JL
I
i
Yrijdag 98 September 1894
Negende Jaargang No. 465.
Antirevolutionair
Orgaan
WIK 0S HQ
IN HOC SIGN O VINCES
ai VERNISSEN.
I
sr,
T.BO EK HOVEN.
SOMMELSIPIJtH.
VERVEN,
IEGEVENAABS VAN LITE, Botterdam, Eoofdadres: Binnenrotte 137,
PI
k-
ik
tal 9
en
lit
an
j'jn
lek
of
16.
dereede.
ollevoetslui»
tfld.
v s
1
p
Alle stukken voor «Se fiSedaefle bestemd, Advertentiën eis verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever.
Het werkplan der
SI eg eer ing.
Zooals gewoonlijk, geeft ook de
iongste Troonrede weer aanleiding tot
allerlei gissingen en beschouwingen
omtrent hetgeen de nieuw opgetre
den Regeering voornemens is te doen.
Maar zoolang er geen bepaalde wets-
voordrachten zijn, geeft dit al heel
weinig. Dat hij de aankondiging der
werkzaamheden het kiesrecht een
eerste plaats inneemt, evenals in de
openingsrede van 16 Mei jl., ligt
in den aard der zaak, want voor
de regeling dezer aangelegenheid is
het Kabinet-van Houten opgetreden.
Het kiesrecht-vraagstuk laat zich nu
eenmaal niet doodzwijgen of ver
dringen, en nu kan de heer van
Houten ons wel geen finale afdoening
van die quaestie geven, dewijl hij
juist aan de Ministerstafel is geroepen
om een minder doortastende regeling
te ontwerpen dan die van den heer
Tak van Poortvlietmaar er moet
dan toch wat van komenen dat
zal de heer van Houten ook wel
willen, want hij is niet zoozeer tegen
uitbreiding van het aantal kiezers
reeds vóór de jongste grondwets
herziening deed hij het voorstel om
een zeer groot aantal nieuw e kiezers
er bij te nemen.
Ook de regeling van de personeele
belasting is weer bij de eerste stukken
van wetgeving genoemd, en geen
wonder, aangezien die belasting in
verband met de bedrijfsbelasting
onhoudhaar is. Onnoemelijk veel
burgers betalen nu dubbel.
Maar de derde groote wet, welke
een vorig maal rneê voorop gezet
werd, is thans er niet bijgenoemd,
nl. de regeling van de verhouding
tusschen de rijks- en de gemeente-
finantiën. "Wel wordt terloops gezegd,
dat dit onderwerp mede wordt voor
bereid.doch met dit zeggen is reeds
zoo menige wet schier in vergetel
heid geraakt. En inmiddels zuchten
de gemeenten onder den financiëelen
druk.
Over tal van andere wetten, in
hetRegeeringsprogram genoemd, kun
nen wij wel zwijgen, daar zij, of
schoon meest van dringenden aard,
vooreerst wel niet aan de orde kunnen
komen, als men met het eerstge
noemde ernst zal maken. Door een
sedert vele jaren al te trage wet
geving is nu het werk ^zoodanig
opgehoopt, dat het al heel weinig
moeite kost om een reeks artikelen
op te noemen, die men in behande
ling wil nemendoch wegens tijd
gebrek blijft het meeste toch liggen.
Laat ons dus maar atwachten,
wat er verder zal worden aange
boden.
Waar de ongeloovigen
in hun wetenschappe
lijke navorscMn-
gen al zoo uitko
men.
De vorige week wezen wij er op,
hoe inzonderheid het hooger onder
wijs, van overheidswege gegeven
(dus op kosten van het algemeen
betaald) een sterke macht vormt ter
onderdrukking en verdere omvor
ming van het christelijk-historisck
karakter onzer natie, en hoe men der
halve onmogelijk den onderwijsstrijd
op politiek terrein als geëindigd kan
beschouwen, zoolang de eene partij
door den Staatsarm, met stoffelijke
middelen, wordt voortgeholpen, ter
wijl de andere aan haar eigen lot
overgelaten wordt.
