lier de he m m, m. m jj. Vrijdag 16 November 1894. Antirevolutionair Negende Jaargang No. 472, Orgaan mm m GROOTE UITVERKOOP Sil!)2jlIjJ m IMML, mmni. UITVERKOCHT worden. ml I jer 1894. IN HOC SIGNO VINCES FEUILLETON. NAAR HET LEVEN. Lel wel 09 Ho, 48, Baast fle ScboeBlabriek. ALLEEN GEOPEND DES MAANDAGS m DINSDAGS TE. Candel in til van IhuissteegNo. 11 ES X XI Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. Abonnementsprijs per driemaanden franco prr post 50 Cent. Amerika bij roornitbetaling f 3,50 per jaar. Afzonderlijke nnmmers 5 Cent. T. BOEKHOVEN. SOMMELSMJM. Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en 3/2 maal. Boekaankondiging 5 Cent per regel en V3 maal. Dienstaauvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Alle stukken voor üe Redactie bestemd. Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever. Godsdienst zonder God, In de meeste bladen heelt men weer iets kunnen lezen aangaande het lager onderwijs, naar aanleiding van den uitval van den heer Den Hertog, een oud schoolhoofd, die als lid van den Amsterdamschen gemeenteraad den christelijken gods dienst zoo wat op ééne lijn plaatste met de godenleer van Homerus, de fabelen der Hindoes en andere hei- densche volken. Aan de eene zijde moet men zich verwonderen over al dat rumoer bij zulk een „kleine" aanleiding, tenzij men het zou willen verklaren uit gebrek aan schrijfstof. Er is toch dezer dagen, nu er geen enkele voorname wets voor dracht aan de orde is, een zekere matheid in de politiek; zelfs zoo verregaande, dat het Handelsblad zijn leedwezen uit sprak, dat Dr. Kuyper nog niet genoeg hersteld is om weer zijn stem in de politieke wereld te ver heffen. Nu kan men wel in het verleden teruggaan om daar stof voor nieuwe beschouwingen op te doen, maar nieuwe gebeurtenissen prikkelen toch altijd meer de belang stelling van de groote massa, en zoo wordt het duidelijk, dat, als er hier of daar iets bijzonders voorvalt, dat met overtuigingen en richtingen op «politiek gebied in betrekking staat, het terstond wordt aangegrepen om er over van gedachten te wisselen. Maar is nu, hetgeen de heer Den Hertog in den Amsterdamschan raad zeide, iets nieuws, iets bijzonders? Helaas neen Hij sprak als zijn oor deel uit, dat men den kinderen op de openbare school wel christelijke deugden kon inprenten, zonder den godsdienstigen „vorm," waaraan sommigen zooveel waarde hechten. Hetzelfde is echter reeds vele jaren op hoogere en lagere scholen geleerd. De professoren aan de overheidsuni- versiteiten zijn er in voorgegaan. Zeker, er moet wel iets zijn, dat de menschen een beetje in den band houdt, zoo denken en redeneeren vele volksleiders van de negentiende eeuwde lui moeten een idéé hebben, dat hen doet buigen en zwijgen voor anderen maar welk dat idee is, doet eigenlijk niets ter zake, als zij zich maar laten beteugelen. En zoo neemt men dan den christelijken godsdienst op onder de vele middelen, waardoor aan de politie het verrichten barer taak mogelijk wordt gemaakt. Van die geheimzinnige macht mag en moe nu ook iets in het gemoed van d.> schoolkinderen gebracht worden, mui- dit kan, (zoo denken de wijzen van onzen tijd) best geschieden zonder nu juist aan één bepaalden godsdienst of ééne geloofsleer te hechten. En in dezen gedachtengang sprak nu ook de heer Den Hertog zich uit. In zooverre stak daar niets bijzonders in. Doch men kan de zaak ook van een andere zijde bezien. De neutrale school staat tegenwoordig toch al in geen besten reuk. Men heeft hot nu reeds zoo lang geprobeerd om deugd zame menschen te kweeken zonder bepaalde godsdienstige voorstellingen, maar het gaat niet. De maatschappij wordt steeds meer verwilderd. Door geheel het land gaan geruchten van oproeren. Met niets zeggend3, zwe vende praatjes laten de lieden zich niet meer in slaap sussen, maar zij beginnen hun eischen in te stellen, en in die eischen ligt de vraag opgeslo ten wie geeft u, wie geeft anderen het recht om over mij te heerschen en mij te zeggen hetgeen kwaad is Ja wieDat komt of goed er van, als men geen redelijken