Tan aankomst Tan den extratrein die HH. MM.
herwaarts braoht naderde.
tva te 9.5 u. vaii Soest te zijn vertrokken
stoomde te kwart ovor twaalf de extratrein be
staande uit zes rijtuigen onder het spelen ran
het „Wilhelmas" (oude toonzetting) mot HH.
MM. het station Middelburg binneu. Na eeuige
plichtplegingen namen HH. MM. in liaar rijtuig
plaats en zette de stoet zioh in beweging. Dozo
was als volgt samengesteld:
Yoorop eene afdeeliug kavalerie onder oomman-
do van ritmeester Van Lilaar; de burgemeester
van Middelburg, in oen rijtuig* de Commissaris
der koningin in Zeeland, in een rijtuig; do
kamerheer1 van HH. MM. in een rijtuigHare
Majesteiten, omgeveD door eene eerewaoht van
24 ruiters, onder commando van Jhr. de Jonge van
Ellemeet van Oostkappelle; het gevolg van HH.
MM. in rijtuigen, Gedeputeerde Staten van Zee
land, iu twee rijtuigen, de wethouders en secretaris
van Middelburg in een rijtuig, en ten laatste eene
afdeeling kavalerie.
Aan beide zijden dor verschillende straten had
zioh een ontelbare mensohenmassa opgesteld om
getuige te zijn van do even zeldzame als lieve ver
schijning der jeugdige koningin met hare moeder.
Zelfs in de masten der sohepen en op de daken zag
men groepen mensohen.
Na verschillende straten doortrokken te hebben
kwamen de hooge bezoeksters bij het Gpeverns-
mentshötel, waar zij intrek namen, aan. Aldaar in
haar vertrekken aangekomen, vertoonde zioh de
jeugdige koningin eenige oogenblikken voor een
raam, welke vertooning door duizendon met aan
houdend gejubel en geestdrift begroet werd. H. M.
was iu hot wit gekleed, terwijl de Koningin Regen
tes een zwart kleed droeg.
Te half twee ure werd H. M. de Koningin, onder
leiding der Vereen, „uit het volk voor hot volk",
•ene hulde gebraoht door een 400-tal sohoolklnue-
ren die een gedee'te van de bekende kindercantate
„Miohiel Adriaansz. de Ruyter" uitvoerden. HH.
MM. ontvingen die hulde, gezeten voor hot opon
raam. Onder het zingen der kinderen werden aan
H. M. de Koningin 30 jeugdige meisjes iu 15
verschillende Zeeuwsehe kleederdraohten voorge
steld. Twee hunner boden namens allen H. M. elk
een boquet aan, hetwelk, dankbaar werd aanvaard.
Te half 3 namen do audiënties een aanvi ng, die
de Koningin Regentes gaf in 't Gou vern eme ntshötel
aan verschillende inwoners van Zeeland, waarvan
een druk gebruik gemaakt werd door verschillende
autoriteiten en partiouliere personen.
Te 4 uur reden HH. MM. de stad door en braohten
ook een bezoek aan het Raadhuis voor die ontvangst
keurig versierd. Aldaar werden de vorstelijke
bezoeksters door 26 meisjes met een welkomslied
begroet.
Daarna volgde ten half zeven het diner in de
Statenzaal der Abdij dat hh. mm. werd aangeboden
door da Prov. Staten van Zeeland. Aan dit dinor
werd door 80 personen deelgenomen n. 1. door HH.
MMden Commissaris der Koningin met diens
Echtgenoote, bijna alle (een 40 tal Statenleden),
Hr. Ms. gevolg en versohillendo Civiele en Militaire
Autoriteiten in Zeeland benovens eenige buiten de
Prorinoie; Hare Majesteit de Koningin was
gezeten naast het oudste lid der Staten den grijzen
heer Mr. v. d. Bilt meer dan 40 jaren lid dier
Staten, terwijl H. M. do Koningin Regentes gezeton
was tussohen haar dochter en den Commissaris der
provincie.
De commissaris der Kouingin nam na den
maaltijd het woerd om dor Koninginnen een heil
dronk te wijden.
Hij bracht als voorzitter der Provinciale Staten
van Zeeland aan HH. MM. zijn innigen d ink voor
het groote voorrecht hetwelk dit gewest te beurd
viel, door het hooggewaardeerd bezoek van HH.
MM. Verder wees hij er op dat de gelieele Zeeuwsehe
bevolking, die deze gebeurtenis ten eewigen dage
in dankbare herinnering zal houden, van oudsher
in al het lief en leed des Vaderlands steeds getoond
heeft trouwe aanhangers van het Huis van Oranje
te zijn. Verder bracht hij zijnen dank aan IIM. de
Koningin Regentes, voor de zorg van de opleiding
van onze jeugdige Koningin voor de zware taak
die hoogstderzelver zal worden opgelegd. Voorts
zeide hij dat de bevolking buiten Walcheren zioh
troostte met de hoop dat een later bezoek hen in
staat zal stellen van hare genegenheid te doen
blijken. Hij betuigde vervolgens zijn dank voor het
voorreoht hen door h. M. geschonken, h. Mte
mogen aanschouwen en te leeren kennen, en
verzooht van deze gelegenheid gebruik te mogen
maken om een dronk te wijden aan het welzijn van
hunne hooge gasten met een Lang leve onze
Koningin Wilhelmina, lang leve hare koninklijke
moeder onze Koningin Regentes.
