eschstaf op 't schild en gebiedt stilte, ban en vrede; hij kondigt allerlei ver bodsbepalingen en bevelen af, en vraagt dan of het jaar en de dag, het uur en 't oogenblik en de plaats geschikt zijn voor een gericht van vrije Garmanen, van Drentsehe mannen Waldrie en Engelhard, de boden, stellen hem volkomen gerust: het „ding" is behoorlijk „gebannen". Welnu dan, zegt de rechter, die hier als 't ware de akte van beschuldiging doet hoorenTheodgrim, Aldgriui's zoon, wordt beschuldigd van landver raad in den slag aan de Bordene. Daartoe opgeroepen, komt Herimod, met uitge stoken zwaard, de beschuldiging als aanklager bevestigende boden verkla ren, dat over zulk een aanklacht kan worden berecht en zweren tevens, dat tegenover den beklaagde alle formaliteiten, bij de wet voorgeschreven, zijn in acht genomen. Maar de beklaagde is niet verschenen. Toch vraagt de rechter of iemand zijn verdiging wil op zich nemen. Een Aladag, een verwant, treedt naar voor. Loochent hij de daad Neen, maar hij betwist het bewijs. De klager voert allerlei aanwijzingen aan, maar de rechter eischt bekentenis eed of getuigenis der feiten. Slechts kan hij door zes magen zjjn geloofwaardigheid doen bezweren, zegt deklager, die beweert Theodgrim zelf in 't heetst van den strijd tegen de Franken bij den vijand gezien te hebben, die de partijgenooten, ja zijn eigen broeder door den verrader zag neervallen. Hij bezweert dat alles bij Donar en Wodan en Holda, bij zijn snel paard en scherp zwaard, bij baard en rechterarm. Op des rechters vraag verklaren de eedhelpers, dat zij dezen man als trouw en geloofwaardig kennen. En nu moet ook de verwant zijn verdediging opgeven. „Landverrader en broedermoordenaar erkennen wij hem niet meer in ons geslacht, "Voortaan zij hij ons als vreem deling en vijand, als wolf tegen hert." Hij en de andere verwanten nemen lange, nog groene elzetakken in de hand en zeggen „Zooals ik u breek, taaie twijg van den edelen els, zoo laat ik los voor altijd en alle dagen eiken bindenden band, die hem en ons hechte." (Zij breken de takken en strooien de stukken in de vier winden). „Is hij schuldig vraagt de rechter dan tot het volk. Bevestigend luidt het antwoord en de klager vraagt wegens dit landverraad den dood waarop het volk antwoord „Hij sterve!" De beklaagde is dus vogelvrij ver klaard. En hiermede is feitelijk de rechtsple ging geschied doch dan gebeurt iets wat bij de oud-Germaansche rechtsgedin gen soms voorkwam, een vrouw vordert toegang tot den kring. „Geen vrouwen treden ooit in het ding van vrije mannen", zegt de rechter, doch als de bode die haar aankondigde zegt dat deze vrouw niet is een gewone vrouw doch een profetes, dan wordt Irmingarde met haar gezellinnen toegelaten tot den kring en plechtig voorspelt de profetes de toekomst, duidelijk zinspelende op de aanwezigheid der Koninginnen aan deze plaats. Met do grootste belangstelling werd van het begin tot het einde deze rechts handeling door de Vorstinnen gevolgd. Ouder een luid hoezeegeroep der menigte verlieten IIH. MM. het terrein, en toen ging het, bj gunstiger weder dan des morgens, in snellen draf naar Assen te rug. Te 2 ure hield de Regentes receptie voor dames en te 3 ure reden de Vorst innen weder uit, om een bezoek te bren gen aan het Museum van Oudheden, de Wilhelmina kazerne, de nog onvoltooide Emma-kazerne, en de buitensocieteit in het schoone Asser boseh. Des avonds werd den Vorstinnen in de Statenzaal een diner aangeboden door den gemeenteraad, waar de burgemeester HH. MM. o. a. als volgt toesprak „Uwe Majesteiten hebben de gevoelens van dank gelezen in de opschriften der