1
Vrijdag 3 November 1893.
Achtste Jaargang. N
Antirevolutionair
Ï!J!)J! Ifll 2Ö3M0MS11B11S lil 2I1TOISÏÏI Mil
aat 70
ijn.
a Newton
1893.
IN HOC SIGNO VINCES
T-BOEKHOVEN
SOMJHELSBIJK.
FEUILLETON.
DE VERST00TENEN
Jodenvervolging in Rusland.
110
)s I). A
L. ORTT.
JES
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
Alle stukken voor üe Redactie bestemd, Advertentiën ea verdere Administratie franco foe fe zenden aan den liifgever.
Het christelijk Hooger-
OnderwUs.
In de vorige week, Woensdag 25
October, is er te Leiden eene hoogst
belangrijke vergadering gehouden,
waarvan wij ook in dit blad moeielijk
kunnen zwijgen, omdat het geen ker
kelijke vergadering was, maar eene
vergadering, gewijd aan de bespre
king van eene der meest ingrijpende
volksbelangen.
Wij bedoelen „de provinciale
Universiteits vergadering.'Eerst sprak
Ds. Kudolph van Leiden daar een
openingswoordvervolgens leverde
Ds. Sikkel uit den Haag een referaat
over het verband tusschen de Gere
formeerde Kerken en de Vrije Uni
versiteit, daarna sprak Prof. Jhr.
A. F. De Savornin Lohman over de
beteekenis van het hooger onderwijs
voor de volksontwikkeling en einde
lijk Ds. Biesterveld van Rotterdam
over den invloed der Vrije Univer
siteit op bet volksleven.
Deze eerste provinciale bijeenkomst
mag uitnemend geslaagd beeten,
want schier uit alle plaatsen der
provincie waren enkele of vele onzer
geestverwanten opgekomen. De groo
te „stads-gehoorzaal" was bijna geheel
gevuld.
Zulke vergaderingen zijn daarom
zoo nuttig, dewijl daar altijd nog
eens weer opnieuw in helder licht
wordt gesteld, dat de Vrije Univer
siteit veel meer beoogt dan enkel
het kweeken van predikanten.
Wel ontkennen wij niet, dat in
zonderheid de Gereformeerde Kerken
veel van zulk eene Vrije Gerefor-
Universiteit profiteeren, maar daarom
is deze nog volstrekt geen kerkelijke
inrichting. Neen, het is eene planting
der wetenschap, welke een vrij en
zelfstandig leven leidt, maar dan
ook daarom den ernstigen steun
verdient van allen, die de gerefor
meerde leer zijn toegedaan, afgezien
van het kerkelijk instituut, waarin
zij vertoevenja, die den steun ver
dient, van allen, die het licht van
Gods Woord voorde beoefening der
wetenschap noodzakelijk achten.
Immers, nog maar al te dikwijls
hoort men over de hoogescholen
spreken, alsof het geloof met de
wetenschap niets of althans niet veel
te maken had. Maar dat is een groote
dwaling. Het ware geloof staat niet
naast het leven, maar het dringt in
het leven des menschen en refor
meert heel dat levenook het we
tenschappelijk leven, het brengt de
wetenschap op andere paden en
richt haar op een ander doel. Niet
alsof de geloovige geleerden geen
winst zouden kunnen of willen doen
met hetgeen vele stoute denkers on
der de ongeloovigen bijeengezameld
en doordacht hebbenmaar de ge
loovige geleerden leeren eerst het
rechte verband der dingen kennen
zij bewegen zich op vasten bodem
dewijl zij uitgaan van het onfeilbaar
gezag der II. Schrift. Dit is met
de ongeloovige geleerden zoo geheel
anders. Deze hebben geen enkel vast
uitgangspunt, en geen enkele vaste
lijn, waarlangs zij voortwerken. Zij
zijn den luchtreizigers gelijk, die
ja wel eens eenigen tijd in dezelfde
richting kunnen voortdrijven, maar
die toch bij verandering van wind
richting ook weer dadelijk in een
anderen koers worden medegevoerd,
en die tevens bestendig in gevaar
zijn, dat zij op hun reis verongelukken.