De Koningin Regentes beantwoordde deze
toespraak volgenderwijze: „De woorden der
Koningin en mii in uw naam toegesproken door
het hoofd dezer proviuoie, wensch ik dadelijk te
beantwoorden en u allen in de eerste plaats opreoht
dank te zeggen voor uwe hartelijke ontvangst bij
het binnentreden in Zeeland en voor het feestmaal
ter onzer eere aangericht in deze historische zaal.
Te midden van u, mijne heer en, vertegenwoordigers
der provincie, welke ons op zoo ondubbelzinnige
en schitterende wijze het welkom toeriep, gevoel
ik behoefte te verzekeren, dat het mijeenig leed
doet, het bezoek aan Zeeland niet tot buiten dit
eiland te kunnen uitstrekken. Ik weet hoezeer de
gevoolens van trouw en geheohtheid der Zeeuwen
aan het Huis van Oranje, ge roelens welke ook de
overleden Koning zoo hoog waardeerde, in geheel
Zeeland van oudsher bestaan, en indien de
ontvangst ons heden ten deel gevallen, mij met
groote dankbaarheid vervult, dan is het vooral
daarom, omdat bet mij een bewijs is, dat de Konin
gin bij de moeielijke taak die haar waoht, zal kunnen
rekenen op de trouw en de steun ook van de
„Ik* kon niet anders denken, mijn
jongen," zoo ging hij voort, „of de Voor
zienigheid beschikte het zeer verkeerd.
Waarom moest ons dit groote onheil
treffen? Ach, dat begreep ik toen niet;
maar gelukkig leerde ik dat later besef
fen. De kruisweg voerde mij tot den
Heiland heen. Was ik in voorspoed en
weelde gebleven, 't zou wellicht geheel
anders met ons gegaan zijn. Uw lieve
mama zegt nog menigmaal: „Diekruis
weg, die kruisweg, hoe zalig en goed!"
„Maar papa!" riep Frederik, alsof hij
op eenmaal uit een diep gepeins opschrik
te, „wat is dat voor een kruisweg, daar
gij van spreekt? Ik heb ook eens op
den kruisweg gestaan, maar daar was
het niet aangenaam, dat verzeker ik u
Het was mij eerst geheel ontschoten,
maar ik hoorde eenmaal ook den ouden
heer uit Arnhem over den kruisweg
spreken, en als ik het goed onthouden
heb, dan zeide hij dat men op dien
kruisweg bidden moest. Leg mij dat eens
uit, als het u belieft.
„O, gaarne, mijn kind. Jezus droeg
het kruis, niet waar? Dit hebt gij toch
wel meer gehoord. Hij stierf aan het
kruis van smart en schande, om zondaars
den weg te banen tot God. Hij riep uit
bewoners dezer sohoone provincie. Ik ban u
erkentelijk, mijnheer de Commissaris, voor de
vriendelijke woorden, mij persoonlijk toegespro
ken. Bij de gewichtige taak, wolko mij werd
opgelegd, is bet mij een gevoel van groote
voldoening te weten, dat de getrouwe aanhangers
van liet Huis van Oranje ook mij hunne genegen
heid niet onthouden. Dezo overtuiging geoft mij
moed, voort te gaan op den weg, mij door liet
vertrouwen van het Nederlundscho volk aangewe
zen, en geeft mij do zekerheid, dat ook het
Zeeuwsohe «olk van heeler harte zal bijdragen
om do zware taak die mijn dochter waoht, door
liefde oil steun te verlichten; dat het do oude
trouw aau Oranje nooit zal verloochenen. Ik
hoop van harte, dat het deze provincie moge
welgaan, en ik verzoek n allen te gelooven, dat
de gevoelens van erkentelijkheid, door de ont
vangst in uw midden bij ons opgewekt, niet
alleen gelden de bewoners van dit eiland, maar
Yan geheel Zeeland. God zegene uwo proviuoie eu
de Zeeuwen in ruime mate. Ik stel u "oor, met
mij een dronk te wijden aan den bloei en den
voorspoed van Zeeland en aan het welzijn van
alle Zeeuwen."
Het diner, begonnen te halt zeven, eindigde te
ongeveer 9 ure. De jeugdige Koningin onderhield
zioh eenige oogenblikken met bijna ieder der
aanzittenden, die aan haar werden voorgesteld.
Na afloop van het diuer deden hh. mm. een
rjjtoer door de stad ter beziohèigingderillurainatie,
en begaven de koninginnen zioh naar de Abdij.
