SI! Vl ij dag 2 Augustus 1895. Tiende Jaargang No. 510. Antirevolutionair m g IN HOC SIGNO VINCES iLk uitgever: T.BOEKHOVEN. SOMMELSDIJK. Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den S if sever. Eene convant-eereeniginif Ofschoon inden laatsten tijd nogal aan vreemde voorvallen gewend, voelden zeker vele Zuid-TIollanders zich de vorige week eenigzins zon derling verrast door het ontvangen van eene circulaire houdende uit- noodiging om lid te worden van eene vereeniging, die ten doel heeft om wij spreken nu zonder krul len en franje de mensehen aan een nieuwe courant te helpen. Of eigenlijk ook dat nog niet. Althans niet, wat betreft de poli tieke hoofdartikelen want de „Ver eeniging" heeft terstond „de Bood schapper" aan gekocht en zijn redac teur aan gesteld. Voorloopig hebben wij dus slechts verandering van den naam van een blad en van de omstandigheden waaronder dezelfde redacteur van dat blad schrijft. Het is ons wèl. Volkomen wèl. Namelijk, het feit, dat een schrijver den naam van zijn blad verandert, en dat hij zijn accoord treft met een vereeniging van personen in plaats van met slechts één of twee per sonen. En van harten gunnen wij den hier bedoelden schrijver op het verdere van zijn weg voorspoed. Wij zijn het niet in alles met hem eens. Als hij, om iets van jonge dagteekening te noemen, in zijn blad van 24 Juli j 1. met het oog op het grondig onderzoeken van het gehalte van den arbeid van een hoogleeraar in de rechtsgeleerdheid, heel naiëf vraagt: „is daar nu wel zooveel geleerdheid voor noodig om te weten of iets gereformeerd is of niet gereformeerd dan stellen wij hier een tweede vraag achter, en zeggenhoe is het mogelijk, dat iemand die sedert jaren in de ge legenheid was om op te merken hoe ingewikkeld en veel omvattend de rechtsstudie is, nu een toon aanslaat, als ware het een kleinigheid om na te gaan of het onderwijs van een hoogleeraar in de rechtswetenschap voldoende rust op en accordeert met de juridische grondgedachten, die met veel andere grondstof zijn neer gelegd in onze gereformeerde Belij denisschriften Heeds het lezen van wat Ds. Gispen, (toch ook een democraat) over hetzelfde onderwerp in de Ba zuin opmerkt, had hem van zulk een luchtige verdediging(P) der Enquê-commissie kunnen en moeten terughouden. Maar deze quaestie en andere somtijds voorkomende punten van verschil nu eens daargelaten, erken nen wij gaarne, dat de benoemde redacteur van de Hollander" reeds met vele proeven zijn aanleg voor de journalistiek bewees, dat hij zich reeds vrij diep in de politiek heeft ingewerkt, en dat zijn gehechtheid aan een zuiver antirevolutinaire politiek ook bij ons aan geen twij fel of bedenking onderhevig is. En waarom zouden wij hem dan op zijn schrijf-arbeid geen zegen en geluk gunnen? Dat zou dan hieruit moeten voort spruiten, dat wij zelf geen sijmpa- thie hadden voor het antirevolutio naire staatsrecht, en voor de poli tieke praktijk, welke daarop is ge baseerd. Doch, dank zij Gods genade, gevoelt de schrijver dezet regelen zich reeds sedert twintig jaren van harte één met hen, die de gezuiverde leer der onfeilbare fl. Schrift ook in het bestuur van landen, gewesten en gemeenten zoeken jtoegepast te krijgen. En de Maas- en Scheldebode liet zich hieromtrent ook nooit twij felachtig uit, naar wij meenen. Wat de thans gerezen geschillen tusschen de standaardons hoofdor gaan, en de Nederlander betreft, hebben wij het van harte betreurd, dat zij niet binnenskamers schenen bijgelegd te kunnen worden. Wij wa ren niet geroepen in die geschillen ons te mengen of daarin een oordeel uit te spreken. Men bedenke wel, het gold hier een verschil tusschen twee dagbladen, en dus sluit reeds het bestek van een weekblad de mogelijk heid uit om de lezers geheel op de hoogte van al het voorgevallene te brengen en te houden. En het opjagen en aanhitsen van het publiek, om het met kwart of achtsten gegevens te doen oordeelen over historische en wettelijke aangelegenhedenachten wij nu eenmaal noch gereformeerd noch antirevolutionair. Terecht heeft een gereformeerd doctor in de theologie eens geschre- ven wij moeten ons volk niet strijdvaardig maken, tenzij dan tegen de zonde"en bet wil ons voor komen, dat al is deze vermaning niet naar het hart der heethoofdige schetteraars, er .toch wel eenige wijs heid en gereformeerdheid in ver scholen ligt, zoodat wij dan ook liefst in dezen geest ageeren. Maar dit willen wij, ter vermij ding van noordeloos misverstand, thans wel getuigen, dat welke tegen spraak ons hoofdorgaan