Evenredige Vertegenwoordiging.
Plaatselijk Nieuws.
Den Bommel, 11 Sept. De hoeveelheid
regon gevallen iu de maand Augustus j.l.
bedraagt 85,1 m.M. over 16 regendagen
tegen 166,3 m.M. in Augustus in 1894
met 17 regendagen.
ook hun groepjes om zich heen. Er
moet nog al „tamelijk gewed" zijn.
Per rijtuig reden de Vorstinnen over
Zuidlaren en Anloo naar Assen terug.
In beide plaatsen en bovendien in de
kleinere gehuchten, die men passeerde,
waren eerebogen opgericht en werd ÏÏ.H.
M.M. door zangkoren of zingende school
kinderen hulde geboden.
Nog een andere verrassing viel H.H.
M.M. ten deel. De scheper (schaapherder)
van Loon stond bij 't gehucht op het
veld met zijn onafzienbare kudde, in
vol herders ornaat, wijden mantel,grooten
ronden hoed, staf en hoorn. Hier konden
den Koninginnen den romantischen
heibewoner nu eens goed zien, en zij
hadden er blijkbaar veel belangstelling
voor.
Aan het Statendiner, dat 's avonds
gegeven werd, nam Mr. J. Linthorst
Homan, het oudste lid van dit collego
het woord, om de Vorstinnen toe te
spreken gedeeltelijk als volgt
„Wanneer de staten van Drente aan den morgen
van dezen dag met meer dan gewone belang
stelling het oogonblik hebben verbeid waarop
do rozonvingeringe Aurora haar zonnewagen zou
bestijgen om het lioht te brengen aan dezen dag,
hetlioht ook aan het landschap Drente, dan was
dat wijl dat licht het aanzijn zou schenken aan
een dier dagen die, jnaar het mij voorkomt,
behooren tot do gedenkwaardige uit de 'geschiede
nis der volkeren. Ik heb het oog op dagen, waarop
vorsten en vorstinnen afdaalden van hunne tronen
om met de verkozenen des volks aan te zitten aan
de gemeenschappelijken disch. Wat dergeljjke
gemeentemaaltijden al voor goeds hebben
gewrocht hoe daar vaak banden werden gelegd die
vóór dien tijd niet bestouden, of reeds bestaande
banden werden versterkt, de geschiedenis is daar
om het te bewijzen.
„Wat u betreft,jeugdige Koninginne, kan hier
wel niet de rede zijn van het leggen van nieuwe
bandon. De eigen stond toch die U hef levenslicht
deed aanschouwen, verzekerdo TJ van de liefde
van het Nederlandsche volk, van de liefde ook
der ingezetenen van dit gewest, die immers met
hunne gesohiedeuis en dus mot zichzelve zouden
moeten breken, indien zij niet ook aan u opdroegen
dezelfde gevoelens van aanhankelijkheid en trouw,
die het deel waren uwer doorluchtige voorvaderen.
„Doch ook wat U betreft, mevrouw de
Koningin-Regentes, kan hier alleen sprake zijn
van eene bevestiging van reeds bestaande banden.
Yan het oogenblik toch, dat Uwe Majesteit het
goed vond Uw lot te verbinden aan dat van
wijlen Zijne Majesteit Willem den Derde waart
gij zeker van de achting van het Nederlandsche
volk en het is, wij zijn er trotsch op dat te mogen
herinneren, Uw eigen werk geweest, dat die
achting allengs is versterkt en gestegen tot
hoogachting voor de wijze waarop Uw Majesteit
zich kwijt van Haar hooge taak, Rogentos van het
Koninkrijk. Gestegen tot eerbied voor de wijze,
waarop Uw Majesteit vervult Hare heilige roeping
als Moeder van onze Koningin.
