SM ISO Hg Uil
AM.
i
Vrijdag 6 Juli 1894.
Antirevolutionair
Negende Jaargang No. 453.
Orgaan
„HIDDEMIARMIlS"
tarata.
FEUILLETON.
F il 0RTT-
IN HOC SIGNO VINCES
STOOMBOOT
I. HOEVEMARS VAH LITH, Rotterdam, HoofdadresBinnenrotte 137,
DE VERSTOOTENEN
Jodenvervolging ïn Rusland.
tak en
iR.
iRIEK.
E© 9,
l enten,
len enz.
iMM,
PTIE8.
van
3TTEN.
Spreien in alle
UIERS,
1ST,
EN
TJES
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika Mjvooruitbetaling f 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
T BOEKHOVEN
Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en 3/2 maal.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en V3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmiddag 12 uur.
Alle stukken voor «Ie Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie tranco toe te «enden aan den Uitgever.
vertrekt VRIJDA© a. s. (6 JUIjI) om 5 uur van
ROTTERDAM.
DE DIRECTIE.
Aaar vaste reg-elen.
Sommige eonservatistische, onver
zettelijke menschen stellen het voor,
alsof het sturen in democratische
richting eene liefhebberij ware van
enkele leiders. Maar dat de omstan
digheden, waarin wij leven, hetver-
leenen van meer invloed aan de la
gere standen onvermijdelijk eischt,
hiervan schijnen zij niets te
beseffen.
Toch behoeft men maar even een
parallel te trekken tusschen de ont
wikkeling van een huisgezin en die
van eene natie, om terstond te doen
inzien, dat de mindere man op den
duur wel medezeggenschap bij de
behandeling der openbare en alge-
meene belangen moet krijgen, of wij
willen of niet.
Hoe gaat het in eene ordelijke
huishouding, waar allengs meer kin
deren op het wereldtcoaeel verschij
nen Zoolang die kinderen klein
zijn, spreken de ouders voor hen en
handelen zij voor hen. Doen zij dit
echter niet genoeg, of zóó dat de
kinderen er pijn van gevoelen, dan
gaan deze schreeuwen, en het jam
moren wordt steeds heviger, naar
mate de kwelling toeneemt. Soms
ook zetten zij het op een huilen
zonder billijke oorzaak. Dat komt
omdat zij vaak het streven der ou
ders niet begrijpen. Zoolang zij kin
deren zijn, kan men zich daar dus
niet te veel aan storen, ofschoon een
goede opvoeding eischt, dat men met
de kinderlijke zwakheid geduld oe
fent en althans zóóver aan hun wen-
schen en misbegrippen tegemoet komt
als het met hun welzijn overeen te
brengen en voor uitvoering vatbaar is.
Later evenwel komt er een tijd,
dat de kinderen groot en mondig
wordendat zij hun volle verstand
hebben en over .veel zaken een oor
deel krijgen. En dan zou het dwaas
en tergend zijn, hen als kleine kin
deren in den kuiselijken kring te
blijven bejegenen en beheerschen.
Binnenrotte SO en
3e Lombardstraat 45.
Schoenfabriek Lederhandel.
Binnenrotte 48 en
3e £>ombard»traat 43.
Sohoenmagazijn. En gros Export.
I. Hoevenaars van Lith.
Scliiedamschedljk 86.
Schoenmagazijn.
7. Hoevenaars van Lith.
Scboenmagazijn.
1. Hoevenaars van Lith.
Scboenmagazijn.
I. Hoevenaars van Lith.
Schoenmagazijn.
I. Hoevenaars van Lith.
Schoen magazijn.
1. Hoevenaars van Lith.
Scboenmagazijn.
52.) OE DE
HOOFDSTUK XII. WEDERZIEN,
Haastig sprong bij op, zoodat de andere
klerken verbaasd opkeken, begaf zich
naar de kamer van den obef, en verliet
daarop het kantoor.
