TWEE AMBTENAREN" GESCHORST.
Plaatselijk Nieuws.
Somoielsdijk, 5 September. Volgens
het op 31 Augustus 1894 gesloten in-
schrijvings-register voor de Nationale
Militie, van de lichting 1895, bedraagt
het aantal jongelingen 27 die dit jaar
moeten loten, waarvan er 7 ingeschre
venen zijn, die redenen van vrijstelling
hebben, wegens eenige wettige zoon of
broederdienst, zoodat de kans voor me
nigeen uitstekend staat, om een hoog
nummer te trekken, dat buiten oproe
ping valt, terwijl er zeker 13 a 14
lotelingen vrij kunnen zijn.
Middelharnis, 5 Sept. Jl. Zaterdag
hacKffen werkman J. B. het ongeluk,
terwijl hij in een schuur alhier werk
zaam was, te vallen, waarbij hij belangrijke
wonden in het aangezicht bekwam en
zijn pols brak. Terwijl genoemde door
die omstandigheden het bed moest
houlen, trachte hij zich heden in zijn
bedstede door verhanging van het leven
te berooven. Zijn huisvrouw die dit bij het
in huis komen bemerkte sneed het touw
gelukkig nog in tijds af.
Aan de gepensioneerde Atjeh-strijders.
Gemengd Nieuws
EEN NIEUWE NEUS.
De gemeenteraad van de Bildt heeft
in haar zitting van Vrijdag voor onbe-
paalden tijd in hun ambt geschorst de
heeren K. Rootjes als secretaris, en D.
Takken als ontvanger der gemeente.
Valsche Obligatiëu,
Men schrijft uit Utrecht aan het Hbl,
Heette h9t eerst, dat er vermoeden
bestond, dat er van twee leeningen van
dc gemeente De Bilt (U.) vaische obli
gation in omloop waren, thans is geble
ken, dat de stukken van één en dezelfde
leening tweern tal zijn vervalsoht.
Deze leening bedroeg f45.000 ad3'/2
pCt. Zijn nu alle obligatiën daarvan uit
gegeven, dan is er voor f 90.000 valsch
in omloop, niet alleen te Utrecht, maar
ook elders, o. a. te Amsterdam.
De eerste soort valsche stukken zijn
voorzie i van de gestempelde naamteeke-
ningen van burgemeester en secretaris,
de 2e soort van de geschreven handtee-
keningen van beiden, waarvan die des
burgemeesters nagemaakt en dus ver-
valscht moet zijn. De echte obligatiën
vermelden in rugzijdebetaalbaar ten
kantore van de firma Blijdenstein Zn.
te Utrecht en ton kantore van den ge
meente-ontvanger vaa De Bilt, terwijl
de valsche alleen vermelden: betaalbaar
ten kantore van den gemeente-ontvanger
te De Bilt.
De gemeente ontvanger heeft de stuk
keu steeds beleend, nimmer verkocht.
Door aanteekening daarvan te houden
wist hij steeds waar zo zich bevonden,
en zorgde dan voor betaling der coupons.
Wijl volgens usance zoo beleende stuk
ken maar zelden door herbeleening in
omloop komen, had de vervalsching nog
lang bedekt kunnen blijven, zoo niet
de kassier M., te Utrecht, die 4 stukken
in beleening had, wegens tijdelijk kas
tekort deze aangeboden had aan de firma
Blijdenstein Zn., die do echte obliga
tiën heeft uitgegeven.
Gedurig koos de ontvanger andere
kantoren voor zijne operades, om niet,
door te dikwijls aan één kantoor te ver
schijnen, eenig vermoeden op te wekken
somwijlen liet hij het ook door goede
bekenden doen, die zich nu nog te ver
antwoorden zullen hebben, of zij daarin
handelden met wetenschap en dus mede
plichtig waren.
Haast elk kantoor te Utrecht moetin
't bezit zijn van obligatiën, waarvan die
van het een verschillen van die van het
andere.
MOORD TE SCHAGEN.
Men schrijft aan de Haarlemsche Cou
rant
Klaas Boes heeft pogingen aangewend
om zich in de cel te Alkmaar van het
leven te beroovenhij is daarop geheel
geboeid.
Het horloge, dat bij de inbraak bij
Mr. Asser ontvreemd was, is opgespoord.
