BIJVOEGSEL
HAAS- EN
van VrijdagVi O414.
BEHOORENDE BIJ
IN HOC SÏGNO WSES
We Sociale quaestie van
Ifiooai ciic zijde be
schouwd.
In de jonaste encycliek, op 8
Sept. jl. te Rome nifsfe vaardig-cl,
laat Paus Leo XIII zich over de sociale
quaestie uit in bewoordingen, die
ook onder de protestanten wel over
weging verdienen
De eerste kwaal wordt nader in
dezer voege omschreven
Ons dunkt, hier wordt de vinger
op de wonde gelegd, evenals in de
volgende omschrijving:
En wat het derde kwaad betreft,
hierover laat de Paus zich eveneens
op gevoelige wijze uit, als hij
schrijft
Wat nu het geneesmiddel betreft,
door den Paus tegen al deze ellende
aanbevolen, daarin staan wij lijn
recht tegen de katholieken over.
Hij toch recomandeert als het beste
middel het gebruik van den Rozen
krans van Maria. Maar dat neemt
niet weg, dat de Paus in sociale
quaestie een inzicht openbaart, dat
van gevoelens der antirevolutionai
ren weinig verschilt.
„Herhaaldelijk," zoo voegt hij
er bij
Er is naar onze overtuiging slechts
één weg om de maatschappelijke
verhoudingen weer gezond en dra
gelijk kan maken, en dat iste
rugkeer tot Hod en Zijn Woord.
Maar ook voor het 'nemen van goede
overheidsmaatregelen kan het zijn nut
hebben, dat de katholieke medebur
gers in hun kerk deugdelijk onder
richt worden omtrent den aard van
de sociale verwarring.
Gemengd Nieuws.
De zaak De Jong.
Drie kwalen vooral schijnen ons
hier het meest noodlottig in betrek
king tot het openbaar leven. Wij be
doelen den tegenzin in een eenvoudig
werkzaamlevende vrees voor en af
keer van het lijdenhet vergeten einde
lijk der eeuwige goederendie het voor
werp onzer hoop moeten uitmaken.
„Wij betreuren en zelfs degenen,
die alles tot de wetenschap en de
natuur terugbrengen, erkennen het
feit en betreuren het met ons. Wij
betreuren, dat de menschelijke samen
leving in onzen tijd een vreeselijke
wonde vertoont: de verwaarloozing
nameljjk van de plichten en deugden,
die de eigenschappen moeten zijn van
hen, wier levenskring in het verbor
gene en gewone ligt. In de huiselijke
maatschappij ontrekken zich de kinde
ren aan de gehoorzaamheid, die zij
aan hun ouders verschuldigd zijn zij
dulden geen tucht, tenzij deze toegeef
lijk is en zich plooit naar hun ver
langens. Bij den werkman openbaart
zich afkeer van den handenarbeid,
tegenzin in het ambacht, ontevredenheid
met zijn stand, een onzinnig drijven
naar hooger, een droomen van een
gelijkheid in bezit, die nimmer te be
reiken valtdoor deze en dergelijke
oorzaken wordt de plattelands-bevol
king in menigte er toegebracht om
den geboortegrond vaarwel te zeggen
en in steden bedrijvigheid en een ge
notvol leven te gaan zoeken.
Hieraan ook heeft men het toe te
schrijven, dat in onze dagen het even
wicht tusschen de verschillende klassen
der samenleving ontbreektalles is
geschokt, de gemoederen zijn ter prooi
aan haat en nijdhet recht wordt in
het openbaar geschondendoor èen be-
driegelijke hoop verleid, verstoren ve
len den openbaren vrede, veroorzaken
oproeren en weerstaan degenen, die
tot roeping hebben de orde te bewaren.
„Een ander zeer noodlottig kwaad,
en dat niet genoeg door ons kan wor
den betreurd, omdat het met den dag
dieper en schadelijker zjjn invloed doet
gevoelen, bestaat hierin, dat men wei
gert te lijden en met geweld alles van
zich afstoot, wat moeielijk schijnt en
in tegenspraak met de neiging des men-
schen. Inderdaad, maar al te velen
bouwen luchtkasteelen in
een denkbeeldigen staat der toekomst,
waar alle moeielijkheid zou verdwe
nen zijn en waar men in overvloed
het genot zou hebben van alle goede
ren, die het leven hier beneden kan
opleveren. Dit zoo hevig en teugeloos
begeeren van een gemakkelijk leven
leidt tot een verzwakking der geesten
bezwijken zij ook al niet ten eenenmale,
zij worden er door van een gedeelte
hunner kracht berooid, zoodat zij laf
hartig de tegenspoeden des levens ont
vluchten en op ellendige wijze zich
laten terneerslaan door het ongeluk.
