TWEE AMBTENAREN" GESCHORST. Plaatselijk Nieuws. Somoielsdijk, 5 September. Volgens het op 31 Augustus 1894 gesloten in- schrijvings-register voor de Nationale Militie, van de lichting 1895, bedraagt het aantal jongelingen 27 die dit jaar moeten loten, waarvan er 7 ingeschre venen zijn, die redenen van vrijstelling hebben, wegens eenige wettige zoon of broederdienst, zoodat de kans voor me nigeen uitstekend staat, om een hoog nummer te trekken, dat buiten oproe ping valt, terwijl er zeker 13 a 14 lotelingen vrij kunnen zijn. Middelharnis, 5 Sept. Jl. Zaterdag hacKffen werkman J. B. het ongeluk, terwijl hij in een schuur alhier werk zaam was, te vallen, waarbij hij belangrijke wonden in het aangezicht bekwam en zijn pols brak. Terwijl genoemde door die omstandigheden het bed moest houlen, trachte hij zich heden in zijn bedstede door verhanging van het leven te berooven. Zijn huisvrouw die dit bij het in huis komen bemerkte sneed het touw gelukkig nog in tijds af. Aan de gepensioneerde Atjeh-strijders. Gemengd Nieuws EEN NIEUWE NEUS. De gemeenteraad van de Bildt heeft in haar zitting van Vrijdag voor onbe- paalden tijd in hun ambt geschorst de heeren K. Rootjes als secretaris, en D. Takken als ontvanger der gemeente. Valsche Obligatiëu, Men schrijft uit Utrecht aan het Hbl, Heette h9t eerst, dat er vermoeden bestond, dat er van twee leeningen van dc gemeente De Bilt (U.) vaische obli gation in omloop waren, thans is geble ken, dat de stukken van één en dezelfde leening tweern tal zijn vervalsoht. Deze leening bedroeg f45.000 ad3'/2 pCt. Zijn nu alle obligatiën daarvan uit gegeven, dan is er voor f 90.000 valsch in omloop, niet alleen te Utrecht, maar ook elders, o. a. te Amsterdam. De eerste soort valsche stukken zijn voorzie i van de gestempelde naamteeke- ningen van burgemeester en secretaris, de 2e soort van de geschreven handtee- keningen van beiden, waarvan die des burgemeesters nagemaakt en dus ver- valscht moet zijn. De echte obligatiën vermelden in rugzijdebetaalbaar ten kantore van de firma Blijdenstein Zn. te Utrecht en ton kantore van den ge meente-ontvanger vaa De Bilt, terwijl de valsche alleen vermelden: betaalbaar ten kantore van den gemeente-ontvanger te De Bilt. De gemeente ontvanger heeft de stuk keu steeds beleend, nimmer verkocht. Door aanteekening daarvan te houden wist hij steeds waar zo zich bevonden, en zorgde dan voor betaling der coupons. Wijl volgens usance zoo beleende stuk ken maar zelden door herbeleening in omloop komen, had de vervalsching nog lang bedekt kunnen blijven, zoo niet de kassier M., te Utrecht, die 4 stukken in beleening had, wegens tijdelijk kas tekort deze aangeboden had aan de firma Blijdenstein Zn., die do echte obliga tiën heeft uitgegeven. Gedurig koos de ontvanger andere kantoren voor zijne operades, om niet, door te dikwijls aan één kantoor te ver schijnen, eenig vermoeden op te wekken somwijlen liet hij het ook door goede bekenden doen, die zich nu nog te ver antwoorden zullen hebben, of zij daarin handelden met wetenschap en dus mede plichtig waren. Haast elk kantoor te Utrecht moetin 't bezit zijn van obligatiën, waarvan die van het een verschillen van die van het andere. MOORD TE SCHAGEN. Men schrijft aan de Haarlemsche Cou rant Klaas Boes heeft pogingen aangewend om zich in de cel te Alkmaar van het leven te beroovenhij is daarop geheel geboeid. Het horloge, dat bij de inbraak bij Mr. Asser ontvreemd was, is opgespoord. Het werd door Boes verkocht aan een meubelmakersknecht, die