in de laatste jaren ook te verduren had, de Stan daard in ons oog steeds dezelfde hooge waarde blijft behouden, dat wij den hoofdredacteur van de Stan daard met een onverzwakte liefde aanhangen, en dat wij sterk sympa- thiseeren met zijn adviezen in zake het kiesrecht en het overig gedeelte van de actueele politiek. En wat de linancieële zijde van de oprichting van een nieuw con- curreerend biad of van de spoorver- breeding van een reeds lang bestaan- den mededinger betreft, zijn wij ook zóó weinig bij de zaak geïnteresseerd, dat wij ronduit kunnen zeggen, dat het ons volkomen onverschillig is, of onze geestverwanten een blad meer of een blad minder tot hun beschik king krijgen. Men behoeft dus ons schrijven niet te verklaren uit vrees voor ver drukking, of geldelijke schade of uit partijdigheid tegen onzen grooten volksleider. Wij herhalen hethet is ons vol komen wel, dat de redacteur van de Boodschapper het toezicht van eeni ge „Directeuren" aanvaard heeft, dat deze heeren geldelijke steun voor zulk een blad zoeken, en dat tegelijk de naam van zulk een blad wordt omgedoopt. kunnen het best heb- ander de zon eens schijnt. Ja te meer Heusch, wy ben, dat bij een ons daarin, als het geestverwant over- in het water verheugen wij een geachten komt. Maar wat ons niet wèl is, wat ons hevig tegen de borst stuit, en ons noopt tot een ernstig woord, van waarschuwing en protest, dat is de wijze waarop men zijn doel tracht te bereikendat is het noo- deloos ken even stellig als de Hollander aan het antirevolutionair program houden dat is, dat men onder de leuze van samenbinding of aaneensluiting be gonnen is met in een besloten ver gadering (niet open gesteld voor allen die het antirevolutionair program aanvaarden) de macht in handen te geven aan delijk in hoofdzaak hebbendat is, dat voorstellen, alsof alle te bereikendat is het en onverdiend verdacht ma- van andere organen, die zich zeven mannen, welke da- alles beslist men het durft antirevolutio nairen, die tot het gereformeerde, het Calvinistisch gezinde „volk" be- hooren, in de vreeze des Heeren verplicht zouden zijn zich te voegen bij en zoo mogelijk geld aan te bren gen voor een aldus, door een afge sloten kringetje van opgeroepen gun stelingen daargestekle vereeniging. Want waar gaat het nu eigen lijk om Gaat het om de instandhouding van een door God gegeven orga nism e Maar vooreerst vormen de lezers der antirevolutionaire bladen even min een organisch geheel als de met elkaar converseerende Zuid-Hollan ders een innig geheel uiimaken. Sarcastisch zich uitdrukkende lie den voorspellen dan ook, dat er eerlang een vereeniging de Hollan der II zal verschijnen, die alle mondelinge gedachtenwisselingen en opmerkingen over de publieke zaak eveneens onder de curatele van keur meester moet brengen. Onlogisch of gezocht is dat sar casme niet. Want het gesproken en het snel omloopend gedrukt woord behoor en bijeen. Het drukkere leven brengt in onzen tijd meê, dat veel hetwelk vroeger in gezelschappen besproken werd, nu in stapels ge drukte exemplaren door het land vliegt, en dat de menschen nu veel van het papier af genieten, dat hun vroeger in [klankvorm toekwam. Wil men dus het eene onder toezicht of voogdij gaan stellen, dan mag ook het andere daarvoor wel in aan merking worden gebracht. Maar op deze wijze houdt men geen organisme in standmaar be nauwt men het organisme waar het testaat, en knutselt er een namaak van ter plaatse waar het niet bestaat. Steeds hebben ook de „echte Cal vinisten" prijs gesteld op vrijheid in middelmatige ]dingen, onder welke toch zeker wel zal behooren het kiezen van bepaalde schrijvers onder hen die zich in die qualiteit op de openbare markt, onder de banier der medestanders bewegen. De Hollander schijnt echter die vrijheid te willen opbinden. Niet meer naar eigen vrije aandrift zul len de antirevolutionairen een blad lezen. Zij zullen niet meer zelfstan dig over den inhoud oordeelen. Maar die keuze en dat oordeel moeten, naar de begeerte der „Directeuren" overgedragen worden op hen, of, als er verschil van gevoelen openbaar wordt, op „de helft plus één" van do keurstemmen der vereeniging. Waarlijk, de gedachten verme nigvuldigen zich bij het indenken van zulk een „plan." Wij zouden geneigd zijn te vragen waar ziet men toch „ons Calvinis tisch volk voor aan?" of wat wil men er van maken Doch wij onderdrukken deze vraag, eene kerk, dien naam als het waar is, dat een dienstdoend predikant, die nu eenmaal van for- sche maatregelen houdt, de schans graver