Wat Rebekka hem te vertellen had,
weten wij reeds, en dat hij niet lang
bij haar draalde, maar zich spoedde naar
het huis van dokter Scheidel, valt licht
te begrepen. Daar gekomen, gunde hij
zich den tijd niet zich te laten aandienen,
maar snelde, tot groote verbazing der
dienstbode, die hem de deur had geopend,
regelrecht naar de huiskamer. Toen be
zon hij zich echter, en keek door de half
openstaande deur haar binnen. Was dat
zjjn rader? Een oud man, met wit haar!
Zou tante Rebekka zich vergist hebben
Doch neen, daar sloeg hij de oogen op
die oogen, zoo vriendelijk en toch zoo
vol vuur, sprekend dezelfde als van tante
Rebekka; Benjamin twijfelde niet
langer; zijn hart bonsde; hij beefde van
aandoening, en opeens liep hij naar bin
nen, regelrecht naar de plaats, waar zijn
vader gezeten was, terwijl hij één hand
aaar dezen en één naar zijn grootmoeder
uitstak, zonder in staat te zijn een woord
te uiten.
„Benjamin 1" riep zijn grootmoeder
uit, „mijn lieve jongen! ik had niet ge
dacht je ooit te zullen weerzien."
„Is hij het waarlijk, mjjn Benjamin?"
sprak Nathan, hem aanziende met een
mengeling van verbazing en innig welge
vallen toen trok hij den forsch gebouw
den jongeling naar zich toe, en omhelsde
hem sprakeloos van ontroering. „Kind,
vertel mij alles van je moeder!" was
het eerste, wat hij zeggen kon.
Toen veranderde plotseling de uitdruk
king van Benjamin's gelaat, en aarzelend
zag hij zijn grootmoeder aan, als om
haarde vragen, wat hij zeggen zou.
„Uw moeder is heengegaan, dat weet
ik reeds," sprak zijn vader optreurigen
toon, zijn aarzeling bemerkende, „maar
vertel mij alles, wat zij u gezegd heeft,
toen gij voor het laatst bij haar zijt
geweett."
Op dit oogenblik trad dokter Scheidel,
die een oogenblik het vertrek had ver
laten, weer binnen, en verwelkomde zjju
jongen vriend hartelijk, en deze hoopte,
dat zijn vader het voor hem zoo pijnlijke
onderwerp zou laten rusten. Dit was
.echter geenszins het geval; zoodra mo
gelijk vatte Nathan het gesprek weer
op, en Benjamin vertelde nu elke bij
zonderheid, doch verzweeg zorgvuldig
haar laatste woorden. Het was echter,
of zijn vader dit gevoelde of vermoedde;
althans toen Benjamin zweeg, zag hij
hem onderzoekend aan, en vroeg„Heeft
uw lieve moeder niets, in 't geheel niets
anders gezegd, Benjamin?"
Toen was hij wel genoodzaakt uit te
spreken, wat zijn hart steeds in onrust
braoht, als hij er aan dacht. Toch wilde
de naam Jezus hem niet goed van de
lippen. „Vader," zeide hij, en wendde
onwillekeurig den blik van hem af,
„moeders laatste woorden tegen mij waren:
„Verwerp niet langer daarop
wachtte zij even, en noemde den naam
van„uw Messias."
„Is zij gestorven met dien naam op
haar lippen?" riep Nathan uit, terwijl
eeu straal van vreugde over zijn gelaat
toog. „Jezus, deu eenigen Naam, door
welken wij kunnen zalig wordeno, kind!
nu kan ik weer hoop koestereu haar
nog te vullen weerzien! Mijn Messias,"
vervolgde hij na een oogenblik stilzwij
gen, „o Benjamin, Hij is de Messias, de
Koning Israels, zoo lang door ons volk
verwacht! Hebt gij aan den laatsten
wensch uwer lieve moeder nog geen ge
hoor gegeven? Verwerpt gij Hem nog?"
„Alles ia mij duister," antwoordde
Benjamin zacht, „ik weet niet, of ik in
Hem gelooven of Hem verwerpen moet."
„Moge de Heer u dan weldra uit de
duisternis overbrengen tot Zijn wonder
baar lichtsprak zijn vader met vuur.
