Vrijdag 31 Mei 1895. A. n tirevo Tiende Jaargang No. 501. Orgaan N HOC SIGN O VINCES T. BOEKHOVEN. uitgever: Alïe slakken voor «Ie l&edactie bestemd, Advertentien est verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever. Levensverzekering. Het is voorwaar een gelukkig ver schijnsel, dat men zich meer en meer met deze zoo nuttige instelling gaat bezighouden; dat vooroordeelen hoe langer hoe meer verdwijnen en ver keerde begrippen, door de onvermoei de werkzaamheid der talrijke verte genwoordigers van de verschillende Maatschappijen en hunne volharding, om de goede zaak te doen zegevieren ook steeds meer en meer op den ach tergrond treden. Ook de pers heeft daartoe het hare bijgedragen en stellig hebben van de duizenden, die de levensverzekering in de nieuwsbladen besproken zagen, velen zich tot de Maatschappijen gewend, die zich daar mede bezighouden. Onbekend maakt onbemind. Yelen, zelfs ontwikkelde personen hadden en hebben nog to taal verkeerke ideën van de werking der Levensverzekering-Maatschappij en en zouden nooit toegetreden zijn of zullen nooit toetreden, als zij zich niet volkomen op de hoogte hadden laten stellen of dit nog zullen doen. En ofschoon nu velen al beter weten en werkelijk inzien, dat het sluiten eener levensverzekering niet alleen nuttigmaar zelfs in de meeste gevallen noodzakelijk is, toch gaan zij er niet toe over. Meestal door drogredenenwaarvan zij dikwijls zelf de ongerijmdheid voelen, trachten zij zich zei ven diets te maken, dat le vens verzekeiing voor hen niets om 't lijf heeft. Wij vertegenwoordigers, hooren dagelijks zooveel van die argumenten en 't ligt in mijn bedoeling de meest voorkomende hier eens onder de aan dacht te brengen, ten einde ieder in staat te stellen een oordeel daarover te vellen. De een zegt bijv. „Mijn vrouw is er tegen, anders zou ik er wel toe overgaan." En werkelijk is dit dikwijls 't geval. -- Daargelaten nu de kwestie, of de man zwak genoeg mag zijn om te laten, wat hij zelf meent voor zijn vrouw en kinderen te moeten doen, zou ik aan die vrouw toevoegen Als ge na den dood van uw echt genoot niet in 't bezit wilt komen van een bedrag, door eene Levens verzekering Maatschappij uitgekeerd best, dan moet ge misschien vrij zeker zelf later de lasten daarvan dragen. Maar zullen naderhand uwe kin deren U niet verwijten, dat ge hun vader belet hebt te doen, wat tot hun welzijn had kunnen strekken F Neemt gij Moederook die ver antwoording op U? Ik hoop voor U, dat het U na derhand niet zal berouwen, want dan komt berouw te laat. Van een ander hoort men „Wat baat het, of ik mij al verzeker Ik kan toch niet zooveel betalen, dat vrouw en kinderen geheel verzorgd achterblijven en zoo'n beetje geeft dan toch niets". Wie maar een oogenblik door denkt, zal moeten bekennen, dat eene dergelijke redeneering geen steek houdt. Is niet ieder één ge val bekend, waarbij eene achterblij vende vrouw zelfs met een paar honderd guldens in staat zou geweest zijn, verder in haar onderhoud en dat van haar kinderen te voor zien F Kon zij met dat weinige geld toch niet ten minste iets beginnen F Kon zij bijv. geen winkeltje opzet ten, met dat geld haar eerste in- koopen en onkosten bestrijden en zich een crediet verwerven, dat wel driemaal het ontvangen geld be draagt F Zou zij, indien haar man een zaak had, het vertrouwen, hem door zijne leveranciers geschonken niet behouden, als zij in staat was even geregeld de wissels te voldoen als voorheen F Zou dat kunnen, als bijv. toevallig spoedig na den dood des mans die wissels werden aangeboden, en geen gelden aanwezig waren, daar een langdurige en kostbare voorafgaande ziekte de geldmiddelen had uitgeput F Neen, nietwaar F Welnu in zoo'n geval voorziet de Levensverzekering in eene dadelijke behoefte. Door 't geld, dat zij uitbe taald, kan alles blijven, zooals het was. Zonder dat geld Bede om hulp derhalve de toevlucht nemen tot de publieke liefdadigheid. Een derde zegt weer: „Ik heb geen lust mijn geheele leven te betalen om zelf nooit iets daarvan terug te zien." Welnu is dat zijn bezwaar. 