yilüü BS ai 21 Yrijdag 24 Mei 1895. Tiende Jaargang No. 500. An tirevo Orgaan IN HOC SIGNO VINCES FEUILLETON. as c aas c ti b n n s x. De Magazijnen van J. Hoevenaars van Lith Rotterdam Hoofdadres Binnenrotte 137 Schoenmagazip T.BOEKH O V E N. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. uitgever: MOMiïiSMJmgJMi. Advertentien van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en 3/2 maal. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Alle stukken voor «Ie Siednefle bestemd, A «1 verlenf iën en verdere Administratie franco toe fe zenden aan den Uitgever. Met Tooneel. Van al wat in het openbaar ge schiedt draagt de overheid de ver antwoordelijkheid. De overheid reikt vergunningen tot publiek bedrijf uit en zonder hare goedkeuring en toestemming kan niets in het openbaar plaats hebben of vertoond worden. Zonder hare toelating eene open bare vertooning uit te voeren, stelt iemand schuldig aan de wet. Vandaar dat de overheid dan ook verantwoordelijk is voor wat in het openbaar geschiedt. En vandaar ook, dat zij bij gemeen tewet waakt tegen vertooningen met de openbare zedelijkheid strijdig. Stipte nakoming dezer wet is in het belang der overheid zelve. Zij toch houdt zich staande door gezag. En niets is er dat meer alle tucht en orde vijandig is en cr op uit is, het gezag te ondermijnen dan onzedelijk heid. Op grond van dit gezag mag er dan ook allerminst aan getwijfeld, dat de overheid uit welbegrepen eigen- en staatsbelang de gemeentewet en ook het artikel van de zedelijkheid en orde strikt handhaven zal. Het eenige dus, waarover geschil zoude kunnen ontstaan en waaraan getornd konde worden is de maatstaf, waarnaar de overheid beoordeelt of iets zedelijk of onzedelijk, ordelijk of ontuchtig moet worden genoemd. Over den keursteendie men hier toe aanlegt, rijst verschil van gevoelen. Dat er tweeërlei keursteen is, dat de overheid een anderen maatstaf aanneemt dan ons volk in zijn breede kern hieraan valt niet te twijfe len. Dit is onmiskenbaar een zeker feit. Dit blijkt voldongen hieruit, dat de overheid openbare vertooningen toelaat, die elk ernstig man ergeren, die der eerzame vrouw den blos der verontwaardiging op de wangen ja gen en die het grootere en betere deel onzes volk verfoeit en veraf schuwt. Algemeen staat een gedeelte van ons kermisveld bekend als de Zand straaten te aanschouwen voor een elk, zijn de publieke qemeenheden en banaliteiten, èn vóór èn in de kermis tenten en schouwburgen, zoo door taal en gebaar, als door kleeding worden opgediend. Bepalen we ons alleen tot het tooneel. Yolgens onwraakbaar getuigenis van mannen die het wel weten kun nen, staat het liollandsche tooneel al op een bijzonder laag pijl. Het spelen op het tooneel, het verschijnen op de planken staat te onzent niet als eerzaam bedrijf bekend. En in de schatting van het publiek is iemand, die als tooneelspeler, als comediant optreedt niet hoog aange schreven. De lieden, die onze schouwburgen eigenlijk bezoekenen de loges en stal les bezetten, verschijnen er dan ook niet, om wat er te genieten valt, maar alleen omdat hot tot de „bon ton" behoort, omdat het gekleed staat. Zij moeten er hunne bevalligheden en toiletten vertoonen en deze op het voordeeligst uit doen komen. Do voordracht der spelers is zoo onbeholpen, gekunsteld en onwaar mogelijk. De taal is beneden alle critiek. De spraak is plat, ongemanierd en triviaal. Daarbij zoekt ge bij ons tevergeefs een stand van tooneelschrijvers. Onder hen, die zich actief met het tooneel inlaten is te groote schaarschte van karakter en te weinig beschaving en universeele ontwikkeling, dan dat zij ooit hoogere kringen zouden kun nen bevredigen. En om nu de lagere volksklasse, die met de to< neelisten op één lijn staat en waarvoor deze dan ook eigenlijk werken, op hare wijze te doen genieten, worden de liederlijkste fransche stukken vertaald en opge voerd. De letteren en dus ook tooneelstukken zijn de spiegel van verstand en gemoed, zegt men. Aan de eischen, die deze beide stellen, moet worden voldaan. En hier hebt ge meteen den steen, waarmee de overheid toetst. Let weleerst het verstand en dan het gemoed. Dit laatste wordt door het eerste gevormd. Het gemoed is een kind van het verstand. En zoo blijft als eenige voorwaarde, dat aan de eischen van het verstand genoeg worde gedaan. En dus is de