Vrijdag 7September 1894.
Negende Jaargang No. 462.
Antirevo lutionair
ÏM1 Si MMMMMII® 21
Orgaan
MIS®
l
IN HOC SIGNO VINCES
FEUILLETON,
HET GESTOLEN KIND.
m
T BOEKHOVEN
/ft iimati.g M
JET*;
ld, bij die
ommelsdijk
aantal deel-
te te gering
feningen te
agavond 18
eente plaats
verdachte
dag 27 Aug.
n Instructie
ewezen kan
de brand-
n hem niet
bisser dezer
ram, kwam
dekking dat
Nog moest
een van de
ie geslacht
ïouders van
enbare ken-
van de in-
gemeente,
den raad
le 14 dagen
met 10 Sept.
ntesecretarie
g ligt en te
rn algemeen
zich in deze
in besmette-
jedaan.
Een man
ilhier samen
in orde ge-
ïog leeg ge
er in stilte
issen, salade
dag dacht
leege bed en
en vrouw het
iden en wie-
teedere sala-
aan en de
3venzoo. En
e man geen
jn boonen.
ïurt duizend-
ivoeding, als
amengaan in
overeenstem
een uitrukt
ïeett.
at er tegen-
ïiueenten van
eren worden
overledenen
Kan worden,
ers van den
er gemeente,
n twee maan-
;s 18 geboor-
s gehad, ter
één in onder-
am.
hten.
KT.
5HT.
week bleef de
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ASSe gtubken voor de Redactie bestemd. Advertenties® ess verdere Administratie franco toe fe zenden aan den Uitgever.
Te weinig Kunstzin.
Somtijds wordt er door menschen,
met veel schoonheidsgevoel begaafd,
schrikkelijk geklaagd, dat er tegen
woordig zoo weinig kunstzin onder
de menschen bestaat, en het zijn
lieden van allerlei richting en levens
beschouwing, die deze klacht uiten.
De oorzaak van dit Terschijnsel
is niet ver te zoeken. Zij ligt eens
deels in de opvoeding en anderdeels
in het drukke gejaagde leven.
William Morris (dichter, schrijver,
boekdrukker, socialist en anarchist)
heeft de kunst omschreven als „de
verfraaiing van het leven"; als „de
uitdrukking van het hoogste genoe
gen, dat door den werkman in zijne
productie gevonden wordt". Maar
om het op die verfraaiing toe te
leggen, om daar lust in te hebben,
moet bet leven op zichzelf hoogelijk
worden gewaardeerd, moet het ze
delijk echt menschelijk gevoel ont
wikkeld worden. Doch daarvoor is
thans het onderwijs niet ingericht.
De hersenen worden overladen met
leerstof, en voor de vorming en
verfijning van een eigen smaak wordt
geen tijd gelaten. Op de „neutrale"
scholen wordt het leven zelf niet
besproken. Noch 's menschen afkomst,
noch zijn diepe val, noch zijn mo
gelijk behoud in Christus, noch zijn
roeping voor God en menschen wordt
in het licht'gesteld. De gemeenschap
met Hem, die in Ps. 45 geroemd
wordt als te zijn „veel schooner dan
de menschenkinderen" wordt door
het meerendeel onzer hedendaagsche
onderwijzers niet voor en met de
kinderen gezocht, maar gemeden en
zelfs bestreden. Het is alsof de mensch
geen hart en enkel een hoofd heeft,
en alsof zijn levensgeluk enkel af
hing van de mate zijner verstande
lijke kennis. Het is alsof hij zelf
door middel van die kennis het bestek
van heel zijn leven moest maken,
en alsof het daardoor alleen waarde
verkreeg. Maar het leven zelf als
een onuitsprekelijke gave Gods wordt
niet meer opgemerkt, wordt niet meer
naar behooren gewaardeerd. Vandaar
dat men wel bedacht is op regeling,
maar niet op versiering, veredeling
van bet leven. In de rekensom be
reikt het zijn hoogste verheffing
Dat begint reeds zoo op de school,
en dezelfde armoedige opvatting van
het leven wordt later in de maat
schappij volgehouden. De tijd wordt
dan meest uitsluitend besteed, door
de rijkeren om schatten bij schatten
te stapelen, en door de arm eren om
aan brood voor bet lichaam te komen.