't Spruit alweer voort uit onbekend heid. Elke Maatschappij zal eene zoodanige verzekering geven, dat hij, hetzij op zekeren leeftijd met de betaling op houdt, hetzij op een bepaalden ouderdom het geld zelf in han len krijgt, met de zekerheid. dat, mocht hij komen te overlijden, voor hij dien leeftijd heeft bereikt, zijne erven het verzekerd bedrag onmiddelijk ontvangen. Een vierde voert aan Alles is goed en wel, als de verdiensten zoodanig blijven, dat ik de premie steeds kan blijven betalen, kan dat niet, dan zijn al mijn duiten naar de maan en daar bedank ik feeste lijk voor." Hij zou nu volkomen gelijk hebben, als het waar was, wat hij zegt. Maar iedere vertegenwoordiger van bijna elke Maatschappij zal 't hem anders vertellen. Een vijfde voert aan „Ik kan 't geld zelf wel bewaren en het op de spaarbank of waar ook rentegevend maken. Na verloop van een zeker aantal jaren heb ik dan minstens evenveel, als zoo'n Levonsverzeke- rings-Maatschappij geeft''. Ook hij zou gelijk hebben, als hij zeker weet een zoodanig aantal ja ren te leven, dat hij in staat is de begeerde som bij elkaar te garen. Maar wie weet dat F En hierin schuilt nu juist het groote verschil tusschen levensverzekering en sparen. Zoodra men een Polis in handen heeft, dan is men zeker, dat, al komt men één dag daarna te over lijden, onmiddelijk hot kapitaal voor handen is, waarvoor men van plan was jaren te sparen, maar welk voornemen nu door den dood in duigen is geworpen. Zouden vrouw en kinderen er veel aan heb ben, dat de man en vader zulke goede plannen had F Een zesde alweer zou wel eene verzekering willen aangaan, maar zou hij zoo'n Maatschappij wel kun nen vertrouwen F Is zij wel solide F Op die vragen is maar een antwoord te geven en dat is Informeer daarnaar. De beste waarborgen voor de soliditeit vindt men echter, zooals ieder wel begrijpen kan le in de grootte van haar waar borgkapitaal tegenover het verzekerd bedrag 2e in den koers harer aandeelen 3e in de openbaarheid, die zij van haar doen en laten geeft 4e in haar ouderdom, omdat zij daardoor de bewijzen heeft gegeven aan hare verplichtingen steeds vol daan te hebben en te hebben kunnen voldoen. Verder moet iemand, die zich ver zekeren wil niet onbedacht te werk gaan en maar bij den eersten den bes ten agent, die zich bij hem aanmeldt een contract aangaan. Is uitstel ze- ker af te keuren, overhaasting is ook niet goed. Hij vergelijke dus de tarieven en voorwaarden van verschillende Maatschappijen met elkaar, lette op het winstaandeel en vraagt zoo noodig aan de agenten verdere inlichtingen, die zij gaarne en gratis willen verschaffen. Blijkt nu, dat van eenige Maatschappijen, die allen als zeer solied bekend staan, eene de goedkoopste is, welnu, dan is het m. i. niet moeielijk te weten, tot welken agent in zijne woonplaats men zich wenden moet. Wil men wat ook wel gebeurt, voor den agent niet weten, dat men eene verzekering sluiten wilwelnu, dan wende men zich tot den inspecteur der provincie. Nog heel veel zou ik over levensverzekering kunnen schrijven. Wat ik hier neerschreef