Het werd door Boes verkocht aan een
meubelmakersknecht, die met hem bij
denzelfden baas werkte.
Ook bij de twee alleen wonende da
mes Hoekstra schijnt hij eenige tijd go-
leden des nachts bezoek te hebben ge
bracht; daar werd hij echter door de
losloopende honden verjaagd. Gedurende
het zangersfeest te Oud-Karspel liep hij
daar met een geladen revolver, die hij
eenige malen in de lucht afschoot. Ook
moet hij daar Anna Beyers dikwijls mee
gedreigd hebben.
Meer en meer blijkt, welk gevaarlijk
sujet Schagen herbergde.
Yan ofïicieele zijde, zegt de Scha-
ger Ct., zijn wij gemachtigd te verklaren,
dat ook vrouw Boes aan den moord
onschuldig was. Klaas Boe3, het 17jarig
sujet, heeft deze misdaad alleen beraamd
en volvoerd.
JUFFROUW DRUCKER'S HUWE
LIJKS-BESCHOUWING.
Verleden week had er te Amsterdam
eene vergadering plaats van brillantsnij-
ders en snijderessen. In deze vergadering
werd ook het woord gevoerd door de
bekende maunenhaatster Mina Drucker
die volgens de N. R. Ct. daar zonder
uitgelachen te worden uitkraamde,
dat zij „het bezit van vrouw en kinderen
beschouwde als eene luxe, zoo goed a]s
het houden van paarden of honden."
Het spreekt van zelf, dat Mina Drucker
bij deze beschouwing niet de vrouw kan
wezen van een burgerman, want deze
kan wel werken voor vrouw! en
kinderen, maar zo niet onderhouden. als
artikelen van weelde zij zou alleen het
zeer kostbare poppetje kunnen zijn van
een schatrijken heer.
Veel eer voor eene vrouw.
Meent Mina Drueker wat zij zegt, dan
verlaagt zij de vrouw tot een zeer laag
peil en verdient zij de verachting der
vrouwen. Of doet wellicht bitterheid over
teleurgestelde hoop haar zoo spreken, dan
is zij medelijdenswaardig, edoch, zonder
aanspraak te kunnen maken op achting.
Wij vermoeden,-dat zelfs een pur sang
socialist zoo'n „vrouw" zou afwijzen zelfs
bij 't aanvaarden der „vrije liefde".
We vonden eens ergens melding ge
maakt van dit grafschrift
Hier ligt Aagt,
Gestorven maagd
Het heeft haar niet gespeten,
Maar zij kon het niet vergeten,
Dat ze nooit eens was gevraagd.
Zoo'n spot-grafschrift waarvan de derde
regel 't scherpst is, wacht een schepsel
als juffrouw Drucker, en dan vrij wat
meer verdiend dan door menige „Aagt",
die nooit de vrouw zoo gruwelijk belee-
digd heeft ais dat onvrouwelijke vrouwe
lijke wezen uit Amsterdam.
Sprokkelaar.
ECHTSCHEIDING TEGEN WIL EN
DANK.
In een gezin te Amsterdam werd dezer
dagen tot groote verbazing van allen, de
officieele mededeeling ontvangen, dat man
en vrouw wettelijk waren gescheiden.
Noch de man, noch de vrouw wisten
er van. Eu ambtenaar van het bevolkings
register kwam vragen aan de juffrouw
des huizes
„Waar woont uw vroegere man
„Ilier," zei de juffrouw.
„Dat kan niet," zeide de ambtenaar.
„Of is u weer met hem vereenigd
„We waren nooit van mekaar af."
De ambtenaar wist niet recht hoo hij
het had. Hij liet de juffrouw in het on-
derzoekingsboek, dat hij bij zich had,
zien, dat zij van haar man af was.
Er moet een vergissing hebben plaats
gehad.
Dinsdag stonden voor de Arrondisse-
ments-Rochtbank te Rotterdam, terecht:
Jan v. M. van Nieuwe Tonge, beschul
digd wegens beleediging en mishandeling
tegen wien j 3 boete of 3 dagen hechtenis
werd gewezen. J. J. Jz. oud 19 jaar
koopman te Middelharnis, wegens mis
handeling tot f 3 boete of 3 dagen ge
vangenisstraf, Jac. S., oud 69 jaai koop
man te Middelharnis, wegens dierenmis
handeling die werd vrijgesproken en
Martina Verweij geboren te Sommels.lijk,
oud 19 jaar dienstbode, beschuldigd van
het in 31 Mei 1894 van hare tante te
Nieuwe Tonge, ontvreemden eener keu
vel en een goud slootje, tegen wien 6'
maanden hechtenis werd gewezen. Van
al deZe zaken uitspraak over acht dagen.