met hem bij denzelfden baas werkte. Ook bij de twee alleen wonende da mes Hoekstra schijnt hij eenige tijd go- leden des nachts bezoek te hebben ge bracht; daar werd hij echter door de losloopende honden verjaagd. Gedurende het zangersfeest te Oud-Karspel liep hij daar met een geladen revolver, die hij eenige malen in de lucht afschoot. Ook moet hij daar Anna Beyers dikwijls mee gedreigd hebben. Meer en meer blijkt, welk gevaarlijk sujet Schagen herbergde. Yan ofïicieele zijde, zegt de Scha- ger Ct., zijn wij gemachtigd te verklaren, dat ook vrouw Boes aan den moord onschuldig was. Klaas Boe3, het 17jarig sujet, heeft deze misdaad alleen beraamd en volvoerd. JUFFROUW DRUCKER'S HUWE LIJKS-BESCHOUWING. Verleden week had er te Amsterdam eene vergadering plaats van brillantsnij- ders en snijderessen. In deze vergadering werd ook het woord gevoerd door de bekende maunenhaatster Mina Drucker die volgens de N. R. Ct. daar zonder uitgelachen te worden uitkraamde, dat zij „het bezit van vrouw en kinderen beschouwde als eene luxe, zoo goed a]s het houden van paarden of honden." Het spreekt van zelf, dat Mina Drucker bij deze beschouwing niet de vrouw kan wezen van een burgerman, want deze kan wel werken voor vrouw! en kinderen, maar zo niet onderhouden. als artikelen van weelde zij zou alleen het zeer kostbare poppetje kunnen zijn van een schatrijken heer. Veel eer voor eene vrouw. Meent Mina Drueker wat zij zegt, dan verlaagt zij de vrouw tot een zeer laag peil en verdient zij de verachting der vrouwen. Of doet wellicht bitterheid over teleurgestelde hoop haar zoo spreken, dan is zij medelijdenswaardig, edoch, zonder aanspraak te kunnen maken op achting. Wij vermoeden,-dat zelfs een pur sang socialist zoo'n „vrouw" zou afwijzen zelfs bij 't aanvaarden der „vrije liefde". We vonden eens ergens melding ge maakt van dit grafschrift Hier ligt Aagt, Gestorven maagd Het heeft haar niet gespeten, Maar zij kon het niet vergeten, Dat ze nooit eens was gevraagd. Zoo'n spot-grafschrift waarvan de derde regel 't scherpst is, wacht een schepsel als juffrouw Drucker, en dan vrij wat meer verdiend dan door menige „Aagt", die nooit de vrouw zoo gruwelijk belee- digd heeft ais dat onvrouwelijke vrouwe lijke wezen uit Amsterdam. Sprokkelaar. ECHTSCHEIDING TEGEN WIL EN DANK. In een gezin te Amsterdam werd dezer dagen tot groote verbazing van allen, de officieele mededeeling ontvangen, dat man en vrouw wettelijk waren gescheiden. Noch de man, noch de vrouw wisten er van. Eu ambtenaar van het bevolkings register kwam vragen aan de juffrouw des huizes „Waar woont uw vroegere man „Ilier," zei de juffrouw. „Dat kan niet," zeide de ambtenaar. „Of is u weer met hem vereenigd „We waren nooit van mekaar af." De ambtenaar wist niet recht hoo hij het had. Hij liet de juffrouw in het on- derzoekingsboek, dat hij bij zich had, zien, dat zij van haar man af was. Er moet een vergissing hebben plaats gehad. Dinsdag stonden voor de Arrondisse- ments-Rochtbank te Rotterdam, terecht: Jan v. M. van Nieuwe Tonge, beschul digd wegens beleediging en mishandeling tegen wien j 3 boete of 3 dagen hechtenis werd gewezen. J. J. Jz. oud 19 jaar koopman te Middelharnis, wegens mis handeling tot f 3 boete of 3 dagen ge vangenisstraf, Jac. S., oud 69 jaai koop man te Middelharnis, wegens dierenmis handeling die werd vrijgesproken en Martina Verweij geboren te Sommels.lijk, oud 19 jaar dienstbode, beschuldigd van het in 31 Mei 1894 van hare tante te Nieuwe Tonge, ontvreemden eener keu vel en een goud slootje, tegen wien 6' maanden hechtenis werd gewezen. Van al deZe zaken uitspraak over acht dagen. 