W®2 SI 2!USd!SiiiiJS3£S2 21ITO!
Vrijdag 1 Februari 1895.
Negende Jaargang No. 184.
Antirevolutionair
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
De Magazijnen van J. Hoevenaars van Lith Rotterdam. Hoofdadres Binnenrotte 137 Schoenmagazijn.
T.BOEKH O V E N.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
uitgever:
Alle stukke» voor «Ie Redactie bestemd, Advertentiën e» verdere Administratie franco toe te Kende» aasi «Ie» Uitgever.
IV. (Slot.)
Landnationalisatie wordt door de
diepste denkers onder onze staats
partij niet bestreden, omdat men
haar in strijd acht met de Heilige
Schrift, want de Schrift lost die qu-
aestie niet geheel op. Zij is door
Gods Woord zoomin ge- als verbo
den. Volgens Genesis 47 maakte
Farao's regent, de wijze Jozef, in
de dagen van den algemeenen hon
gersnood in Egypte gebruik om al
len grond voor de Overheid op te
koopen. En dit wordt niet afge
keurd. Tevens staat er in Gods
Woord, dat b. v. Abraham van E-
fron land kocht (Gen. 23: 13);
evenzoo Jakob van de zonen van
Hemor, den vader van [Sichem
(Gen. 33: 19); dat onder het volk
Israels het particulier grondbezit wel
geoorloofd was en dat de Apostel
Petrus den particulieren eigendom
van Ananias erkende.
Neen, maar het streven naar
landnationalitatie moet afgewezen
worden om practische overwegingen.
In aanmerking genomen onze maat
schappelijke verhoudingen, eAde be
trekking van Nederland tot de an
dere natiën, zou er hoogstwaarschijn
lijk slechts schade uit voortvloeien
voor rijken en armen in het alge
meen.
Evenwel is er reden tot klagen
over het grondbezit, en er kan
werkelijk wat verbeterd worden in
den rechtstoestand.
Er rijst in onze dagen vooral be
zwaar tegen het groot-grondbezit,
tegen het te weinig productief maken
van sommige stukken land, waarop
vele thans leeg loopende arbeiders
nog een broodje konden vinden,en
tegen het betalen van te weinig be
lasting door de bezitters ten bate
van geheel de natie.
Wat dit laatste betreft, deze be
denking wordt met recht niet enkel
bij het grondbezit ingebracht, maar
bij alle bezit. Naar verhouding der
draagkracht zijn vele belastingen
voor de rijken te gering. Tal van
weelde-artikelen gaan geheel of ge
deeltelijk vrj uit, terwijl sommige
artikelen, die iedere stand noodig
heeft, zooals de deuren en vensters en
schoorsteenen in de woningen (en b. v.
de suiker) zwaar zijn belast. Vooral
ook is het stuitend, dat er zooveel geld
voor het openbaar onderwijs, voor de
middelbare en hoogescholen uit de
Overheidskassen vloeit, dat feitelijk
wordt weggeschonken aan de rijkeren
iets, dat door een proportioneele
sckoolgeldheffing (naar evenredigheid
van het vermogen, zoo dat de meer
gegoeden den kostenden pr js betaal
den) best ware te verhelpen.
Nu wordt er van het grondbezit wel
wat belasting opgebracht, maar, als
men rekent met de waardevermeerde
ring, die :de grond somt jds ondergaat
buiten toedoen van de bezitters, b. v.
door vermeerdering der bevolking,
door het aanleggen van nieuwe ver
keerswegen, door het verkoopen van
bouwterrein enz. dan mocht die be
lasting wel wat hooger gesteld wor
den.
Ook kon het den gemeentebesturen
gemakkeljk worden gemaakt om, als
zj met deugdelijke redenen veronder
stellen, dat door maatregelen van hun
nentwege een deel van den grond bin
nen hun ressort,in meer winstgevenden
toestand kan komen dan dit door par
ticuliere bemoeiing geschiedt, en er is
dringende behoefte aan werk onder
de boeren-arbeiders, alsdan dien
grond te onteigenen tegen een billijke
schadevergoeding. In dezen zin onge
veer heeft de heer Ms. S. van Houten
eenigen tjd geleden (in 1890) een
wetsvoorstel bj de Tweede Kamer
ingediend. Er zijn verscheidene be
denkingen tegen ingebracht; o. m.
dat men zoo moeielijk stellig weten
kan, of de gemeente een nuttiger ge
bruik van den grond kan maken dan
de eigenaar deed, en dat het algemeen
belang geschaad wordt, als de eige
naars zoo in het onzekere verkeeren
omtrent het voortdurend gebruik van
hun grond. Ook zijn er, meenen wij,
die tw jlelen of het wetsvoorstel wel
overeen te brengen is met de Grond
wet, die in art. 4 aan allen „gelijke
aanspraak op bescherming van per
soon en goederen" waarborgt.