Alle beschikbare krachten worden
daarvoor in beslag genomen. Zoo
blijft het leven plat, alledaagscb,
zonder glans en heerlijkheid. Wat
zou ook de verheffing en versiering
van dat leven beduiden, waar zijn
eeuwige en heilige bestemming
gansch en al wordt miskend Daarom
worden er nog wel enkele gevoeli
ger naturen geboren menschen met
een bijzonderen aanleg voor de kunst
want Gods heerlijke schepping blijft
door Zijne kracht onderhouden; maar
deze lieden staan bijna geïsoleerd in
de maatschappij, omdat de harmonie
tusschen hun arbeid en het leven van
de groote massa verbroken is. Alleen
de rijken trekken van dezen arbeid
nog wat tot zichdoch de kunst
deelt baar kruimkens niet meer onder
de geringere volksklassendat be
hoeft niet, zoo denkt men de kunst
wordt louter als een overbodig weelde
artikel beschouwd.
Somtijds laat men bet voorkomen
alsof de godsdienst af keerig zou ma
ken van de beoefening der kunst.
Doch dit is even onwaar als dat
hij op een vijandigeD voet zou staan
met de wetenschap. Wèl bestrijdt de
godsdienst de schijn-kunst", die
haar eere te grabbel werpt door
voorstellingen, welke slechts de zinnen
prikkelen en tot zonde verlokken.
Maar als de groote heiden-apostel
de Filippensen vermaant om te be
denken „al wat waarachtig is, al wat
eerlijk is, al wat rechtvaardig is, al
wat rein is, al wat liefelijk is, al
wat welluidt", dan is daarvan waar
lijk de kunst niet uitgesloten. Drie
groote elementen, heeft een vermaard
dichter van onze dagen gezegd, mogen
in de kunst niet ontbreken: „reinheid,
vroolijkheid en kracht".
Maar als dat waar is, en wie
zal het op goede gronden betwis
ten?, dan behooren althans de
loszinnige liedjes en plaatjes en
zangbijeenkomsten met clown ofgrap-
pemakers-vertooningen, die men zoo
veel in de groote wereldsteden aan
treft, niet tot het gebied der kunst.
Alleen de invloed van het christen
dom kan in deze herstel en ver
nieuwde krachtsoefening aanbrengen.
LOMBOK.
-
-
van Gra-
D. Y. des
's avonds te
optreden.
d® 100 stuks.
ische Granen.
3r leot. van f 5,75 tot
mwe Tarwe mat veel
wak, braoht per heet,
;ot f7,
amende aanvoer, ala
ieuw®, die heden vrjj
met enkele uitzon-
iracht naar qual,op
oden, was prijshou-
uwe meerendeels de
dragende, werd naar
leen die party tjes ge-
geaohikt zijn, overige
hikt, doch biedingen
it daartoe niet wordt
3,50 per liect, en van
ngevoerd, waaronder
deed van f 3,tot
90 per 100 kilo.
omen niet meer voor.
ot te verkoopen van
cooplust 50 ct, lager,
ning voor meel
niet belangrijk,
ode de hoogere
leggen.
emarkt waren heden
ie. ezels, 214 vette
slveren nuchteren
en, 404 varkens,
volgt: Runderen le
de quel. 60 ctl. Kal-
70 ot. a SO ct. Soha-
58 ets. Alles per kilo.
S. qual 20 «t. licht
3
UITGEVER:
Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en 3/2 maal.
„Boekaankondiging 5 Cent per regel en maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zjj beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmiddag 12 uur.
9.) HOOFDSTUK VIII.
EEN WANDELING IN DE VACAN-
TIEDAGEN.
„Wilt gij wel gelooven, Frederik, dat de Booze
voor niets zoo bang is als voor het kruis. Het
kruis van den Verlosser heeft hem den doodsteek
gegeven. Aan het kruis overwon de Heiland hom
geheel. Vandaar komt het dat sommige oude,
vrome kerkvaders hunne geloovige leerlingen
vermaanden„Laat den duivel het kruis maar
zien, dan gaat hij op de vlucht." De bedoeling
van die woorden is, dunkt mij, zeer duidelijk.
Zoodra de Satan u verzoekt, of tot ongeloof wil
brengen door u op uwe zonden te wijzen hij
doet dit door op onzo gedachten in te werken,
denk dan aan, spreek dan over het kruis van
uwen Verlosser. Horinner u hoe daar voor al
uwe zonden volkomen is betaald. Onze predikant
haalde dit onlangs nog aan in de preek.
