2JJJJJjilDiiii!3J5Ëüf, WIlfBMII SU8HL Vrijdag 39 Maart 1895. Tiende Jaargang No. 493. Antirevolutionair IN HOC SIGN O VINCES De Magazijnen van J. Hoevenaars van Lith Rotterdam Hoofdadres Binnenrotte 137 Schoenmagazijn. I T. BOEKHOVEN. FEUILLETON. 4W Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Amerika by vooruitbetaling f 3,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en 3/2 maal. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Alle stukken voor «le Redactie bestemd, AtlverienSIën en verdere Administratie franco toe te zenden aan «Sen Uitgever. Sneller recid, Reeds zeer oud is in ons land de klacht, dat eenvoudige strafzaken zooveel omslag eischen, en dat zij zoo traag worden afgedaan. De ge vallen van diefstal, waarbij de mis dadigers voorloopig in hechtenis ge nomen zijn, moeten hiervan uitge zonderd worden, want die worden gewoonlijk spoedig behandeld. En ook spreekt het vanzelf, dat men voor het afdoen van ingewikkelde zaken, waarbij veel onderzoek en beraad te pas komt, soms veel tijd moet vorde ren. Maar waarom het puHiek zoo hopeloos lang in spanning moet gehouden worden omtrent kleine twisten, mishandelingen, beleedigin- gen, politieovertredingen, enz. valt niet in te zien. De Fransehen heb ben voor dit doel, de berechting van kleine vergrijpen, hun wetgeving reeds verbeterd. Ook Duitschland is daarmede bezig. En in Engeland is men er reeds lang mede klaar. Dat land mag tot voorbeeld strekkenDaar zit dagelijks een politierechter, die kleine zaken, hoogstens 24 uren geleden voorgevallen, aanvat. Hij krijgt van de politie een klein geschreven stuk, waarop zij de hoofdpunten noteerde hij hoort de getuigen terstond, en, als het even kan, doet hij onmiddelijk uitspraak en schrijft die neer in een bij hem liggend register. Niet zelden betaalt de veroordeelde dan op hee- terdaad de boete, als daarin de straf eindigt. Hoe ver zijn wij in ons land van zulk een snel recht. Eerst wordt hier een uitvoerig proces-verbaal opge maakt aan het bureau van politie, lang niet altijd dadelijk. Dan woidt het stuk, als het gereed is, aan het open baar ministerie -gezonden. De ambte naar, die vervolgt, brengt dergelij ke stukken, verzameld, ter terecht zitting aan. Moeten zij bij den kan tonrechter zijn, dan lijdt het weer een poosje, want deze zit dikwijls maar een koer in de veertien dagen voor politiezaken. In verb ind met de wetsbepaling, dat tusschen den dag der dagvaarding en dien van de zit ting, waarbij 'de gedaagden hebben te verschijnen, voor de rechtbanken tien en voor de kantongerechten acht dagen verloopen moeten, kan dit ook moeielijk anders. Voor het feitelijk uitbrengen, bezorgen en beteekenen van de dagvaardingen is natuurlijk ook tijd noodig. En alzoo zijn er dan vaak reeds veie weken, of zelfs enkele maanden weg, eer de aangebrachte zaak voor het eerst „dient." Nu de vonnissen. De wet geeft deii rechter veertien dagen van beraad. De kantonrechters gebruiken veel dien vollen termijn. Soms heeft de rechter ook veel tijd voor het op maken van het vonnis noodigwant de wet verplicht hem om dat vonnis te motiveeren, en bij die motiveering wel in acht te nemen de wettelijke voorschriften aangaande het bewijs recht. Maakt hij hierin een fout, dan is zijn vonnis vernietigbaar.. Hij moet dus voorzichtig zijn. Ook formeel moet zijn vonnis op pooten staan. En dan nog do uitvoering der straf. Valt het vonnis in de termen van kooger beroep, dan moet veertien dagen lang afgewacht worden öf de gevonnisde daartoe overgaat. Ook komt nu, als het- vonnis „bij ver stek" gewezen is, het afschrijven en de bcteekeniug van het vonnis. Is er hechtenis opgelegd, dan kan het uit treksel voor executie spoedig aan het openbaar ministerie worden gegeven, en wacht het „gaan zitten" nog slechts hierop, of er ook ruimte is -in onze tegenwoordig zoo dicht bevolkte opsluitplaatsen. Maar bij de geld boeten komen nog veel meer forma liteiten. Eerst wordt de staat van kosten ter griffie opgemaaktdie staat wordt den ontvanger der regi stratie toegezondendan zendt de ontvanger den tot boete veroordeel de een uitnoodiging tot betaling, en dan, als de betaling uitblijft worden de stukken weer naar het openbaar ministerie teruggezonden ter uitvoe ring van de „vervangende hechte nis." Inmiddels zijn er, sedert het vonnis gewezen werd, al weer een paar