Zij nemen somtijds voor een oogen
blik een zeer hcoge vlucht en wekken
dan ieders bewondering op, doch om
soms weldra daarna het voorwerp
van innige deernis te worden.
Het kan dan ook niet anders,
of zoolang onze Nederlandsche natie
nog prijs blijft stellen op beoefening
der wetenschapen dat doet zij
zoolang te midden van die natie
een breede groep gereformeerde*be-
lijders leeftzoolang zal zich ook
de toeleg openbaren om afzonder
lijke scholen voor de hoogere weten
schap op te richten en in stand te
houden. Zulke scholen zijn eenvou
dig een natuurlijk opspruitsel uit
het organisch saamleven der geloo-
vigen, evenals b.v, het zoeken van
een chistelijke paedagogiek, het
voorstaan van een antirevolutionaire
politiek, het nastreven van de rechte
sociale verhoudingen, het steunen
van inrichtingen ter bestrijding der
onzedelijkheid en tal van andere
zaken meer. Wel staat nu het in
stituut der kerk tusschen al deze
vertakkingen van het leven der
geloovigen inja het kerkelijk in
stituut, is de hoofdtak, die aan alle
andere takken stevigheid geeft, en
tevens ook weer door die omrin
gende takken beschut wordt; maar
al die takken hebben niettemin een
afzonderlijk bestaan zij trekken hun
sappen niet uit een bepaalde kerke
lijke inrichting, voor den openbaren
eeredienst, maar uit het organisme
dor kerk, waarin de Heilige Geest
Zijne kracht openbaart.
Wet-leden van de Gereformeerde
Kerken kunnen dus zeer wel de
Vrije Universiteit steunen en hare
vergaderingen bijwonen, of van het
daar verhandelde kennis nemen; zij
moeten dat zelfs doen, indien zij
Gods Woord eer en en ons Vader
land liefhebben, onze nationale ont
wikkeling voorstaan.
Een volgend maal hopen wij
eenig verslag van het te Leiden
gespronene te geven.
Thans slechts nog eene opmer
king. Er was debat aangekondigd
maar de referaten waren grooten-
deels veel te uitgebreid om tijd voor,
debat beschikbaar te laten.
Zoo iets komt in onze vergade
ringen meer voor. En in plaats van
een degelijk debat, krijgt men dan
een paar losse lansstooten. Dit moest
niet aldus zijn. Men moest öf en
kel een voordracht houden, of een
kort referaat met een breed debat,
waardoor men iets verder kwam en
eenige verheldering van inzichten
kon worden verkregen.
(SAN LUIS VALLEI).
In
ts 90 cent.
us Christus,
tot Cod en
uk. Prijs 40
ge troost in
e druk. Prijs
0 cent, voor
f 1,25.
der Gezalig-
e druk. Prijs
mg van ware
deumensch.
oor 10 ct.
Jore. Uit het
ooman. Pi ijs
leszelfs dood
d Cecil. Prijs
Men kan
ieder werkje
;n daarachter
in eens 90 ct
w *1,25.
en Newton
ïtvangst van
agde vermeld
SLAGTEB
en Goedereode
n Helleroetaluis
e Oct. nm. 2 uur
voetsluis
m 2 uur (1,40.
r(2,40)
elliarnia
uur (2,25)
(3,25)
tellendam
lendam
ber 4,15 (3,55)
rstaat
ilNfl,
rdam,
voorin. 5 uur
erdam
-rdam,
endam,
msche tjjd
edere maand en
RNÏS.
m 5.uur
vm. 6,30
'ks nm. 2, uur
tste Donderdag
IN«.
mis!
g 19 Oct.
tsluis.
DINGEN naar
gende plaatsen
en III."
8|
nden.
en.
ocale tijd
.06 uur.
.03
.16
tion.
S:
ocale tijdj
7.52 nur.