4 Sept. Maandag had de voerman J.. A,, bij het in rijden der Nieuwstraat,, teergeweer gewapend, natuurlijk zonder handgeld, na voorbereidende oefening,een corps naar Lombok te worden gezonden, ten einde daar als scherpschutter te strij den, zoolang de strijd wordt gevorderd. Die daartoe bereid is, geve zijn naam enz. op aan L. den Beer Poortusael, jur. docts. aan de Leidsche Iioogeschool. 's-Gravenhage, Zeestraat 55. Ook het volgende werd ons ter plaat sing aangeboden. Brave makkers, oude strijders, die zoo menigmaal op Atjeh's velden vuur en vijand hebt getard, waar zijt gij P Wij willen onder ons een bataljon formeeren, om aan Lombok te laten zien wie wij op Atjeh geweest zijn. Wie gaat mede? Geen verdere overbodige woorden. Zendt ten spoedigste uw adres aan het voorloopig bestuurLombok-expeditie te Tiel, en per request gaan wij op eigen kosten, hetgeen gevonden wordt in ons pensioen, om gedurende de Lombok-ex peditie deze mede te maken. Wapenbroeders! laten wij toonen wie wij geweest zijn en nog zijn. Onze oude-veld-officieren, die ons zoo menigmaal in het vuur brachten en er ook uitgeleiden, zullen medegaan. Gij, M. de R., zult ons door de opname verplichten, en wij verzoeken de hoeren redacteurs van andere bladen de verdere publiciteit te bevorderen, opdat iedereen in de gelegenheid worde gesteld deel te nemen aan ons éenig doel. 31 Aug. '94. - Het Bestuur. Zulk eene vrijwillige aanbieding doet het vaderlandsch hart goed. Een onbekende toekomst te gemoet te willen gaan, om straks tegenover een krachtigen en fanatieken vijand te staan, is meer dan een woord, een hoera 1 Wij moeten zulk een daad op prijs stellen. Waarlijk, de nederlaag op Lombok heeft eene goede zijde en wel deze, dat bewezen wordt, dat wij nog kunnen ontvlammen in geestdrift, wanneer de eer van onze vlag belaagd wordt. Ieder kan overtuigd zijn, dat de Nederlanders, van welke richting of stand, schouder aan schouder zullen staan, wanneer het noodig is, om de eer van die vlag of onze onafhankelijkheid te verdedigen. Veel bijzonders nieuws is er op dit oogenblik niet. De laatste berichten zijn deze Geest troep zeer goed. Gezondheids toestand gunstig. In bivak hard gewerkt aan defensie. Den 30en en 31 en dezer (Augustus) verkenning gedaan in richting Mataram, Vijand versterkt Mataram en maakt voorwerken. 31 dezer met sectie bergartellerie hem daaruit verdreven. Gezien dat marineschoten treffen. Offen sieve .kracht vijand gering. Vetter voornemens dagelijks te verkennen. Spionnen berichten dat de door Baliers verlaten stellingen door Sassaks bezet zijn, ook Kottaradja, hoofdkwartier der Baliers in den strijd tegen de Sassaksche opstandelingen. Observatie-colonne weder naar Boeleleng gezonden. Vetter ander maal opgave verzocht van de gesneuvelde, gewonde en vermiste Europeesche mindere militairen. In aanvulling van dat regeeringstele- grarn kunnen wij nog mededeelen, dat de kolonne naar Boeleleng, aan de Noordkunst van Bali, gaat ter observatie van Karang Assam op de Oostkust van Bali. Gelijk men weet, staat Karang Assam onder den vorst van Lombok. Op Bali is de stemming goed. In September gaan ongeveer 750 man, deels wervingstroepen, deels koloniale reserve van Nederland naar Indië. Bin nen zeer korten tijd kan desvereischt het bateljon mariniers en kunnen zoo noodig verschillende oorlogsschepen naar Indië vertrekken. Het voornemen bestaat om de