godsdienst aan de kinderen onder wijst, maar hen slechts naar een eigenwillig model tracht te fatsoenee ren. O, de liberalen hebben met hun „godsdienst boven geloofsverdeeld heid" zoo jammerlijk fiasco gemaakt. Niet de godsdienst heerscht thans onder de groote menigte, maar de „verdeeldheid" en n)g niet eenmaal een verdeeldheid in „geloof' (ten min- sto als men dat woord in den gewonen christel jken zin neemt), maar een verdeeldheid in gedachten en plannen omtrent de grondslagen van het maafse 1 ppelijk loven. Deze droevige toestan'l treedt bij den dag klaarder aan het licht, zoodat vele liberalen zich beginnen te schamen over hun kweekplaatsen van „christelijke deug den" zonder Christus, en om veel liefs zouden zij willen, dat er toch iets meer positiefs in de menschen zatdat men eenigermate op hen rekenen kon dat zij eens een waar lijk deugdzaam karakter vertoonden. Waren zij in hun hart nu maar niet vijandig gestemd tegen den waren godsdienst, dan zouden zij het wel wetendan zouden zij zich haasten om hun water- en melkleer te ver wisselen met de ware geloofsleer, die geput is uit Gods Woord en die past bij 's menschen wezen. Want de mensch is toch zoo geschapen, dat hij in alle medemenschen slechts schep selen van gelijke bewegingen ziet, in velerlei opzicht onmachtig en dwa- bnd. Maar als hij let op de wer kingen der natuur, op den loop der historie, op zijn eigen geestesbestaan, dan is daar eene stein in zijn binnenste, die hem verzekert: er is er Eén, machtiger dan alle stervelingen te zamenHij heelt te gebieden. En dan komt dë vraaghoe is Zijn wil te kennen Is er nu, gelijk zooveel liberalen beweren, geen onfeilbare, bovennatuurlijke openbaring van dien wil, dan kan ieder er van maken wat hem goed dunktdan is alle vastig heid weg, en gaat onder de menschen, evenals onder de redclooze dbren het recht van den sterkste heerschen. Dan kan men nog wel bazelen van „den godsdienst des harten," m§ar de ervaring spot met deze ijflele theorie. Zelfs de roodste socialist be roept zich nog vaak op de goede bedoelingen van zijn hart. Doch hij mist het kompas op de levenszee hij mist de voorschriften van hooger hand hij regelt (evenals de gematigd liberalen) zijn eigen gedrag; dat is hem aldus op de school geleerd. Wat de mensch zaait, dat zal hij ook maaien. „Wij zijn geen kunstig ver dichte fabelen nagevolgd," schreef de Apostel Petrus „als wij u bekend gemaakt hebben de kracht en toekomst van onzen Heere Jezus Christus, maar wij zijn aanschouwers geweest van zijne majesteit." Ja, inderdaaddaar is een historisch christendom. Maar zij, die de kracht daarvan loochepen, en slechts phanta sieën er voor in de plaats willen schuiven, moeten bitter teleurgesteld uitkomen, want de werken der ver dichting verdwijnen, waar 's Heeren Woord blijft tot in eeuwigheid. In godsdienst zonder God ligt nooit blij vende kracht. De maatschappij gaat er mede ten verdervc. LOMBOK. I*er Telegraaf. VAN Binnenrotte No. 48, naast de schoenfabriek. Alle OVERCOMPLETE VOORRAAD in onze Magazijnen zal daar tot een buitengewoon l(l(/e prqjs Vaste Prijzen. Onnoodig af te dingen. Een dergelijke collectie zal men te Rotterdam nog nimmer gezien hebben. Komt dus zien en oordeelt. DE TOEGANG IS Vit IJ. 'H, 'band tot eene [brieven uit tot M. VAN DER Dirksland. [en öoederaedc. 1ST 18 en Hellavoat.luis uur. lleTOetiluli nm. 2 uur. IJdel harni» 15 uur Ir Stellendam tellendani psmsi'ae tyd. IGING. ltterdam, f ag roorm. 5 uur. otterdam, ltterdam, indam, "erdamiche tjjd. G December. 1RNII. Idag rm. 5,30 uur gun tm. 5,SO uur yks am. I,uur nderdag 39 Not UNO. Iharnis IEL. [lag tm 5,59 uur. jdag Tm 5,30 uur. Donderdag an |1,15 uur. ETSLUIS DINGEN uaur ggende plaataau JEW III." ld. :id«n. Locale tyd 6,05 uur 12,03 7,23 jooalo tyd 17,52 uur 8,50 9,10 1 39 min ua ka hut Turtrek ul ga, Am.terdam, lollnnd zijn b| |Voor Militairen Suldij. Vllp Mogaljfk iteu: H. P. t. d. Niuuwasluia leotie tu Tlaar- iRNOTaatt UITGEYER: Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmiddag 12 uur. 77 O Per Telegraaf wordt heden gemeld Op verzoek van Generaal Vetter worden nog 2 bataljons naar Lombok gezonden, die 17 Nov. ter reeds van Ar psnan kunnen aankomen. Generaal V etter acht dit noodig om de in be zit genomen posities te behouden en Tjakra Negera stuksgewijze te vermees teren. Van den gouverneur-generaal van Ned.