- Doch het wil ons voorkomen, dat
al deze bezwaren wel te ondervan
gen zijn. De bedoeling is ook niet,
of behoeft althans niet te zjn, de
wet zóó te stellen, dat de gem eente-
besturen willekeurig iemand zjn grond
kunnen afkoopen daartegen moeten
perken gesteld worden maar als de
nood dringt, door de aanwezigheid
van veel werkloozen, en er liggen
gronden in de nabjheid, die in cul
tuur kunnen gebracht worden, zoo
als dat thans wel in Friesland voor
komt, of als er geschikt bouwterrein
voor arbeiderswoningen ligt, dan
moeten de gemeentebesturen onder
zekere voorwaarden van onpartjdig-
heid handelend kunnen optreden.
Wat eindeljk het groot-grondbe
zit aangaat, ook daaromtrent kan de
wet wel enige verbetering aanbren
gen. Maar men moet hierbj niet
vergeten, dat de algemeene invoe
ring van het Meïre-grondbezit óok
grooteljks zjn bezwaren heeft. In
Belgie, Frankrijk en in sommige
streken van Duitschland wordt ten
minste geklaagd over te veel ver
snippering van den bodem. Ook is
in ons land het groot-grondbezit niet
zoo erg als sommiger klachten zouden
doen vermoeden. Volgens de door
het Departement van Financiën in
1881 verstrekte opgaven was er toen
slechts één persoon, die ongebouw
de eigendommen had, waarvan
de belastbare opbrengst meer dan
f 100,000 bedroog9 personen waren
voor eene opbrengst van f 25,000
of hooger
aangeslagen,
en 93 voor
belastingschuldigen
streeks
eene belastbare opbrengst van 10 h 25
duizend gulden. Alles te zamen 1 y2
a 2 millioen, terwijl de belastbare op
brengst van alle ongebouwde eigen
dommen (groot en klein te zamen),
na aftrek van hetgeen aan rechtsper
sonen en buiten 's lands wonende
behoort, op om-
41 millioen gulden kon be
groot worden. Al zou men dus de
bovenbedoelde ruim 100 grondeige
naars allen tot de groote grondbe
zitters rekenen (hetgeen in Engeland
niet zou geschieden, omdat daar wel
2240 personen wonen, die elk meer
dan 2000 hectaren bezitten, en er
een inkomen van f 140,000 uit
trekken), dan bedroeg het groote
grondbezit naar dien maatstaf nog geen
5<y van het geheel, terwjl in Groot-
Brittannie en Ierland de zoo even
genoemde 2240 veel rjkere bezitters
te zamen wel [de helft van de geheele
oppervlakte van het Rijk onder hunne
berusting hebben. Ook schjnt in
Nederland het groote grondbezit wei
nig toe te nemen. De heer Emants
tenminste heeft in een opstel (in 1883
in de Vragen des Tijds) gepubliceerd,
dat ofschoon sedert 1852 de loop
van het grondbezit in de verschillen
de provinciën veel veranderd is, toch
over het geheel in die ruim dertig
jaren „de toestand vrj stabiel (vrj
bestendig) is gebleven."
Toch bljft de vraag overweging
verdienen, of niet het kleine grond
bezit wat kan bevorderd worden.
Niet alsof men er weer naar streven
moet om elk burger grondeigenaar
te maken. Gelijk wj vroeger reeds
zeiden, is dit met liet oog op de
bestaande verdeeling van arbeid,
overeenkomstig der menschen gaven,
opvoeding en stand, lang niet weu-
scheljk. Het zou de waarde van
den grond grootendeels vernietigen.
Maar er konden (zonder naar zulk
een uiterste te streven) maatregelen
genomen worden, waardoor het aan
tal pachiboeren verminderde en het
aantal eigenerfde boeren toenam
b. v. oplegging van een sterk pro-
gessieve grondbelasting aan de be
zitters boven zekere grenzen maat
regelen ook, om vele landbouw- en
fabriekarbeiders na verloop van, ja
ren aan eigen huisjes met tuintjes te
helpen.
Deze dingen moeten evenwel niet
verward worden met landnationali
satie. Het zouden hulpmiddelen zijn
om het levenslot van kleine boeren
en arbeiders wat te verzachten maar
in massa genomen zou de grond toch
altjd in particuliere handen, en ten
deele in het bezit van de rjkste
landgenoten blijven. Hieraan is niets
te veranderen, öf de natie zou, ge-
Ijk wj betoogden, in nog grootere
ellende komen, en de Overheid bo
vendien buiten haar boekje gaan.
Schoenmagazjn. En gros Export.
SCHOENMAGAZIJN.
SCHOENMAGAZIJN.
SCHOENMAGAZIJN.
SCHOENMAGAZIJN.
SCHOENMAGAZIJN.
SCHOENMAGAZIJN.
Binnenrotte 50 en 2e Lombardstraat 45 CtlOCSlJISbi* iCit' en S^edevtiundet. In alle onze magazijnen zjn de prjzen aanmerkeljk vermindert.
Verkoophuis Binnenrotte 4.8. Alleen Maandags en Dinsdag.
fiiet gmkfiiek geopend, die «lagen tot uitverkoop geregeld.
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
SOMMMULSniJH.
Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en 3/2 maal.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en V3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmiddag 12 uur.