„Aanvaardt daarom, beide hooggeërde Vorstin
nen, niet voor het eerst maar als het ware bij
vernieuwing, de betuiging onzor aanhankelijkheid
aan U en Uw Huis, ontvang beiden nevens den
dank voor uw hooggewaardeerd bezoek aan dit
gewest en voor uwe tegenwoordigheid ook aan
deze ons zoo dierbare plaats de hulde der Staten
van Drente u door mij gebracht, in de overtuiging
dat mijne gevoelens zijn de hunne, terwijl de
onze wederom zijn die der duizenden daar buiten.
Er is anders wel eens beweerd, dat men hier in
het noorden minder koningsgezind zou zijn dan
in het zuiden. Indien men ook zoo tot U mocht
hebben gesproken, of indien men in het vervolg
alzoo tot U mocht spreken, geloof dan, wat ik
U bidden mag, hen die alzoo spreken niet, want
dit moge waar zijn, dat wij Noormannen minder
dan onze zuidelijke broeders vaardig zijn met
betuigingen, met woorden, wanneer, 't geen God
verhoede, eens een tijd mocht aanbreken dat
het er op aankwam om door daden blijken te
geven van onze gehechtheid aan U en Uw Huis,
wie weet of de ingezetenen der oude landschap
dan niet in de eerste gelederen zouden staan."
De Koningin-Regentes antwoordde
daarop het volgende:
„Mijne heoren Indien ik de toespraak van het
oudste lid van Gedeputeerde Staten van dit gewest
wensoh te beantwoorden, dan is het niet alleen om
u allen dank te zeggen voor de gevoelens namens
u zooaven vertolkt, niet alleen om u te kunnen
verzekeren, dat ik mij gelukkig gevoel met de
Koningin aan te zitten aan het schitterend feest
maal ons door de Staten dezer provincie aangobo
den, maar in de eerste plaats om de overtuiging uit
te spreken dat de bewoners van Drenthe in liefde
voor het Huis van Oranje niet onderdoen voor
eenig ander deel van ons vaderland.
Moge wellicht de uiting der gevoelens van aan
hankelijkheid aan de Koningin en het Vorstonhuis
versohillen, ik acht mij gelukkig te kunnen verkla
ren, dat geen plaats in Nederland welke wij het
voorrecht hadden te bezoeken, achterbleef bij
anderen in het brengen van hulde aan de koningin
en het geven van herhaalde bewijzen van
gehechtheid en waardeering, ook aan mij per
goonlijk.
Dit stemt ons tot oprechte dankbaarheid en
maakt de dagen van ons bezoek aan de provincies
voor de Koningin en voer mij gelukkig en
onvergetelijk. Indien al geen nieuwe banden
werden gelegd, oude werden toch voorzeker
versterkt, en voor de koningin was het een geluk
op deze wijze haar land te kunnen zien, haar volk
te leeren kennen en hoogachten.
„Mogen u-we werkzaamheden, Mijne heeren,
strekken tot zegen voor deze provincie op wier
toekomst en welvaart ik u verzoek met ons te
willen drinken."
Des avonds werd voor het Gouverne-
ments-hótel een groote militaire taptoe
met fakkellicht gehouden. Deze ovatie
bood een prachtig phantastisch schouw
spel, dat van uit de vensters door de
Vorstinnen werd bjjgewoond. De menig
te was een al opgewektheid en geest
drift.
Het weder was Zaterdagochtend niet
mee. In de vroegte brak ook boven Assen
een onweersbui los, en daarna bleef het
regenen.
Toch ging de aubade van schoolkinde
ren door een 600-tal kinderen stonden,
omringd door een talrijke schare voor het
gouvernementshotel opgesteld de ovatie
slaagde zeer goed.
Spoedig na den afloop daarvan, om
streeks 10 ure, reden de Koninginnen
ondanks den regen in open rijtuigen
naar de Hunnebedden van Rolde. Ook
daar werd HIL MM. door schoolkinderen
een zingende hulde gebracht, terwijl aan
de Koningin een fraaie mand met kleurige I
en geurige heidebloemen werd aangebo
den. En toen ging het naar den Ballerlcuil
waar de Vorstinnen een oud-germaansche
rechtspraak zouden bij wonen zeker wel
het karakteristiekste nummer V3n het
Drentsehe feestprogram.