.50
.10
30 min. na het
na het vertrek uit
age, Amsterdam
Holland zijn by
Voor Militairen
d geldig.
illijk mogeljjk
tenH. P. v. d.
D, Nieuwesluis;
irectie te Vlaar-
DIRECTEUR.
,Sotnmelsdijk
UITGEVER:
Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en 2 maal.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en V3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmiddag 12 uur.
18.) OF DE
HOOFDSTUK
VI.
PLANNEN VOOR DE TOEKOMST.
„Vader zegt, dat de meeste Joden
nihilisten zijn," zei een groote, ruwe
knaap, „en dat ze maar allen tegelijk
verbannen moesten worden, die vreemde
vagebonden 1"
Benjamin was beurtelings rood en bleek
geworden, en ware niet juist de school
deur geopend, wellicht zou er een hevige
kloppartij gevolgd zijn, die voor hem niet
dan kwade gevolgen had kunnen hebben.
„Ik mag immers koopman worden,
moe? vroeg hij dien avond, zoodra hij
een oogenblik alleen was met zijne moe
der.
„Dat kan ik je nog niet beloven, kind,"
antwoordde zij zuchtend, „over eenige
maanden komt oom Mirandi hier, dan
zullen wij er samen eens over spreken,
maar mij dunkt gij moest liever een
handwerk leeren."
„Een handwerk, moe? Waarom zoudt
u dat beter vinden?"
„Wel kind, handwerkslieden mogen
zich vestigen, waar het hun goeddunkt,
en hebben dus altoos meer kans een goed
bestaan te vinden."
„Maar grootvader dan, en oom Mi
randi
Met opzet vermeed hij zijn vader te
noemen.
„Jongenlief," sprak zij, haar hand op
zijn schouder leggende, „meen niet, dat
gij het ooit zoover brengen zult! gij
hebt geen groot kapitaal om mede te
beginnen, en zult bovendien geheel aan
vreemden overgelaten zijn, wat zoomin
met uw grootvader als met uw oom het
geval geweest is; zij hadden een vader,
die hunne belangen behartigde
Met moeite bedwong zij hare tranen,
en haar stem beefde, toen zij voortging
„Van studeeren kan ook geen sprake
zijn, hoewel het mij voorkomt, dat leeren
uw lust iszelfs indien het ons mo
gelijk zou zijn de kosten daarvoor te
bestrijden, zoo is de kans om aan een
der universiteiten geplaatst te worden al
te gering voor een Israëliet."
Na dit gesprek dacht Benjamin er
dikwijls over na, welk handwerk hij dan
wel kiezen zou, en meermalen sprak hij
er over met Jonathan. Deze wenschte
niets liever dan landbouwer te worden,
evenals een broer zijns vaders, oom Ma-
chir, die een groote boerderij had op een
uur afstands van het dorp. Zijn vader had
er niets op tegen, want Levi, de jongste
zoon, een schrandere knaap van tien jaar,
was beter geschikt om hem in de zaak
behulpzaam te wezen en die naderhand
voort te zetten.
Jonathan verheugde zich reeds in 't
vooruitzicht de school te verlaten en bij
zijn oom te gaan inwonen. „Heerlijk
zou het wezen, vooral des zomers! In
plaats van den ganschen dag op de
schoolbanken te moeten zitten of in een
muffe werkplaats bezig te zijn, gelijk
Benjamin in 't vooruitzicht had, kon hij
door velden en akkers vrij rondloopen.
Aan de brandende zonnestralen, waar
aan hij den geheelen dag blootgesteld
zou wezen, dacht hij niet en des
winters, nu ja, dan zou hij moeten leeren
schoenen van boombast te maken, even
als zijn oom, maar dat zou toch ook wel
prettig wezen in de gezellige huiskamer
van de vriendelijke tante Judith."
„En als gij nu ook eens een handwerk
leeren moest, wat zoudt ge dan kiezen
vroeg Benjamin eens, toen zij weer over
hunne vooruitzichten spraken.