- Indië is onder dagteekening van gister bij het departement van Koloniën het navolgend telegrafisch bericht ontvangen Vroeg ingetreden moesson veroorzaakte vertraging de operatiën, gisteren vijand uit Mondjonk en Bangkal Tjollit verdreven, zonder verliezen onzerzijds en stelling ge nomen te Taman Radja en Madjeloek, nabij noordoosthoek van Tjakra Negara. Het is druk aan de handelskade, waar de groote schepen aanleggen. Versoheidene zijn er gereed te vertrekken een groot stoomschip gaat naar Holland. Kleine bootjes, bij tien, bij twin tigtallen varen af en aan: De riemslag breekt met zacht geklater Den spiegel van het effen water En werpt de soherven glins'trend op Op de kade zelf wemelen allerlei menschen- rassen dooreeD. Chineezen en Japaneezen, Ne gers en Maleiers, in bonte en kleurige kleeder- draokt. En daar tusschon door Europeanen, man nen, vrouwen, kinderen, bruin en blond, maar niot meer blozend en blank, want de zon der tropen verbrandde hun de huid. Het is een vroo- lijk, levendig tafereel, wel ziet men hier en daar een klein afscheidstooneeltje, maar het is niet pijnlijk of al te droeTÏg. Immers de vertrekken- den gaan naar het vadarland, naar vrienden en familie terug en zij die achtorblij ren, hopen over oenige jaren te volgen en hen dan weder te zien. Maar eensklaps komt er een wanklank in de aangename stemming. Zie daar gindsEene Ma len che Trouw klemt zieh Tast aan een Tiertal kindoren, die haar niet willen loslaten. Eon man, in losse maar toch naar de Europeeeohe mode hellende kleeding, staat er bij, ziet met eenig ongeduld het schouwspel aan en tracht het te bekorten. Het is hem lastig en onaangenaam, llij heeft het niet gewild. Hij heeft de kinderen thuis afscheid laten nemen, zonder opzien te baren, al die drukte en beweging in het openbaar, hij houdt er niet van. Met wrevel ziet hij, hoe meer en meer de aandaoht op de booten en op de kade tot het groepje wordt getrokken. De vrouw wil de kinderen niet laten gaan, ze kust ze, zij om armt ze, zij drukt ze aan haar hart, de oudste en dan de jongeren, ach, de allerjongste het meest, een aardig Tentje van een jaar of aoht, vlug en wakker, maar toch klein en tenger voor zijn leeftijd. Hij heeft haar zorgen zoo noodig, hij is nog nooit van haar af geweest. Welke betrekking hoeft die Trouw tot die kin- deren Let eens op de kleedingdie Tan de vrouw in Sarong en Kabaja, de gewone dracht dor inlandsche vrouwendie van de kinderen is Europeesch, schoon men ziot dat zij er zich vreemd in gevoelen. Maar de gtzichtjea wijzen alles uithet is het zwarte haar, de donkere gelaatskleur, den vorm van neus en mond, het zijn de donkere schitterende oogen der Indische kinderen. Hot zijn de kindoren dier Inlandsche vrouw,men ziet het terstond aan de gelijkenis;maai' men moet u verzekeren, dat die man hun vader is. Hij is hun vader en hjj hoeft hun zijn naam gegeven en zal voor hun opvoeding zorgen, op dat zij opgroeien zullen als behoorende tot zijn geslacht en deelgenooton worden van zijD be schaving. Maar zal dit gesohieden, dan moeten zij breken met hetgeen hen aan hunne moeder, aan hun moederland herinnert, dan moeten zij afscheid nemen van die vrouw, die zijne vrouw niet is, maarsleehts „de moeder zijner kinderen," „eeno inlandsche vrouw," eene vrouw zonder naam, zooals de offieieele term luidt. Dan moeten zij hare taal, hare zorgen, haar zelve vergeten, want zij is toch, zij moet toch voortaan zijn de vertegenwoordigster van een tijdperk uit zijn leven, waaraan hij liever niet denkt, waarorer hij niet meei spreken wil. Hij laat haar achter, zijne kinderen neemt hij mee en hij vindt dat hij al heel mooi doet, veel mooier dan menigeen, die de kinderen ook achterlaat, en zioh er niet om bekommert wat er van hen wordt. Jammer maar, dat de inlaudsoho vrouw