„De derde soort van onheilen, waar
tegen een geneesmiddel moet gezocht
worden, openbaart zich vooral bij de
menschen van onzen tijd. Die van
vroegere eeuwen, indien zg al ook op
zondige wijze aan de goederen dezer
wereld gehecht waren, verachten daar
om nog niet geheel die des hemels
zelfs de wijsten onder de heidenen
hebben geleerd, dat dit leven voor ons
is een herberg, niet een bestendig ver
blijf De menschen van
onzen tijd evenwel, ofschoon onder
wezen in de leer van Christus, hech
ten zich voor het meerendeel aan de
voorbijgaande geneugten des levens,
niet slechts alsof het denkbeeld van
een beter vaderland en een eeuwige
gelukzaligheid uit hun geest was
weggevaagd, maar bovendien alsof
zij het geheel wilden uitroeien door
het te onteeren.
„Herhaaldelijk hebben wij de man
nen, die zich met het oppergezag in
de maatschappij bekleed zien, ver
maand, geen andere wetten te maken
of toe te passen, tenzij in overeen
stemming met de wet der goddelijke
gerechtigheiden met niet minder
ernst hebben wij degenen die, hetzij
door talent of verdiensten, hetzij door
hooge geboorte of fortuin, boven ande
ren staan, aangespoord, dat zij hun
krachten vereenigen, hun pogingen
aaneensluiten, ten einde de belangen
van den Staat te behartigen en de
ondernemingen te bevorderen, die zijn
bloei kunnen dienen."
VOLKLERËN DER MRllE.
Het is een feit, dat de verhouding tusschen
Italië en Frankrijk in den laatsten tijd meer
gespannen is dan ooit. Frankrijk moet het arme
Italië vooral bestrijden in zijne financiën, om
het zoo tot machteloosheid te brengen. De eerste
mogendheid ziet in Italië, als lid van het drie
voudig verbond, als vriend en vereerder van
den Duitschen keizer, natuurlijk een vijand, die
bestreden moet worden. En Frankrijk doet dit
in do laatste jaren langs den onbloedigen weg,
van de Italiaansche nijverheid en financiën, die
toch al in een erbarmelijken staat verkeeren,
nog meer den kop in te drukken.1
Het gewioht der millitaire lasten is zoo druk
kend voor het arme Italië, dat velen den oorlog
zouden wenschen om een oplossing van den
ondragelijk geworden toestand te verkrijgen.
De Italiaansche regering rust zioh geregeld
toe ten strijde, doch heeft het volk gerustgesteld,
met de mededeeling dat de militaire bewegin
gen en toebereidselen slechts met het oog op
het heerschen der oholera waren gesohied.
Deze verkla-ing is echter niet van dien aard
geweest, dat mensohen die wat verder dan de
oppervlakte der dingen zien, tot andere gedach
ten zijn gebracht. Deze blijven bij hunne meening
dat er onwêer aan de luoht is.
Een Italiaansoh blad meldt ook, dat de Itali
aansche gezant te Berlijn op speciaal verzoek
van de Duitsche Regeering aan zijn Gouvernement
verzooht heeft om aan de ontvangst der Engelsohe
vloot zoo grooten luister mogelijk bij te zetten,
opdat zij een contra demonstratie worde van
Toulon.
Spanje ziet zich mede voor ernstige moeilijk
heden geplaatst, door de gebeurtenissen in
Marokko. De onderhandelingen met den Sultan
van laatstgenoemd land duren voort, dooh in
middels maakt Spanje toebereidselen voor den
oorlog. Alle manschappen met onbeperkt verlof
zijn onder de wapenen geroepen. Dage lij ksworden
er troepen en wapenen naar Melilla gezonden.
De gouverneur van Melilla had Zaterdag een
onderhoud met een pacha, die den Sultan van
Marokko vertegenwoordigde.
De paoha verzooht om vrijheid van verkeer
tusschen de plaats en de Kabylen toe te staan.
De gouverneur weigerde dit en zeide, dan men
eerst de daders van den aanslag van den 2en
October moest straifen. De pacha antwoordde,
dat hij hoopte, dat de Sultan hen straffen zou.
Omtrent de werkstakingen in Frankrijk,
Belgle en Engeland valt weinig nieuws
te melden. De mijnwerkers volharden en worden
in hun verzet krachtig gestijfd door socialistische
volksmenners, die dagelijks redevoeringen houden
en oproer zaaien op dit voor hen zoo overvrucht
baar arbeidsveld. In Londen hadden gisteren
groote meetings plaats, waarop heftig uitgevaren
werd tegen de mijneigenaren, wier doel het was,
volgens de sprekors, om de mijn werkers vereeni-
gingen te vernietigen. Algemeen werd de wensch
uitgesproken, dat de mijnen onteigend zullen
worden door den Staat, en van regeeringswege
geëxploiteerd zullen worden.
Een echt socialistisch idee! Maar dit beginsel
wordt tegenwoordig door velen voorgestaan (en
op elk gebied) die zich niet gaarne socialisten
hooren noemen.