„Door vele domme en oppervlakkige menschen
zijn evenwel die godvruchtige woorden geheel
misverstaan. Zij hebben gedacht, dat hetteeken
des kruises zooveel geheime macht had tot af
wering van den Booze. Vandaar dat wij straks
nog verscheidene boerenhuizen zijn gepasseerd,
op wier muur mot roode verf, met bloedkleur,
het teeken van het kruis geschilderd is. De
Iloomsch-Katholieken maken zich daar zeer druk
meê. Zij dragen een kruis van goud om den hals
als sieraad, maar laten dat eerst door den priester
wijden opdat het kracht hebbe tegen den Booze.
Zij zetten overal kruisen op hun gebedenboeken,
hun kansels, hun altaren, hun klokken, hun
graven enz. In vroeger eeuwen bepaalde men
zich er toe zich te kruisen met het bovenbe
schreven doel om den Booze af te weren; later
begon men hem er mede te tarten en te meenen
dat men dien machtigen geest geheel in zijl e
macht kon krijgen en liem aan 's menschen wil
onderwerpen, als men maar het recht gebruik
van het kruis maakte, Daaiaan schrijf ik dan
ook too het even dwaze als zondige gedrag van
hen, die den Satan oproepen om iets van hem
te verkrijgen. Daarom begeven zij zich op een
kruisweg, waar ze vrij meenen te wezen, en als
zij zich in een krans van doodsbeenderen ne
derzetten, willen ze daarmede toonen dat ze den
dood niet vreezen of iets dergelijks."
„Dg heer Thomas zei mij, papa, dat men zich
ook voor korter of langer tijd aan den Booze kon
verkoopen, ja zelfs voor eeuwig. En dat hij dan
zijne getrouwe dieharen in alles helpt," zoo
viel Frederik eensklaps in.
„Hij heeft maar al te zeer gelijk, mijn vriend,
alleen met dit verschil, dat het niet zoo Te el
moeite kost om zioh aan den Booze te verkoopen,
als gij meent. De geheele wereld ligt in het
booze, en al wie zich jniet door Christus laat\cr-
De telegrammen, die uit Indië kwa
men, in onze kolommen over te nemen,
mag overbodig geacht worden. Onze
lezers zullen die wel in' hoofdzaak ken
nen uit de bulletins en uit andere
bladen.
Toch zij hier één en ander aangestipt.
De bevolking van Lombok is, naar schat
ting, 405,000 zielen. Van dit aantal
zouden behooren 380,000 tot de Sassaks,
20,000 tot de Baiineezen, 5000 tot de
Boegineezen en Makassaren, vooral als
handelaars op Lombok gevestigd. Het
eiland, dat eene oppervlakte beeft van
ruim 103 vierkante geografische mijlen
iets meer dan onze provincie Noord-
Brabant is dus vrij goed bevolkt en
daar de bergstreken minder bewoond
zijn, moeten de vlakten een tamelijk
dichte bevolking bezitten.
De 20 duizend Baiineezen nu zijn de
vijanden, die ons bestuur weerstreefden
en de 380 duizend Sassaks konden ver
drukken. Yoor een deel ligt dit hieraan,
dat zij geholpen werden door hun stam-
genooten op Bali, dicht bij Lombok
gelegenmaar voor een ander deel ook
dat zjj een slim, listig en dapper volk
zijn. Hun woonplaatsen aan de westkust
van Lombok, kampongs1 geheeten, zijn
lossen uit de macht dor duisternis, blijft daarin
helaas, eeuwig! Voor ditmaal hebben
wjj genoeg gesproken. Denk er maar eens over
na, en bid vooral God, dat Hij u van den Boozo
verlosse. Wat op dien kruisweg door u gedaan
is, geschiedde in uwe onwetendheid. God vergevo
u dat, mijn zoon."
Vooreerst bleef het bij dit gesprek. De voet
reizigers waren toen ook het dorp Aalten gena
derd Het was het voornemen van den kapitein
een bezoek bij zijn broeder te brengen. Daar
werden zij als met gejuch ingehaald. De bur
gemeester had reeds vóór maanden per brief
kennis gekregen van de wederkomst des verlo
renen, maar hem tot dusverre niet zelf aan
schouwd. 's Avonds verhaalde Frederik in te
genwoordigheid der huisgenooten sommige episo
den uit zijn vagebondsleven. Ilij herinnerde
zich toen pok te Heurno geweest te zijn en daar
in eene schuur te lrebben geslapen.
„Juist," zei de burgemeester, „daar weet ik
ook van meê te praten, gij hebt toen bij boer
Peterson gelogeerd en hem 's morgens nog laar
zen, jas en ik weet niet wat al meer ontstolen.