„Wat ik voor mij zei ven kiezen zou
weet ik niet," antwoordde Jonathan,
„maar als ik zooveel van boeken hield
als gij, dan werd ik boekdrukker."
„Inderdaad, dat was een goed denk
beeld," meende Benjamin, en als zijne
moeder en oom Mirandi het goed vonden,
dan wilde liij daartoe besluiten.
Zoo spoedde het jaar ten einde, en vol
hoop en verwachting van de dingen, die
komen zouden, traden de beide knapen
den nieuwen tijdkring in. Het jaar 1882,
voor de meeste Joden zoo noodlottig, was
aangebroken. Tegen het einde van April
vertrok Jonathan naar de boerderij, tot
grooten spijt van Benjamin, die zijn
neefje waarlijk liefgekregen had. Zijne
moeder troostte hem echter met de belofte,
dat hij, als oom Machir het goedvond,
de eerstvolgende vacantie op de boerderij
mocht gaan doorbrengen. Veertien dagen
verliepen er, toen Baltikof op zekeren
avond de woonkamer binnentrad r» et een
uitdrukking van diepe verslagenheid op
zijn anders zoo opgeruimd gelaat.
„Wij zullen deze woning en het dorp
moeten verlaten, Lea, wellicht heel spoe
dig," sprak hij, zijne vrouw aanziende.
„Deze woning en het dorp verlaten
riep zij ontsteld uit; „waar denkt gij
aan, Baltikof?"
„Ik denk aan wat ik zooeven vernomen
heb," antwoordde hij treurig; „dat geen
Israëliet voortaan meer in een dorp wo
nen mag."
„Kom, dat zal een los gerucht wezen,"
sprak Lea geruststellend; „waar zouden
al die dorpsbewoners dan heen moeten
„Wel, naar de steden, waar de concur
rentie toch al zoo groot is!"
„Daar zouden zij immers geen woon
plaats, veel minder een bestaan kunnen
vinden
„Daar bekommert de regeering zich
niet over Lea; integendeel, haar doel
schijnt juist te wezen ons tot het uiterste
te drijven, en ons elke kans te benemen
in ons levensonderhoud te voorzien, dan
moeten wij sterven of uitwijken naar den
vreemde. Dit meent men te moeten op
maken uit de nieuwe besluiten, die nu
weer ten onzen nadeele genomen zijn;
wat die eigenlijk inhouden, weet ik nog
niet precies, maar velen zullen er hun
bestaan door verliezen, dat is zeker. Er
moet ook nog iets in staan over 't koopen
of pachten van bouwlandhet is te hopen,
dat Machir in zijn boerderij zal kunnen
blijven
„Maar kom, mijn beste man, nu ziet
ge ook opeens alles zoo donker inge
maakt u noodelooj bezorgd!"
En dit scheen ook inderdaad het geval
te zijn, want maanden gingen er voorbij,
zonder dat er iets bijzonders gebeurde in
het dorp, waar zij woonden. Hunne be
zorgdheid week echter niet, want aller
lei onrustbarende geruchten kwamen
hen ter oore en van een hunner ken
nissen, die in de stad woonde, vernamen
DE HOLLARDSCHE KOLONISATIE
VTREENIGING.
Rilland-Alamosa P. O.
Conejos Co. Colorado, October 1893.
Aan
onze Nederlandsche Geloofsgenooten.
Geliefde Broeders eri Zusters!
Gij zult ongetwijfeld oenigszings bekend zijn,
met de moeielijkhedfii en bezwaren, waarmede
de Hollandscbe Kolonie in de San Luis Valley
te kampen heeft gehad. Dit was deels ten
gevolge van schandelijke misleiding, deels ten
gevolge van onze onbekendheid met de be
staande toestanden alhier. Door 's Heeren goed
heid "Zijn we nagenoeg alles te boven gekomen.
