I Vrijdag 8 Februari 1895. Negende Jaargang No. 485, .Antirevolutionair Grgaafi IN HOC SIGN O VINCES De Magazijnen van J. Hoevenaars van Lith Rotterdam Hoofdadres Binnenrotte 137 Schoenn-agazijn. en. f2.50. fl.45. lappij, T. BOEKH O V E N. 2G2. lil.'1 *5. nra Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. uitgever: mmmEmmiJM. Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en 3/2 maal. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/s maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Alle §4ukken v«©r «Ie lte«lae4le Hesteopid, Adverteniiën en verdere Asliiglial§fr&tle fraaie© t©e te zende aan deai IJiteever. Dg imuibrmw-nood. Het gaat tegenwoordig in ons land verschrikkelijk cinpractisch toe. Jaar in, jaar uit wordt er buitengewoon veel door do Regeering en de volks vertegenwoordigers in de Kamers gesprokenmaar men komt niet ver der, er worden bijna geen resultaten van gezien en ons volk kwijnt er onder weg. Niet dat de Overheid alle volks- nooden zou kunnen opheffen, dat hebben wij nooit beweerd. Maar daar is een middenweg tusschen al het verkeerde herstellen èn schier alles maar laten loopen. Het heelt er iets van, als in een huis, waar een ernstige lijder te bed ligt. Maar in plaats dat nu één der huisgenooten eenvoudig den genees heer gaat roepen, blijft de geheele familie aan het beraadslagen of het wel noodig is en of het wel helpen zal als er een dokter bij het ziekbed komt. En t ndertusschen geraakt de zieke van uur tot uur in bedenke lijker toestand. Of wilt ge een ander beeld, dan staat het met onzen politieken arbeid als op een kantoor, waar men sedert langen tijd de boeken niet bijhield, en waar toch gedurig het publiek aanklopt om geholpen te worden. Stuk na stuk wordt aangegrepen en weer neergelegd, en eindelijk worden de heeren zoo zenuwachtig, dat zij er in verward raken en niets meer kunnen uitrichten. Er is een tijd geweest, dat schier ieder den mond vol had over de arbeidersbelangen. De werklieden moesten en zouden geholpen worden. Niets noodiger dan dat. Onophou delijk werd gewaagd van het oprich ten van Kamers van arbeid. Door wettelijke bepalingen, opgesteld in overleg met de arbeiders zeiven, moest hun toestand verbeterd en tegen de inhaligheid van vele patroons beveiligd worden. Maar daar komt de kieswetbewe ging, en dat niet voor het eerst. De hoop om in eens tot finale kiesrecht uitbreiding te komen, ging echter verloren, en hoe lang het nu nog duren zal eer die quaestie van de baan is, valt niet te berekenen. Yoor de legerhervormiug is her haaldelijk o zooveel op het papier gesteld, gedacht, gelezen, georeerd, gewikt, gewogen, en daar is nog steeds gebrek aan een voldoend leger en een deugdelijke kazerneering. Bij dit alles, en nog zooveel meer komt nu nog de landbouw-nood. De bewerkers van den grond, inzonder heid de graanbouwers beginnen zoo steen en been te klagen, dat de meest onaandoenlijke burgers cr wel naar moeten luisteren. Ja, het is om er akelig van te worden. Reeds heeft men, doelende op den landbouw onzer dagen, gewaagd van een „Teringachtig lid", en men wil daarmede te kennen geven, dat geheel ons nationaal bestaan bedreigd wordt, als niet spoedig alle standen er wat voor over hebben om deland- bouwers uit hun netelige positie te redden. Hier moet dan de wet tusschen beide komen. Er moeten invoerrechten op de granen geheven worden, want tegen [buitenlanders die bijna niets voor den bouwgrond behoeven te betalen, of die onvergelijk veel min der levensbehoefte kennen, en daar om hun producten voor bijna geen geld van de hand kunnen zetten, is niet te concurreeren. Laat er dan beschermende rechten komen, zoo zegt men, dan is de grond weer wat waard zelfs zal er dan veel nieuwe bouwgrond aangelegd worden, en de arbeiders behoeven niet langer naar de steden te verhuizen om een stukje brood te verdienen. Wij gelooven gaarne, dat er oor zaak is om zoo te spreken. Maar als men nu aan de andere zijde de bezwaren tegen die graanrechten hoort opsommen, dan is het moeie- lijk om zoo maar voetstoots te zeggen ja zeker, heffing van invoerrechten is het aangewezen redmiddel. Men behoeft toch niet veel invoerrecht op de tarwe te leggen, om de arbeiders gezinnen (ook die in de steden) met 15 af 20 belasting in het jaar te bezwaren. Ook is het lang zoo zeker niet, dat door b. v. f 3, invoerrecht per hectoliter graan te heffen, de invoer van buiten belangrijk zal verminderen, of dat er in ons land meer koren door