Hij kwam het bij mij aangeven en er is proces
verbaal van opgemaakt, maar de daders bleven
onbekend. Nu zijn wij de dieven op het spoor.
Maar zeg eens, broertje, laat gij dat maar zoo
zitten, rr.oeten die gauwdieven niet achter lret
slot? Van u hebben ze nog meer gestolen dan
een paar laarzen en een oude jas
„Ze verdienden het zeker dubbel," antwoordde
de kapitein, „maar onze Frederik heeft n ij een
alle versterkingen op zichzelve, en ieder
huis is weer een afzonderlijk vesting.
De aanvallen, die zij liefst in flank
en rug doen, worden geopend door tirail
leurs en geheel in het wit gekleede,
ten dood gewijde amokloopers en voort
gezet door dichte drommen piekeniers,
die zich om de pajongs der vorsten ver
zamelen. Hoezeer zij als vijand te duch
ten zijn, blijkt uit de hun toegeschreven
offervaardigheid zich met hun vorst tot
een doodeiijken strijd voor te berjden.
Bij zulk een „popootan" volgen soms een
200 a 300 in het wit gekleede mannen
met kort afgesneden lans hun geliefd
opperhoofd en loopen na hunne vrou
wen en kinderen te hebben omgebracht
met woede tegen den vijand in, om
te ovei winnen of tot op den laatsten man
te sneuvelen. Het zijn mooi en sterk ge
bouwde kerels, met manneljke houding
en regelmatig, open gelaat, vlug en le
vendig van geest, algemeen bekend met
de lees- en schrjfkunst en liefhebbers
van dobbelspel. Zij zijn zeer vrjpostig,
redeloos, wreed jegens huurie vijanden,
sterk gehecht aan hun godsdienst (ver
basterd Hindoeïsme) en kasten-indeeling.
Hun fierheid is zoo groot, dat zj somtijds
den dood boven slagen verkiezen. Van
die fierheid gaf de onechte zoon van den
vorst van Mataram nu kort geloden nog
een schitterend bewjs.
Deze Baiineezen nu gaven onze troe
pen Zondag en Maandag zulke verschrik-
keljke slagen. Vooral de kolone van
Kolonel Van Lawick moet het hard ge
had hebben. Naar Tjakra optrekkende,
werd zj door de Baiineezen overvallen
en in Tjakra aankomende, geleek ieder
buis van deze plaats wel een vesting,
waaruit onze manschappen werden be
schoten. Kolonel Van Lawick moet één
der eerst gesneuvelde zjn geweest en spoe
dig volgden er meerderen.
De troepen van generaal van den Ham
en Van Lawick trokken Maandag en
Dinsdag op Ampenan, aan de zee gelegen,
terug; zoodat toen het gevaar geweken was.
't Spreekt van zelf, dat het Indisch
bestuur dadelijk aan het werk ging. Troe
pen en schepen werden gezonden en reeds
Woensdag begon men aan het beschieten
van het verraderljke Mataram. De wraak
lust van onze soldaten zal, naar te vree
zen is, wel geen grenzen kennen.
Ook in Nederland wekkende gebeur
tenissen op Lombok geestdrift onder alle
vaderlanders.
Het bljkt, dat er nog vaderlandsliefde
goed woord voor hen gedaan."
„Dat doet zijn hart eer aanmaar zulk ge
spuis moet onschadelijk worden gemaakt," ant
woordde do burgemeester op strengen toon.
„Wij zullen thans naar Kloef reizen en onzen
weg over Groesbeek nemen. 'tWas mijn stellig
voornemen hen eens op te zoeker., dan kunnen
wij zien wolk volkje het is."
„Ik raad u in Groesbeek groote voorzichtig
heid aan. Met dat volkje valt niet te spotten.
Ze leggen zich dood eenvoudig voor uw rijtuig
en dreigen zich te laten overrijden als gij hun
niets geeft."
„AVij zullen te voet gaan, broertje, en ais zjj
ons dan voor de voeten gaan liggen, loopen wij
om of stappen wij over hen heen."
Daags daaraan zou de tocht weer voortgezet
worden. Eerst moest evenwel een bezoek gebracht
hij boer Petersen. De kapitein wilde eens met
eigen oog zien waar zijn jongen gelegen had, en
liet zich op de plaats zelve alles nog eens dui
delijk verhalen.