4 Sept. Maandag had de voerman J..
A,, bij het in rijden der Nieuwstraat,,
teergeweer gewapend, natuurlijk zonder
handgeld, na voorbereidende oefening,een
corps naar Lombok te worden gezonden,
ten einde daar als scherpschutter te strij
den, zoolang de strijd wordt gevorderd.
Die daartoe bereid is, geve zijn naam
enz. op aan
L. den Beer Poortusael,
jur. docts. aan de Leidsche Iioogeschool.
's-Gravenhage, Zeestraat 55.
Ook het volgende werd ons ter plaat
sing aangeboden.
Brave makkers, oude strijders, die zoo
menigmaal op Atjeh's velden vuur en
vijand hebt getard, waar zijt gij P
Wij willen onder ons een bataljon
formeeren, om aan Lombok te laten zien
wie wij op Atjeh geweest zijn.
Wie gaat mede?
Geen verdere overbodige woorden.
Zendt ten spoedigste uw adres aan het
voorloopig bestuurLombok-expeditie
te Tiel, en per request gaan wij op eigen
kosten, hetgeen gevonden wordt in ons
pensioen, om gedurende de Lombok-ex
peditie deze mede te maken.
Wapenbroeders! laten wij toonen wie
wij geweest zijn en nog zijn.
Onze oude-veld-officieren, die ons zoo
menigmaal in het vuur brachten en er
ook uitgeleiden, zullen medegaan.
Gij, M. de R., zult ons door de opname
verplichten, en wij verzoeken de hoeren
redacteurs van andere bladen de verdere
publiciteit te bevorderen, opdat iedereen
in de gelegenheid worde gesteld deel te
nemen aan ons éenig doel.
31 Aug. '94. - Het Bestuur.
Zulk eene vrijwillige aanbieding doet
het vaderlandsch hart goed.
Een onbekende toekomst te gemoet te
willen gaan, om straks tegenover een
krachtigen en fanatieken vijand te staan,
is meer dan een woord, een hoera 1
Wij moeten zulk een daad op prijs
stellen.
Waarlijk, de nederlaag op Lombok
heeft eene goede zijde en wel deze, dat
bewezen wordt, dat wij nog kunnen
ontvlammen in geestdrift, wanneer de
eer van onze vlag belaagd wordt. Ieder
kan overtuigd zijn, dat de Nederlanders,
van welke richting of stand, schouder
aan schouder zullen staan, wanneer het
noodig is, om de eer van die vlag of
onze onafhankelijkheid te verdedigen.
Veel bijzonders nieuws is er op dit
oogenblik niet. De laatste berichten zijn
deze
Geest troep zeer goed. Gezondheids
toestand gunstig. In bivak hard gewerkt
aan defensie. Den 30en en 31 en dezer
(Augustus) verkenning gedaan in richting
Mataram, Vijand versterkt Mataram en
maakt voorwerken. 31 dezer met sectie
bergartellerie hem daaruit verdreven.
Gezien dat marineschoten treffen. Offen
sieve .kracht vijand gering. Vetter
voornemens dagelijks te verkennen.
Spionnen berichten dat de door Baliers
verlaten stellingen door Sassaks bezet zijn,
ook Kottaradja, hoofdkwartier der Baliers
in den strijd tegen de Sassaksche
opstandelingen. Observatie-colonne weder
naar Boeleleng gezonden. Vetter ander
maal opgave verzocht van de gesneuvelde,
gewonde en vermiste Europeesche mindere
militairen.
In aanvulling van dat regeeringstele-
grarn kunnen wij nog mededeelen, dat
de kolonne naar Boeleleng, aan de
Noordkunst van Bali, gaat ter observatie
van Karang Assam op de Oostkust van
Bali. Gelijk men weet, staat Karang
Assam onder den vorst van Lombok.
Op Bali is de stemming goed.