Om deze bewering nu nog eens
met een kersversch voorbeeld te sta
ven, slaan wij voor onze lezers even
open, de onlangs uitgekomen rede
voering, getiteld :gnDe beoefening der
crimineele anthropologie (d. i. der leer
van den mensch in verhand met het
misdrijf) en gerechtelijke psychiatrie
(d. i. der kennis van het verband
tusschen misdaad en zielsziekte) aan
de universiteit. Inleidend woord, ge
sproken bij de opening zijner'lessen
als privaatdocent aan de universiteit te
Amsterdam door Gr. delgersmage
neesheer aan het gesticht voor krank
zinnigen te Meer-en-Berg."
Tot voor korten tijd heersckte
onder de gewone burgers nog vrij
algemeen het gevoelen, dat de rech
ters en de geneeskundigen ieder eene
afzonderlijke studie hadden te beoe
fenen, en dat de geneeskundige als
zoodanig slechts bij uitzondering iets
met den misdadiger heeft te maken.
Doch zie nu eens, wat Dr. Jel-
gersma hieromtrent leert.
"Mnroiale der> njOH voeren
B. Wederverkoopers genieten rabat
Sjakken.
v< Onder minzame aanbeveling
SC
Hij ö'oiirqia
Het standpunt van Dr.- Jelgersma
ijkt nader uit déze zinsneden
I
Stc-f
Deze laatste volzin laat omtrent
opvatting van de misdaad gmn
■jfel over. Nadere toelichting volgt
g in dézer voege
Wat nu Lombroso's stelling om
trent de uitwendige herkenning van
die „misdadig geborenen betreft, kan
Dr. J. niet toegeven „dat het mis-
dadigers-type zich door vaste en door
gaande kenmerken van verwante ande
re typen zou onderscheiden
Dezelfde of ten minste zeer na ver
wante afwijkingen komen ook voor
bij verschillende vormen van krank
zinnigheid."
Er is (volgens Dr. J. altijd) veel
overeenkomst tusschen den krank
zinnige en den misdadiger. Dr. J.
zegt daarvan
Het eindresultaat van geheel deze
beschouwing luidt aldus
Ziedaar dan eenige staaltjes van
den denkarbeid aan die hoogescholen,
welke den grondslag der gezuiverde
christelijke belijdenis missen. Ziedaar
iets van de vruchten der valschelijk
dusgenaamde philosophie, die geen
stelling te ongerijmd acht om ze te
genover Gods Woord te plaatsen.
Want dat men naast het bovenstaand
betoog slechts even Rom. 3 en Efeze
2 behoeft aan te halen, om het ter
stond te doen vallen voor wie in het
gezag der H. Schrift gelooft, weet de
eenvoudigste Bijbellezer wel.
Maar hoevelen zijn er, onder alle
rangen en standen, die in het Schrift
gezag niet geloovenDezulken nu
worden gekweekt en hun aantal
vergroot door al die nieuwbakken
wijsbegeerte. Want wat de leermees
ters heden uitdenken, wordt morgen
en overmorgen door hun leerlingen
onder het volk gebracht. Neen waar
lijk, de hooge3chool is geen onschul
dige stapelplaats van bijeenverzamelde
kennis en geleerdheid. Zij is veeleer
gelijk aan eene groote fabriek, waarin
de stoffen geweven worden, die onze
landsbevolking later kleoden moet.
Zooals dddr in de fabriek de draden
en kleuren worden gemengd en ver
deeld, zóó ziet men ze later op de
bedrijvige markt des levens.
Eo ook langs anderen weg kunnen
de kwade gevolgen niet uitblijven.
Hoe toch zal het optreden in de
maatschappij zijn van rechters en
geneeskundigen, die in sporen zijn
geleid, als welke Dr. J. voorteekent?