is maar een kleine greep uit de zoo rijke ervaring, die een vakman als ik opdoetmaar ik zal hiermede eindigen, vreezend anders te veel van de welwillendheid van den uitgever te vergen, dien ik toch al dankbaar er voor ben, dat hij zijne kolommen beschikbaar stelde. Mijne moeite zal ruimschoots beloond zijn, als het lezen van deze regelen er velen toebrengen zal van de levensverzekering eens wat meer notitie te nemen, de tarieven en brochures aan te vragen, inlichtingen in te winnen bij de agenten, enz. Gebeurt dat, dan ik ben er zeker van zullen velen uwer de zaak anders beschouwen, dan tot op heden 't geval was gewilliger het oor lenen aan de betoogingen van den agent, die U wil bewegen eene verze kering aan te gaan. Yraag U zei ven eens ernstig af Als ik eens kwam te vallen, wat werd er dan van hen die mij lief en dierbaar zijn F Kan ik het voor God en mijn geweten verantwoorden, als ik niet bij tijds maatregelen neem om hen, zooveel als in mijn vermogen is, voor armoede en de daarmede samengaande ellende te bewaren F En als dan een innerlijke stem U toeroeptNeen gij hebt niet gezorgd en het is uw plicht dat te doen, eer het te laat is, aarzel dan niet langer. Sluit een Contract van levensverzeke ring, hoe klein en bij welke Maatschappij ook, mits deze laatste solide is. Eén enkele ziekte, al heeft die ook niet den dood tengevolge, kon toch de oorzaak zijn, dat geen enkele Maatschappij, (die U als ge gezond zijt, gaarne ziet komen) U meer aanneemt. Onherroepelijk sluit zij dan hare deuren en hoe gaarne ge ook zoudt willen, het is dan voor U te laat. v— Denk om de bekende spreekwoor den Stel niet tot morgen uitwat ge heden kunt doenwant Wat ge heden doetis morgen reeds gedaan. 1. lI.BfUnlng- Ingezonden.) (Wordt vervolgd.) mm Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Amerika bij vooruitbetaling f 8,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en 3/2 maal. Boekaankondiging 5 Cent per regel en V3 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmiddag 12 uur. O 7 o o 14) Uit den grond zijns harten klom de bede, dat de Heere zijnen ongelukkigen zwager tot de waarheid des Evangelie's brengen mocht. De gevolgen zouden dan wel bevredigend zijn. De godzaligheid •immeis is tot alle dingen nut, hebbende de beloften van dit en van het toekomende leven'! Hoe meer hij er over nadacht, des te duidelijker werd het hem, dat hij zich onwrikbaar aan zijne voorwaarden houden moest. Yoor hij naar huis ging, legde hij een kort bezoek bij zijne zuster af. 't Was eene treurige visite, want hij kon niet nalaten met een paar woorden ben een weinig op den slag, die hen stond te treffen, voor te bereiden, en zijne diensten aan te bieden. Arme huismoeder, hoe getuigden hare gelaatstrekken van veel verborgen leed en hoe kromp haar hart ineen bij hetgeen zij hoorde Lina, die nu een meisje van bijna twintig jaren was, wischte hare eigene tranen af en hield zich sterk, om hare moeder te troosten. Trouwens het was haar niet vreemd, om eigene smart te 'sGRAVENHAGE. Inspecteur Kosmos verloochenen. De compagnon van haren broeder had haar leeren kennen toen zij eenige weken in Amsterdam gelogeerd was bij eenige harer vrienden. Die kennismaking had er toe geleid dat er tusschen hen eene hartelijke liefde ontstaan was. Toen haar vader er evenwel kennis van gekregen had, was hij er o zoo toornig over geworden. Daarvan mocht niets komen. Hij had altijd gehoopt, dat zijne dochters een rijk huwelijk zouden doen. Dat een jonkman als Van Halm, zijn ontslagen bediende, de oogen naar zijne dochter wilde opheffen, vond