Ter plaatse aangekomen, werden IIH.
MM. ontvangen door de leden der com
missie, die deze voorstelling hadden
voorbereid. Geljjk reeds vroeger gemeld
is, waren het vooral de heeren Mr. Geert-
sema en Dr. Knappert, die het stuk in
elkaar zetten. Na eonige plichtplegingen
ter ontvangst, als aanbieding van bouquet-
ten enz., werden HH. MM. geleid naar
de op oud-Germaansche wijze versierde
loge, door speren gevormd en bekleed met
huiden van dieren, versierd met jacht
hoorns, vossestaarten en geweien. De
Vorstinnen namen plaat3 op een paar
fanteuils in mosgroene kleur.
Er heerschte plechtige stilte in de
aloude gerechtsplaats, den kuil van Balloo
of Banloe, d.i. woud, waar gebannen
wordt.
De volgerechtigde bewoners van de
gouwe Drente stonden tegenover de Vor
stelijke loge, in een half rond geschaard,
rondom een grooten offersteen.
In 't midden van den kring des volks is
de rechter gezeten, op een zetel van mos.
Naast den rechter, die „het ding", de
terechtstelling, leidt, zitten de bijzitters op
zodenbanken achter den rechter is aan
een apeer een schild opgehangen.
Aan den ingang van den kuil zijn twee
gerechtsboden geposteerd, met steenbij
len gewapend.
Vier nijdstangen zijn aan de vier
windhoeken geplaatst, waarop paarden-
schedelszij moeten de boozo geesten
afweren andere speren zijn door een
zwaar rood koord verbonden, dat de grens
van de gerechtsplaats aanduidt.
Het geheel leverde een interessant
schouwspel op maar dat zeker bij helder
en zonnig weder nog heel wat gewonnen
zou hebben.
Met een kooreen loflied op 't land,
waar 't heilig recht boosheid bant, wan
daad wreekt, hulpeloozen helptvangt de
rechtspleging aan.
Dan neemt Werinhard, de grijze pries
ter, het woord en raadpleegt de goden,
over het voorgenomen gerecht. Hij snijdt
drie staafjes van 't hout van een boom
en bergt ze onder een witten doek,
nadat hij er insnijdingen in gemaakt
heeft; ze weer één voor één te voorschijn
brengende, raadpleegt hij de runen. Zij
duiden: D. R. V. aandoor recht vrijheid.
Het „ding" kan aanvangen.
Liodulf, de rechter, slaat met den
eschstaf op 't schild en gebiedt stilte,
ban en vrede; hij kondigt allerlei ver
bodsbepalingen en bevelen af, en vraagt
dan of het jaar en de dag, het uur en
't oogenblik en de plaats geschikt zijn
voor een gericht van vrije Garmanen,
van Drentsehe mannen
Waldrie en Engelhard, de boden,
stellen hem volkomen gerust: het „ding"
is behoorlijk „gebannen".
Welnu dan, zegt de rechter, die hier
als 't ware de akte van beschuldiging
doet hoorenTheodgrim, Aldgriui's
zoon, wordt beschuldigd van landver
raad in den slag aan de Bordene. Daartoe
opgeroepen, komt Herimod, met uitge
stoken zwaard, de beschuldiging als
aanklager bevestigende boden verkla
ren, dat over zulk een aanklacht kan
worden berecht en zweren tevens, dat
tegenover den beklaagde alle formaliteiten,
bij de wet voorgeschreven, zijn in acht
genomen. Maar de beklaagde is niet
verschenen.
Toch vraagt de rechter of iemand zijn
verdiging wil op zich nemen. Een Aladag,
een verwant, treedt naar voor. Loochent
hij de daad Neen, maar hij betwist het
bewijs.