In September gaan ongeveer 750 man,
deels wervingstroepen, deels koloniale
reserve van Nederland naar Indië. Bin
nen zeer korten tijd kan desvereischt
het bateljon mariniers en kunnen zoo
noodig verschillende oorlogsschepen naar
Indië vertrekken. Het voornemen bestaat
om de aanwerving van miliceins door
gunstige voorwaarden te bevorderen.
De heer Den Beer Poortugael ontving
van een onzer beroemde mannen het
volgend schrijven
„Uw woord vindt weerklank ook in
het hart van ouden van dagen. Laat die
op hun wijze met u mogen meewerken.
vriend vroeg' Frederiks papa verder.
„Trouw, kom toch!" riep de mau harder.
De waard bleek weldra stokdoof te zijn en
daardoor buiten staat die vraag te beantwoorden.
Zijn vrouw trad spoedig daarop de gelagkamer
binnen. Ze was bezig geweest de zwijnen te voe
deren, vandaar dat haar toilet veel te wensohen
overliet. Ze zag dit zelve wel in naar het scheen,
want pas had zij dé beide voorname gasten be
merkt, of ze maakte eensklaps rechtsomkeert en
ging een groote, schoone muts opzette-.
Uit deze vereenigde omstandigheden sproot nu
ook een groot kwartier oponthoud voert, waarin
de reizigers ongeduldig heen en weer liepen.
De waard had intussohen zijne muts weder
opgezet en dampte als een schoorsteen, terwijl
hij binnen de vijftig tellens ongeveer, om den
hoek der deur de klacht herhaalde „Vrouw, kom
toch! vrouw, kom toch!"
Eindelijk daar kwam ze aan.
„Wat is er van mijnheors dienst?"
„Een kamer om van nacht te logeeren, hebt
gij die?"
„Jawel, mijnheer, twee bedden op eene kamer
als mynheer het voor lief neemt, want wij zijn niet
ingericht op zulke rijke heeren."
„Stel u daaromtrent gerust. Maar kunt ge ons
ook wat eten bezorgen
„Wat blieft mijnheer? Aardappelen met sla
en eieren en dan wat goed oud bier. Wijn wordt
hier weinig gevraagd."
„Goed, maak dit gereed en doe er ook wat
brood bij."
Gij roept allen te wapen, die willen
maar niet allen, die willen, kunnen in
bun uitrusting uit eigen middelen
voorzien. Laat daarvoor ons, bejaarden,
zorgen. Ik stel al vast f 500 voor uw
doel beschikbaar.
„Wilt gij dit aanbod tot opwekking
voor gelijkgezinden publiceeren, doe het,
maar zonder onderteekening. Ik verlang
zeer stellig ongenoemd te blijven".
4 Sept. Hedenochtend ontving de
N. R. C. onderstaand telegram
Kapitein Lindgreen met detachement
gevangen genomen. De Radja wil de ge
vangenen uitleveren, indien de vrede ge
sloten wordt en de troepen zich terug
trekken.
Een brief van Generaal Vetter, be
reikte Kapitein Lindgreen.
Door den gouverneur-generaal van
Ned. Indie is per telegraaf het] navolgend
bericht verzonden
„Ik acht na overleg 'met den comman
dant der zeemacht, Jeger-commandant
en Raad van Indio versterking marine
en zending mariniers onnoodig, doch
waardeer zending detachement koloniale
reserve en 500 suppletie-troepen.
Troepen thans alle op Lombok, mate
rieel gedeeltelijk, rest volgt spoedig.
De correspondent van de „N. R. C."
seint uit Batavia:
„Het 9e bateljon met een sectie berg-
artillerie is naar Kela ten Zuid-Westen
van Mataram vertrokken met bevel om
het met granaten te beschieten. De
zeemaoht vernielt thans het paleis te
Mataram. De generaal vraagt j meer
oorlogschepen om de westkust te blok-
keeren.
VOLKEBIUN AAIIOE.
Tusschen den overleden sultan van
üï&S'Oikk.© en Italië moet eene geheime
overeenkomst hebben bestaan. De sultan
had zich verbonden, zoo meldt de „Tri-
buna," in geval van oorlog aan Italië
graan en 20.000 paarden te leveren. Dit
verdrag was gesloten met het oog op
een eventueelen oorlog met Frankrijk en
had ten doel het dit land ook in Afrika
lastig te maken, wanneer zijne legers aan
de zuid en zuidoostgrens de handen vol
hadden. Verder zegt do „Tribuna", dat
Frankrijk Marokko wil overmeesteren,
terwijl Italië en Engeland zich alleen ten
doel stellen het land beschaving en wel
vaart te brengen.