zonder naam een hart heeft. Toen het gezelschap, de man met hara kinderen uit de woning vertrok, hooft zij zich goed gehouden, als een verstandige vrouw, zooals haar hoer en meester zeide. Zij heeft niet geweeklaagd, niet geschreid, en toon de man vroeg of het niet voor aller bestwil was, heeft zij zwijgend toegestemd. Maar zij had een plan, oen geheim plan zij zou hem nareizen, hen nog eens zien. Zij vroeg er niet naar, of het tweede afscheid niet nog pjjnljjker zou zijn dan het eerate. Zij ot erdaoht niet, dat het slechts eene marteling was van haar zelve, een rekken van de duldelooze pijn, een uitstellen van het vonnis. Zij daoht aan dat alles niet. Zoo dit slechts niet de laatste maal was, dat zij ze zag, dio lieTe stralende oogjes harer kinderen, thans door do tranen verduisterd, dat zij de zachte lipjes de hare voelde kussen, de armpjes voelde strenge len om haar hals. Nog eenmaal zou zij ze zien en danmaar daaraan dacht zij niet. Zij stelde zich slechts voor hot wederzien, niet de scheiding daarna. Want zij wist, dat, wat or ook gebeuren zou hare kin deren vóórhaar verloren zouden zijn. Waarschijn lijk zouden zij daar ginds ver weg in het land blij ven aan de overzijde van den Oceaan Maar al kwa men zij weer, al zag haar oog hen nogmaals hun hart zou van haar vervreemd zijn. Wantzij zouden terugkomen, beschaafd, wol opgevoed on ontwik keld, maar men zou hen geleerd hebben zich te schamen voor haar, die wel hunno moeder was, maar niet hun vaders vrouw. Ach, Tolgeng har» begrippon van zedelijkheid w.;s er geen schande in dat tijdelijk huwelijk, hare godsdienst liet het toe. Waarom moet zij dan behandeld, waarom beschouwd worden als een vrouw, die niet wa ird is hare kinderen op te voeden Volgons do wet ten van haar volk had zij schande gebraoht nooh over haar zelve, noch over hare kindoren, met opgeheven hoofd kon zij onder de hare rond gaan. Waarom moet zij dan al de vljjinende smart der scheiding ondergaan, al de pijn der verlatenheid dulden f Naast haar staat de man, die wel beter wist, die volkomen op de hoogte was van de wetten van zijn land, zoo geheel verschillen 1 van de haren, die zulk oen tijdelijke verbintenis onwettig vinden, wiens godsdienst hier niet toestaat. Maar over dit laatste] bekom mert hp zich minder: hij doet zoo als andoren; zijn godsdienst is voor hom een kleed dat hij aantrekt of aflegt, naar het hem goeddunkt. Of hij herziet den godsdienst, zij moet immers mee gaan met zjjn bescliaTing? Op haar ouderwetsch standpunt kan zij niot bljjven staan. Zoo knipt hij hi»r en daar wat af dat hem hinderlijk is en zoo past hot vrij wol voor ied?re gedaante, di« hjj verkiest aan te nemen. Gij moet dien man niot zeggen, dat hij niet om godsdienst goeft, hij zou u dit kwalijk nemen. Maar veeleisehond most hjj nietzijn. Wel fatsoen! lijk en bovenal gemakkelijk. De zijne, zooals hij thans is, hoeft hom niet beiet van de hare te profi teered Daarom heeft hij er ook zorgvuldig voor gewaakt, dat zij wijzer word dan zij i». Dominés, zendelingen, allemaal onzin Inlanders, die Chris tenen werden, zijn per sa lui en veoleiBchend. Zij verliezen hun onderdanigheid. Zij worden te wijs! Neen, het is veel beter (lees gemak kelijker) dat (die menschen in '.hun eigen een- voud-gen godsdienst (blijven. Dan zien zij geen kwaad in sommige dingen, waarin wij, als wij nn eons precies gingen redeneren, 'wel kwaad zouden vinden. Maar wij redoneeren, niet meer precies. Daarvoor zijr. wij te nieuwerwetsch. Wij gingen n et de beschaving mee Wij zijn Christenen, dat is eenmaal zoo en het is oveneons niet wog te cijferen, dat het Christendom sommige lastige oischen stelt, Welnu, daar is wol wat op te vinden. Wij zjjn het er eenvoudig niet mee eens. Ieders opinie heeft immers recht van bestaan Wij stellen daarvoor in de plaats de gemakkelijker zijde van het Mahomedaansche geloof. Niet de bekrompen zijde, daar zijn wij veel te verlicht voorNu zijn wij klaar. Iedere godsdienst is immers even goed (Wordt vervolgd.) V V VS5F

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1894 | | pagina 1