Vrijdag 19 April 1895. Tiende Jaargang No. 495. Antirevo W IIIIIKI HS IN HOC SIGNO VINCES v„ T. BOEKHOVEN. FEUILLETON. De Magazijnen van J. Hoevenaars van Lith Rotterdam Hoofdadres Binnenrotte 137 Schoenmagazijxi m> AiEe stukken voor de JKedactie bedeesd, Advertentiën en verdere Administratie franc© toe te zenden aan den Uitgever. Groote woorden. Sedert Dr. Bronsveld zich op poli tiek gebied met de liberalen is gaan vermengen wel te onderscheiden van samenwerking voor bepaalde doeleinden hebben zijn woorden niet veel interessants meer voor ons te minder omdat hij toch niet tot de eigenlijk zoo tc noemen staatkundigen behoort en alles schijnt af te meten naar het belang of de schade die er voor zijn Hervormd Genootschap in steekt. Van dit laatste heelt hij weer eens een doorslaand bewijs gegeven bj liet bespreken van het ZTwierapport om trent schoolwetswijziging. Waar de antirevolutionairen van alle gading er instemming mede be tuigden, zij het ook hier en daar met eenig voorbehoud, komt Dr. B. in zijn „stemmen voor Waarheid en Vrede" er eenige zwaai- en knalzinnen tegen aanslingeren, die zelfs do bestrijding van de kleine liberale pers in de scha duw stellen. Wat zal er, zoo vraagt hij angst val- I lig, toch overblijven van „het Protes- tantsche Nederland", als alle richtin gen op schoolgebied gelijkelijk met staatsgeld worden gesteund in die j mate, dat z j er zelve geen groote offers I bij moeten opbrengen. En zjn ant- 1 woord is Men lette nu op de handige verwis seling van de uitdrukkingen „het Protestantsche Nederland," het „Christelijk Nederland" en de „geloo vigen." Volzinnen als de bovenaangehaal de laten zich overigens „lekker lezen." Voor wie op den klank en den stjl afgaan, zijn ze niet onbehagelijk. Maal ais men den inlioucl weegt, och welk niet-liberaal geelt er dan een cent voor. Of wie, die in de schoolstrijd meeleefde, weet niet, dat al de ver- schrikkel jkheden, door Dr. B. als ge volg van het verwezenlijken der rap port-denkbeelden aankondigt, feitelijk reeds jaren en jaren bestaan, en zich, ook buiten de geldquaestie gerekend, voortdurend meer openbaren zullen. En wicn onder hen staat het niet hel der voor den geest, dat reeds in 1878 van antirevolutionaire zjdeop afdoen de wijze de vraag beantwoord werd, of menging der kinderen op de volks school ook een tegengif tegen onver draagzaamheid kan zjn Maar alsof wij in ons land geen schoolhistorie hadden, en als wist Dr. B. letterlijks niets van den toestand der openbare scholen en van de aanvankelijke rcehsterkenning eri gel jkstelling van alle richtingen in de wet, komt hij warempel nog eens opdagen met het totaal weggesleten argument, dat onze lieve vaderlandsche éénheid door aan neming van het £7m'e-rapport zou wor den verbroken. Een mooie voorstelling. Verbreek maar eens wat reeds lang ten gruizel ligt. Och die phantasie Wat kan z j een kwaad stichten. Verwildering der volksjeugd. Volgens de opgemaakte 'statistiek klom van 1886 tot 1892, dus in zes jaren tjds, in Duitschland het percentage van jeugdige veroordeel den tusschen 12 en 18 jaar, wegens algemeene misdrijven van ruim acht tot ruim elf, wegens diefstal van 30 tot ruim 33, wegens aantasting der zeden van ruim 19 tot ruim 25, wegens beschadiging van ruim 12 tot ruim 17. Zoo gaat het mensch- dom „vooruit" Doch niet alleen in Duitsclibnd, wellicht ook in andere landen, en stellig ook in Nederland wordt de verwaarloozing van vele kinderen meer en meer in het oog loopend. Opmerkelijke staaltjes zijn daarvan medegedeeld in den Bode der Hel dring-gestichten. Tal van ouders, die öf te lui zijn om te werken, of door een zedeloos leven zich grootendeels ongeschikt gemaakt hebben voor den arbeid, zenden niet alleen bij dag, maar ook bj avond en ontjden hun kinderen de straat op met het ruw bevel om een bepaald aantal centen bijeen te bedelen. Voornameljk in de groote steden wordt dat waargenomen. De kinderen schellen niet alleen aan de huizen om een aalmoes te ont vangen, maar loopen "ook telkens de heeren en dames op de straten na, en trachten dan door onopboudeljk vragen iets los te krjgen. Geen wonder, dat zj hierin vaak lang volharden, want als z j de door hun ouders geëischte centen niet thuis brengen, dan weten zj wat hun te te wachten staat. Soms mogen zij dan