„Komt," vervolgde hij, „laat ons neder-
knielen, en er Hem om vragen."
Van harte stemde dokter Scheidel
hiermede in, en de anderen maakten geen
tegenwerpingen. Zoo stortte Waiscovitz
dan zijn hart uit voor den Heer, met
lof en dank voor Zijn wonderbare leiding,
en smeekte Hem, om ook zjjn moeder
en Benjamin de oogen te openen, dat
zij hun toevlucht mochten nemen tot den
Heer Jezus, en door Hem vrede vinden,
vast vertrouwende, dat dit gebed verhoord
zou worden op 'sHeeren tijd.
liOOFDSTUK XIII.
BESLUJT.
Een half jaar later vinden wij een
groot gezelschap bijeen in het huis van
Olga's tante. Wij zien daar onder anderen
Rebekka naast dokter Scheidel gezeten,
beiden met een gelaat stralend van
vreugde, niet minder dan Olga en Ben
jamin, tegeuover hen, terwijl Nathan
Waiscovitz in druk gesprek is met zijn
moeder, die nu deftig gekleed in zwarte
zijde, een gausch ander voorkomen heeft
dan bij haar aankomst in Berljjn.
Olga's tante was intusschen druk bezig
de gasten tc bedienen, na tevoren gezorgd
te hebben, dat alles een recht feestelijk
aanzien had. Er werd dan ook een dub
bel huwelijksfeest gevierd. De lezer heeft
zeker reeds begrepen, wie de gelukkigen
waren.
„Ik geloof, dat wij aan e8ii oase in
de woestijn gekomen zijn," sprak Nat
han, nadat zijn oog eenigen tijd met
innig welgevallen had gerust nu eens op
Benjamin en zijn jeugdige gade, en dan
weer op Rebekka en haar echtgenoot.
Ja, vader," zeide Benjamin, „een lan
ge weg van smart en teleurstelling ligt
achter ons, en nooit had ik kunnen
denken, dat die in zóóveel zegeningen
zou uitloopen."
„Zoo is het, mijn kind; het Woord
des Heeren is wel aan ons allen beves
tigd geworden„Hij plaagt of bedroeft
de menschenkinderen niet van harte."
Als Hij bedroefd heeft, dan zal Hij zich
ontfermen naar de grootheid Zijner barm
hartigheden, want toen ik meende, dat
God mij geheel verlaten, en aan de on
rechtvaardigheid der menschen overge
geven had, zonder barn hartigheid, was
het juist Zijne ontferming en onuitspre
kelijke liefde, die mij tot bekeering wilde
leiden; juist die schrikkelijke beproeving
was noodig om mij af te wenden van
den weg, die mij recht toescheen, maar
uitliep in het eeuwig verderf."
„En door die gebeurtenis heb ik mijn
Rebekka leeren kennen," zeide dokter
Scheidel, haar aanziende met een blik
vol liefde, „terijl mijn eigen verbanning
mij opnieuw tot haar gevoerd heett."
„En ik heb daardoor mijn Heiland
leeren kennen," viel Rebekka hem in
de rede, „dat is nog veel meer, niet
waar, dan onze verbintenis hier op aarde
ware mijn moeder niet ziek geworden,
door het zien van Nathan's ongelukkigen
toestand, dan zoudt gij niet gekomen
Schoen magazijn.
zijn om mij de boodschap der zaligheid
te brengen."
„En mijn verbanning," hernam Ben
jamin, „heeft mij mijn lieve Olga in de
armen gevoerd, die ik anders waarschijn
lijk nooit de mjjne had mogen noemen."
„En die vteeselijkePaaschnacht," zeide
mevrouw Waiscovitz, die tot hiertoe ge
zwegen had, „heeft mij het eerst tot
ernstig nadenken gebracht. Rebekka's
woorden„Ons volk heeft den Messias
verworpen en gedood 1" weerklonken ge
durig weer in mijn hart, en ik begon
te gelooven, dat het daarom zoo ver
worpen en veracht wasmijn hart werd
daardoor ontvankelijk gemaakt voor de
boodschap des vredes, door Nathan mij
gebracht. Veel ellende heb ik ondervon
den, maar dit alles was noodig om mijn
tegenstand geheel te breken en mij te
voeren aan de voeten van Jezus, den
waren Messias!"