geteeld zal worden. Volgens de statistiek blijft de ver houding tusschen de hoeveelheid wei- en bouwland sedert vele jaren al zoowat dezelfde, en toen in '84 het graan veel duurder was dan in de voorafgaande jaren, had dit toch niet terstond het aanleggen van meer bouwland ten gevolge. O, wij merken dit niet op, om het beschermen voor den graanbouw te ontraden. Wij spreken in deze zaak liefst nog geen vaste meening uit. Maar wij wilden, dat de groote oeconomon hieromtrent meer licht konden verspreiden, zoodat ieder klaar en duidelijk zag: „dien kant moet het uit." Leest men nu wat dezer dagen in het Verslag der Eerste Kamer over hst Regeerings-eleid omtrent den landbouw gezegd wordt, dan krijgt men niet den indruk, dat de machthebbende heeren spoedig met een oplossing der quaestie gereed zullen zijn, en dat is wèl treurig. Zie hier wat de Eerste Kamer er over rapporteerde „In de meeste afdeelingen werd van gedachten gewisseld over de houding der regeering tegenover den landbouw. Die houding wekte hij sommige leden teleurstelling. De Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid heet de Minister van den landbouw te zijn onder hem ressorteeren de aangelegenheden betreffende de druifluiscöiïventie, de boterwet, het subsidie aan het Landbouw-comité en het landbouwverslagmaar in navolging van zijnen voorganger heeft deze Minister van Binaehland- sclie Zaken vele zaken tot zijn Departement getrokken, waar ze eene ondergeschikte plaats innemen, En dit is natuurlijk. De Minister van Binnenlandsehe Zaken is eene politiek Minister en de landbouw \is niet poli tiek. De slotsom is, dat de zaken van den landbouw verbrokkeld zijn, en men dikwijls verlegen is en niet weet met welken Minister men spreken moet wanneer het de be vordering van een belang van den landbouw geldt. De tegenwoordige Minister van Binnenlandsehe Zaken had zich, volgens deze leden, niet doen kennen als iemand, die zich veel aan den landbouw en de belan gen van het platteland gelegen liet liggen. Die leden betreurden dit, ook met het oog op de [aanstaande herziening der regeling van het kiesrecht. Sommige leden uitten levendige klachten over den toestand van den landbouw. Naar zij meenden, zoude de beweging tot het bekomen van beschermende rechten zegevieren, indien geen andere middelen tot verbetering van den toestand werden aangewend. Gevraagd, welke midde len zij meenden te mogen aanbeve len, noemden zij de oprichting van -Staatshypotheekbanken en wijziging der bepalingen van het Burgerlijk Wetboek nopens huur van landerij en in dien zin, dat sommige voor schriften, thans slechts aanvullend, tot dwingend recht zouden worden gemaakt en in het algemeen de positie der huurders wettelijk zou worden versterkt. Andere leden meenden echter, dat van zulke ver anderingen vermoedelijk niet veel heil ware te wachten zij wensch- ten de vrijheid bij het sluiten van overeenkomsten ook voor landerijen zooveel mogelijk te zien gehand haafd, Enkele leden oordeelden het tot verbetering der oeconomische toestan den wenschelijk, dat, evenals in"1835 onder gelijksoortige omstandigheden op voorstel van den heer Van Dam van Isselt was geschied, van Staats wege eene speciale commissie zou worden benoemd tot het instellen van een onderzoek naar de oorzaken der bestaande malaise en naar de middelen tot verbetering. Anderen verwachtten van dien maatregel weinig practisch nut. De regeering bezit alle gegevens om tot de ken nis der toestanden te komen en ten aanzien van den landbouw nog het Landbouw-comite, om haar de ge- wenschte voorlichting te [geven." Men ziet, dat ook in dit verslag de gevoelens verdeeld zijn, en op die verdeeldheid stuiten dan gemeen lijk de voorgestelde maatregelen af. Weet ge, wat het beste zal zijn De landbouwers zeiven moeten zich aaneensluiten, en gezamenlijk in wel overwogen bewoordingen en voor- stellen hunne zaak aan de Regeering voordragen. Reeds lang hadden er Kamers van Landbouw zoovel als Kamers van anderen arbeid van Overheidswege ingesteld moeten we zen. Maar zoolang deze nog toeven en dat kan nog 'zeer lang zijn moeten jjde landbouwers met vereende krachten aan het werk om op deugdelijke gronden en met on miskenbare bewijsstukken aan de Regeering voor te houden wat hun onontbeerlijk is. Zij moeten ten slotte geholpen worden. Onze natie heeft te veel met den landbouw uitstaan de, dan dat zij hem voortaan zou kunnen negèèren, ©b°. EAuyper. Binnenrotte 50 en 2e Lombardstraat 45 Sehoenf*uhviek CM Leder Hand ei, In alle onze magazijnen zijn de prijzen aanmerkelijk vermindert. Verkoophuis Binnenrotte 48. Alleen Maandag-s en Dinsdag-. Wooi* laet publiek geopend, alle dagen tot aaftven6Jk.