maanden verloopen. Dan volgt nog de oproeping om te komen „zit ten." Sommigen bedenken zich dan nog en betalen op het uiterste oogen- blik. Anderen gaan in hechtenis, niet zelden voor tal van boeteveroordee- lingen tegelijk. Onze Nederlandsche juristen sche nen tot dusver maar geen oplossing in deze quaestie te kunnen vinden, zóódanig, dat eenerzijds de rechten der burgers worden beveiligd, en dat toch het berechten niet te lang duurt. Rui m tien jaren geleden beraadslaag de de Juristenvereeniging er overzij kwam tot geen positief resultaat. Maar de begeerte naar hervorming van onze wetgeving werd er door verlevendigd. Moeielijkheden zijn er zeker aan verbonden.-Het gemak voor den En- gelschen rechter in kleine zaken is, dat hij zijn vonnissen niet vormelijk behoeft te motiveeren. Onze grond wet laat die vrijheid niet toe, en bij de jongste grondwetsherziening heeft men dit punt onveranderd gelaten, niettegenstaande Professor Pols in 1884 de wenschelijkheid van veran dering had betoogd. Maar er is nu wellicht iets anders op te vinden. De Juristenvergadering van '84 opperde onder meer het denkbeeld, dat den rechter vrijheid zou gegèven worden om wel niet dadelijk het geformuleer de vonnis te wijzen, maar toch reeds dadelijk de op* te leggen straf zake lijk aan te kondigen, en er dan later een wettelijke omschrijving op te laten volgen. De tegenwoordige regeering schijnt ook kans te zien om betere wetsbepalingen in het leven te roepen. Eene daartoe dienende voordracht is D E C OU C II I& H IE ST T. sohoenmagAzijn. Binnenrotte 50 en 2e Lombardstraat 45 ticfo045n/mhvi@/£ i'tl 1L €(i €t'ii (i iè (t €lIn alle onze magazijnen zijn do prijzen aanmerkelijk vermindert. Verkoophuis Binnenrotte 48. Alleen Maandags en Dinsdag. Voor liet publiek geopend, die dagen tot uitverkoop geregeld. Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. UITGEYER: Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmiddag 12 uur. 4.) Tweede Hoofdstuk. I)e vrouw des huizes zit aan de thee tafel met een nieuwsblad in de hand, dat haar man modegebracht had. „Zeg man," sprak ze op eens, „hebt ge dat gezien, hier deze advertentie „O, ge bedoelt die van Mona3 die hier een zaak in manufacturen geopend heeft antwoordde van Meerden met een lichte trilling in zijn stem. „Ja, die bedoel ik, wist ge dat gij hier concurrentie krijgen zoudt „Sedert een paar weken had ik er van gehoord. Maar maak je niet ongerust vrouw, het is een man, die, al zeg ik het zelf, niet tegen mij opgewassen is. Neen, neen," vei volgde hij op ietwat gemaakt luchtigen toon, „die zal mij geen kwaad doen, want geloof me, zoo gauw laat ik mij niet uit den weg drin gen." „O, ik ben ook volstrekt niet,bevreesd manlief, want ik denk dat er hier nog wel voor twee manufactuurhandelaars een bestaan zal te vinden zijn. Boven dien," vervolgde zij een weinig aarzelend, als vreesde zij iets dat minder gewenscht was te zullen zeggen, „bovendien, God regeert en aan Hem kunnen we het overlaten." Haar man gaf hierop geen antwoord. Gelijk hij in het bijzijn der kinderen gewoon was [te doen wanneer het gesprek een godsdienstige wending nam, zoo .be gon hij ook nu over iets anders. De kleine meid op zijn knie gaf daartoe goede aanleiding,. Mina was dadelijk be reid een spiegelgevecht met haren vader aan te gaan en onder luid gejubel trachtte zij hare mollige handjes als boeien om haars vaders polsen te klem men. I.ina mengde zich af en toe ook in den strijd, en had alzoo ook haar aandeel in de pret. „Ya" riep Mina opeens, „hebt u wel eens een boom zien loopen „Wel neen kind," lachtte haar vader, „hoe komt ge aan zoo'n domme vraag „En dan dat boompje dat 's nachts naar het boseh ging, niet waar Lien „Wat bedoelt ze," was de vraag van van Meerden. „O vader, Willem heeft ons een schoolles geleerd, mag ik eens opzeggen „Och ja kind," was het antwoord. Yader zag wel, dat het meisje hare knapheid eens toonen wild en schikte zich dus in het vooruitzicht van een kinderverhaal te hooren. Lina begon Er was eens een boompje dat zeer schoon was. JHet groeide goed op en had frisch groene bladeren. Ieder die het boompje zag prees het zeer. Hierdoor werd het hoogmoedig en dacht dat er geen schooner 'boomen op de wereld waren. Op zekeren dag plantte de tuinman naast het boompje een tweede. Ook dat groeide goed en werd eveneens