I.
[J.
THEE
E. BRAND SM
argang No. 429.
:n.
;k
Vrijdag 19 Januari 1894.
Antirevolutionair
in hoc sign o vi n<
tboekhoven
"gaan
de verstootenen
It 70
n.
franco,
A
I
I
FEUILLETON.
Jodenvervolging in Busland.
V
oliede
Hl,
ORTT.
|6,
lm,
iie tijd
Februari
fS.
O.
f*#»
melsdy*.
Deze Courant Terschijnt eiken Trijdag.
Abonnementsprijs per driemaanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 8,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cont.
uitgever:
SOMMELSBIJli.
A n T E KI R A M
de Hoefesclie ^AUcir^ent elke regel meer 10 cent en 3/2 maal.
<3. Brand.. .el en 4/3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Alle stukben voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uifg-ever.
Uit de Pers.
Bij de Dinsdag gehouden verkie
zing voor een lid der Tweede Kamer
der Staten-Generaal in het hootdkies-
district Goes werden uitgebracht
2658 stemmen. Aantal geldige stem
men 2640. Volstrekte meerderheid
1321.
Hiervan werden uitgebracht op
den heer Prof. Jhr. Mr. A, F. de
Savornin Lohman 1563 en op
den heer Stigter 944 stemmen.
Blanco 36 en van onwaarde 9 stem
men, zoodat is gekozen de heer De
Savornin Lohman.
Dat de liberale candidaat zou zijn
gekozen, zegt de Boodschapperdaar
aan is door ons geen oogenblik ge
dacht ondanks de tactiek dek
Goesche liberalen, wier orgaan de
Goesche Crt., naar de Zeeuiv terecht
opmerkte, onbekwaam is beginselen to
bepleiten of te bestrijden, ondanks
ook den steun, dien de roomschen
officieel aan de liberalen gaven.
Dat evenwel onze candidaat zöö
veel stemmen, ruim 700 meer dan
zijn tegencandidaat, zou hebben
verkregen, neen, dat konden wij niet
hopen. Het bewijst weer, hoe de heer
Lohman in de harten van ons
volk leeft, hoe het zijn groote dien
sten aan de christelijke school en aan
zoovele andere belangen bewezen,
weet te waardeeren.
Wij verblijden ons hartelijk over
dezen schitterenden uitslag, die wel
bewijst welk een vast en hecht bol
werk Goes voor de anti-revolutionaire
partij is.
Geve de Heere de gekozene sterkte
en wijsheid, spare Hij hem nog zeer
vele jaren voor ons vaderland en voor
onze partijen hopen wij dat zijn
weder-optreden in de Tweede Kamer
in hooge mate bevorderlijk zal zijn
aan de zaak van Gods Koninkrijk, aan
de verbreiding dor anii-revolutionaire
beginselen en aan de samenbinding
van onze geestverwanten in de Kamer,
waarin wij ons het zij met dank
baarheid erkend in den laatst én
tijd, bepaaldelijk bij de beraadslagin
gen over
de kieswet, meermalen
mochten verheugen.
Het Centrum zegt van den uitslag
der verkiezing in Goes:
Onze lezers zullen zich met ons
verheugen over dit resultaat. De heer
Lohman is met een zeer krachtige
meerderheid gekozen, nóg krachtiger,
dan die waarmee in 1891 wijlende
heer Keuchenius zegevierde (1561
van de 2892 stemmen.)
Yoor de Tweede Kamer is de
verkiezing van den oud-minister van
Binnenlandsche Zaken een aanwinst.
Een man als Lohman hoort hierin
thuis en kan daar door zijne adviezen
nog vele goede diensten bewijzen.
Ook voor een definitieve regeling
van het kiesrechtvraagstuk achten
wj zijn terugkeer in ons Lageihuis
geen slecht verschijnsel. De heer
Lohman behoort niet tor de verdedi
gers van een „star conservatisme,"
en ongetwjfeld zal hj bereid worden
gevonden, mede te werken tot de
aanneming eener kieswet, die inder
daad een oplossing geeft.