aanwerving van miliceins door gunstige voorwaarden te bevorderen. De heer Den Beer Poortugael ontving van een onzer beroemde mannen het volgend schrijven „Uw woord vindt weerklank ook in het hart van ouden van dagen. Laat die op hun wijze met u mogen meewerken. vriend vroeg' Frederiks papa verder. „Trouw, kom toch!" riep de mau harder. De waard bleek weldra stokdoof te zijn en daardoor buiten staat die vraag te beantwoorden. Zijn vrouw trad spoedig daarop de gelagkamer binnen. Ze was bezig geweest de zwijnen te voe deren, vandaar dat haar toilet veel te wensohen overliet. Ze zag dit zelve wel in naar het scheen, want pas had zij dé beide voorname gasten be merkt, of ze maakte eensklaps rechtsomkeert en ging een groote, schoone muts opzette-. Uit deze vereenigde omstandigheden sproot nu ook een groot kwartier oponthoud voert, waarin de reizigers ongeduldig heen en weer liepen. De waard had intussohen zijne muts weder opgezet en dampte als een schoorsteen, terwijl hij binnen de vijftig tellens ongeveer, om den hoek der deur de klacht herhaalde „Vrouw, kom toch! vrouw, kom toch!" Eindelijk daar kwam ze aan. „Wat is er van mijnheors dienst?" „Een kamer om van nacht te logeeren, hebt gij die?" „Jawel, mijnheer, twee bedden op eene kamer als mynheer het voor lief neemt, want wij zijn niet ingericht op zulke rijke heeren." „Stel u daaromtrent gerust. Maar kunt ge ons ook wat eten bezorgen „Wat blieft mijnheer? Aardappelen met sla en eieren en dan wat goed oud bier. Wijn wordt hier weinig gevraagd." „Goed, maak dit gereed en doe er ook wat brood bij." Gij roept allen te wapen, die willen maar niet allen, die willen, kunnen in bun uitrusting uit eigen middelen voorzien. Laat daarvoor ons, bejaarden, zorgen. Ik stel al vast f 500 voor uw doel beschikbaar. „Wilt gij dit aanbod tot opwekking voor gelijkgezinden publiceeren, doe het, maar zonder onderteekening. Ik verlang zeer stellig ongenoemd te blijven". 4 Sept. Hedenochtend ontving de N. R. C. onderstaand telegram Kapitein Lindgreen met detachement gevangen genomen. De Radja wil de ge vangenen uitleveren, indien de vrede ge sloten wordt en de troepen zich terug trekken. Een brief van Generaal Vetter, be reikte Kapitein Lindgreen. Door den gouverneur-generaal van Ned. Indie is per telegraaf het] navolgend bericht verzonden „Ik acht na overleg 'met den comman dant der zeemacht, Jeger-commandant en Raad van Indio versterking marine en zending mariniers onnoodig, doch waardeer zending detachement koloniale reserve en 500 suppletie-troepen. Troepen thans alle op Lombok, mate rieel gedeeltelijk, rest volgt spoedig. De correspondent van de „N. R. C." seint uit Batavia: „Het 9e bateljon met een sectie berg- artillerie is naar Kela ten Zuid-Westen van Mataram vertrokken met bevel om het met granaten te beschieten. De zeemaoht vernielt thans het paleis te Mataram. De generaal vraagt j meer oorlogschepen om de westkust te blok- keeren. VOLKEBIUN AAIIOE. Tusschen den overleden sultan van üï&S'Oikk.© en Italië moet eene geheime overeenkomst hebben bestaan. De sultan had zich verbonden, zoo meldt de „Tri- buna," in geval van oorlog aan Italië graan en 20.000 paarden te leveren. Dit verdrag was gesloten met het oog op een eventueelen oorlog met Frankrijk en had ten doel het dit land ook in Afrika lastig te maken, wanneer zijne legers aan de zuid en zuidoostgrens de handen vol hadden. Verder zegt do „Tribuna", dat Frankrijk Marokko wil overmeesteren, terwijl Italië en Engeland zich alleen ten doel stellen het land beschaving en wel vaart te brengen. De mogelijkheid van een oorlog tus schen Frankrijk en Italië heeft dus niet alleen bestaan in de verbeelding van zenuwachtige courantenschrijvers daar de regeering van Italië zelve zich heeft voorbereid op een eventueelen oorlog. De nederlaag, die de Franscke troepen in Afrika zouden geleden hebben, wordt ontkend. De minister van koloniën van ï'ranlk.