hij vreeselijk. Sinds dien tijd had Lina gelegenheid zich in zelfverloochening te oefenen, als haar hart met het gebod „eert uwen vader en uwe moeder" in botsing kwam. Het ongeveinsd geloof op de liefde en zorg des Heilands had haar ootmoedig en stil en vertrouwend doen zijn. Steeds was de hoop in haar levendig gebleven, dat haar vader zijn vooroordeel overwinnen zou om harentwille. Natuurlijk was deze zaak in den laat- sten tijd op den achtergrond geschoven, door de geruchten die omtrent den stand der kantoorzaken rondgingen en ook hen bereikt hadden. Van Meerden zelt had alle gesprek daaromtrent steeds afgesneden, maar de toenemende stroefheid en lichtgeraaktheid bewees de gegrondheid der geruchten. Met een bezwaard hart nam oom Paul den terugweg aan, weinig denkende, dat hij dien binnen enkele uren wederom langs moest. Hoofdstuk IX. Van Meerden kwam dien middag niet tehuis om het middagmaal te gebruiken. Nu, dat gebeurde wel meer en ofschoon zijne vrouw van verlangen brandde 0111 hem te spreken en tot aannemen der voor waarde van haren broeder te bewegen, toch lette zij niet er bijzonder op. Treurig en in droevige gesprekken ging de avond voorbij. De toekomst was dan ook donker, want wat moest er aangevangen worden als vader bankroet was! Zij hui verden bij het woö. d. Hoe zouden zij de oogen nog durven opslaan, als zij kennis sen ontmoeten. „Kom Mina", sprak de huismoeder ten slotte lees ons een hoofdstuk uit den bijbel voor. Waar zullen wij anders sterkte en troost van daan halen". Mina stond op en kreeg den huisbijbel, die van veel gebruik blijken gaf. „Wat zal het wezen moe was de vraag. „Psalm 88, kindlief." Langzaam en duidelijk las het meisje voor, en met aandacht werd zij aangehoord. Toen zij aan het laatste vers gekomen was, klonk de huisschel. De dienstbode die opengedaan had bracht een brief binnen, die door een der bedienden van het kan toor gebracht was. Haastig brak juffrouw van Moerden de enveloppe open, ontvouwde den brief en las Zeer geliefde vrouw en kinderen Omdat het mij onmogelijk is uw per soonlijk mede te doelen wat ik u te zeggen heb doe ik hot langs dezen weg. Schrik niet want hetgeen ik te melden heb is vreeselijk. Mijne zaken zijn totaal op en een bankroet is onvermijdelijk. Vergeef het mij, Mario, dat ik u deze schande niet heb kunnen besparen, en ook gij kinderen veracht uwen vader niet. Het is mijn schuld niet. Ik heb er voor gezwoegd en gewerkt. De ellendeling, die ons dit berok kend heeft, is Monas. Vergeef het mij dat ik dikwijls zoo onvriendelijk tegen u geweest ben. O Marie wie had dat gedacht voor een twin tig jaar, toen alles zoo voor den wind ging Ik kom niet meer thuis, voordat ik alles weer terugverdiend heb. Daartoe ga ik naar het buitenland. Ik kan niet de ellen de en schande, die over u komt aanzien. Treur niet over mij. Aan Willem en Paul heb ik geschreven, dat zij u helpen moeten. Ik weet, dat zij het doen zullen. Paul wilde mij niet op de been houden, maar u zal hij niet in den steek laten. Gij zijt allen toch van één geest. Ik ben toch altijd een vreemdeling in uw midden geweest. Vergeet dat ik bestaan heb. Het is mij alsof ik levend dood ben. Vroeger heb ik veel geleden als ik met tegenspoed worstelde. Dag Marie, zachte lieve vrouw, 0, dat ik het in mijn macht had, u voor deze schande te behoeden. Dag Lina en Mina, lieve [meisjes, zult gij goed voor moeder zorgen? Vaarwel en vergeef mjj als ik u iets misdaan heb. Nogmaals gegroet van Uw echtgenoot en vader, H. van Meerden.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1895 | | pagina 5