Bovenal moeten wij er ons intus-
schcn over verheugen, dat de anti-li
berale parijen in het district Goes
zulk een glansrijke overwinning heb
ben behaald, dat bl jkbaar van katho
lieke zj le niet het oor is geleend
aan duistere en verkeerde adviezen
en dat een zetel van ons Parlement,
met eere door een christen-staatsman
bezet, thans weder door een anderen
christen-staat3inan van
dienste zal worden ingenomen.
ver-
Jhr. Alexander Frederik de Sa
vornin Lohman werd den 29en Mei
1837 te Groningen geboren, waur
hij ook zijn opleiding aan liet gym
nasium ontving en als student in de
rechten o. a. met één zijner latere
meest geprononceerde tegenstanders
den heer Yan Houten studeerde.
Na zijn promotie werd hij op 25;
jarigen leeftijd reeds als rechter te
Appingadam aangesteld en later als
raadsheer te 's-Hertogenbosch. In
1884 werd hij benoemd door het di
rectorium van do Yereeniging- voor
Hooger onderwijs op gereformeerden
grondslag als hoogleeraar in de rechts
geleerdheid welke benoeming hij tot
blijdschap van zeer velen,'tot verba
zing van niet weinigen aanvaardde.
De heer Lohman wist, dat die betrek
king in het oog der wereld geen
eere-post wasmaar hij verkoos ook
hier met het volk Gods kwalijk ge
handeld te worden.
Prol. Woltjer schreef van hem
in het Weekblad de Amsterdammer
jaargang 1890:
„Praetisch in den edelen zin en
schoenen zin van dit dikwijls mis
bruikte woord is het streven en wer
ken van Lohman in de praetische
politiek, maar niet minder op het
gebied der wetenschap.
„Waar hij sedert 1884 aan de
Vrije Universiteit als hooglcoraar
voor het Staatsrecht en het strafrecht
werkzaam jvas, daar heeft hij het
getoond, dat hj steeds trreid is om
zijn bel jdenis in een daad om te zetten.
„Dat er studenten zjn, die hoewel
niet aan de Yrije Universiteit stu-
deerende, het toch wenschelijk ach
ten de coleges van Lohman te hooron,
is zeker in meer dan een opzicht
verblijdenddat het er zoo weinig
zjn, pleit niet voor den ernst van
het part jdig onderzoek, waarop men
hoopt; maar dat er nog zoovele
jongelieden zjn van anti-revolutio
nairen huize, die hun afkomst ver
loochenende, liever den grooten
stroom volgen, dan in eenvoud en met
moed den smaad der Yrije Universi
teit te dragen, ter wille van het be
ginsel, dat is droevend, dat zou den
moed van minder sterke naturen dan
Lohman kunnen breken."
schillende
ïoedoroede
telleTOetelui»
pluis
uur(l,4C.
Jirnis
1(2,25)
endam
a. 5 uur
5,30 uur
6,30
im. 1,30 ui.'
25 Januari
IEL.
vm 4,30 uur
6,30 uur
erdag enZa-
JIS.
ïGKEN nij'l
de plaatsen
III."
tijd
aur.
tijd.
uur.
min. na het
It vertrek u t
Amsterdam
land zijn bjj
or Militamn
geldig.
k mogeljjk
H. P. v. a
Nieuwesluie
fcie te Ylaai
ECTEUR.
irden,
eestal
mm m mimmiAmmm
TM DC flflBlf
Alleen in verzegelde pakjos voorzi
bovenstaand gedeponeerd Handelsmerk
krijgbaar op Overflakltee te
Goederoede
Den Bommel,
Nieuwe Tonge,
Oude Tonge,
Sommelsdijk,
Middelharnis
Dirksland,
C. Kuijper
A. Zuidijk.
A. van Eesteren
A. C. A. Foots.
p. van Driel.
A. Vroeg in/de 1
L. C. Boudelin
A. Teepe.
A. "Waterman.
K. F. Meijer.
J. v. d. Gevel.
A. G. P. de V
J. de Gast.
Stad a. 't Haringvliet, C. van Wageniij
J. v. Dijke.
Ooltgensplaat, L. Dorsman.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmiddag 12 uur.
29.) OP DE
HOOFDSTUK IX.