De klager voert allerlei aanwijzingen
aan, maar de rechter eischt bekentenis
eed of getuigenis der feiten. Slechts kan
hij door zes magen zjjn geloofwaardigheid
doen bezweren, zegt deklager, die beweert
Theodgrim zelf in 't heetst van den strijd
tegen de Franken bij den vijand gezien
te hebben, die de partijgenooten, ja zijn
eigen broeder door den verrader zag
neervallen. Hij bezweert dat alles bij
Donar en Wodan en Holda, bij zijn
snel paard en scherp zwaard, bij baard
en rechterarm.
Op des rechters vraag verklaren de
eedhelpers, dat zij dezen man als trouw
en geloofwaardig kennen. En nu moet
ook de verwant zijn verdediging opgeven.
„Landverrader en broedermoordenaar
erkennen wij hem niet meer in ons
geslacht, "Voortaan zij hij ons als vreem
deling en vijand, als wolf tegen hert."
Hij en de andere verwanten nemen
lange, nog groene elzetakken in de hand
en zeggen
„Zooals ik u breek, taaie twijg van
den edelen els, zoo laat ik los voor altijd
en alle dagen eiken bindenden band,
die hem en ons hechte."
(Zij breken de takken en strooien de
stukken in de vier winden).
„Is hij schuldig vraagt de rechter
dan tot het volk. Bevestigend luidt het
antwoord en de klager vraagt wegens dit
landverraad den dood waarop het volk
antwoord „Hij sterve!"
De beklaagde is dus vogelvrij ver
klaard.
En hiermede is feitelijk de rechtsple
ging geschied doch dan gebeurt iets
wat bij de oud-Germaansche rechtsgedin
gen soms voorkwam, een vrouw vordert
toegang tot den kring.
„Geen vrouwen treden ooit in het
ding van vrije mannen", zegt de rechter,
doch als de bode die haar aankondigde zegt
dat deze vrouw niet is een gewone vrouw
doch een profetes, dan wordt Irmingarde
met haar gezellinnen toegelaten tot den
kring en plechtig voorspelt de profetes
de toekomst, duidelijk zinspelende op de
aanwezigheid der Koninginnen aan deze
plaats.
Met do grootste belangstelling werd
van het begin tot het einde deze rechts
handeling door de Vorstinnen gevolgd.
Ouder een luid hoezeegeroep der menigte
verlieten IIH. MM. het terrein, en toen
ging het, bj gunstiger weder dan des
morgens, in snellen draf naar Assen te
rug.
Te 2 ure hield de Regentes receptie
voor dames en te 3 ure reden de Vorst
innen weder uit, om een bezoek te bren
gen aan het Museum van Oudheden, de
Wilhelmina kazerne, de nog onvoltooide
Emma-kazerne, en de buitensocieteit in
het schoone Asser boseh.
Des avonds werd den Vorstinnen in de
Statenzaal een diner aangeboden door den
gemeenteraad, waar de burgemeester HH.
MM. o. a. als volgt toesprak
„Uwe Majesteiten hebben de gevoelens van
dank gelezen in de opschriften der eerebogen, in
den vlaggentooi, in het groen en de bloemen der
versierde stad, gevoelens van dank niet alleen,
maar van liefde en verknochtheid tevensjegens
Uwe Majesteiten en Haar doorluchtig Huis. Assen,
wel do minst bevolkte onder de hoofdsteden van
ons vaderland, maar daarom geenszins de minst
belangrijke, is trotsch op dit koninklijk bezoek en
do dagen van 5 tot 7 September 1S95 zullen dan
ook met onuitwischbare lettoren opgeschreven
worden in hare geschiodboeken.