eerebogen, in den vlaggentooi, in het groen en de bloemen der versierde stad, gevoelens van dank niet alleen, maar van liefde en verknochtheid tevensjegens Uwe Majesteiten en Haar doorluchtig Huis. Assen, wel do minst bevolkte onder de hoofdsteden van ons vaderland, maar daarom geenszins de minst belangrijke, is trotsch op dit koninklijk bezoek en do dagen van 5 tot 7 September 1S95 zullen dan ook met onuitwischbare lettoren opgeschreven worden in hare geschiodboeken. „Majesteiten, wanneer straks het oogenblik zal zijn aangebroken, dat gij deze plaats weder verlaat, dan hoop ik van gansoher harte dat Uwe Majesteiten de overtuiging mogen verkregen hebben dat do ingezotenen van Assen in liefde on trouwo verknoohtheid jegens hunne geëerbiedigde Koninginno en Hare Doorluchtige Moeder niet achterstaan bij die van andere plaatsen, terwijl ik uit hot diepst vau mijn gemoed do verzekering daaraan toevoeg dat die gevoelens jegens Uwe Majesteiten en het doorluchtig en roemrijk stam huis van Oranje onverzwakt zullen blijven. Ook hier geldtOranje en Nederland één Hierop antwoordde de Regentes „Mijnheer de burgemeester! Ik dank u voor den heildronk door u ingesteld op de Koningin en mij en u allen hier tegenwoordig, dat gij daarmede hebt willen instemmen. Ik gevoel echter ook behoefte oponljjk onzen dank uit te spreken aan de velen daar buiten, die uw stad versierden ter onzor eer en die het ons in allo straten aan alle huizen toeriepen dat zij één waren in het doel, de Koningin en mij op schitterende wijze to huldigen en met oprechte liefde te ontvangen. „Met groot genoegen waren wij deze dagen in uwe stad. Moge ook Assen in talrijkheid van be' olking de minsto zijn onder de hoofdsteden van ons vaderland, de minst aangename dagen hebben wij zeker niet in deze stad met hare in vele opzichten aantrekkelijko omgeving doorgebracht, en de geestdrift waarmede men ons in Assen en omstreken te gemoed kwam, heeft ons dankbaar aangedaan. „Ik hoop van harte, hoe kort ons oponthoud hier geweest zij, dat men ons niet zal vergeten on dat ons bezoek een blijvende herinnering zal achterlaten bij allen de Koningin en ik, dit verze ker ik u, zullen de dagen in de hoofdstad van Drente doorgebracht, niet vergeten. „Het is met een oprecht gevoel van genegenheid voor de bevolking van deze stad en van deze provincie, dat ik u verzoek in te stemmen met de Koningin en mij, waar wij drinken op het geluk van Assen's bevolking en op don vooruitgang van Drente's hoofdplaats." Ten slotte nam de commissaris der koningin nog even het woord. In deze laatste oogenblikken van Harer Majosteits verblijf in Drente wenschte hij nog eens namens de Drentenaren diepen eerbied en liefde voor het Huis van Oran je te betuigen. Hare Majesteit de Koning'n-Regentes dankte den commissaris voor deze woor den. Der Koningin en Haar zullen de dagen in Drente doorgebracht, onvergete lijk wezen. Bovendien bracht H. M. haren dank aan den commissaris en zjjne ecktge- noote en familie voor de gastvrijheid der Koningin en haar bewezen. Zij bracht daarop een dronk uit. En hiermeê was het vorstelijk bezoek ten einde. Tegen negen uur verlieten HH. MM. het hotel, om per extra-trein naar Het Loo terug te keeren. Binnenland. De kiesvereeniging Voor Nederland en Oranje te Goes heeft, gelijk men weet, bij de Tweede Kamer het denkbeeld van evenredige vertegenwoordiging aanbevo len. Haar adres aan de Tweede Kamer vindt men in zijn geheel vermeld inde Standaard no. 7198. Tegelijker tijd verspreidde de Kiesver eeniging onderstaande circulaire Aan de Kiezers! De Antirevolutionaire Kiesvereeniging Voor Nederland en Oranje