TELEURGESTELDE VERWACH
TINGEN.
„Mijn verloofde moet de stad verlaten, me
vrouw," antwoordde zij haastig, en ktek toen
weer Terlegen Yoor zich.
„Wel, kind, is het dat!" zoi moTrouw Wais-
oovitz glimlachend ,,hij z*l toch zeker spoedig
terugkeeren, nietwaar
„Neen, dat is het juist," antwoordde Din:;,
„hij mag in 't geheel niet meer terugkeeren
„In 't geheel niet Wat heeft hij dan gedaan?"
„Niets kwaads heeft hij gedaan, mevrouw,
maar hij wordt niet meer onder de handwerks
lieden gerekend, en mag dus hier niet meer
wonen,"
„Maar er moet tooh een reden voor zijn
verstaat hij soms zijn vak niet goed, en is hij
daarom uit het bakkersgilde gebannen
„Neen, mevrouw dat jis het niet! maar da
overheid heeft uitgemaakt, dat bakkers, slagers,
glazenmakers en en nog
anderen, niet meer gerekend kunnen wordan
een handwerk uit te oefenende Israëlieten
onder hen moeten dus allan terugkeeren binnen
de grenzen van het Jodengehiad, waar het toch
alzoo moeielijk ie een bestaan te vinden 1"
„Wel, wel, dat is inderdaad erg, hoorl En
wanneer moet hij vertrekken?"
„Binnen dertig dagen reeds hij zal dus alles,
huis en zaak, tegen een spotprijs moeten over
doen, want iedereen weet immers, dat hij Bloohts
heeft te kiezen tusschen weinig of nietsal onze
plannen voor de toekomst zijn dus op eenmaal
in dnigen gevallen; or kan niets meer van ko
men En deze gedachte deed het arme meisjo
opnieuw in tranen uitbarsten.
In het woonvertrek teruggekeerd, vertelde
mevrouw Waiscovitz hetgeen zij vernomen had
aan Rebekka, en voegde er zuchtend bij„Hoe
lang zal ong volk nog verdrukt, verbannen en
verworpen worden
„Zoolang het den Messias blijft verwerpon,
en zich voor Hem niet buigt," sprak Rebekka
zacht maar beslist, doch zonder op te zien.
„Wat zegt ge kind?" riep mevrouw Waisco-
vits ontsteld uit.
„Ons volk heeft den Messias smaadheid aan
gedaan, moeder, en Hem van do aarde verban
non," hernam Rebakkamet moer vrijmoedigheid!
„en nu ondervindt het de gevolgen van die
vraeselijke daad."
Haar moeder werd doodsbleek, doch sprak
geen enkel woord; blijkbiar had zjj thans Re"
bekka's bedoeling begrepen, en wilde er in 't
bijzijn van andereu niet verderop doordringen.
Er heersekte nu gedurende eenigen tijd een pijn
lijke stilte, slechts afgebroken door het eentonig
getik der breinaalden of [het gesnor van he'
spinnewiel. Eindelijk kwam do oude heer Mi-
randi weer binnenzijn echtgenoote was in een
liohte sluimering gevallen, en van de anderen
durfde niemand hem vragen wat er gebeurd was,
terwijl hij zelf in somber gepeins verzonken
voor zich bleef zien,
Zoo ging de avond voorbij; de heer Joseph
Mirandi kwam eerst laat thuis en Mesech, die
wat eerder kwam, scheen van de zaak niets te
weten; althans hij was vroolijk en luchthartig
als gewoonlijk. Eer men zioh ter ruste begaf,
nam mevrouw Waiscovitz hare dochter even
terzijde en sprak fluisterend: „Kom even op mijn
kamer en verklaar u nader."
Een poosje later bevond Rebekka zich met
haar moeder alleen, en legde nu een vrijmoedig
getuigenis af van haar Heer en Heiland. Me
vrouw Waiscovitz was verslagen.
„Ongelukkig kind," sprak zij ten laatste^
„meent gij wijzer te zijn dan onzo leeraars,
die Hem een bedrieger noemen P Wilt gij u
soharen bij Zijn volgelingen, onze onderdrukkers
Bedonk, dat de toorn van Jehovah zwaarder is
te dragen, dan de zwaarste ondei drukking Zij
ner vijanden."