„Majesteiten, wanneer straks het oogenblik zal
zijn aangebroken, dat gij deze plaats weder
verlaat, dan hoop ik van gansoher harte dat Uwe
Majesteiten de overtuiging mogen verkregen
hebben dat do ingezotenen van Assen in liefde on
trouwo verknoohtheid jegens hunne geëerbiedigde
Koninginno en Hare Doorluchtige Moeder niet
achterstaan bij die van andere plaatsen, terwijl ik
uit hot diepst vau mijn gemoed do verzekering
daaraan toevoeg dat die gevoelens jegens Uwe
Majesteiten en het doorluchtig en roemrijk stam
huis van Oranje onverzwakt zullen blijven. Ook
hier geldtOranje en Nederland één
Hierop antwoordde de Regentes
„Mijnheer de burgemeester! Ik dank u voor
den heildronk door u ingesteld op de Koningin en
mij en u allen hier tegenwoordig, dat gij daarmede
hebt willen instemmen. Ik gevoel echter ook
behoefte oponljjk onzen dank uit te spreken aan
de velen daar buiten, die uw stad versierden ter
onzor eer en die het ons in allo straten aan alle
huizen toeriepen dat zij één waren in het doel, de
Koningin en mij op schitterende wijze to huldigen
en met oprechte liefde te ontvangen.
„Met groot genoegen waren wij deze dagen in
uwe stad. Moge ook Assen in talrijkheid van
be' olking de minsto zijn onder de hoofdsteden van
ons vaderland, de minst aangename dagen hebben
wij zeker niet in deze stad met hare in vele
opzichten aantrekkelijko omgeving doorgebracht,
en de geestdrift waarmede men ons in Assen en
omstreken te gemoed kwam, heeft ons dankbaar
aangedaan.
„Ik hoop van harte, hoe kort ons oponthoud
hier geweest zij, dat men ons niet zal vergeten on
dat ons bezoek een blijvende herinnering zal
achterlaten bij allen de Koningin en ik, dit verze
ker ik u, zullen de dagen in de hoofdstad van
Drente doorgebracht, niet vergeten.
„Het is met een oprecht gevoel van genegenheid
voor de bevolking van deze stad en van deze
provincie, dat ik u verzoek in te stemmen met de
Koningin en mij, waar wij drinken op het geluk
van Assen's bevolking en op don vooruitgang van
Drente's hoofdplaats."
Ten slotte nam de commissaris der
koningin nog even het woord.
In deze laatste oogenblikken van Harer
Majosteits verblijf in Drente wenschte hij
nog eens namens de Drentenaren diepen
eerbied en liefde voor het Huis van Oran
je te betuigen.
Hare Majesteit de Koning'n-Regentes
dankte den commissaris voor deze woor
den. Der Koningin en Haar zullen de
dagen in Drente doorgebracht, onvergete
lijk wezen. Bovendien bracht H. M. haren
dank aan den commissaris en zjjne ecktge-
noote en familie voor de gastvrijheid der
Koningin en haar bewezen. Zij bracht
daarop een dronk uit.
En hiermeê was het vorstelijk bezoek
ten einde. Tegen negen uur verlieten HH.
MM. het hotel, om per extra-trein naar
Het Loo terug te keeren.
Binnenland.
De kiesvereeniging Voor Nederland en
Oranje te Goes heeft, gelijk men weet,
bij de Tweede Kamer het denkbeeld van
evenredige vertegenwoordiging aanbevo
len.
Haar adres aan de Tweede Kamer
vindt men in zijn geheel vermeld inde
Standaard no. 7198.
Tegelijker tijd verspreidde de Kiesver
eeniging onderstaande circulaire
Aan de Kiezers!
De Antirevolutionaire Kiesvereeniging
Voor Nederland en Oranje te Goes ver
zond den 20en Augustus een adres aan
de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
waarin zij aandrong op de invoering van
proportioneel kiesrecht voor de Provin
ciale Staten en de Gemeenteraden.
Waarom en hoe wenschen wij verande
ring van kiesstelsel
Op de vraag waarom? antwoorden wij:
omdat wij het tegenwoordige stelsel in alle
opzichten verwerpelijk achten.
Het geeft geen vei tegen woordiging van
het geheele kiezersvolk, van alle meeningen
den strijd dier meningen opschortende tot
in de vergadering zelve, waar dan einde
lijk noodwendig de meerderheid moet
overwinnen, maar hot schept dien strijd
ook reeds bij de stembus, bereidende aldus
der minderheid een dubbele nederlaag, en
de overwinning, in de vei tegen woordiging
zelve, aan een meerderheid van de meer
derheid, welke ia de meeste gevallen in
waarheid slechts een minderheid zal zijn.