Met hoeveel minachting zullen die
dokters de patiënten aanzien, aan
wie zij de uitwendige kenteekenen
van roof- of moordzucht of andere
misdaden meenen te zien. Welk
soort van strafoefening zullen die
rechters er op na houden, als zij op
den misdadiger niet meer neer zien
als op een om zijn zedelijk gewetens
besef verantwoordelijk en mitsdien
den rechtmatigen toorn opwekkend
persoon, maar als op een deernis-
Binnenrotte 5© en
2e Eombardstraat 45.
Binnenrotte 48 en
2e Hombardstraat 48.
Binnenrotte 13? en
©ppert 14®.
Hoogstraat 39®.
Raamstraat 54.
ScMedamscliedlJk 86.
v. d. Buijnstraat 49.
5EIEK ISiSESS, Voststraai C 11®.
EEEKMEET. (Eiland Seliouweu.)
5gesiaaBai^Baitgaggjgwairtr'ijiMllilllÉÉilillilil 1 ti if'i h'irih ituiili' Gi iktmn" Mlili'i1 f'i IMIIIIÉI."''int
ORTT.
HI."
Deze Coirant verschijnt eiken Yrijdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nmmiaers 5 Cent.
uitgever:
Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en 3/2 maal.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmiddag 12 uur.
„Een beter inzicht iu het wezen
van miadaad en krankzinnigheid en
haar onderlinge verhouding heeft
sedert (betrekkelijk korten) tijd groo
te verandering gebracht in onze
opvattingen, heeft algemeen milde
re denkbeelden te voorschijn geroe
pen en toch, nog is het oordeel, ook
van het onwikkold publiek, over
ons vak, de crimineele anthropolo
gie, dikwijls niet van eenzijdigheid
vrij te pleiten. Vooral wanneer men
de degeneratieve (verbasterde, ver
wilderde) natuur van den misdadi
ger tracht aan te toonen, en wanneer
men meent, dat zijn abnormaal ge
organiseerde geest nood wendiger wij ze
11e benoodigdheden voor den i n-
ank benevens drooge en
ingemaakte
en
„In steden, waar universiteiten
zijn behoort de gevangenis te wezen
een plaats, waar wetenschappelijke
onderzoekingen worden verricht; de
ljjkopeningen van gevangenen wor
den steeds meer belangrijk; do on
derzoekingen over de anatomische
vormen hunner organen, vooral van
de hersenen en den schedel, belo
ven steeds meer resultaat. De gevan
genis is de plaats, waar de anato
mie (de bouw en bewerktuiging) van
den misdadiger moet bestudeerd
worden."
„Een der meest kenmerkende
hoofdpunten van het systeem van
Lombroso, is zijne hypothese (voor-
loopig als waarheid aangenomen
stelling) over het bestaan van den
misdadig geborene, den delinquente-
nato. Uitgaande van de algemeene
wet, dat elk organisch ezen is het
product van erfelijkheid en uitwen
dige omstandigheden, wil Lombroso
hiermede zeggen, dat er misdadi
gers zijn en bij schat dat aantal
op ongeveer 40 procent van de be
volking eener gewone gevangenis
die met een dusdanigen aanleg ter
wereld komen, dat zij onvermijde
lijk, onder welke gunstige ot ongun
stige omstandigheden zij ook mogen
leven, tot misdadigers zullen op
groeien.
„Dit is het eerste gedeelte van
de theorie, dat wel ondei scheiden
moet worden van het tweede ge
deelte, waarin Lombroso beweert, dat
hij den misdadig geborene kan her
kennen deze heeft, zoo bedoelt hij,
niet alleen een bijzondere psychische
organisatie (zielsgesteldheid), krach
tens welke hij onherroepelijk tot
misdaden gedreven wordt, maar deze
psychische organisatie is uitwendig
waarneembaar, door eene daarmede
gepaard gaande abnormale licha
melijke organisatie. De misdadig
geborene laat zich dus diagnostisee-
ren (onderkennen).