„Die den Zoon ongehoorzaam is, de toorn van
God blijft op hem," zei Rebekka op een toon,
die van diepe ontroering getuigde. „O, moeder,
Hijzelf, Jezus Christus, heeft die toorn gedragen,
waaromier wij hadden moeten bezwijken, en
de straf, die ons den vrede aanbrengt, was op
Hem."
„Zwijg, kind," sprak mevrouw Waiscovitz
blijkbaar get: often; „ga nu heen, ik zal er metf
Mirpndi over oproken, hij is beter thuis in de
Schriften dan ik."
Eenige dagen verliepen erallen gevoelden,
dat hen oen dreigende wolk boven't hoofd hing,
maar zij lioopton, dat hij nog afdrijven zou;dit
was echter hot geval niet.
Alle moeite is tevergeefs geweest, vader,"
sprak do lieer Joseph Mirandi op zekeren avond,
„men blijft er bij, dat het beroep van azijnfa-
brikant geen reclit geeft buiten de grenzen van
hot Jodengebied te wonen; wij moeten binnen
drie weken vertrekken!"
Ontzet keek do grijsaard hem aan. „Maar
Joseph," riep hij uit, „dertig jaar liob ik hier
reeds gewoond, hebt ge dat niet gezegd?"
„Welzeker, vader, maar men neemt het niet
in aanmerking; mijn verzoek om tenminste
onze Daniel nog één jaar hier te laten blijven,
tot hij zijn studiën voltooid heeft, is ook afge
slagen," vei volgde hij op hitteren toon; „de
arme jongen, nu is al zijn hoop vervlogen! En
wat heeft het een moeito gekost hem geplaatst
te krijgen!"
„Wat zullen wij tooh beginnen, Joseph?"
hernam de grijsaard weer. „Waar zullen wij
van leven
„Ik weet het niet, vader," was het moedelooze
antwoord; „het beste zou nog zijn te sterven,
want niets dan ellende en ontbering staat ons
en onze kinderen te wachten."
Intussohen werd er op de boerderij van Bal-
tikof vroolijk bruiloft {gevierd, doch zonder bran
dewijn en dans, wat wel een bijzonderheid mocht
heeton, want de Russisch® hoer, vooral in 't Noor
den, kan zioh moeielijk een feestelijkheid voor
stellen, zonder dronkenschap en uitgelatenheid.
Ruth, hoewel stil als gewoonlijk, zag er toch
vergenoegd uit, waartoe zeker do tegenwoordig
heid van haar Benjamin, wiens schoon gelaat
en flink voorkomen zij tolkens in stilte bewon
derde, veel bijdroeg. Lea was er ook, doch slechts
op uitdrukkelijk verlangen ven haar schoon
zuster Judith, en voornamelijk om deze behulp
zaam te wezen bij do toebereiding der verschil
lende gerechten, waarbij do lekkernijen, waarop
Levi en Nathan reeds hadden gehoopt, niet
achterwege bloven. Zoo'n prettigen dig haddon
de jongens in langen tijd niet gehad, zij wensoh-
ten niet liever, dan dat er maar spoedig weer
iemand van de familie ging trouwen. Er was
echter heel wat andei'3 aan de beurt! Een week
nadat Judith vol blijde verwachting met haar
echtgenoot vertrokken was naar Palitzy, vindon
wij het gezin van Levi Ballikof om den avond-
disch gezeten, bestaande uit zwart brood en
zure kaas.
„Daar is (waarlijk Maekir nog riep Lev;
opeens uit en keek verbaasd naar do deur, die
juist geopend was. Zoo laat op den dag kwam
zijn broeder nooit in do stad er moest dus iets
bijzonders gebeurd zijn. Iets goeds was het ze
ker niet, want hij zag or zoo neerslachtig uit,
zoo geheel anders als gewoonlijk, dat allen hem
ontsteld aankeken.