- rfjk had per telegraaf den gouverneur van Soedan inlichtingen gevraagd. De laatste seinde uit Kages terug „Is sta verbaasd over hetgeen gij mij bericht van eene nederlaag onzer troepen to Timboktoe. Ik ontving op 5 Augustus een telegram van den commandant te Timboktoe. Daarin was geen sprake van eene nederlaag onzer troepen. De com mandant sprak ook geenerlei bezorgd heid uit." Volgens bericht uit Shanghai verscheen er een keizerlijk decreet te Peking en in de andere hoofdsteden van China., bevelend de heffing eener gedwongen leening. Vier inlandsche hoofdambenaren kregen bevel om tien millioen tael bijeen te brengen voor de keizerlijke schatkist. Volgens bericht uit Tokia landden 6000 Japanners te Chemulpo, om zich aan te sluiten bij de 30.000, die noord waarts oprukken. Een keizerlijk edict beloont generaal Jeh en 700 officieren voor de overwinning bij Pinyang. Het verlies der Japanners wordt op 5000 aangegeven. Dat der Chineezen als gering. Intusschen ontbre ken nog steeds berichten uit Japan aan gaande deze gevechten. Te Metz is een Fransche dame, de echtgenoote van den gewezen inspec teur van politie Ismert,, in hechtenis ge- As bruin brood goed? Ander bobben wij niet." „Doe uw best maar, moedertje, maar wijs ons intusschen den weg eens. Terwijl gij ons avond eten gereed maakt moeten wij iemand opzoeken Weet gij hier in den omtrek ook een bezem binder te wonen „Zeer zeker, mijnheer. Niet ver van hier. Hij is juist gisteren uit het bosch gekomen en is zeker druk bezig met bezembinden. Rechtuit tot het eerste huis daar gij aankomt rechtsdaar achter moet ge wezen. Die mensohen hebben het hoog noodig. Mijnheer mag wel eens goed over hen nadenken." Frederik was reeds buiten de deur en zijn vader yolgde hem. Binnen vijf minuten waren zij aan het huis en vonden daar achter in een soort van schuurtje een allerellendigst huishou den, man, vrouw, kinderen, allen zagen er even haveloos en afzichtelijk uit. Het binnentreden der twee heeren veroorzaakte geen geringe versla genheid, ofsohoon Frederik onmidd -llijk aan de stemmen hooide, dat hij niet terecht was. Hij flluisterde dit zijn vader inmaar juist dit duis teren van den jongeling maakte den bezembinder opmerkzaam, die zeker evenals zijn collega geen al te best geweten had. „Hoe is uw naam, mijn vriend?" vroeg de kapitein. „Pas op, zeg hem niet," viel do vrouw in, „pas op, zeg hem niet, 'tzijn heeren van de politie." „Als dat wear was zou het u niet veel baten, nomen, onder verdenking van" spionage. Bij onderzoek werden in haar kousen verschillende documenten van compromit- teerenden aard gevonden. Een Duitsch militair ambtenaar moet bij de zaak be trokken zijn. In een hospitaal te Londen is eene zeer merkwaardige operatie geschied en met goeden uitslag bekroond. Eenjong- mensch zonder neus kwam eenige maan den geleden aan het hospitaal en vroeg den doctoren of er goen kans bestond, hem een dergelijk lichaamsdeel ter ver schaffen. Men probeerde het eerst met een afgezetten vinger van een der pa tiënten, welke echter onder do operatie dood ging. Daarna waagde de patiënt zelf er een