Dientengevolge maakt het stelsel den
stembusstrijd heftig en dikwijls onedel,
omdat het voor elke partij de qnaestie is
uitsluiten, of uitgesloten worden.
Dientengevolge dwingt het de verschil
lende minderheden, willen zij niet geheel
en al worden uitgesloten, dikwijl tot ver
bonden, die terecht onzedelijk genoemd
moeten worden.
De vertegenwoordigingen, onder zulk
een stelsel ontstaan, missen noodwendig
het zelfvertrouwen en het zedelijk presti
ge, daar zij bij eenig nadenken wel moeten
gevoelen, dat hare samenstelling in strijd
is met de billijkheid, dat de minderheden
te vergeefs uiting of althans voldoende
uiting in haar zoeken, en dat zij dus niet
zijn, wat zij gevoelen te moeten zijn de
vertegenwoordigingen van het gansclie
kiezersvolk.
Ziedaar waarom wij verandering wen
schen. Op de vraaghoe antwoorden
wijdoor invoering van een proportioneel
stelsel.
Een kort voorbeeld moge onzo bedoe
ling duidelijk maken.
Stel in een gemeente, waar de Raad
bestaat uit 13 leden, zjjn 650 kiezers.
Yan deze kiezers behooren 340 tot partij
A, 150 tot partij B, 100 tot partij C,
en 50 tot partij D. Het is duidelijk dat,
onder het thans vigeerende stelsel, alle
13 zetels kunnen bezet worden door par
tij A.
Onder een proportioneel stelsel echter
worden do 13 zetels verdeeld in reden
van de door de partijen uitgebrachte
stemmen; dus A B C D is 350 150
100 50 is 7 3 2 1, zoodat partij A 7
ledeu heeft, partij B 3, C 2 en D 1.
Hier is de strijd der lichtingen van
de stombus verdwenen, en opgeschort
tot in do vertegenwoordiging. Hier zijn
de verbonden met andere partijen on-
noodig geworden. Hier eindelijk, ont
staat een vertegenwoordiging, die in
waarheid een afdruk is van het geheele
kiezersvolk, een vertegenwoordiging, die
in waarheid dien naam verdient, en dien
tengevolge het zoo noodige zelfvertrouwen
en zedelijk prestige bezit.
En bovenal, hier geen onderdrukking
der verschillende organen des volks door
de dommekracht der getalkD. Het volk
is geen verzameling van eenheden, maar
een organisch geheelen elke ware volks
vertegenwoordiging moet dus zijn een ver
tegenwoordiging der verschillende deelen
van dat organisch geheel.
Gij allen die de billijkheid weuseht, en
die de gerechtigheid nog lief hebt, helpt
ons in den strijd tegen dit verderfelijke
stelsel.
Het tijdstip nadert, waarop de Kieswet
gewijzigd zal worden in een harer onder-
deelen het kies recht. Wij hebben de Ka
mer verzocht bij Hare Majesteit er op aan
te willen dringen dat bij deze wijziging
niet alleen het kiesrec/it, maar ook het
kiesstelsel veranderd moge worden.
Kiezerslaten de circulaires die wij
zonden aan al uwe Vereenigingen, voor
zoover dezen ons bekend waren, niet zon
der uitwerking blijven. Zendt aan de
Kamer uw adressen van adhaesie. Ver
heft uwe stemmen, als de door het ge
heele Rijk weerklinkende echos van onzen
roep om recht. De stem des volks, spreken
de met kracht, zal in de Kamer gehoord
en verhooid worden.
De Goesche Kiesvereeniging verzoekt
aan alle antirev. Kiesvereenigingen, dit
schrijven als ook aan haar gericht te be
schouwen, en de zaak te steunen.
De Koning van Wurtemberg zal bij
zijn bezoek aan onze Koninginnen op
Het Loo vergezeld zijn van de Koningin
en van zijn dochter Prinses Pauline.