"Wij willen de voetreizigers nu niot meer van
stap tot stap volgen die manier van reizen is
tegenwoordig zoo geheel uit den smaak, en houdt
ons voor ons tegenwoordig doel veel te lang op.
Tooli deel ik u nog mede dat ook de kruisweg
bij den Duivelsberg werd bezocht, ook do hut
maar deze was men reeds bezig op te ruimen
om welke reden P dit begrepen de toeschou
wers niet en de werklieden mochten of konden
het niet zeggen.
Frederik ging nog eene rilling door de leden
gevonden wordt; vaderlandsliefde, die
zich niet alleen uit in gf juich en gejubel,
maar die ook weet te handelen.
Overal, waar gj komt, hoort ge over
Lombok spreken overal verneemt ge
omtrent de gesneuvelden en gewonden
een medeljdend woord; eeno veront
waardiging omtrent het snood verraad.
Zoowel in het leger als onder alle standen
der maatschappj komt leven en bewe
ging.
Men neemt deel aan de zaken in
Indie.
Uit den Helder wordt gemeldt, dat
de Commandant van het 4e reg. vesting
artillerie eene oproeping heeft gedaan
aan de officieren, het kader en de vrj-
willigers, om zich ter beschikking te
stellen van H. M. de Koningin, om de
geleden verliezen te helpen aanvullen.
Officieren en een 60-tal minderen hebben
zich reeds opgegeven. Van do detache
menten Den Haag Willemstad en Helle-
voetsluis worden nog nadere berichten
ingewacht.
Onderscheidene officieren van het gar
nizoen te 's-Hertogenbosch, waarbij ook
de in Indië welbekende kapitein Van
Ileum, hebben aangevraagd aan de expe
ditie naar Lombok _te mogen deelnemen.
De heer Den Beer Poortugael, student
te Leiden beeft de volgende oproeping
gedaan
„Met een gevoel van verontwaardiging
heeft voorzeker ieder Nederlander de
verpletterende telegrammen van het
oorlogstooneel op hét eiland Lombok
gelezen.
Het verraad daar gepleegd, de (moord
on zei' dappere officieren en soldaten, de
hoon onzen wapenen aangedaan, eischen
bloedige wraak.
Hij, die jong, gezond en krachtig is,
gevoelt zich in zulke oogenblikken als
door onmacht geslagen. Hier stil te moe
ten zitten en niet mede ten strijde te
trekken oin onze broeders daar te helpen,
is bijna onmogelijk.
Laat ons toonen, dat om Neerlands
vlag hoog te houden, Neerlands zonen,
nu als vroeger, naar de wapens grijpen.
Daarom roept de ondergeteekende zijn
vrienden en allen, die ala vrijwilliger
met hem naar Lombok willen optrekken,
op, om zich bij hem aan te sluiten en,
twee- of driehonderd man sterk zijnde,
alsdan onzen dienst aan Hare Majesteit
onze geëerbiedigde Koningin aan te bie
den om, met een door ons zelf betaald
uitmuntend nieuw model 6,5 mM. repe-
toen hij weder op hetzelfde plekje stond, hoewel
liet klaar dag en midden in den zomer was. Aan
zijn papa ontging jdit niet. En nu naar Groesbeok,
daar of daaromtrent zouden zij dien nacht lo-
geeren.
HOOFDSTUK IX.
ALLERLEI MISVERSTAND.
Aan den avond van dien selioonen zomerdag,
waarop onze beide voetreizigers Groesbeek be
zochten, stonden zij stil voor een landelijke
herberg. Dat het een herberg was bleek uit den
voederbak voor het venster en het uithangbord
boven de deur. Wat op dit laatste geteekend of
geschreven was konden j zij dooi de vuiligheid
moeielijlc ouderscheiden. Frederik verzekerde
't moest een gouden roemer beduiden. Hij kende
dit herbergje zeer goed, vroeger had hij aan den
waard wel bezems verkocht en ook een nacht
daar mot de familie van don bezembinder ge
slapen.
Daar binnen zag het er ook niet extra
fine uit, men moest evenwel het eenvoudige
voor lief nemen om de zeer eenvoudige reden,
dat hier niets beters te bekomen viel.
„Hebt gij eene kamer voor ons, mijn vriend f"
vroeg de kapitein aan den waard.
Deze nam de blauwe, witgerande slaapmuts
in de rechterhand en het eindje pijp in de linker,
keek een weinig onthutst, en riep toen:
„Vrouw, kom eens gauw hier, daar is voor
naam volk -
„Kunt gij ons niet ten antwoord staan, mijn
'V