niet eens het ouderijk huis binnentreden, al is het buiten nog zoo koud. Er begint nu een roep |te komen om bj zoo verregaand misbruik van het ouderijk gezag, door wettelj- ke termen de mishandelde kinderen in veiligheid te stellen. Mr. J. A. Levy heeft in de vereeniging tegen drankmisbruik genaamd de Volksbond, daaromtrent oen rapport uitgebracht. De vaderljke macht is niet slechts een recht, zegt de heer Levy in dit rapport, maar een plichtvoor welks vervulling hij ook tegenover de maatschappj rekenschap schul- Binnenrotte 50 en 2e Lombardstraat 45 SchoenJahriek en ÜLed er handel. In alle onze magazijnen zijn de prijzen aanmerkelijk vermindert. Deze Courant verschijnt eiken Trijdag. Abonnementsprijs per drie maanden frapco per post 50 Cent. Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. UITGEVER: Advertenfciën van 1—5 regols 50 Cent elke regel meer'10 cent en 3/2 maal. Boekaankondiging 5 Cent per regel en V3 maal. öienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmiddag 12 uur. „Niets, want zj zullen een volk hebben, dat zich zelf in stukken houdt, eu aan de Begeering de ver heven taak opdraagt, om geld in te vorderen en uit te betalen aan allen die zich komen aanmelden onver schillig van welke richting". „Is dit de leus van den heer Groen„gezindte scholen" niet zóó vrj vertaald, dat [er niets van de oorspronkel jke beteekenis overbleef P „Hoe kan men toch een toestand wenschen waarin een premie wordt gezet op het fanatisme? „Hoe zal een volk bloeien, welks jeugd van meet af zal worden ge bracht, hier onder den jskouden straal van het atheïsmeginds onder aanhoudende besproeiing met wij water. Hoe is het mogelijk, dat ge- loovige mannen godloochenaars kun nen qualificeeren als een andere „richting" toegedaan Hoe is het te verklaren, dat antirevolutionairen zoo revolutionair kunnen te werk gaan Zij die de Stan daard lezen, en volgen, moeten ver trouwd gemaakt worden met het denkbeeld, dat men onze jeugd voortaan zal moeten zenden naar scholen, die als eilanden van elkan der zjn gescheiden door de diepe sloten of kanalen van den godsdienst haat. Jezuitcn-Scholen, gereformeer de „scholen," radicale scholen, god- loochenaarsscholen, zj zullen allen verrjzen en tieren mogen in den naam der rechtsgeljkheid in het christelijk Nederland, en in de scha duw van een banier, waarop het kruisteeken prijkt der geallieerde geloovigen." B ÉE C €1A U It U M ffl T. 7.) Hoofdstuk IV. Haar broeder zweeg. Wat zou hj ook aanvoeren? Van Meerden was voor geen rede vatbaar. Eén gedachte bezielde hem. Als een booze zweepte die hem voort. Monas, die van zijn optreden tot heden, een scherpe concurrentiestfjd geopend bad, moest er onder. Dat stond bj hem vast. Hij werkte met alle macht. Daarvan hing het af, meende hj. Dat zoodoende niet alleen Monas, maar ook hijzelf ten onder ging, wilde hj niet inzien. Hj zag het wel, maar hoopt er ten slotte nog boven op te komen. Maar de handelswereld scheen er an ders over te oordeelen. Men begon de aandacht op hem te vestigen. Er gingen geruchten, omtrent zjne vertrouwbaarheid als handelaar. „Niet meer zoo als vroeger," fluisterde men. Van Meerden had op Willem gehoopt. Hij had hem goed laten onderwijzen en zou zelve nu een „goed handelsman" van hem maken. Bj den aanvang ging het goed. Willem beloofde veel. Zjn karakter, zjn gevoelen en handelen was in over eenstemming met de wenschen zjns vaders. Maar niet met de begee t zijner bidden de moeder. Zj bad en smeekte voor de behoudenis van haar kind b j den troon der genade. En een kind van veel gebeds gaat niet verloren. God hoorde naar hare stem. Uit het gesprek tusschen Paul en zjne zuster vernamen wij reeds, dat Willem, nadat hj in groot levensgevaar verkeerd had, tot nadenken gekomen was. Hoe angstig was Hendrik van Meer den geweest, toen zjn zoon eenige weken krank was. Zou hj zjn zoon verliezen, zjn steun weldra in de zaken, zjn opvolger Maar Willem zou niet sterven. God had geen lust in zijn dood, maar richtte hem op. Hoe blijde was van Meerden toen zijn zoon weder op kantoor kon komen. Alles was weder b j het oude Ja, alles Weldra bespeurde de vader dat er iets in Willem veranderd was. Niet zjn ijver en werklust, maar zjn zienswjze. De levensrichting was antlers. Willem had geleerd, dat er nog iets