vader van het huidige, liederlijke too neel het intellectualismede eenzijdige verstandstyannie Met het onderwijzen hiervan wordt reeds begonnen op de lagere school. Yoortgezet wordt dit op de middelbare. En voltooid op de hoogere inrichtin gen van onderwijs. De staat, de overheid huldigt der halve als het heilzaamst voor ons volk de verstandrichtingwaaraan we o. a. het ontuchtige tooneel hebben dank te weten. Het evenwicht tusschen kennis en zedelijkheid is verbrokenAlleen van verstandelijke ontwikkeling weet men. Yreemd is men van godsdienstige ont wikkeling. Religie is iets uit den ouden doos, goed voor hofjesjuffers. Dit verkondigen de moderne predi kers van den kansel, in bond met den revolutionairen Staatdie boven recht het belang stelt en voor het nut de zedelijkheid achterzet. Al wat men dan ook van die zijde van vrome termen en zoet gefemel oprakelt is niet dan publieke fopperij. Maar wanneer nu, zooals de li beralen zeggen, wat in de schouw burg te genieten wordt gegeven de spiegel is van verstand en gemoed wanneer de ontwikkeling van deze beide dus gelijken tred houdt met die van het tooneel wat moeten we dan toch denken van de grootte van het verstand en de teederheid van gemoed bij hen, die de meest on zinnige en vuilste stukken kunnen (Wordt vervolgd.) Binnenrol te 50 en 2e Lombardstraat 45 &CËlOCtoJ(lf}vicl£. €fl JLeilevSmmSel. In alle onze magazijnen zijn de prijzen aanmerkelijk vermindert. Verkoophuis Binnenrotte 48. Alleen Maandags en Dinsdag-. Voor liet puMick geopend, die «lagen totuitverkoop geregeld. Deze Courant verschijnt eiken Yrijdag. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentien worden ingewacht tot Donderdagmiddag 12 uur. Wegens de ingevallen Hemel vaartsdag verschijnt dit nummer een dag later. Hoofdstuk VII. 12) Met een enkel woord herinnerde hij zijn neef om toch, vooral bij het doen der zaken, op God zijn oog gevestigd te houden. Oom Paul was zoo goed als zijn woord. Eenige weken na het hierboven gemelde gesprek werd de manufactuurhandel, on der de firma van Meerden en Compagnie, geopend en begonnen de jongelieden met lust en ijver aan den bloei hunner zaak te arbeiden. Het ging natuurlijk bij den aanvang niet zoo bijzonder gemakkelijk, maar zij waren vol moed en schuwden den arbeid niet. Gelukkig had oom Paul vele kennissen in Amsterdam, bij wie hij hen aanbevolen had. Wat nu de ijver en vljjt niet vermocht te doen, dat bewerkte de aanbeveling bij de vrienden, en dit beide werd met toe- nemenden bloei bekroond. Tot groote verwondering van Willem, scheen zijn vader nog al met het plan ingenomen te zijn, en diende hij hem zelfs met goeden raad. Toch was het niet zoo onverklaarbaar. Van Meerden gevoelde in zeker opzicht onbewuste eerbied, ondanks zich zelve, voor de beginselen van zijne huisgenoo- ten. Aan den dienst van God moet ieder een, die er mede in aanraking komt, in mindere ot meerdere mate hulde brengen. Op kantoor zaten Willem's godsdien stige gevoelens hem in den weg, maar toen deze vertrokken was, kwam het vaderlijk gevoel boven. De goede ge ruchten van zijnen zoon streelden zijne ijdelheid en omdat de stand zijner zaken al slechter en slechter werd, lachte het denkbeeld, door oom Paul opgeworpen, hem meer en meer toe. Een schaduw zijde was er aan verbonden in zijn oog en dat was dat zijn zoon, zijn Willem, Van ITalm, den weggezonden bediende zijns vaders, tot compagnon had. Op verstandige maar besliste wijze had oom Paul hem echter tot andere denkbeelden gebracht en toen de berichten van het goed slagen der jeugdige handelszaak hem geregeld bereikten, zette de man er zich over heen. Ja, de zaken gingen in Amsterdam langzaam maar gestadig vooruit. Op alle mogelijke en geoorloofde wijze zochten zjj hunne klanton door prompte bedie ning het naar den zin te maken en hun aantal te vermeerderen. Tot bereiking van die laatste, bezigden zij ook enkele dagbladen, waarin zij advertentien plaats ten. Dus ook advertentien Waarom niet, maar de advertentien door hen gesteld, behelsden geen leugen achtige berichten van goedere^, die on overtrefbaar, van prijzen die ongeloofe- lijk laag zijn en zoo voorts. Niets van dat alles. Willem maakte zich zijne ervaring op het kantoor zijns vaders ten nutte, en wachte zich wel in advertentie of circu laire iets te zetten dat met de waarheid in strijd was en dienen