De mogelijkheid van een oorlog tus
schen Frankrijk en Italië heeft dus niet
alleen bestaan in de verbeelding van
zenuwachtige courantenschrijvers daar de
regeering van Italië zelve zich heeft
voorbereid op een eventueelen oorlog.
De nederlaag, die de Franscke troepen
in Afrika zouden geleden hebben, wordt
ontkend.
De minister van koloniën van ï'ranlk.-
rfjk had per telegraaf den gouverneur
van Soedan inlichtingen gevraagd. De
laatste seinde uit Kages terug
„Is sta verbaasd over hetgeen gij mij
bericht van eene nederlaag onzer troepen
to Timboktoe. Ik ontving op 5 Augustus
een telegram van den commandant te
Timboktoe. Daarin was geen sprake van
eene nederlaag onzer troepen. De com
mandant sprak ook geenerlei bezorgd
heid uit."
Volgens bericht uit Shanghai verscheen
er een keizerlijk decreet te Peking en
in de andere hoofdsteden van China.,
bevelend de heffing eener gedwongen
leening. Vier inlandsche hoofdambenaren
kregen bevel om tien millioen tael bijeen
te brengen voor de keizerlijke schatkist.
Volgens bericht uit Tokia landden
6000 Japanners te Chemulpo, om zich
aan te sluiten bij de 30.000, die noord
waarts oprukken.
Een keizerlijk edict beloont generaal
Jeh en 700 officieren voor de overwinning
bij Pinyang. Het verlies der Japanners
wordt op 5000 aangegeven. Dat der
Chineezen als gering. Intusschen ontbre
ken nog steeds berichten uit Japan aan
gaande deze gevechten.
Te Metz is een Fransche dame,
de echtgenoote van den gewezen inspec
teur van politie Ismert,, in hechtenis ge-
As bruin brood goed? Ander bobben wij
niet."
„Doe uw best maar, moedertje, maar wijs ons
intusschen den weg eens. Terwijl gij ons avond
eten gereed maakt moeten wij iemand opzoeken
Weet gij hier in den omtrek ook een bezem
binder te wonen
„Zeer zeker, mijnheer. Niet ver van hier. Hij
is juist gisteren uit het bosch gekomen en is
zeker druk bezig met bezembinden. Rechtuit tot
het eerste huis daar gij aankomt rechtsdaar
achter moet ge wezen. Die mensohen hebben
het hoog noodig. Mijnheer mag wel eens goed
over hen nadenken."
Frederik was reeds buiten de deur en zijn
vader yolgde hem. Binnen vijf minuten waren
zij aan het huis en vonden daar achter in een
soort van schuurtje een allerellendigst huishou
den, man, vrouw, kinderen, allen zagen er even
haveloos en afzichtelijk uit. Het binnentreden der
twee heeren veroorzaakte geen geringe versla
genheid, ofsohoon Frederik onmidd -llijk aan de
stemmen hooide, dat hij niet terecht was. Hij
flluisterde dit zijn vader inmaar juist dit duis
teren van den jongeling maakte den bezembinder
opmerkzaam, die zeker evenals zijn collega geen
al te best geweten had.
„Hoe is uw naam, mijn vriend?" vroeg de
kapitein.
„Pas op, zeg hem niet," viel do vrouw in,
„pas op, zeg hem niet, 'tzijn heeren van de
politie."
„Als dat wear was zou het u niet veel baten,
nomen, onder verdenking van" spionage.
Bij onderzoek werden in haar kousen
verschillende documenten van compromit-
teerenden aard gevonden. Een Duitsch
militair ambtenaar moet bij de zaak be
trokken zijn.