En nu, waarde lezersmoeten wij af
scheid nemen van do bannelingen, doch
de vraag klinkt ons tegen: Wat is er
geworden van Samuël Waiscovitz. Daarop
moet ik u echter het antwoord schuldig
blijven. Wel kan ik u mededeelen, dat
hij korf na zijn behouden aankomst te
Bremen, met vrouw en kinderen naar
Amerika vertrok, doch op den tijd, dat
ons verhaal eindigt, had nog geen zijner
familiebetrekkingen iets naders van hem
en de zijnen vernomen.
Zoo was er dan bij al de vreugde ook
nog reden tot droefheid, gelijk dit hier
beneden altijd het geval is. En „God
antwoordt niet van al zijn daden," al
is het soms dat duistere leidingen hier
beneden reeds opgehelderd worden. Een
maal eohter zal alles in het volle licht
gesteld worden en uitkopen tot lof en
eer en heerlijkheid van Hem, die al de
tranen van de oogen der Zijnen zal af-
wisschen.
Schoenmagazijn.
I. Hoevenaars van Lith.
"TER DAM.
IK USSENS, enz.
en Goede reede.
is en Hellevoetsluis
2 uur.
llevoetsluis
nm. 3 uur.
|id(iei harnis
4 uur.
iteiiendam
4,30 uur.
•damselie tijd.
pterstaat
r«AN«.
otterdam,
.'dag voorm, 5 uur.
totterdam,
Rotterdam,
llendam,
aderdag en Vrjjdag
asohe tijd.
pg 5 Juli.
IIB3I1S.
jsdag vin. 5,—uur.
jrdag vm. 6,—uur.
erd. g vm. 6,30 uur.
ijsdag nm. 2,uur.
dagen nm. 3 uur.
ponderdag 26 Juli.
SHIN6.
lelharnis.
ïur en nm. 5,—* uur
I,— uur
ïgen niet aangelegd
Augustus
wh ki,.
nadag vm 4,80 uur
fcerdag tb 8,uur
,Jg, 1,45 Donderdag
uur
OETSLUI8
IRDINGEN naar
liggende plaatsen
jllVOEIV III."
1894.
phouden.
|inen.
Locale t{jd
6,05 uur
12,03
7,23
Station
TUIS:
Looale tjjd
7,52 uur
3,50
9.10
|veer 30 min na het
na het vertrek uit
enhage, Amsterdam,
an Holland zjjn bjj
»aar Voor Militairen
elder
end geldig,
billgfc mogeljjk
agenten :H.Pt1
7ELD, Nieuweslai»
Directie te Ylaar-
>E DIRECTEUR
mm m md
aasgga
UITGEVER:
SOMMELSSPSJM.
I. Hoevenaarvan Lith.
v. d. Duinstraat 49.
Binnenrotte 137 en
Oppert 146.
Amsterdam. DanielsStalperlsfraat 66.
Hoogstraat 39®,
Raamstraat 54.
I. Hoevenaars van Lith.
ZIIüRIRZEE, Fosfstraat C 11®. ELLEfflEET. (Eiland Schouwe».)
Slot.
I. Hoevenaars van Lith
AANTEEKENINGEN.
De Joden worden in Rusland in vele opzichten
gelijk gesteld met losgelaten misdadigers en
bannelingen. Van alle staatsambten zijn zij uit
gesloten, en nergens in het rijk mogen zij zich
vestigen of tijdelijk verblijf honden, dan in het
hun aangewezen gebied, bestaande uit 15 gou
vernementen in het Westen en Zuiden des rijks.