Begunstigd door het sohoone weder dedou den
volgenden dag HH. MM. oon rijtoer door het
eiland Walcheren.
Nadat de Vorstinnen in haar rijtuig it la Dau-
mond bespannen te kwart voor tien unr had.len
plaats genomen, ving de tocht aan. Lang3 de
verschillende wegen die do stoet passeerde wer
den IIH. MM. op geestdriftige wijze door de
landelijke bevolking hulde gebraoht en warende
woningen allarwege versierd met vlaggen, groen
en bloemen, terwijl in varsohilloude gemeenten
eerepoorten waren opgerioht ter eere der Koning»
innen. In alle gomeenten dio aangedaan worden,
was van heinde en ver ean'menigte toegestroomd
om Haar te zien passeeren, terwijl iu ,elke
gemeente eene eerewaoht van ruiters Haar iu-
en uitgeleide deed. De eerewaoht te Oostkapello
o. a. bestond uit niet minder dan eeu 65 tal
ruiters.
Eerst werd bezocht de gemoonte St. Laureus
(onderdeel Brigdamme), daarna Serooskerke, Ca-
pinge, en vervolgens de gemeente Veare, alwaar
HH. MM. een bezoek brachten aan het oud Hospi
taal, de Herv. Kerk en het Raadhuis.
Zoodra HH. MM. aan hot Raadhuis waran gear
riveerd, werd door het muziekkorps vau Cortgene
het Wien Noerlaadsch bloed" gespeeld, en werdeu
zij bij het binnentreden ontvangeumet eenige wel
komstliederen gezongen dcor de schoolgaando
jeugd.
Hare Majesteit do Koningin werd aldaar oon
photografie in lijst aangeboden, voorstallende een
gezicht op de oude Hervomde kerk, boneveus een
vuurscherm van glas.
Natuurlijk werd ook aldaarde bekende beker van
Maximiliaan door HH. MM. bezichtigd. Nadat on
geveer een uur te Vsere was vertoefd, zette de ko
ninklijke stoet zich weder in beweging. Van Veere
ging het langs denzeedijkover Vrouwepolder naar
Oostkapelle om daarna een bezoek te brengen aan
het aloude kasteel „Westhove" eigenaresse Me
vrouw de Brttin-Boddaert, 't welk thans is ingericht
tot oen herstellingsoord voor arme ziekelijke kin
doren. Door do kinderen werd de koninginnen-een
lied toegezongen. Het kasteel werd met belangstel
ling bezichtigd door HH. MM., die er oengoruimon
tijd vertoefden.
Te Domburg, werden do Koninginnon te onge
veer 1 uur bij aankomst ontvangen met eon woord
Yan welkom van den Burgemeester en werden Haar
eenige bouquetten aango'o.iijü. In het badhotel
werd een lunch gebruikt, terwijl hot Middolburg-
scho Schutterij-muziekkorps eonigo nummers
uitvoerde. Hierna werd do gemeente Wostkapelle
bozooht. Hier jwerden hh. mm. ontvangen door hot
Dageljks bestuur van den polder Walcheren.
Allerwega was het dorp versierd en heersohte eeno
opgewekte feestvreugde. Door de schooljeugd, dié
door den Burgemeester werd onthaald, werd het
„Wilhelmus" gezongen, en door de dochter van de
Burgemeester word een Bouquet aangeboden.
Vervolgens werden de gemeenten Zoutolande,
Biggekerke en Koudekerks bezooht, waar overal
luidruchtige geestdrift en feestvreugde heersohte
on zij harteljk ontvangen en verwelkom l werden.
Om vijf uur, namiddag kwamen hir. mm.
weder in de Abdj aan, waar zj om half zeven
dineerden. Te negen uuijhad in hot Gouvernemeats-
hêtel een raout plaats, dat door versohillendo
hooggeplaatste autoriteiten en dames werd
bjgewoond. Ondertussohen werd door het
muziekkorps van het 3e reg. Iufant. te Bergen
op Zoom de volksliederen uitgevoerd.
Deze dag was een prachtige dag.
In Vlissingen.
Algemeene opgewektheid heersohte hier bj het
maken dor toebereidselen voor de ontvangst van
de Koninginnen. Deze werd nog verhoogd door
eene officieele handeling n.l. door de in ont
vangstneming van het sckoone vaandel dat
mevrouw Tutein Nolthenius van ifaaften
met eenige dames de eerewaoht zou aanbiedon.
Een ontzaggoljke menigte was saamgevlooid
om van deze gebeurtenis getuige te zijn.
Nadat de ruiters zioh geaohaard hadden, sprak
Mevrouw Tutein Nolthenius met heldere stem
en het vaandol in de hand eene rade, waarin
zj het een aangename taak noemde dit te mogen
uitreiken uit naam v n eenige Vlissingsohe dames,
waarvan de meesten tegenwoordig waren en zj
van dat vloekhout: „Het is volbracht!"
en toen Hij dat gezegd had, was de volle
losprijs voor de zonde betaald door zijne
gehoorzaamheid. Yandaar dat ook een
apostel spreekt van vrede in het bloed
des kruises. Nu zou men oppervlakkig
meenen, dat niet éen zondaar op deze
aarde die groote liefde van den Heiland
der wereld verachten- of vei werpen zou.