„Judith is teruggekomen," begon hij na oen
zwijgende groet„haar man is verdreven uit
Palitzy
„Simon Nitschewo verdreven!" sprak Levi
op een toon van de uiterste verbazing„maar
dat moet een vergissing wezen Hij is immers
in Palitzy geboren, en heeft er Bedert altijd ge,
woond Aangenomen nu dat (Het een dorp en
geen stad is, zooals men lang gemeend heeft,
dan mogen tooh alleen zij verdreven worden,
die er voor Mei 1882 niet gevestigd warenen
hij moet tooh wel als zoodanig ingeschreven
staan
„Jawol," zei Machir, „dat is alles waai', maar
gij weet tooh ook, dat do wet naar goedvinden
uitgelegd kan worden en men, onder den schijn
die te handhaven, altoo3 oon stok kan vinden
om ons te slaan Het goval j is, dat Nitschewo
ter oorzake van zijn huwelijk eonige dagen bui.
ten Palitzy heeft vertoefd om [er daarna met
zijn vrouw terug te koerenwelnu, men rolcendo
dat hij zich toen pas daar kwam vestigon, waar
om hij maar dadelijk weer vertrekken moest."
„Maar zou het niet goed wezen, Machir, als
hij er don districts-gouverneur mee in kei nis
stelde
„Meent ge dan waarlijk, Levi, dat dio zich
inlaten zou met de klachten van een Israëliet?
Maar zelfs indien hij zich daartoo verwaardig
de, en onderzoek deed, dan zou er toch zooveel
tijd vorloopen, eerdat de zaak uitgewezen was
dat Nitschewo inmiddels toch genoodzaakt zou
wezon elders een bestaan to zoeken. Ik ben
echter zeker, dat het hom in geen geval iets
baten zou; is niet het gansche regeeringstelse
een weefsel van onrecht en willekeur? Ilooveel
te meer dan, waar het geldt ons, Israëlieten."
„En wat donkt Nitschewo nu to gaan doen?
vroeg Levi weer.
„Dat is het juist, waarvoor ik heer kom," zei
Machir; „ik wilde u vragen, ten eerste, of gij
hier ook kennissen hebt onder do winkeliers en
er wellicht een weet, die hem als winkelbediende
of desnoods als loopknecht zou kunnen gebruiken
en ten andere of gij hem en Judith ook eonigo
dagen zoudt willen logoeren, tot zij een woning
gevonden hebben, gij weet, aan alle Israëlieten
is zelfs een tijdelijk verblijf op het platteland
verboden, on do politie schijnt tegenwoordig
weer hijzonder waakzaam to wezen in dat
opzicht."
Levi zag zijn vrouw aan en deze knikte
toestemmend.
„Ik wenschte," zoi hij toen, „dat hot eerste
gedeelte van uw verzoek zoo weinig bezwaar
opleverde als het tneedede monschon
verdringen hier elkander om iets to vordionen,
en steeds wordt hot aantal grooter van hendio
opeens broederloos geworden, door verdrijving
uit hun woonplaats, al het mogelijke doen om
een bestaan to vinden; en in den handel neemt
de ooncurrentie zoo sterk toé, dat men de waren
bijna tegen inkoopsprijs omzetten moet om nog
iets te verkoopen. Tk woot inderda d niet waav
'theen moet met ons!" En sombor koek hij
voor zich heen. „Maar wacht eens," ging hij
peiuend voort, „wellicht zou Mesech Mirandi
hem kunnen plaatsen, zijn bediendo heeft plan
het land te verlaten en in Amerika zijn geluk
te beproeven, maar ik weet niet, vyanneer hij
denkt to vertrekken.
In elk geval zal Mirandi doen wat hij kan
om u ta helpen, want hij is do welwillende
opname ten uwent nog niet vergeten, toon hij
vior jaar geleder, uit Palitzy verdreven werd,
en nog dikwijls spreekt hij over do liefderijke
verpleging zijner echtgenoote door Judith.
Bovendien, hij kent Simon Nitschewo zelf ook,
niet waar?"
„Ja, hij hoeft vroeger wel zaken met hom
gedaan.
„Welnu, laten wij hom samen nog even
opzoeken om er over te sproken, hij woont hier
dicht hij