vinger aan. Een der vingets werd opengelegd en door banden op de plaats gehouden, waar hot uitwendig reukorgaan zou dienen te komen. Het gelukte het levende vleesch groeide vast en de vinger kon van de hand wordeu afgezet. Thans is men bezig het aange groeide stuk vleesch te vormen tot het een neus wordt. Wanneer dat gelukt, heeft de medische wetenschap zeker een kunststukje verricht. De muntstukken, onlangs te Scke- veningen bij het verrichten van graafwerk opgedolven en tot onderzoek aan het Koninklijk Penningkabinet overgegeven, zijn dezer dagen aan den vinder terug gebracht. Het zijn alle zilveren muntstukken uit de vorige eeuw en de werkelijke waarde van de vondst is te schatten op f600. Enkele zeldzame oude geldstukken zijn uit de verzameling door het Muntkabinet aangekocht. In den Nieuwen Rotterdamschon Waterweg is binnengekomen de visschers- sloep „Louise" van Maassluis, waarvan de schipper plotseling krankzinnig is geworden en wel in zóó hevige mate, dat de bemanning het noodig vond hem te binden. Te Herveld was een jongmensch van 20 jaar met een kameraad naar het veld gegaan, een geweer medenemende. Bij het losdraaien van den loop is het geweer afgegaan en kreeg hij het volle schot in de borst. Eenige oogenblikken later is hij reeds overleden. Hij was de kostwinner voor zijn ouders en een zeer oppassend jongmensch. MOORDEN IN NEDERLAND. In de eerste plaats volgen hier de moorden in dit jaar, waarvan de dader ontdekt en gevonnisd i3: Vermoorde: Dader. Straf. CatoMirande, Harlingen, Ds. Barger, Levensl. J. Terkuilen, Tilburg, De Bruin, 6 jaar. Dochtertje van v. Nuland, Berlikum, Yan Nuland, 5 K., Dieren, B. J. J., 4 Bloemsma, Appelscha, Stoker, 4 Meyers, Amsterdam, VanDeutikom, 4 Buitenkamp, Noordbroek, Bos, 3 Plate, Arnhem, B. en W., 4 mnd. Dedden, Steenwijkerwold, Bijkerk, 3 Van deze moorden werd ten minste de dader ontdekt. Doch van hoeveel moorden ligt de schuldige op het kerkhof! Wij hebben den moord op P. Jansens, te Terheiden, als verdacht waarvan wel de polderwer ker A. B. gearresteerd werd, maar we gens gebrek aan bewijzen werd vrijge sproken op vrouw Grobe, te Hillegers- bergop een boerenknecht te Ruinerwold; op H. v. d. Weide te Hoogeveen; op De B. te Delfzijlop Van den Heuvel te Nijkerk; op N. te Ruinen op den land bouwer te Echtop den slachter Schut, te Amsterdam op den rijksveldwachter Adriaansche, te Koewachtop den jacht opziener Hommen, te Vlodrop. Wij zijn er zeker van, dat dit lijstje nog niet volledig is, maar ook in zijn onvolledigheid is het al welsprekend genoeg. In instructie zijn thans nog de moord op Jansen, te üruten, gepleegd door Pe perkamp die te Valtermond op Prucher, als verdacht waarvan Groen is gearres teerd die te Orsbach op Pelzer, waar schijnlijk gepleegd door zijn vrouw en zekere O.die op het dochtertje van den heer Meinders, te Bussum, bedreven door Henriette Momhor en Coelman en ten slotte de dubbele moord te Schagen, waarvan men thans, gelukkig, den dader in handen meent te hebben. dat gij uw naam verbergen wilt," antwoordde de kapitein, „maar dat is zoo niet. Zeg mij nu maar of go Pieter ook kent, die met zijne vrouw Trijntje bier ook ergens wonen moet." „Pieter de bezembinder is van hier vertrok ken," zei de man slechts ten halve gerustgesteld „Hij is Pruisen in, en als ik het wel begrepen heb, heeft hij geon plan terug te keeren." „Ik dank u voor uwe inlichtingen. Woont uw burgemeester ver van hier „Man!" riep de vrouw weêr, „laat u toch niet foppon! Hij zou niet weten waar de