Maar, helaas,fzeer velen gaan daar onver
schillig henen, als ware deze heilrijke ge
beurtenis nooit geschied, als behoefden
zij niet door dien Jezus te worden be
houden. Dit spruit voort uit de onna
denkendheid en onverschilligheid van
den zondigen mensch. Honderden en
duizenden bekommeren zich over niets
anders dan over aardsche dingen. Maar
nu is God zoo liefderijk en onttermend,
dat Hij ons op allerlei wijze laat waar
schuwen en roepen, om toch de zonde
vaarwel te zeggen en Hem te beminnen.
Een der krachtigste middelen in zijne
hand is daartoe de lijdensweg, met ande
re woordenda smarten en verliezen,
en teleurstellingen van dit leven. Al wat
ons pijn doet of hindert, noemen wij ook
wel eens ons kruis, in navolging van
het krui3, dat onzen Heiland zoo folterde.
In dien zin spreekt men dus van den
daarbj de wensch uitsprak, dat mijaliaar Gewin
bavolhebbar van da earsvacht dit vaandel zou
willen aanvaarden evenals het oude y|iand«l dat
in 1841 uit ditialfdj huis Ward aangjb'odea als
bljk vau de lief.lo vau Vlissingen vrohjvan voor
hare stad on het huis van Oranje.
Nadat H.H.geb. de banior aan dan comèrundant
had overgereikt dankte deze de dames dia fiiettoo
medegewerkt hadden harteljk en voaral mevrouw-
Tuteiu Nolthenius van wie dit denkbeeld uitging;
Vervolgens gaf Z.Ed. Gestr. hot vaandel aan den
vaandeldrager over, den heer De Maret Tak,
tarwjl hj tot hun zeide dat da Viissingscha ©ere
wacht hem koos om de banier te dragon waariuada
zj zou worden voroerd.
Voorts sprak hj nog eenige woorden tot de leden
der eerewaoht dio vvj oven wel wegens plaatsgo-
brek moeten achterwege laten.
Nadat de inuziok zioh nog had laten honen,
maakte do eerewaoht na het gabruikeljk saluitoen
toer dóór de stad gevolgd dooreen vrool jke menigte
en vooraf gegaan door hot muziek.
Jammer genoeg regende hot ouder de toespraak
hevig, hetgeen evenwel de opgewoktheid weinig
verstoorde.
Vlissingen, 23 Augustus'.
Nadat tot gisteravond lantde geheele burger j in
de weer was geweest om overal sohoone versierin
gen aan te brengen waaruit de hartelijke
welgemeendheid der vreugde duidoljk spreekt,
gaven de klokken van don St. Jakobstoran het sein,
dat het verlangde oogenbiik was aing ibrokon dat
de beminde Vorstinnen waren aangekomen.
Op het perron van het nieuwe station dat nog
niet voor 't publiek is opengesteld, was de
eerewaoht der dd. sohutterj, de eerewaoht met het
stafmuziekkorps vau het 3eReg. Inf. opgesteld.
De aankomst van HII. MM. had plaats bj slecht
weder, dooh de goeatdrift en ongemeens harteljk-
heid was or niet minder om. IIH. MM. werden
ontvangon en verwelkomd in de le klasse
wachtkamer door 't gemeentebestuur, waarbij
mevrouw Tutein Nolthenius, geb. Haaftan, eeu
bouquet aan H.M. de Kouingi i Rogoutes en hot
doohtertjo vau H.H.geb Jeuunp T. N. er een aan
H. M. de Koningin aanbood.
Hiorn a begaven zioh do hoogo gasten naar het
stoomschip Nederland waar hh. mm, ontvangon
worden door de directie der maatschappij „/co
land" om een tochtje op da reede te maken.
Het terrein moest afgesloten bij ven, zoodat
do bevolking vin hun geestdrift geen bljk konden
geven. Van do oorlogsschepen, die daar lagen,
braoht de bemanning, die in het want zat aan
do twee geliefde Vorstinnen hunne hulde door
saluitsohoten. Aller oogen volgden gretig het vaar
tuig. De tocht had plaats ondor een flinke regenbui.
Teruggekeerd begaven de Vorstinnen zioh in do
toiletkamer, waar h. M. de Koningin vertoefde,
torwji H. m. do K. R. in de waohtkamer de ge
meenteraad ontving. Daarna gingen de Vorstinnen
naar de restauratiezaal, waaniH. mm. oen dejeuner
werd aangeboden door do getneonte Vlissingen, de
maatsobappj tot Expl. van 3.3. en de 3toomv. Mj.
„Zeeland." De toast dio da burgemeester dhr.
Tutein Nolthenius aau hst dejeuner uitsprak
kunnen wj tot onze groote spjt niet plaatsou
wegens plaatsgebrek.