moest als pijlen op het hart der concurrenten gezicht. De leus wasdo zegen des Heeren maakt rijk, en om dien zegen werd door hen gebeden. Af en toe kwam oom Paul eens naar Amsterdam om den loop der zaken gade te slaan. De verwachtingen, die hij om trent de jongelingen gekoesterd had, zag hij niet beschaamd, en nauwelijks waren er twee jaar verloopen of hij kon met vrijmoedigheid zijn geld dat tot oprich ting der zaak gediend had, terugnemen. Van Meerden Compagnon waren alsnu onafhankelijk bezitters van de frisch opbloeiende zaak, en naast God dankten zij den eenvoudigen man voor al wat hij zoo belangeloos gedaan had. „Ge kunt me geen beteren dank be talen jongelui", sprak hij tot hen, „dan dat gij voortgaat met strikt eerlijk zaken te doen en u vreemd houdt van de me nigvuldige bedriegerijen in woord en daad, die de zoogenaamde handelswereld ons als geoorloofd komt opdringen. Waag het in uwe zaken met God, mijn jongens, en gij zult er niet slecht bij varen." Hoofdstuk VIII. De strijd tusschen de manufactuurhan- delaars gevoerd, de onedele en zondige concurrentiestrijd was op het toppunt ge komen. Reeds lang had van Meerden het kunnen bemerken, dat de handels wereld den kamp gadegeslagen had, en aan zijne soliditeit begon te twijfelen. Zijneleveranciers die hem voorheen groote hoeveelheden manufacturen op crediet ge leverd hadden, begonnen nu bij zijne be stellingen uitvluchten te zoeken om de levering wat uit te stellen, of wel in kleine partijen te doen plaats hebben. Geen wonder ook. Van Meerden verkon digde dag aan dag in de bladen, dat geen handelaar of winkelier zoo goedkoop de goederen leveren kon als hij en dat de menschen nergens zoo deugdzame stof fen voor hunne kleederen koopen konden als juist bij hem. Dat het zeer dwaas is, en bovendien een groote onwaarheid, seheen hij niet te bedenken. Immers toch, iedereen die zijn verstand gebruikt, weet dat de fabrikan ten van wien van Meerden zijne waren ontving ook aan anderen en ook aan Monas hun fabrikaat zochten te verkoopen. Maar juist deze wijze vau handelen had ten gevolge, dat de leveranciers hun ver trouwen aan hem begonnen te onttrekken. Zoo ook de menschen die bij hem ter markt kwamen. „Goede wijn behoeft geen krans," zeiden zij tot elkander. En had de ondervinding nu nog de snoe vende advertentien bevestigd, nu ja dan zou men dat misschien over het hoofd gezien hebben. Maar 't was zoo niet, en al betaalden de huismoeders ook al een stuivertje minder per meter dan elders, in het gebruik werd het vaak bespeurd, dat goedkoop veelal duurkoop is. „Ja, ja," spraken de klanten dan tegen elkander, „het moet uit de lengte of uit de breedte komen," .en bij een volgende gelegenheid gingen zij de deur van van Meerden voorbij. En hoe bleef van Meerden onder dit alles Even trotsch en onbuigzaam als vroe ger, of liever gezegd hij nam toe in deze ondeugden. Hij zag door zijn beleid zijne gansche zaak verloopen, maar gaf den strijd toch niet op. Altijd door bleef hij op een betere toekomst hopen, waartoe hij door meerdere krachtsinspanning dacht te geraken. Om het oog naar boven te slaan en de zegen des Heeren over zijne zaken in te roepen, daaraan dacht hij niet, en dat wilde hij niet. Buitendien, van Meerden wist het, dat hij dan afstand zou moeten doen van vele dingen, die hem nu eenmaal toeschenen voor den goeden loop der zaken onvermijdelijk te zijn. Hij had langzamerhand zijn geweten onder de knie gekregen en menige daad, die hij vroeger bedrog zou geheeten heb ben, kreeg nu bij hem den naam van „wel doordachte koopmangreep" of „han delsbeleid." Onder deze woorden verbergde hij ook het schandelijke feit, dat de stukken manufacturen niet beantwoordden aan het aantal meters, dat er buiten op vermeld was, terwijl de knechts er reeds op afgericht waren om bij het nameten de goederen zoodanig te rekken, dat er op eiken meter een stukje te kort kwam als de huismoeders het zelve langs den meter legden. Binnenrotte 48, 2e L.ombardstraat 43. Schoenmagazijn. En gros Export. Hoogstraat 39®. SCHOENMAGAZIJN. Raamstraat 54. SCHOENMAGAZIJN. Schiedamschedijk 86 hoek Brandsteeg SCHOENMAGAZIJN. Oppert 146. Amsterdam. Baniel Stalpertstraat 66 SCHOENMAGAZIJN. tiouda liijdstraat If3. SCHOENMAGAZIJN. ÏSllemeet (Schouwen). SCHOENMAGAZIJN.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1895 | | pagina 1