In een hospitaal te Londen is eene
zeer merkwaardige operatie geschied en
met goeden uitslag bekroond. Eenjong-
mensch zonder neus kwam eenige maan
den geleden aan het hospitaal en vroeg
den doctoren of er goen kans bestond,
hem een dergelijk lichaamsdeel ter ver
schaffen. Men probeerde het eerst met
een afgezetten vinger van een der pa
tiënten, welke echter onder do operatie
dood ging. Daarna waagde de patiënt
zelf er een vinger aan. Een der vingets
werd opengelegd en door banden op de
plaats gehouden, waar hot uitwendig
reukorgaan zou dienen te komen. Het
gelukte het levende vleesch groeide vast
en de vinger kon van de hand wordeu
afgezet. Thans is men bezig het aange
groeide stuk vleesch te vormen tot het
een neus wordt. Wanneer dat gelukt,
heeft de medische wetenschap zeker een
kunststukje verricht.
De muntstukken, onlangs te Scke-
veningen bij het verrichten van graafwerk
opgedolven en tot onderzoek aan het
Koninklijk Penningkabinet overgegeven,
zijn dezer dagen aan den vinder terug
gebracht.
Het zijn alle zilveren muntstukken uit
de vorige eeuw en de werkelijke waarde
van de vondst is te schatten op f600.
Enkele zeldzame oude geldstukken zijn
uit de verzameling door het Muntkabinet
aangekocht.
In den Nieuwen Rotterdamschon
Waterweg is binnengekomen de visschers-
sloep „Louise" van Maassluis, waarvan
de schipper plotseling krankzinnig is
geworden en wel in zóó hevige mate, dat
de bemanning het noodig vond hem te
binden.
Te Herveld was een jongmensch
van 20 jaar met een kameraad naar het
veld gegaan, een geweer medenemende.
Bij het losdraaien van den loop is het
geweer afgegaan en kreeg hij het volle
schot in de borst. Eenige oogenblikken
later is hij reeds overleden. Hij was de
kostwinner voor zijn ouders en een zeer
oppassend jongmensch.
MOORDEN IN NEDERLAND.
In de eerste plaats volgen hier de
moorden in dit jaar, waarvan de dader
ontdekt en gevonnisd i3:
Vermoorde: Dader. Straf.
CatoMirande, Harlingen, Ds. Barger, Levensl.
J. Terkuilen, Tilburg, De Bruin, 6 jaar.
Dochtertje
van v. Nuland, Berlikum, Yan Nuland, 5
K., Dieren, B. J. J., 4
Bloemsma, Appelscha, Stoker, 4
Meyers, Amsterdam, VanDeutikom, 4
Buitenkamp, Noordbroek, Bos, 3
Plate, Arnhem, B. en W., 4 mnd.
Dedden, Steenwijkerwold, Bijkerk, 3
Van deze moorden werd ten minste
de dader ontdekt.
Doch van hoeveel moorden ligt de
schuldige op het kerkhof! Wij hebben
den moord op P. Jansens, te Terheiden,
als verdacht waarvan wel de polderwer
ker A. B. gearresteerd werd, maar we
gens gebrek aan bewijzen werd vrijge
sproken op vrouw Grobe, te Hillegers-
bergop een boerenknecht te Ruinerwold;
op H. v. d. Weide te Hoogeveen; op De
B. te Delfzijlop Van den Heuvel te
Nijkerk; op N. te Ruinen op den land
bouwer te Echtop den slachter Schut,
te Amsterdam op den rijksveldwachter
Adriaansche, te Koewachtop den jacht
opziener Hommen, te Vlodrop.
Wij zijn er zeker van, dat dit lijstje
nog niet volledig is, maar ook in zijn
onvolledigheid is het al welsprekend
genoeg.
In instructie zijn thans nog de moord
op Jansen, te üruten, gepleegd door Pe
perkamp die te Valtermond op Prucher,
als verdacht waarvan Groen is gearres
teerd die te Orsbach op Pelzer, waar
schijnlijk gepleegd door zijn vrouw en
zekere O.die op het dochtertje van den
heer Meinders, te Bussum, bedreven door
Henriette Momhor en Coelman en ten
slotte de dubbele moord te Schagen,
waarvan men thans, gelukkig, den dader
in handen meent te hebben.
dat gij uw naam verbergen wilt," antwoordde de
kapitein, „maar dat is zoo niet. Zeg mij nu maar
of go Pieter ook kent, die met zijne vrouw
Trijntje bier ook ergens wonen moet."
„Pieter de bezembinder is van hier vertrok
ken," zei de man slechts ten halve gerustgesteld
„Hij is Pruisen in, en als ik het wel begrepen
heb, heeft hij geon plan terug te keeren."