nocdigers is, dan een goed handelaar te zjn. Dat sprak hj niet uit met veel woor den, maar toch kon hij het niet verbergen. Veel dat vroeger hem dacht goed te zjn, stuitte hem nu tegen de borst. Zijn vader was bil ter teleurgesteld, toen b j langzamerhand bemerkte, welke ommekeer er lij Willem plaats gehad had. „Onbruikbaar voor den handelwas zjn besluit, als hj op zijn zoon zag. Yan dit alles had Paul vernomen, en beter dn,n zijn zustor, wist hj, dat van Meerden hoog spel speelde. Maar over dit alles wilde hj met haar niet spreken, en het gesprek op andere dingen brengende, trachtte hj haar te troosten en te versterken. Misschien zou Qod haar gebed ver- hooren. Hoofdstuk Y. Lina, de zeventienjarige dochter van den koopman van Meerden zat met haar zusje alleen in de kamer, bezig met eenig handwerk, 't Liep tegen den tijd van het middagmaal en daarom was moeder op dit oogenblik niet in de ka mer, maar als goede huisvrouw hield zij het oog op de werkzaamheden der dienstmaagd in de keuken. Mina, die nu al een meisje van 14 jaar was, had haar naaiwerk voor een oogenblik ter zjde golegd en een cou rant opgenomen. „O, Lina riep zj opeens, zie eens welk een groote advertentie van ons." Dit zeggende reikte zj hare zuster het nieuwsblad over. „Ik zou die advertentie maar niet aan moeder toonen [sprak Lina, ter wijl zj het blad dichtvouwde en weg legde. „Maar waarom," vroeg hare zuster, „vindt moeder liet zoo onpleizierig Lina, die sprekend op haar moeder ge leek en dezelfde vriendelijke en bedaarde uitdrukking op het gelaat had, trok haar zusje zachtjes aan de blonde krullen en sprak „O wat ben je toch een onnoozel kind. Maar zeg eens, wat zou je zeggen als er straks een vriendinnetje van u kwam en ik ging dan in alle ernst beweren, dat mjne japon van veel betere stof gemaakt is dan uwe jurk P" „Dan zoudtge onwaarheid spreken Li na, want ze zjn beiden van een stuk," was het rappe antwoord. „Juist kind, en nu zijn er menschen, die meenen dat zooiets in advertentiën wel mag geschieden, begr jpt ge Nu vindt moeder het immer zeer verdrietig om zoo'n advertentie te lezen, dus denker om, dat ge haar er nimmer opmerkzaam op maakt, zooals ge verleden week gedaan hebtzult ge er om denkeu zusje?" Ja Lina," was liet antwoord van het meisje, dat de courant opnieuw opnam en de advertentie met meer aandacht over las. Op dit oogenblik weerklonk de schel van de buitendeur. Nog een wijle en Wil lem trad de kamer binnen achter zjne moeder, die hem binnengelaten had. Hj {was een kloek jonkman geworden, die Willem, en zag cr gezond en sterk uit. „Komt ge alleen", vroeg zijn moeder, „waar is vader?" „O", was het antwoord, „vader wilde nog even bij ven." Willem sprak dit zoo luchtig weg, maar toch scheen zijn moeder te bespeuren, dat iets niet in orde was. Toen Mina een oogenblik daarna de ka mer verlaten had, vroeg zij met zichtbare ongerustheid: „Is er iets gebeurd Willem?" „Hoe komt u aan dat denkbeeld, moe der vroeg hij. „Ik zie het aan u, Willem zegt het mj maar." „Ach moeder," begon de jongeling, wiens gelaat ernstig werd, „wat zal ik zeg gen, het gaat niet goed, het gaat niet goed." Hier zweeg li j even, terwijl hj peinzend en bedrukt voor zich staarde, en daarna zj'n hoofd opheffende, vervolgde hj „Zie eens, moeder ik heb er u nimmer over willen spreken, omdat u er toch reeds genoeg leed over hebt. De strijd, die vader nu al jaren lang tegen Monas gevoerd heeft, is ondrageljk geworden voor m j althans. Yroeger kon ik mj er beter inschikken en was ik het er volkomen mee eens maar om u de waarheid te zeggen, sedert ik in nog andere dingen dan in handel en geldverdionen begeerte gekre gen heb, heeft dat jagen mij tegengestaan, 't Spjt me van harte moeder, dat ik het zeggen moet, maar ik zie de meeste dingen juist anders in dan vader." (Wordt vervolgd.) Binnenrotte 48, Se Lombardstraat 43. Schoenmagazijn. En gros Export. Hoogstraat 390. SCHOENMAGAZIJN. SS aamstraat 54. SCHOENMAGAZIJN. Schledamschedijk 86 hoek Brandsteeg SCHOENMAGAZIJN. Oppert 446. Amsterdam. ©unicl Stalpertstraat 66. SCHOENMAGAZIJN. 4*oiida Wijdstraat 143. SCHOENMAGAZIJN. TEÏÏesneet (Schouwen). SCHOENMAGAZIJN. Voor Bart giufjück gcoi»eud,(lie dageu lot uBverkooji geregeld.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1895 | | pagina 1