STATEN-GENERAAL.
De tegenwoordige zitting van de
Staten-Generaal zal worden gesloten op
Zaterdag 14 dezer, des namiddags te
drie ure.
rwaü&j
Duisternis. Vrijdagavond om
streeks halt tien moest een werkman aan
de gasfabriek te Deft meer licht verschaf
fen maar door een verkeerden draai
aan de Hoofdkraan zette hij de geheele
stad eensklaps in duisternis. Hoewel het
ongeval spoedig was hersteld, gaf het toch
aanleiding tot vele komische incidenten.
IN ONZE BESCHAAFDE EEUW.
Do Gemeenteraad, der Franache stad Nirnes
heeft -besloten, bij wijze van protest tegen het
Regoeringsvorbod, Zondag een kosteloos voor
ieder toegankelijk stierengevecht te doen houden,
en op verschillende andere pl intsen wil men dit
fraaie voorbeeld velgen.
Het verleden Zondag te Aries ton aanschouwe
van tien duizend menschen gehouden stierenge
vecht is uitermate bloedig en stuitend geweest.
Zes stieren werden door onbekwame bevechtera
doodgemarteld on vier paarden kwamen om. Het
publiek huilde en brulde, wierp de toreadors
met steonen en ledige flesschon, en honderden
jouden heil bij hot station uit, toen zij door de
gendarmerie werden weggebracht.
Tor eere van het vrouwelijk publiek zij
gezegd, dat daaruit telkens stemmen om „genade!"
hoo komt dot verheven woord in die omgeving!
voor do stieren opgingen, maar do slachtzieke
menigte o verbruide haar tolkons.
liet schijnt noodigor tot beteugeling dezer wil-
den nu eindelijk eens eene afdoende expeditie af
te zendon, dan naar het onschuldige Madagaskar.
Schandelijk, schandelijk
Thans is op hot bankierahuia Rothschild
te Parijs vrijdagmiddag een aanslag gepleegd.
Een man drong om half vier het gebouw der
bank binnen, mtt een rond voorwerp onder den
arm.
Een agent van politie, wiens aandacht was
getrokken door de zonderlinge houding van don
man, volgde hem, toon hij de vestibule jdoorging
en daarna de trap wilde opgaan. Toen do man
boven gekomen, een lucifer tuinstrook, blijkbaar
met het dool om do lont aan te stoken, vatte de
agent hem aan. Een worsteling onstonddo
anarchist wist los to komen en zette het op oen
loopen, maar de agent hom na, en door opda
gende hulp werd de dader gearresteerd, dio zich
uog tevergeefs met cou scheermes trachtto to
verweren.
Op het politieburoau bleef hij weigoron zijn
naam op te geven.
Alleen liet hij los, dat hij 33 jaren oud is.
Verder zeido hij, dat lmt voorworp, dat hij
bij zich had, 40 gram chloraot poeder, maar
geen projectielen bevatte. Hot was zijn doel,
door do bom in Rothschilda kantoor te doen
ontploffen, do bankiers schrik aan te jagen.
Men weet reeds, dat de anarchist geruimon
tijd hoeft gewoond in de voorstad Montmartre.
Dy peditio gelooft daarom, dat het zal gelukken
te ontdekken wie hij is, vooral omdat men
meent, dat zijn signalement reeds bij do profco-
tuur bekend is.
Men woet nog niet, wie de man is, dio den
aanslag in het kantoor van Rothschild heeft
willen plegen. De anarchist blijft weigeren
antwoord te geven op de vragen, dio hom
werden gedaan of te zeggen, hoe hij heet.
De man is oumiddelijk gephotografoerd en
een groot aantal zijner portretten zijn naar allo
kanten verzonden. Men heeft hoop, op deze
manier meer van hem te weten te komen.
De bom is gebleken niet erg gevaarlijk te
zijn. omdat ze geen projectielen bevatto.
Slechte aanbeveling. Een koopman, die
reeds een paar maal door zijn kashouder bedrogen
was had een nieuw en onfeilbaar middel uitge
dacht om zich te overtuigen, of dogenen, die zich
voor deze betrekking aanmelddo te vertrouwen
was.