©®p geregeld. ,18 :NZ. roede. evoetsluia ïr. 8 iam tijd. n. 5 uur. ie tijd. 5,uur. 6,50 uur. 2,uur. 28 Feb, 4,30 uur. 5,30 uur. erdtg en naar plaatsen tijd tijd ur in na he 'ortrok ui istcrdant, 1 zijn bjj filitairen mogelijk I. P. v d. uwesluis n Ylaar- Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmiddag 12 uur. o o (Vervolg.) Evenals onder Groen-Yan-Prinsterer in 1857 op schoolgebied, zoo ook nu, in het sociaal geding, zich aan den vorm van onzen tyd conformeerend, zal deswege de Anti-revolutionare partij de roeping heb ben, om èn tegen die verkankering van het Staatsbegrip èn tegen die materiali seering van de Overheidstaak, ook in het van haar uitgaand program te waken, en alzoo den klemtoon, die op het Christelijk democratisch valt, tot zijn volle recht te doen komen. En zoo kan eerst op de Deputaten- ver gadering, die over dat program het zeggen schap zal hebben, op ernstige wijze uitge maakt, niet, of allen nogmaals onder eeuzelfden hoed te vangen zijn, maar of men, rondborstig zijn gedachte openbarend, in die uitkomen de gedachte slechts de onzichtbare schakeering van eenerlei streven, of wel een niet te verzoenen tegen stelling der geesten ontdekt. Tot dien tijd 10e behoeft geen onzer stil te zitten. Zij er studie, zij er onderzoek van de machtige problemen, die als wolken die elkaar verdringen aan den horizont opdoe men laat er, na studie (een studie die van zelf de bestudeering der beginselen uitsluit) zelfs een voorioopig uitspreken van eigen inzicht zijn; maar snijde plichtsbesef alle hoogheid af, die in de ure die komt, die beslissing tot een oorzaak van verbittering óf, erger nog, door beginselloosheid onzui ver zou makpn. Ga met de studie in de studeerkamer, de bestudeering van de volkstoestanden in het werkelijke leven hand aan hand. Die toestanden zijn, mede door de aarzeling en door het verkeerd beleid op geestelijk en op stoffelijk gebied, zoo jammerlijk bekla genswaard geworden. Verwildering grijpt om zich allerwege vlamt hartstocht op en het zwaard van den honger blijft scherp. Wee daarom over de gerusten in ons maatschapp.lijk Sion, die den dag des oordeels verre stelleD, en zich inbeelden, dat als de vloed straks opkomt, de welge vulde patroontasch het gereede middel zal blijken; om de bedreigde dijken van gezag en orde te kisten. Alleen wie den ernst van den toestand inziet, zal op de bestudeering van probleem en toestand beiden dien ernst zetten, die in de ure des gevaars tot daden bekwaamt. Dien hoogen ernst van het hart bovenal, die vanzelf opwaakt in wie gestadig met den geest van het woord gedrenkt wordt. Alleen dat Woord, mits niet door valsche uitlegging naar standsbelang ver wrongen, maakt den anders zoo zeer zelfzuchtigen mensch tegelijk op stoffelijk en geestelijk gebied ontfermende. We doorleven thans een kalme tusschen- poos. Laat ons met die ruste ook voor oiize gemoedsstemming voordeel doen. Overheid en parlement zijn, tot tijd en wijle de electorale beslissing gevallen zal zij n, tot hetgeen der natie belang inboezemt of het wiel van den wagen van Staat uit het vastgevroren spoor trekt, toch onmach tig en onbekwaam. Nog over formeele noch over moreele bevoegdheid der Staten-Generaal behoeft in dit tusschen tijdperk geredekaveld te worden. Niet over de bevoegdheidmaar over de bekwaamheid loopt het geding en immers de thans heerschende onmacht van Kabinet eu Kamer beiden is sinds lang voor heel het land openbaar. Niets hoop ik daarom vuriger, dan dat het Kabinet-Roëll geen dag langer dan stipt noodig is met de indiening van zijn electoraal ontwerp talmedat het ingedien de ontwerp door geen principieelo hinder nis do mogelijkheid afsnijde, om het door alle partijen te doen aannemen en dat de „Kamei van het beperkte kiesrecht" in I haai sierven zichzelve eere, door het zij den I koord, dat haar gereikt wordt, met iets Binnenrotte 4§, 2e JLeinkardstraat <S3. Schoenmagazijn. En gros Export. Moogstraat 3®©. SCHOENMAGAZIJN. Kaam straat 5#. SCHOENMAGAZIJN. Sehfedamscliedijk hoek EBrandsteeg. SCHOENMAGAZIJN. Oppert 14®. Amsterdam. Ban leis Stamper straat ®6. SCHOENMAGAZIJN. ^niliiiïa W-ijdstraat S c 3. SCHOENMAGAZIJN. Ellemeet (ichomrën.) SCHOENMAGAZIJN. "X

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1895 | | pagina 1