Onze landerijen hebben wij bewerkt en zij heb-
hen een tamelijk goeden oogst opgeleverd. Ech-
ter rekenen wij het volgende jaar met Gods
hulpe op een dubbele opbrengst. Dit jaar
was ons ee 1 leerjaar, daar bet irrigatie Bysteem
ons onbekend was. Nu zijn wij echter beter op
de hoogte en wij hopen het volgende jaar onze
landerijen beter te bewerken. Doch dit is niet
alles. Wij zijn er zoo van overtuigd dat de
vruchtbare San Luis Valley aan bonderden onzer
Land- en Geloofsgenooten een ruim bestaan kan
geven, dat wij de grondslagen gelegd hebben
eener Christelijke Kolonie. Drie belangi'ijke
zaken hebben wij daarbij in 't oog gehouden.
Vooreerst hebben wij gezorgd voor een Kerk-
fonds, zoodat wij ook bier kunnen opgaan naar
het Huis des Heeren. Ten andere hebben wij
gedacht aan een Schoolfonds, zoodat wij onze
kinderen naar een School kunnen zenden waar
alle onderwijs gegrond is op hot Wooid van
God. Ten derde is 't onze bedoeling geweest aan
diegenen onzer Land en Geloofsgenooten die
LOTSVERBETERING zoeken cn WERKEN
willen een rniin en eerlijk bestaan te versobaf-
fen. Wij hebben voor dit doel niet minder dan
50,000 akkers land gecontracteerd, hetwelk wij
verkoopen tegen 21 Dollars per akker, ofschoon
het land met zijne duro kanalen en waterwerken
een feitelijke waarde heeft van 30 dollars per
akker. Van eiken akker dien wij verkoopen^
zonderen wij 2 dollars af voor ons Kerk- en
Schoolfonds en voor de noodzakelijke uitgaven
onzer Vereeniging. Wij zijn voornemens ons
land te verdeelen in farms van 80 akkers ieder.
Meer land kan een farmer onder het irrigatie
systeem onmogelijk bewerken. Natuurlijk zijn
er maar weinigen, die 1080 dollars voor een
farm kunnen uitgeven. En ofschoon wij niet
zonder inkomsten onze plannen kunnen uitvoeren
en daarom ook rekenen op den bijstand der
meer gegoeden, zoo zijn wij voornemens het
zij, dat daar dagelijks joodsche kuisge
zinnen aankwamen uit de voorsteden en
naburige dorpen, waaruit men ken ver
dreven kad, wie kon zeggen, koe spoedig
de beurt aan ken zou komen
Zoo stonden de zaken, toen de heer
Mirandi een bezoek kwam brengen aan
zijne schoonzuster. En, helaas! bij kou
niet anders dan de treurige berichten
bevestigen. Overal heerschte groote ver-9
slagenbeid onder de Israëlieten, verteld
bij, ea op sommige plaatsen werden de
„Meiwetten" met groote gestrengheid
uitgevoerd, iets wat natuurlijk geheel
afhing van de gezindheid der stedelijke
bestureD, die er hun eigen uitlegging
aan gaven. Evenwel kon hij hun de ge
ruststellende verzekering geven, dat zij
vooralsnog niets te vreezen hadden, daar
de verdrijving alleen dezulken betrof,
die voor 3 Mei 1882 nog niet gevestigd
waren in eeu dorp of op het platteland,
en Baltikof had er reeds tien jaar ge
woond. Jonathan echter zou een ander
beroep moeten kiezen, want wat baatte
het hem den landbouw te leeren, als hij
zich buiten de stad niet vestigen, en
evenmin grond koopen ot pachten mocht.
Intusschen moest er een besluit ge
nomen worden aangaande Benjamin
zijn wenscli om boekdrukker te worden,
vond bij den heer Mirandi veel instem
ming. Hij zelf had een zoon, die dit
handwerk leerde aan een der grootste
boekdrukkerijen in Moskou, en hij hoopte
Benjamin daar ook wel geplaatst te
kunnen krijgen.
Zie de aanteekening aan het slot.
Wordt vervolgd.)