Na afloop vau hot dejeuner begaven hh. mm.
zioh door der1 ruime vestibula langs een versierd
pad naar de koningstrap om aan boord te gaan van
den stoomboot Waloheren die iih. mm. naar do
stad bracht.
Nu kwam het voornaamste godoelte van hot
program aau do beurtDo heronthulling van het
standbeeld van do Ruyter.
Voorafgegaan door eeu detachement Cavalerie,
den Burgemeester, den Commissaris der Koningin
en eon hol'dignitaris eu gevolgd door eono Eerowacht
en het gevolg van nare Majesteiten eueenoafdee
ling cavalerie begaven zioh de Koninginnen in
een kofrjtuig langs do aangegeven weg naar do
Rotonde, waar zj onder hot spelen van het
Wilhelmuslied door hot Bastuur vau het Depar
toment „Vlissingen" der Maatschappij tot Nut
van 't Algemoon werdeu verwelkomd.
Do ingang van do Boulevard was voorzien
van tweo fraaie europoorten. Voor do vorstinnen
was een smaakvolle baldakjn aangebracht die
aan drie zijden open was, om allo aanwezigen
in da gelegenheid te stellen het beeld van de
jeugdige Koningin in het geheugen te prenton.
De aanwezigen waren zeer talrijk. Aan de eone
zjde stonden ongeveer 800 kinderen, die eenige
liederen ten gehooro gaven. A an den anderen
kant waren de genoodigden
Na een koraal gezongen te hebben, sprak do
heer Tutoiu Nolthenius eoue rede uit over do
geschiedenis van de Ruytor's standbeeld, ovor de
onthulling van het standbeeld in 1841 doorZ.M.
Willem II mstzjno zonen Willem en Hendrik. Toen
stond het binnen de stad. Nu heeft het evenwel
een plaats gekregen op de zoeboulevurd. Sproker
zeide tereoht: „Waar kan men het beeld beter
plaatsen dan daar, waar het uitziet op de rode,
zoovele malen door deRuyter's vloten doorploegd
Hierop volgde da onthulling van 't standbeeld
en de hulde der Kon. Ned. Marino, dio een prach-
tigen krans vanj levende bloemen (1 '/i M. middol-
ljn) aan het standbeeld hechtten, waarna de
voorzitter ondor meer nog bet volgende zeide
„Zoo is dan thans opnieuw onthuld het beeld van
hem die door gansoh Nederland .stosds met trots
genoemd werd en den schoouen naam van „schrik
des Oceaans" voerde.
Van onzen de Ruyter vernam men nimmer iets,
dat aan zjn grootheid te kort kan doen.
Eenvoudig van natuur, was hj bemind bj zjne
ondergeschikten.
Vriend en vjand bracht aan zjne nagedachtenis
hulde en steeds wordt ook nog bj onze Marine zijn
naam hoog gehouden, getuige het ginds terzjde
kruisweg, die tot God voert. Begrijpt
ge mij?"
„O, zoo had ik het nooit opgevat, papa.
Nu vat ik het ook, waarom daarop moot
gebeden worden; want bidden wil toch
zooveel zeggen als aan het Opperwezen
vragen om goed te worden en Hem te
danken voor zijne gaven, ten minste zoo
zegt onze monsieur."
„Zeker, mijn jongen. De apostel zegt
„Is iemand in lijden, dat hij bid de,"
en het spreekwoord leert ons: „Nood
leert bidden." Uwe lieve mama heeft
wat vurig tot God gesmeekt, eer ik nog
met haar mededeed, en later baden wij
samen, zooals wij nu nog doen. Laat mij
u even el verzoeken, niet meer van
God te spreken, als van een Opperwe
zen die naam klinkt zoo koud en zoo
stijf."
„Ik dank u wel, papa, voor uwe uit
legging. 't Spijt mij, dat wij dit gesprek al
niet eer hebben gehad."
„Het verheugt mij, Frederik, u zoo te
hooren sprekenmaar laat mij nu ook
eens hooren wat gij er mede bedoeldet
toen gij straks zeidet: „Ik heb ook eens
aan een kruisweg gestaan."
„O papa, dat was zoo akelig! Ik durf
het u haast niet zeggen."
liggend fregat.
Ontvang dan geëerbiedigde Koningin don inni
gen d nik van hat Viissingsohe Departement ilor
Maatschappij „Tot Nut van 't Algdiman" en zeker
niet minder van Vlissingsingezotenon voer hetgeen
Uwe Mijestoit zooave n verrichtte on waar nu Ja
aan do nagadachtanis van den groeten Yiissinger,
de hoogste eer werd bawozen.
De gedachte aan dit uur zal den band tussohen
het Oranjehuis on Vlissingen zoo mogelijk nog
moer versterken, want die eer door Uwe Majesteit
aan do nagedachtenis van een inwoner dezer stad
bewezen, zal met onuitwischbara lettoren in de
gesohiadboeken gegrift worden en al mochten die
eenmaal door den tand des t jds verteerd zijn, dan
nog zal de herinnering aan dezen dag van geslacht
tot geslacht worden overgebracht evenals zoovele
sohoone daden U«ver Majosteits voorvadoren.