Hiervan zijn uitgezonderd1 o. kooplieden, tegen
betaling van 1000 roebels jaarlijks; 2o. ieder,
die zioh een aoademischen graad verworven
heeft, wat eohter aan weinigen te beurt valt,
want binnen het aangewezen gebied mogen niet
meer dan 10%, buiten dat gebied 5%, en in
Moskou en Petersburg slechts 3% van bet aan.
tal studenten Israëlieten zijn; 3o. handwerks
lieden, echter op voorwaarde, dat zij hun hand
werk uitoefenen worden zij hiertoe door ouder
dom of gebreken ongeschikt, dan moeten zij
naar het Jodengebied terugkeeren. Aan deze en
vele andere vernederende bepalingen zijn in 1882
nog de zoogenaamde Meiwetton toegevoegd, welke
in hoofdzaak het volgende inhouden: Het ver
bod aan alle Joden de bevoorrechten niet
uitgezonderd lo. om zich huiten de steden
te vestigen (waardoor in vele steden binnen het
Jodengebied overbevolking ontstond); 2o.grond
te koopen of te paohten (hierdoor werd het
velen, die reeds gevestigd waren, onmogelijk te
Wijven of hun beroep uit te oefenen); 3o. op
Zondagen en andere Christelijke feestdagen hun
beroep nit te oefenen.
Deze wetten werden uitgevaardigd met het
doel den Joden het leven in Rusland onmogelijk
te maken, en hen de keus te laten tusschen
stervon of het land verlaten. De toch reeds
overbevolkte steden moesten al de verdrevenen
uit de dorpen ook nog in zich opnemen, zoo-
dat, om een enkel voorbeeld te noemen, in de
stad Tchevingcw het aantal Joden binnen 18
maanden van 5000 tot 20000 steeg. Bovendien
werden er nog duizenden uit andere deelen des
rijks heengedreven: slagers, bakkers, glazen
makers, drukkers, die opeeus niet meer tot do
handwerkslieden gerekend werden. De ongehoor
de concurrentie braoht volen tot armoede; en
daar soms verscheidene huisgezinnen twee of
drie kamers bewoonden, kwamen er besmettelijke
ziekten, zoodat er een langzame moord op hen
gepleegd wordt. Zij trachtten daaraan te ontkomen
door in grooten getale het land te verlaten,
terwijl anderen, wier toestand niet zoo beklagens
waard was, omdat zij zioh door veel inspanning
het recht verworven hadden buiten de grenzen
van hot gebied te wonon, onbarmhartig verdreven
werden op grond van allerlei voorwendsels.
Hierbjj zij nog opgemerkt, dat de wetten in
Rusland voor allerlei uitlegging vatbaar zijn,
vooral waar zij betrekking hebben op de gehate
Israëlieten. Men is eigenlijk nooit zeker, wat
men doen of laten mag, zoodat vijandig gezinde
oveiheidspersonen altijd een wapen in de hand
hebben. Ook laat het regeeringstelscl veol te
wonschen over: omkoopbaaiheid onder de rech
ters, oneerlijkheid en [afpersing onder alle re-
geeringsbeambten is regel. Geld is er altijd
noodig om zioh recht to verschaffenheeft men
ditniot, dan doet men wjjzer zich allo mogelijke
onderdrukking en onrecht to laten welgevallen,
dan zich te gaan beklagen bij de overheid.
Ter opheldering zij ook nog meegedeeld, dat
er in Rusland tweeërlei rechtspleging bestaat,
vooral wanneer het een staatkundige misdaad
geld. Iemand kan voor een regelmatig gerechts
hof gebracht worden, of „op regeeringsmanier"
onschadelijk worden gemaakt. In het eerste geval
wordt hij, van schuld overtuigd, veroordeeld
tot gevangenisstraf of verbanning naar Siberië;
in het tweede wordt hij eenvoudig, zonder ver
hoor, naar een afgelegen streek van het rijk
gevoerd en daar onder politie toezicht gesteld.
Dit gebeurt, wanneer de overheden hem voor
een gevaarlijk persoon houden, maar er geen
bewijzen jvan sohuld voorhanden zijn. "Van dezo
macht wordt niet zelden' misbruik door hen
gemaakt om personen te verwijderen, tegen wie
zij vjjandig gezind zijn.
TV