„Het is van belang, deze beide
gedeelten van Lombroso's theorie
uit elkander te houden en ze niot,
zooals zoo dikwijls gedaan wordt, te
pas en te onpas door elkaar te halen.
„Het is trouwens een ervarings
feit, hoe gemakkelijk de gemoederen
overstuur geraken, zoodra Lombroso
besproken wordt.
„Het eerste gedeelte dezer theorie,
dat er naturen bestaan, die voor de
misdaad voorbeschikt zijn, die, in
onze tegenwoordige maatschappij le
vende, onder alle denkbare omstan
digheden misdadigers zullen zijn en
blijven, hiervan ben ik ten stelligste
overtuigd.
„Duizenden en duizenden iuer,-
scheu groeien op onder uitwendig
ongunstige omstandigheden on wor
den ondanks dit geen misdadigers
van beroep. Het virus (de giftige
kiem) der immoraliteit (onzedelijk
heid) is overal verspreid, niet min
der dan de tuberkel-baeil, en wan
neer het in het eene geval wèl, en
in het andere niet wortel schiet, dan
is dit alleen te begrijpen door een
verschil in de individuen, waarop
het werkt. Men kan niet meteeni
gen schijn van grond beweren, dat
juist bij misdadigers de uitwendige
omstandigheden zoo buitengewoon
ongunstig warendit moge door
gaan voor enkele gevallen, voor
't geheel is het niet aldus.
„Welnu, die aanleg, die organi
satie, waarin het gif der immora
liteit op zulk een wijze voortwoe
kert, dat er een misdadiger van be
roep uit geboren wordt, „dat is do
misdadig geborene."
„De misdadiger is een dégénéré
(verbasterde) en openbaart zich aan
ons als zoodanig door zijn inferieure
(zwakkere) organisatie. Deze infé
rieure organisatie van den dégénéré
kan haar oorzaak vinden in veran
deringen, die in strikten zin van
pathologischen (ziekelijken) aard zijn,
het kan ook zijn een ontwikkelings
stilstand van verschillende organen.
Deze ontwikkolings stilstand van
sommige organen kan gepaard gaan
met normalen toestand van andere,
zoodat het afwijkende van de ge-
heele organisatie meer is een dis
harmonie, een terugblijven van het
eene en een normale toestand of
zelfs eene hypertrophic (overvoeding,
overontwikkeling) van het andere.
Omtrent het atavistisch (erfelijk)
karakter van sommige der afzonder
lijke veranderingen, die bij den dé
généré meer dan bij den normalen
mensch gevonden worden, kan vol
gens mijn opvatting geen twijfel be"
staan. Als voorbeeld hiervoor zou
ik, onder veel anderen, sommige
vormen van de uitwendige oorschelp
willen noemen."
„De misdadiger is geworden uit
den gewonen mensch; erfelijkheid
en uitwendige omstandigheden, de
groote momenten dus, die de geheele
organische schepping gemaakt heb
ben, tot wat zij is, hebben ook hem
doen ontstaan. Zijn verschijning is
niet meer of minder noodzakelijk
en natuurlijk dan die van alles wat is.
Schoenfabriek Lederhandel.
I. Hoevcnaars van Lith.
Schoenmagazijn. En gros Export.
I. Hoevenaars van Lith.
Schoenmagazijn.
I. Hoevenaars van Lith.
Schoen magazij n
1. Hoevenaars van Lith.
Schoen magazij n
I. Hoevenaars van Lith.
Schoenmagazijn.
I. Hoevenaars van Lith.
SchoenmagazijD.
1. Hoevenaars van Lith.
Amsterdam, ©aniels Staljsertstraat
SchoenmagazijD.
I. Hoevenaars van Lith.
Scb oen m agaz'ij n
I. Hoevenaars van Lith.
Schoenmagazijn.
I. Hoevenaars van Lith.
- S
-