Geen landnaiio na i i a ut ie.
Vooral schijnt dit noodig, nu do grondbe
lasting na de gewijzigde schatting één millioen
gulden minder opbrongt dan oenige jaren geleden
Dr. KUYPER.
Dat is het heugeljk feit, dat in de
afgeloopsn week, door vriend en vjand,
met bljdsckap werd begroet. Op kerbeljk
gebied hadden de vrienden hun geliefden
leider al in de „Heraut" ontmoet, en
hem in den geest de broederhand gedrukt;
maar nu heeft men op politiek terrein
óók weder zjn bekende stem kunnen
beluisteren in het geschreven woord in
de „Standaard" in het gesproken woord
in de „Kamer" en wat men te hooren
kreeg, 't had zeker meer beteekenis dan
van menigeen, aan wien niet geboden
werd, vooralsnog „half stoom te varen."
Yeel beteekenend is dan ook de beoor
deeling en waardeering der geheele li
berale pers, van het eerste Standaardar
tikel van Dr. K.'t is zulk een heerljk
bewjs voor de waarheid, dat consequent
zjn in zijn beginsel, ten slotte óók de
eerbied van den tegenstander afdwingt.
Dat eerste artikel zelf, o wat zouden
we 't graag in zjn geheel, aan die
lezers, die geen Standaardlezers zjn,
laten genieten, maar de plaats in een
weekblad, daar hapert het aan, wil men
tenminste aan alle rubrieken een be
scheiden plaatsje geven: we zochten dan
ook om er wat van over te nemen, maar
wat dan bleef staan was zoo jammer. In
tweën ,is dus de eeDige weg, en dien
slaan we nu in.
Amsterdam, 19 Jan. 1895.
Nu het mj gegund wordt, zj het ook
nog met gebroken kracht, de redactie van
de Standaard weer op te vatten, moge een
persoonljk woord vooraf niet misplaatst
zijn.
Niet om uiting te geven aan de ge
waarwordingen, die zich bj het terug-
keereu tot de levenstaak onwillekeurig
verdringen in het gemoed van wie tj-
deljk in die levenstaak gestuit werd.
De donr van het hart komt niet aan
de straat uit.
Maar ik heb mj, ook als publicist,
van een schuld to kwjten.
Te kwjten van de schuld der erken
telijkheid aan die leden der redactie van
mju blad, die zoo beleidvol, toen mj
krankheid overviel, insprongen, en zoo
met een prudentie, die mj rust schonk,
als met een talent, waaraan hulde te
brengen mj een voorrecht is, de rubriek
der hoofdartikelen overnamen.
Te kwjten niet minder van de schuld
der dankzegging aan de Nederlandsche
pers in het gemeen, die mj door haar
ongedwongen belangstelling in mjn
krankheid verraste; voorzooverre ze an
ders tegen mj overstond, jlings, toen
ongeval mj buiten gevecht stelde, het
zwaard opstaken zelfs naar eisch van
der journalisten gild, het woord van
kameraadschappelijke sympathie niet te
rughield.
Maar toch, bovenal mij te kwjten van
de schuld aan mjn lezers, om, nu ik, zj
het ook nog in de achterhoede, m j toch
weer op het politieke slagveld wagen ga,
van meetaf duideljk te doen uitkomen,
in welke gevoelens ik thans sta.
Zes lange maanden van stille over
peinzing gaan niet zonder vrucht aan
iemands geest voorbj.
Zelf uit het gewoel weggenomen, neemt
men uit de verte dit gewoel meer voor-
werpelijk waar, en geraakt allengs in de
vereischte stemming, om eigen optreden
daarin strenger, anderer woord en handel
zachter te beoordeelen.
Zoo wordt ongemerkt het militante in
zin en neiging getemperd, en herwint de
geest van verzoening zjn bekoring.
En al mag dan „het eerste en hoog
gebod" nooit achter het tweede gescho
ven, zoodat trouw onwrikbre trouw aan
beleden waarheid en aanvaard beginsel,
van zelf de grens trekt, die de opgewelde
gemeenschapszin nooit overschrjden mag
toch leeft op dit oogenblik in mj de
ernstige begeerte, om, bj den strjdmet
de mannen van tegenovergesteld beginsel,
mj te ernstiger te spenen aan wat bit
terheid kan kweeken, en den band, die
ons als burgers van eenzelfde land ver-
eenigt, ook al mocht de str jd weer hoog
gaan, nimmer geheel uit het oog te
verliezen.
Dit geld in nog sterker mate ten
opzichte van hen, die, in hoofdbeginsel
hetzelfde bel jdend, slechts in de afgeleide
beginselen en hun traetisohe toepassing
andere paden bewandelen, en bj den
Binnenrotte 4.8, 2e Lomhardstraat 43.
Hoogstraat 300.
Raamstraat 54.
8chledainscbedi)k 8C hoek Brandsteeg.
Oppert 146.
Amsterdam. Hanicls Stamperstraat ©O.
Ciouda Wijdstraat 173.
Ellemeet (Schouwen.)