te Goes ver zond den 20en Augustus een adres aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, waarin zij aandrong op de invoering van proportioneel kiesrecht voor de Provin ciale Staten en de Gemeenteraden. Waarom en hoe wenschen wij verande ring van kiesstelsel Op de vraag waarom? antwoorden wij: omdat wij het tegenwoordige stelsel in alle opzichten verwerpelijk achten. Het geeft geen vei tegen woordiging van het geheele kiezersvolk, van alle meeningen den strijd dier meningen opschortende tot in de vergadering zelve, waar dan einde lijk noodwendig de meerderheid moet overwinnen, maar hot schept dien strijd ook reeds bij de stembus, bereidende aldus der minderheid een dubbele nederlaag, en de overwinning, in de vei tegen woordiging zelve, aan een meerderheid van de meer derheid, welke ia de meeste gevallen in waarheid slechts een minderheid zal zijn. Dientengevolge maakt het stelsel den stembusstrijd heftig en dikwijls onedel, omdat het voor elke partij de qnaestie is uitsluiten, of uitgesloten worden. Dientengevolge dwingt het de verschil lende minderheden, willen zij niet geheel en al worden uitgesloten, dikwijl tot ver bonden, die terecht onzedelijk genoemd moeten worden. De vertegenwoordigingen, onder zulk een stelsel ontstaan, missen noodwendig het zelfvertrouwen en het zedelijk presti ge, daar zij bij eenig nadenken wel moeten gevoelen, dat hare samenstelling in strijd is met de billijkheid, dat de minderheden te vergeefs uiting of althans voldoende uiting in haar zoeken, en dat zij dus niet zijn, wat zij gevoelen te moeten zijn de vertegenwoordigingen van het gansclie kiezersvolk. Ziedaar waarom wij verandering wen schen. Op de vraaghoe antwoorden wijdoor invoering van een proportioneel stelsel. Een kort voorbeeld moge onzo bedoe ling duidelijk maken. Stel in een gemeente, waar de Raad bestaat uit 13 leden, zjjn 650 kiezers. Yan deze kiezers behooren 340 tot partij A, 150 tot partij B, 100 tot partij C, en 50 tot partij D. Het is duidelijk dat, onder het thans vigeerende stelsel, alle 13 zetels kunnen bezet worden door par tij A. Onder een proportioneel stelsel echter worden do 13 zetels verdeeld in reden van de door de partijen uitgebrachte stemmen; dus A B C D is 350 150 100 50 is 7 3 2 1, zoodat partij A 7 ledeu heeft, partij B 3, C 2 en D 1. Hier is de strijd der lichtingen van de stombus verdwenen, en opgeschort tot in do vertegenwoordiging. Hier zijn de verbonden met andere partijen on- noodig geworden. Hier eindelijk, ont staat een vertegenwoordiging, die in waarheid een afdruk is van het geheele kiezersvolk, een vertegenwoordiging, die in waarheid dien naam verdient, en dien tengevolge het zoo noodige zelfvertrouwen en zedelijk prestige bezit. En bovenal, hier geen onderdrukking der verschillende organen des volks door de dommekracht der getalkD. Het volk is geen verzameling van eenheden, maar een organisch geheelen elke ware volks vertegenwoordiging moet dus zijn een ver tegenwoordiging der verschillende deelen van dat organisch geheel. Gij allen die de billijkheid weuseht, en die de gerechtigheid nog lief hebt, helpt ons in den strijd tegen dit verderfelijke stelsel. Het tijdstip nadert, waarop de Kieswet gewijzigd zal worden in een harer onder- deelen het kies recht. Wij hebben de Ka mer verzocht bij Hare Majesteit er op aan te willen dringen dat bij deze wijziging niet alleen het kiesrec/it, maar ook het kiesstelsel veranderd moge worden. Kiezerslaten de circulaires die wij zonden aan al uwe Vereenigingen, voor zoover dezen ons bekend waren, niet zon der uitwerking blijven. Zendt aan de Kamer uw adressen van