„Ik dank u voor uwe inlichtingen. Woont uw
burgemeester ver van hier
„Man!" riep de vrouw weêr, „laat u toch niet
foppon! Hij zou niet weten waar de burgemees
ter woont!"
„Stil vrouw Ja, mijnheer, dat is niet zoo
dicht bij, maar wel de „veldwachter dezen
kunt gij vinden.... laat eens kijken, in het eerste,
tweede, derde, vierde huis van hier aan uw
linkerhand."
„Dank u wel. Neem dit van mij aan," zei de
kapitein en gaf hom twee kwartjes.
De bezembinder noch een der zijnen namen de
moeite om de bezoekers uit te leiden, dat anders
van wege de duisternis wel noodig zou geweest
zijn. Ook wilde Frederik en zijn vader nu niet
meer naar den veldwachter. In de herberg te
ruggekeerd, vonden zij dezen politieman in de
gelagkamer. Hij was aan zijne monteering te
herkennen. Op de vraag naar Pieter den bezem
binder en zijne vrouw antwoordde de goed inge
lichte beambte, dat hij naar Duisburg was ver
trokken en daar of in dien omtrek op een fabriek
als wever werkte met heel zijn huisgezin.
De politieman was niet zoo onbesoheiden om
aan don vreemden heer te vragen, welk belang
hij stelde in die bezembinders; maar de spraak
zame waardin vroeg: „Hebt ge gevonden wat
gij zocht?"
„Neen," was het antwoord, „dozen man zocht
ik niet."
„Is mijnheer bij Maarten de Slalc geweest?"
vroeg de veldwachter. „Nu, dat ia me een lievertje!
Die komt hoogst waarschijnlijk zeer spoedig ach
ter liet slot."
„Dat heb ik wel gedacht," antwoorde Frede
riks vader, en begaf zich toen naar zijne kamor,
waar de waardin den maaltijd reeds had gereed
gemaakt. Alleen do aardappelen lieten nog een
tien tollens op zich wachten. Maar ook dezo ge
arriveerd zijnde, zotten onze twee vermoeide
wandelaars zioh aan den eenvoudigen kost.
Ze moohten evenwel nog geen rust genieten.
Met politiemannen is het gevaarlijk te spreken.
Dat eene onnoozele volzinnetje „Dat heb ik wel
gedacht!" bezorgde hun dien avond nog een
bezoek van dien agent in gezelschap van een
grensoommies. Hij verontschuldigde zich over
zijn ongenoodigd aankloppen, maar wilde gaarne
weten, waarom mijnheer zich die uitdrukking
had laten ontvallen. De kapitein beantwoordde
hem zeer beleefd en deelde hem mede wat de
vrouw had geroepen toen haar man naar zijn
naam gevraagd werd. De beide mannen vertrok
ken weer zoDder in de herberg te toeven, en
wel met een zeer gewichtig gezioht, alsof zij de
meest belangrijke ontdekking gedaan en de meest
oldoende inlichtingen hadden gekregen.
Den avondbezoekers in de herberg ontging
dit niet. Zij brachten de éone ontdekking mot
de andere in verband, gisten en raadden ver
volgens, en kwamen eindelijk samen tot het
besluit, dat die heer een zeer voornaam man van
het gerecht moost wezen, die gekomen was om
Maarten de Slak wegens zijne vele wanbedrijven
te vonnissen; dat hij den veldwachter alles in
het goheim had medegedeeld, enz. enz.
Op zichzelve scheen dit alles zeer onschuldig
maar het ergste was, dat ook Maarten de Slak,
nog voor hij zich op {zijn armoedig stroo ter
rust# legde, van de zaak werd ingelicht. Begrijpt
eens, hij beging de onvoorzichtigheid om voor
een deel van het gekregen geld in de herberg
te gaan drinken.
„Durft gij nog hier komen; weet gij niet wie
hier is, korel; pak !je weg of morgen hangen
ze je op
Met deze lieflijkheden werd hij begroet door
een paai half beschonken Groesbeekers.
Maarten liet zich dit alles niet straffeloos zeg
gen. Er ontstond een vechtpartij. De doovo waard
liep naar den veldwachter, en eer de klok tien
geslagen had bevond zich Maarten in verzekerde
bewaring. Hij had gevochten! Do politie was
blij, dat ze hem nu beet had.
Worclt vervolgd.)