geprezen. Nu werd het eerste boompje jaloersch, al zijn genot was weg. Het boompje peinsde op wraak. Op een zekeren nacht trok hij zijne wortels de aarde uit en wandelde naar het boseh om den eik raad te vragen. De wijze eik bestrafte het hoogmoedige boompje en raadde hem stil naar zijn plaats t^yig te gaan. Dat wilde het ondeugende boompje niet en hij ging naar den distel toe. Deze, die altijd nijdig is en steekt, gaf hem raad hoe hij doen moest. Den volgenden dag stond het boompje weer op zijn oude plaats alsof er niets gebeurd was. Maar onder den grond had hij al zijne wortelen onder het tweede boompje gestoken en stond nu uit alle macht al de sappen uit den grond te trekken. Het pasgeplantte boompje kon nu geen voedsel krijgen en was binnen enkele weken dor en] droog bijna dood. Maar door al dat zuigen werd het ondeugende boompje zoo vol dat zijn bast het niet langer verdragen kon en opeens van een spleet. Dat deed erg zeer. Onder vree- selijke pijnen moest de deugniet sterven. Gelukkig leefde het tweede boompje nog. Het kreeg nu weer voedsel, en herleefde. Het werd na enkele maanden zeer schoon. De tuinman liet van den stam en de takken der doode boom een bank maken. Des zomers kwamen de menschen dan zitten op de bank, die aan den voet van den thans schoonen boom stond en roem den dan zijn pracht en schaduw „Zie u nu wel vader dat de boomen loopen kunnen. Willem heeft gezegd dat hij het wel eens gezien heeft." „Dan heeft Willem onwaarheid ge sproken, en dat mag hij niet doen," sprak hare moeder er tusschen in, terwijl zij ontevreden naar haar zoon keek. „Willem sloeg de oogen neer en zei niets. „Is het dan niet gebeurd vroeg de kleine nieuwsgierige Mina opnieuw. „Wel neen kind, dat is een fabel," zei haar vader, het meisje over de blonde krullebol strijkende. „Wat is dat?" informeerde de kleine vraagster. „Wel dat kunt ge toch nog niet be grijpen denk ik. Een fabel is eene ver telling waarin doorgaans dieren of le- venlooze voorwerpen voorkomen, die dan voorgesteld worden alSof zij konden spreken en denken en handelen als menschen. Het doel van zoo'n fabel is om de menschen er iets door te leeren." „En wat is er nu uit de fabel van dit boompje te leeren?" vroeg Lina na denkend. „Wel dat is eenvoudig. Ten eerste dat hoogmoed voor den val komt", ant woordde van Meerden, „en dan, dat het onbehoorlijk is om alles voor zich zelve te willen houden en aan een ander niets te gunnen." Plotseling keek Marie haar man aan. Yelde Hendrik hier niet zijn eigen von nis Immers toch zijne woorden van zooeven omtrent Monas waren die niet juist in tegenovergestelden geest? Had zij het mis Of van Meerden begreep waarom zijn vrouw hem aangezien had, is moeielijk uit te maken. Hoogstwaarschijnlijk wel. Hij keek op zijn horloge, zette Mina van zijn knie en maakte zich gereed om naar kantoor te gaan. Nadat de kinderen naar bed gegaan waren bleef zijn vrouw aan hare eigene gedachten overgelaten. Het was haar vreemd te moede. Die advertentie en het daarop gevolgde ge sprek kon zij maar niet vergeten. Maar was zij dan zoo bevreesd, dat haar man niet langer geld zou verdienen, voldoende voor zijn huisgezin? Neen, dat was het niet, want zooals zij reeds gezegd had, wist zij dat de Heere regeert en dat voor- en tegenspoed van Zijn Vaderhand afdalen. O, voor zich zelve had zj zooveel bezwaar niet, maar zij had het oog op haren man. Wel had hij heden avond luchtig over den nieuwen concurrent gesproken, maar vroeger had hij herhaalde malen zijn vrees to kennen gegeven, dat in het plaatsje hunner inwoning een manufac- tuurhandelaar zou komen wonen. Zij wist het vooraf, dat haar echtge noot geen middelen ontzien zou om den boven toon te behouden. Haar hart beefde, want zij kon het niet ontveinzen, dat van Meerden alleen voor het aardsche leefde en daarin zijn levensgeluk zocht. Hoe zou hij dan kun nen verdragen als hem daarin tegenspoed en beproeving bereid was (Wordt vervolgd.) Binnenrotte 48, 3e Immbardstraat 43. Schoenmagazijn.- En gros Export. Hoogstraat 390. SCHOENMAGAZIJN. I Baamstraat 54. SCHOENMAGAZIJN. Scltiedainscfredijk 86 Iioek Brandstceg. SCHOENMAGAZIJN. Oppert 146. Amsterdam. Haniel Stalpertstraat 66. SCHOENMAGAZIJN. ftonlia' Wsjdstraat 173. Ellemeet (Schouwen). SCHOENMAGAZIJN.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1895 | | pagina 1