Ontvang geëerbiedig le KoningiuRegentesmedo
onzen diopgevoeldon dank voor uwe tegenwoor
digheid alhier.
Al geniet Vlissingen lie len voor de eerste maal
do hooge eer Uwo Majesteit hier te zien,tooh wordt
ook hier ovenals ,n geheel Nederland don naam van
UweMajestoitals Moedor van onze galioflo Vorstin
steeds met diepen eerbied genoemd on wordt ook
hier dankbaar herdacht hoe onnoemelijk voel
Nederland aan Uwo Majesteit verschuldigd is."
Nu werd door de kinderen hot „Matrozenlied"
gezongen, on werd door dan Burgemaostor het
Huldeblijk der ingezetenen aan II. M. do Konin
gin aangeboden met de volgende toospraak
Majesteit!
"Wanneer ik hot waag nog een oogenbiik van
Uwer Maje3teits aandacht te vragen, dan is dit
thans als Burgemeester van Vlissingen om uwo
Majesteit namens tal van ingezetenen, rijk en arm,
oud on jong, van allerlei rang en stand eene berin
nering aan dezou dag aan te bieden, opdat U we
Majesteit een stoffelijk bewijs onzer hulde
ontvange.
Wij meenden niet betor te kunnen bandelen,
dan dat te doen bestaan in eone nabootsing van liet
zoo even door Uwo Majesteit opnieuw onthuldo
standbeeld; on al mogen er dan ook reeds blijken
van buide Uwer onderdanen van oldors in Uw
bezit zijn, dit st indbeoldjo van ds Ruyter kunnen
alloen de Vlissingei's |U geven.
Wil het van ons aanvaarden als eene gedachtenis
aan Uwer Majestoits bezoek van heden met de
verzekering dat het benoodigda daarvoor gegeven
werd met kleine gifton geheel vrijwillig
bijeengebracht.
Moge het een plaats in oeu Uwer paleizen erlan
gen ou inogo Uwo Majesteit bij het zien or van
herinnerd worden aan het verrichte op dezen dag,
waarop u door de nagedachtenis van do Ruyter te
eeren, verzekord kunt zijn van den dank van
Vlissiug3 ingezeten.
Nadat het Wilhelmus nog door de kinderen ten
gehoore was gebracht, vertrokken hh. MM. van de
Rotonde, terwijl de kinderen het Ned. Volkslied
met ge \i ijzigde tekst zongen.
Hierop begon do rijtoer door do stad, waarbij de
goo3tdrift ten top steeg.
Op dien tocht werileD hh. mm. nog opgewacht
door op ééuo na de oudste ingezetene, do Wed.
Goortuida Mes, geboren 11 Fobr. 1802, die een
ruiker aanbood. Dit geschiedde ook voor hot
Veerhuis door een weesmeisje.
Hier zagen h.h. m.m. don schitterenden optooht
oorb jtrokken en begaven zioh van daar naar het
Badhotel. Na eon kort bezoek aldaar, verlieten
de Vorstelijke gasten zoo even onze gemeente en
lieten de burgers en de groote menigte van elders
saamgesti'oomd achter, om in opgewekte stemming
de feestviering voort te zetten in het volgen van
den optocht, de illuminatie en hot vuurwerk.
Toen HH. MM. liet badhuis verlieten om zich over
Koudekerke weer naar Middelburg- te begeven, luidden
velen, hoewel doornat, zich nog een groot kwartier
buiten de stad geschaard om nog eens hoera te roepen
en nog eenmaal dat vriendelijke gezicht te zien.
Middelbuig, 24 Aug.'94.
't Was heden weder een echte Zomerdag. De regen
welke gisteren bij stroomen was nedergevallen, had
tegen den avond plaats gemarkt voor droog weder, en
't was verder droog gebleven.
Menigeen had zich dan ook al vroegtijdig opgemaakt
om van dezen zomerdag eens echtte profiteeren;jong
en oud van Middelburg'» ingezetenen zag men evenals
vreemdelingen en plattelands-bewonersin feestdos langs
straat en plein zich bewegen, Velen hunner hadden
zich opgesteld in het Abdijplcin en stonden met nieuws
gierigheid te staren naar het Gouvernementshotel, het
verblijf van HH.MM. Anderen stonden metongedi-ld
te verbeiden het oogenbiik dat de jeugdige Koningin,
wier lieve verschijning (een uitstekenden indruk bij elk
een die haar ontmoette teweegbracht, weder eens voor
haar venster zou versclijjnen. Spoedig werd deze be
geerte vervuld, want bij het uitrijden hedenmorgen
van de Koningin-Regentes kwam de jeugdige Vorstin
voor een open venster staan om haar Moe Je r, die een
bezoek ging brengen aan eenige instellingen, te zien
vertrekken. De hoera's weerklonken uit honderden mon
den over het groene Abdijplein en H. M. knikte her
haaldelijk de toegestroomde menigte vriendelijk toe.