adhaesie. Ver heft uwe stemmen, als de door het ge heele Rijk weerklinkende echos van onzen roep om recht. De stem des volks, spreken de met kracht, zal in de Kamer gehoord en verhooid worden. De Goesche Kiesvereeniging verzoekt aan alle antirev. Kiesvereenigingen, dit schrijven als ook aan haar gericht te be schouwen, en de zaak te steunen. De Koning van Wurtemberg zal bij zijn bezoek aan onze Koninginnen op Het Loo vergezeld zijn van de Koningin en van zijn dochter Prinses Pauline. STATEN-GENERAAL. De tegenwoordige zitting van de Staten-Generaal zal worden gesloten op Zaterdag 14 dezer, des namiddags te drie ure. rwaü&j Duisternis. Vrijdagavond om streeks halt tien moest een werkman aan de gasfabriek te Deft meer licht verschaf fen maar door een verkeerden draai aan de Hoofdkraan zette hij de geheele stad eensklaps in duisternis. Hoewel het ongeval spoedig was hersteld, gaf het toch aanleiding tot vele komische incidenten. IN ONZE BESCHAAFDE EEUW. Do Gemeenteraad, der Franache stad Nirnes heeft -besloten, bij wijze van protest tegen het Regoeringsvorbod, Zondag een kosteloos voor ieder toegankelijk stierengevecht te doen houden, en op verschillende andere pl intsen wil men dit fraaie voorbeeld velgen. Het verleden Zondag te Aries ton aanschouwe van tien duizend menschen gehouden stierenge vecht is uitermate bloedig en stuitend geweest. Zes stieren werden door onbekwame bevechtera doodgemarteld on vier paarden kwamen om. Het publiek huilde en brulde, wierp de toreadors met steonen en ledige flesschon, en honderden jouden heil bij hot station uit, toen zij door de gendarmerie werden weggebracht. Tor eere van het vrouwelijk publiek zij gezegd, dat daaruit telkens stemmen om „genade!" hoo komt dot verheven woord in die omgeving! voor do stieren opgingen, maar do slachtzieke menigte o verbruide haar tolkons. liet schijnt noodigor tot beteugeling dezer wil- den nu eindelijk eens eene afdoende expeditie af te zendon, dan naar het onschuldige Madagaskar. Schandelijk, schandelijk Thans is op hot bankierahuia Rothschild te Parijs vrijdagmiddag een aanslag gepleegd. Een man drong om half vier het gebouw der bank binnen, mtt een rond voorwerp onder den arm. Een agent van politie, wiens aandacht was getrokken door de zonderlinge houding van don man, volgde hem, toon hij de vestibule jdoorging en daarna de trap wilde opgaan. Toen do man boven gekomen, een lucifer tuinstrook, blijkbaar met het dool om do lont aan te stoken, vatte de agent hem aan. Een worsteling onstonddo anarchist wist los to komen en zette het op oen loopen, maar de agent hom na, en door opda gende hulp werd de dader gearresteerd, dio zich uog tevergeefs met cou scheermes trachtto to verweren. Op het politieburoau bleef hij weigoron zijn naam op te geven. Alleen liet hij los, dat hij 33 jaren oud is. Verder zeido hij, dat lmt voorworp, dat hij bij zich had, 40 gram chloraot poeder, maar geen projectielen bevatte. Hot was zijn doel, door do bom in Rothschilda kantoor te doen ontploffen, do bankiers schrik aan te jagen. Men weet reeds, dat de anarchist geruimon tijd hoeft gewoond in de voorstad Montmartre. Dy peditio gelooft daarom, dat het zal gelukken te ontdekken wie hij is, vooral omdat men meent, dat zijn signalement reeds bij do profco- tuur bekend is. Men woet nog niet, wie de man is, dio den aanslag in het kantoor van Rothschild heeft willen plegen. De anarchist blijft weigeren antwoord te geven op de vragen, dio hom werden gedaan of te zeggen, hoe hij heet. De man is oumiddelijk gephotografoerd en een groot aantal zijner portretten zijn naar allo kanten verzonden. Men heeft