burgemees ter woont!" „Stil vrouw Ja, mijnheer, dat is niet zoo dicht bij, maar wel de „veldwachter dezen kunt gij vinden.... laat eens kijken, in het eerste, tweede, derde, vierde huis van hier aan uw linkerhand." „Dank u wel. Neem dit van mij aan," zei de kapitein en gaf hom twee kwartjes. De bezembinder noch een der zijnen namen de moeite om de bezoekers uit te leiden, dat anders van wege de duisternis wel noodig zou geweest zijn. Ook wilde Frederik en zijn vader nu niet meer naar den veldwachter. In de herberg te ruggekeerd, vonden zij dezen politieman in de gelagkamer. Hij was aan zijne monteering te herkennen. Op de vraag naar Pieter den bezem binder en zijne vrouw antwoordde de goed inge lichte beambte, dat hij naar Duisburg was ver trokken en daar of in dien omtrek op een fabriek als wever werkte met heel zijn huisgezin. De politieman was niet zoo onbesoheiden om aan don vreemden heer te vragen, welk belang hij stelde in die bezembinders; maar de spraak zame waardin vroeg: „Hebt ge gevonden wat gij zocht?" „Neen," was het antwoord, „dozen man zocht ik niet." „Is mijnheer bij Maarten de Slalc geweest?" vroeg de veldwachter. „Nu, dat ia me een lievertje! Die komt hoogst waarschijnlijk zeer spoedig ach ter liet slot." „Dat heb ik wel gedacht," antwoorde Frede riks vader, en begaf zich toen naar zijne kamor, waar de waardin den maaltijd reeds had gereed gemaakt. Alleen do aardappelen lieten nog een tien tollens op zich wachten. Maar ook dezo ge arriveerd zijnde, zotten onze twee vermoeide wandelaars zioh aan den eenvoudigen kost. Ze moohten evenwel nog geen rust genieten. Met politiemannen is het gevaarlijk te spreken. Dat eene onnoozele volzinnetje „Dat heb ik wel gedacht!" bezorgde hun dien avond nog een bezoek van dien agent in gezelschap van een grensoommies. Hij verontschuldigde zich over zijn ongenoodigd aankloppen, maar wilde gaarne weten, waarom mijnheer zich die uitdrukking had laten ontvallen. De kapitein beantwoordde hem zeer beleefd en deelde hem mede wat de vrouw had geroepen toen haar man naar zijn naam gevraagd werd. De beide mannen vertrok ken weer zoDder in de herberg te toeven, en wel met een zeer gewichtig gezioht, alsof zij de meest belangrijke ontdekking gedaan en de meest oldoende inlichtingen hadden gekregen. Den avondbezoekers in de herberg ontging dit niet. Zij brachten de éone ontdekking mot de andere in verband, gisten en raadden ver volgens, en kwamen eindelijk samen tot het besluit, dat die heer een zeer voornaam man van het gerecht moost wezen, die gekomen was om Maarten de Slak wegens zijne vele wanbedrijven te vonnissen; dat hij den veldwachter alles in het goheim had medegedeeld, enz. enz. Op zichzelve scheen dit alles zeer onschuldig maar het ergste was, dat ook Maarten de Slak, nog voor hij zich op {zijn armoedig stroo ter rust# legde, van de zaak werd ingelicht. Begrijpt eens, hij beging de onvoorzichtigheid om voor een deel van het gekregen geld in de herberg te gaan drinken. „Durft gij nog hier komen; weet gij niet wie hier is, korel; pak !je weg of morgen hangen ze je op Met deze lieflijkheden werd hij begroet door een paai half beschonken Groesbeekers. Maarten liet zich dit alles niet straffeloos zeg gen. Er ontstond een vechtpartij. De doovo waard liep naar den veldwachter, en eer de klok tien geslagen had bevond zich Maarten in verzekerde bewaring. Hij had gevochten! Do politie was blij, dat ze hem nu beet had. Worclt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1894 | | pagina 2