Te kwart over tien reed H. M.de Regentes uit, om
een bezoek te brengen aan het gerechtsgebouw en het
Gasthuis. Daarna reed ze naar do Abdjj terug, en
maakte zij eenige oogenblikken daarna met hare doch
ter een rijtoer door de stad. Bouquetten en kransen wer
den H. M. toegeworpen. Vervolgens wei deen bezoek ge
bracht aan de Nieuwe Kerk, waar bij de bezichtiging
van het gedenkteeken der zeehelden Evertsen eene pho
tographic van het praalgraf aangeboden werd, het Bur
gerweeshuis, het Armweeshuis, het Oude Mannen- en
Vrouwenhuis en eindelijk het Museum van hef Zeeuw
sehe Genootschap der Wetenschappen, waar zjj geruimen
tijd bleven en Hare Handteelceningen zetten in het regis
ter. Om half een had in het gouvernementsgebouw een
déjeuner plaats met enkel genoodigden on te half zeven
een diner in het Raadhuis door Middelburgs gemeente
raad HU. MM. aangeboden. De feestelijkheden van dien
dag werden besloten mat een prachtig versierden gon-
deltocht, waaraan een tien al gondels deel namen. Het
stafmuziekkorps van het 3e Regiment Inf. had plaats ge
nomen in een der vaartuigen om het fantastisch schouw
spel met muziek op te luisteren.
Ecu menigto van vele duizenden hadzich verzameld op
de plaats vanwaar I1H.MM. het waterschouwspel per rij
tuiggade sloegen, Het weder was mooi. Omgeven door do
eerewaoht en cavalerie reilen do Vorstinnen deduizendeu
voorbijdie dicht opeengedrongen op de ruime en lange
kade geschaard stonden. Het watervuurwerk was schit
terend. De hoera's der duizenden daverden en de geest
drift was buitengewoon. Naar schatting was het getal
feestgangers 100,000. De koninginnen toonden gedurig
hunne ingenomenheid met de water illuminatie ouder het
voorbijrijden. Tot laat in den nacht werd heffeest van den
avonden onder het zingen der volksliederen voortgezet.
Op al hare,tochten had de Koningineenige der geschen
ken der plattelandsbevolking als een booi-enbroche enz,
aan.
Den volgenden morgen vertrokken de Koninginnen om
9,40 per extra trein uit Middelburg.
Zooals te begrijpen is, waren duizenden aanwezig, om
nog een laatste hulde te brengen aan de hooge gasten.
De motregen belette niemand thuis te blijven. Bouquet
ten werdeu overhandigd. Muziekkorpsen speelden volks
liederen.
Een geestdriftig en langdurig gejuich ging op, toen de
trein zich in beweging stelde. De Koninginnon stonden op
het Wagonbalkon de menigte een afscheidsgroet toe te
wuiven.
Zoolang de trein in 't gezicht bleef, hield het gewuif
en gejuich aan.
De koninklijke trein stoomde het station te Goes lang
zaam binnen. De Burgemeester met raadsleden zijn aan
wezig.
Duizend kinderen waren opgesteld eu brachten eene
ovatie. Een groot publiek was aanwezig. Overal heersohte
geestdriftj De Koninginnen traden voor onder't spelen
van 't Wilhelmus.
Twee weesmeisjes boden bouquetten aan. De Koningin
bedankte allen voor zang en bloemen.
De Koningin-Regent, s spreekt tot den Burgemeester
Mijnheer burgemeester, wat doet j het ons goed die
ti' effende blijken van gehechtheid en liefde ook hier weer
van de bewoners van Zeeland temogen ontvangen. Die
bewijzen van verknochtheid hebben ons diep getroffen.
Het bezoek aan Zeeland zal bij mij zoowel als bij dc Ko
ningin onvergetelijken indruk achterlaten. Verzoek on
zen dank overtebrengen.
De Burgemees.er betreurt, dat do Koninginnen Goes
niet bezochten, waarop de Kouingin-Regentesantwoordt,
dat hoe gaarne ook, het onmogelijk was.
Op do opmerking van den Bui-gemooster, dat de Ko
ningin er niet vermoeid uitziet, zegt deze: „Oneen! het
heeft mij volstrekt geen hinder gedaan."
Het oponthoud was ongeveer 11 minuten.
Onder toejuichingen der menigte en het wuifen der Ko
ninginnen ging de trein verder.
Hierna deden de schoolkinderen eone wandeling door
de stad en brachten een ovatie aan den burgermeester.
Het weêr is ongunstig.
De trein arriveerde 10 uur te Rilland-Bath, waar de
Commissaris van Zeeland uitstapte. Ook hier was eene
groote meuigte toegestroomd, die onder het spelen der
volksliederen de Vorstinnen toejuichte.