hoop, op deze manier meer van hem te weten te komen. De bom is gebleken niet erg gevaarlijk te zijn. omdat ze geen projectielen bevatto. Slechte aanbeveling. Een koopman, die reeds een paar maal door zijn kashouder bedrogen was had een nieuw en onfeilbaar middel uitge dacht om zich te overtuigen, of dogenen, die zich voor deze betrekking aanmelddo te vertrouwen was. Nadat hij den sollicitant zijn getuigschriften had voor laten lezen zoide do koopman „Laat mij nu eens zien, of gij een abuis in uwo cijfers goed weg weet te krabben." De adspirant kashouder ging toon met allen ij ver aan het werk, om met allo ton dienste staande hulpmiddelen, als: radeermesje, radeergom, onz., eenige cijfers te doen verdwijnen, en toen het hem werkelijk gelukte geen enkel spoor achter le laten werd hij verzocht zijn hoed te nemen en heen te gaan. Bij Weis in Oostenrijk is een locaal- spoortrein blijven steken tengevolge van de vele rupsen, die zich op de rails hadden neergezet. Het waren de bekende rupsen van het koolwitje, die in zoo grooten geta le op den spoorweg en vooral op de door de zon warm geworden rails kropen, dat de wielen van de loeomotiel uitslipten in de brijachtige massa der verpletterde dieren en slechts met de grootste moeite voort kon komen. De machine was beneden geheel met een slijmerige massa bedekt. De gewezen procureur der Repu bliek te Parijs, de heer Chenest, die de ongelooflijke vergissingen heeft begaan, waardoor de senator Magnier tijd heeft gekregen de vlucht te nemen, is niet uit den dienst ontslagen, doch benoemd tot advocaat-generaal aan het Hof van Cassatie. De Figaro begrijpt er niets meer van Chenest is nu tot feitelijk nog hooger waardigheid verheven. Het plan voor het graven van een kanaal tusschen de Oostzee en de Zwarte Zee heeft thans een vasten vorm aange nomen. Het kanaal zal beginnen bij Riga en loopen langs den dwina, den Berizina en den Dnieper naar Kherson aan de Zwarte Zee. Het zal 600 KM. lang, bjjna 30 Eng. voeten diep, aan de oppervlakte 200 voet, op den bodem 100 voet breed worden. Voor het graven zullen vijfjaren noodig zijn. De kosten worden geraamd op 200.000.000 roebels. Sonuuelsdijk. In liet begin der week werden hier druk peeën gemend. Te oordeelen naar de peeën die thans gele verd zijn, is het wel te verwachten, dat de boeren, wat de opbrengst betreft, niet behoeven te klagen. Heel anders is het gesteld met de andere vruchten, waarvan de prijzen enorm laag zijn. Dacht men verledon jaar, dat het niet slechter kon, thans is hot gebleken van wel. In iedere gemeente op ons eiland, meldde onze berichtgevers, is Zaterdag of Maandag de Suikorpeen-Compagne aange vangen. Dat is zeker zeldzaam vroeg. MidelelliarnisDoor do Zuidhollandsche Jachtvereoniging „Nimrod," is aan do rijksveld wachter jachtopziener A. Hoogzand thans gestationeerd te Jaarsveld, voortaan to Middelhar- nis, een zilveren medaille toogekond en uitgereikt voor bestemden moed, in den dienst als jachtop ziener bewezen. 8 Sopt. Bij oen gehouden zeilwedstrijd van Rotterdam naar den Hoek van Holland hoeft „de Albratros" van don hoer D. Slis den twoedon prijs, een zilveren medaille, gewonnen. 11 Sept. Heden arriveerde alhier na oen verblijf van 14 weken uit do Noordzee do visoh - sloep Titja Jacoba seh. D. v. d. Hoek mot een vangst van 130 ton kabeljauw eu 20 ton Leng Yoor de vrijwillige wapenoefening a.s. winter alhier te houden, hebben zioh 13 personen aanga meld. 10 Sept. Bui'gomoester en Wethouders van dezo gemeente maken bekend dat de begrooting dienstjaar 1896, van 4 Septem-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1895 | | pagina 2