voor heel dit vestingwerk(?) is geweest. „Als de dominees de politiek gaan besturen, dan loopt het mis", zeide ons, jaren geleden, eens een vriend „want", zoo voegde hij er bij „zij verwarren altijd de kerk met de^politiek. Wij gelooven dit, ten deele. Evenwel, ook met het beeld van een zuivere kerkelijke organisatie voor oogen, kunnen wij de couranten- vereeniging, welke men bezig is te vormen, niet goed praten. Immers waard, mag niet ontaarden in een babbelkrans, die zich de gemeente noemt, en willekeurige grenzen stelt voor de kerkelijke saamleving om voorts ieder die weigert de geëisch- te grens tolgelden te betalen, onverbiddelijk van het gemeentelijk leven te verstooten. En toch, dien kant schijnt de Hollander, op te willen met het ver- eenigingsblad. De voorstanders van zulk een blad riepen toch niet op alle belang stellenden en deskundigen, mits ge bonden aan het program of gebonden aan de plaatselijke antirev. kiesver- eenigingen. Neen in een onderonsje werd het bestek klaar gemaakt. Dat het zoo toegaat bij de op richting van een hoogeschool spreekt vanzelf. Ga anders met onontwik kelde geestverwanten eens een Uni versiteitsplan opmaken Maar moest die manier van doen nu nagebootst worden onder het cou- rantenlezend antirevolutionair pu bliek. Hadden de heeren, die in het geheim vergaderden, ook in het ge heim de kosten verevend, dan was er althans op dat vergaderen geen aan merking te maken en viel de klacht alleen over den inhoud der ciculai- re c. a. Maar nu het op betalen aankomt, nu eerst wordt de oproeping openbaar en algemeen. Nog eens waar gaat het om Het gaat niet om een verordineerd orga nisme. Men begint veeleer met het organisch in 't leven gekomene ter zijde te dringen. Men begint met te handelen, alsof een deel van dat organisme niet bestaat. Maar waar gaat het dan om Gaat het om de afwending van een gevaar welk gevaar Zijn in de laatste jaren de anti revolutionaire bladen niet meer in harmonie, zooals van ouds? Trekken zij niet meer op voor dezelfde beginselen Streven zij niet naar eenheid, naar samenstemming omtrent derzelver toepassing O ja, de „Directeuren" wijzen in Deze Courant verschijnt eiken Yrijdag. Abonnementsprijs per driemaanden franco per post 50 Ceut. Amerika by Tooruitbetaling f 3,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en maal. Boekaankondiging 5 Cent per regel en k/3 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmiddag 12 uur. Ds. G-. schreef als volgt.' "\x?Ze C0DQin^s^e heeft een zeor moeilijke taak. ai- nt zij zal een sprong moeten doen van den Staatsman-publicist op den Hoogleeraar in de rechts geleerdheid, en zulk een sprong kan en mag niet zijn een sprong in het duister. Om te weten, waede hoog leeraar doceert, zal zijn nauwkeurig alle dictaten moeten lezen en beoordeelen, wellicht ook de studen ten, de ambtgenooten, en| zeker ook de Curatoren, die uit den aard hunner betrekking van alles volko- mfn op de hoogte moeten zijn. dienen te hooren. En "wijl het niet bloot geldt de uitlegging der wets artikelen, maar de grondslagen zelf ran het recht de philosophic van het recht, du seen theologisch, philoso- phisch, juridisch onderzoek, ligt het voor de hand, dat deze commissie, zoowel de theologische als de juridische grondgedachten, die bij de philosophie van het recht te pas komen, grendig zal moeten kennen, om met juistheid en op goede gronden een uitspraak te kunnen doen. Waarbij nog komt dat het een man geldt die in eene hooge, rechtelijke betrekking jaren lang eervol heeft geleefd, met het Ministerambt werd bekleed, als staats man tot do eersten behoort, die ons volk in den tegen- woordigen tijd bezit, en als lid van de Gereformeerde kerk in het kerkelijk conflict van '86 zulk oen aandeel had, dat de hoonende spot, waarover de mannen van Uilenspiegel te beschikken hebben, tijden lang zjjn deel was, en zoowel de pers van N ij g li als de pers van Bronsveld, in de grievendste woorden hem bestreden, om zjjn meegaan met de reformatie. Een man aan wien heel het volk groote verplichtingen heeft, doorzijn on vermoeid strijden voor de school met den Bjjbel en de vrijheid van onderwijs, in verband met het goed recht der Christelijke School. Een broeder tot wien men nooit tevergeefs om raad komt in moeielijke gevallen, en die ook als dienaar der kroon, in den ernstigen tijd, toen de koning stierf en een Regentschap [moest worden inge steld, Oranje en Nederland van ganscher harte gediend heeft."

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1895 | | pagina 1