WMBsBASSfittSiJN Si 1^6
(Zie Tweede Blad.)
€lemeiigd[ ieti ws.
DE HEER ÖP DE LAAK TE
NOORD WIJK.
Onlangs verwekte het bericht, dat de
heer Op de Laak, hoofdonderwijzer te
Noordwijk en lid der Prov. Staten van
Zuid-Holland, in hechtenis'was genomen,
niet weinig opzien. Yrijdag is de heer
Op de Laak echter weder in zijn woon
plaats teruggekeerd. Over de ontvangst
welke hem van de zijde der Noordwijkers
ten deel vie), meld „Het N. v. d. D."
het volgende
„Geheel Noordwijk is op de been. De
Voorstraat, waardoor de- stoomtram zich
ternauwernood een weg kon banen, omdat
zij propvol was van een jubelende inenigte,
weergalmde van het hoera, dat uit hon
derden monden omhoog steeg. De heer
Op de Laak, hoofdonderwijzer alhier en
lid der Prov. Staten voor het district
Leiderdorp, keerde terug uit den Haag,
waar hij door de Justitie onschuldig was
bevonden aan de tegen hem ingebrachte
aantijgingen, ontslagen werd van alle
rechtsvervolging en onmiddelijk op vrije
voeten gesteld.
„Was iedereen verslagen bij het verne
men van zijne inhechtenisneming, nu
gaven de honderden luide hunne vreugde
te kennen en geleidden hem in een waren
zegetocht huiswaarts."
MUIZENPLAAG.
Een dame te Port Victoria (Australië) schreef
onlangs aan een harer vriendinnen te Adelaide
het volgonds:
„Hebt ge wel het flauwste denkboold, wat de
muizenplaag voor ons op het schiereiland te
beduidon heeft Indien zij (de muizen) niet spoe
dig in aantal verminderon, zal het woldra een
gevecht tusschen ons en hen geven om uit te
maken wien het land zal behooren. Stel u voor
naar bed te gaan en dit alreeds in beslag genomen
te zien door een groot aantal muizen Wij konden
ze niet tellen. Wij vegen ze op bij honderden.
Op het erf van het graanpakhuis krioelen «r
millioenen.
Men kan ze van verre ruiken; en de dieren
verslinden niet alloen hunne doodo kameraden,
maar, na kiekeboe met elkander gespeeld te
hebben in uw haar al3 ge slaapt, bijten ze u
achter het oor of elke andere geschikte plaats.
Het is oumogelijk zioh er een voorstelling van
„Een kind moet geen geheimen voor
zijne ouders hebben, Frederik, Vertol
mij alles."
Welnu, Frederik vertelde alles. Alles
wat de lezer reeds weet van dien akeli-
gen kruisweg bij den Duivelsberg, de
doodsbeenderen en de geestverschijning.
Met ontzetting hoorde zijn vader dit aan,
en in het eerst wist hij niet wat er op
te antwoorden, vooral daar hij bemerkte,
dat zijn Frederik volkomen aan die ver
schijning geloofde.
„Mijn arme jongen," sprak hij na eenig
nadenken, „wat hebt gij 'u beet laten
nemen; die gansche geschiedenis is be
drog geweest."
„Lieve papa," antwoordde Fiits met
vuur, „dat is onmogelijk! Ik heb niets
gezien, maar des te meer gehoord; en
't waren ruwe en doffe woorden, dat is
waar, maar toch verstond ik ze zeer
goed."
„Dus gij gelooft werkelijk den Satan
te hebben hooren spreken in dat midder
nachtelijk uur?"
„Zeer zeker, en ook in de oude verla
ten hut, toen de bezembinder zoo oneer
biedig over den godsdienst sprak."
„Maar Frits, mijn jongen, gebruik nu
eens nw gezond verstand. Hoe kan dit
uitkomen? De Booze vertoornde zich
op den bezembinder, omdat hij oneerbie
dig over den ^godsdienst sprak. De vrouw
ging aan 't bidden, de Booze was tevre
den ten tiok af. En toen gij op den
kruisweg stondt mocht gij vooral niet
bidden, om den Booze niet te verjagen
toen scheen hjj er dus minder meê inge
nomen. Begrijpt gij niet hoe men u gefopt
heeft. Als de Booze werkelijk bij de
oude hut gekomen was, dan zou hij den
bezembinder zijn besten vriend genoemd
hebben want geloof het vrij, hoe ongods-
dienstiger wij zijn des te meer handelen
wij den duivel naar den zin."
Frederik kon deze bondige redeneering
niet tegenspreken, maar zij was er toch
verre af hem te overtuigen. Als papa
dien nacht bij mij geweest was, zou hij
het zelf ondervonden bebbon, en dan 't
was immers ook uitgekomen net zooals
toen in dien nacht werd voorzegd.
Uit beleefdheid zweeg de jongeling,
en papa, die zich hield aan het oude
spreekwoord„Dio zwijgt, stem toe,"
ging voort met hem te redeneeren.
(Wordt vervolgd.)