Nadat hij den sollicitant zijn getuigschriften had
voor laten lezen zoide do koopman „Laat mij nu
eens zien, of gij een abuis in uwo cijfers goed weg
weet te krabben."
De adspirant kashouder ging toon met allen
ij ver aan het werk, om met allo ton dienste staande
hulpmiddelen, als: radeermesje, radeergom, onz.,
eenige cijfers te doen verdwijnen, en toen het hem
werkelijk gelukte geen enkel spoor achter le laten
werd hij verzocht zijn hoed te nemen en heen te
gaan.
Bij Weis in Oostenrijk is een locaal-
spoortrein blijven steken tengevolge van
de vele rupsen, die zich op de rails hadden
neergezet. Het waren de bekende rupsen
van het koolwitje, die in zoo grooten geta
le op den spoorweg en vooral op de door de
zon warm geworden rails kropen, dat de
wielen van de loeomotiel uitslipten in de
brijachtige massa der verpletterde dieren
en slechts met de grootste moeite voort
kon komen. De machine was beneden
geheel met een slijmerige massa bedekt.
De gewezen procureur der Repu
bliek te Parijs, de heer Chenest, die de
ongelooflijke vergissingen heeft begaan,
waardoor de senator Magnier tijd heeft
gekregen de vlucht te nemen, is niet uit
den dienst ontslagen, doch benoemd tot
advocaat-generaal aan het Hof van
Cassatie. De Figaro begrijpt er niets
meer van Chenest is nu tot feitelijk
nog hooger waardigheid verheven.
Het plan voor het graven van een
kanaal tusschen de Oostzee en de Zwarte
Zee heeft thans een vasten vorm aange
nomen. Het kanaal zal beginnen bij Riga
en loopen langs den dwina, den Berizina
en den Dnieper naar Kherson aan de
Zwarte Zee. Het zal 600 KM. lang, bjjna
30 Eng. voeten diep, aan de oppervlakte
200 voet, op den bodem 100 voet breed
worden. Voor het graven zullen vijfjaren
noodig zijn. De kosten worden geraamd op
200.000.000 roebels.
Sonuuelsdijk. In liet begin der week
werden hier druk peeën gemend. Te
oordeelen naar de peeën die thans gele
verd zijn, is het wel te verwachten, dat de
boeren, wat de opbrengst betreft, niet
behoeven te klagen. Heel anders is het
gesteld met de andere vruchten, waarvan
de prijzen enorm laag zijn. Dacht men
verledon jaar, dat het niet slechter kon,
thans is hot gebleken van wel.
In iedere gemeente op ons eiland,
meldde onze berichtgevers, is Zaterdag of
Maandag de Suikorpeen-Compagne aange
vangen.
Dat is zeker zeldzaam vroeg.
MidelelliarnisDoor do Zuidhollandsche
Jachtvereoniging „Nimrod," is aan do rijksveld
wachter jachtopziener A. Hoogzand thans
gestationeerd te Jaarsveld, voortaan to Middelhar-
nis, een zilveren medaille toogekond en uitgereikt
voor bestemden moed, in den dienst als jachtop
ziener bewezen.
8 Sopt. Bij oen gehouden zeilwedstrijd van
Rotterdam naar den Hoek van Holland hoeft
„de Albratros" van don hoer D. Slis den twoedon
prijs, een zilveren medaille, gewonnen.
11 Sept. Heden arriveerde alhier na oen
verblijf van 14 weken uit do Noordzee do visoh -
sloep Titja Jacoba seh. D. v. d. Hoek mot een
vangst van 130 ton kabeljauw eu 20 ton Leng
Yoor de vrijwillige wapenoefening a.s. winter
alhier te houden, hebben zioh 13 personen aanga
meld.
10 Sept. Bui'gomoester en Wethouders
van dezo gemeente maken bekend dat de
begrooting dienstjaar 1896, van 4 Septem-