Dat de toestand echter in Engeland onhoudbaar
wordt, blijkt algemeen. Een Engelsche stoomboot
laadt thans steenkolen in voor Londen in Phila
delphia. Dit is nog nooit gebeurd.
De „ridders van den arbeid" hebben besloten
in het bekken van Charleroi de werkstaking
voort te zetten. De redevoeringen op de verga
deringen dragen een heftig kar ikter. Yele benden
loopen over het land rond onder een streng
toezicht der gewapende gendarmerie. De burger-
waoht is Zondagmorgen ten 3 ure opgeroepen
om de afdaling der mijnwerkers, die nog aan
den arbeid zijn, te beschermen. Een dynamiet
patroon heeft eenige stoffelijke schade aan oen
mijnwerkerswoning aangericht.
In Zwitserland wordt, gelijk men weet,
over gewichtige aangelegenheden in laatste in
stantie, door het volk beslist bij stemming. Wan
neer er eene volksstemming zal plaats hebben,
moeten er minstens 50 000 burgers het verzoek
tot de overheid doen.
Thans is de socialistische partij in Zwitserland
er in geslaagd het wettig vereischte aantal van
minstens 50.000 handteekeningen te verkrijgen
op hare aanvraag tot het houden eener volks
stemming over haar voorstel om in de bonds-
grondwet eene bepaling op te nemen, inhoudende:
dat het recht op voldoend loonenden arbeid iederen
Zwitserschen burger wordt gewaarborgd en de
bondswetgeving moet zorgen dat, onder mede
werking dei kantons en gemeenten, dit grond
beginsel op alle mogelijke wijze in practijk
wordt gebracht.
Wel een bewijs dat de socialisten in Zwitser
land talrijk zijn en aan invloed winnen.
MOORD TE AMSTERDAM.
Zaterdag in den laten namiddag, het
zal ongeveer 6 uur zijn geweest, ging
het te Amsterdam in het koffiehuis „Yan
ouds de Adelaar" vroolijk naar toe.
Men was aan het bekende rondjes
drinken, waarbij het te Amsterdam ge
bruikelijk is, om tot eindelijk afscheid,
nog een serie rondjes van halfjes te ge
ven, waarvan er minder dan drie op
twee heelen gaan.
Yrede en drank gaan nooit gepaard,
wat ook nu weder bleek, want eenige
van de rondjesvrienden (dit eenige
toont aan dat er menige rondjes zijn
gedronken) kregen twist over het betalen
van een rondje, dat zij aan zekeren
Jacques van Cleef wilden opdringen.
Deze had er echter genoeg van en ging
heen. De anderen waren daar echter
niet meê tevreden, ze meenden zeker
dat de pret nog niet lang genoeg ge
duurd had. Twee van hen gingen Van
Cleef achterna, pakten hem beet en mis
handelden hem zoodanig, dat hij er on
der bezweek.
De „Van ouds de Adelaar" staat hoek
Nieuwmarkt en Keizerstraat.
Tot het soort van spinneweb van stra
ten, waarvan de Nieuwe Markt het
middenpunt is, behoort ook de Ridder
straat, eene oude, in vroegeren tijd ta
melijk beruchte straat. In die straat
vluchten nu de moordenaars, maar zij
werden achterhaald en aan de politie
overgeleverd. Door dezen moord werd
eene vrouw tot arme weduwe en zes
kinderen tot weezen gemaakt.
Toen wij dit bericht ontvingen, herin
nerden wij ons eene oude beschrijving
van de vreeselijke gevolgen van den
drank. Die beschrijving is deze: Op ze
keren dag kwam de duivel bij een man
en zeide: Gij zijt ten doode opgeschre
ven, maar ik kan u gratie verschaffen,
als ge doen wilt wat ik zeg. Ik stel u
drie voorwaardenDood uw vader, mis
handel uw vrouw of drink sterken drank.
Wat moet ik doen? dacht de man.
Ik wil in 't geheel geen moord begaan
en nog minder op mijn vader, die mij
het leven gegeven heeft. Die voorwaarde
kan ik dus onmogelijk aannemen. Mijn
vrouw mishandelen Dat wil ik evenmin,
het is bijna even afschuwelijk, want ze is
ijverig en goed voor mij. De tweede voor
waarde neem ik dus ook niet aan
ik zal sterken drank gaan drinken.
En hij dronk sterken drank. Hij dronk,
als hij alleen was, en hij dronk ook rond
jes op zekeren dag en dronken tehuis
komende, mishandelde hij zijne vrouw
en doodde zijn vader.
In New-York is tusschen twee
scherpschutters een der zonderlingste
weddenschappen aangegaan, waarvan men
ooit gehoord heeft. De een, de heer Travis,
neemt aan om met drie pistoolschoten
drie chinaasappelen te doorboren, waar
van er een op het hoofd van een knaap
is geplaatst, terwijl deze er een in elke
hand houdt! Er is om 1000 dollars ge
wed. De heer Travis zal beschouwd wor
den de weddenschap verloren te hebben,
le. als hij geen Amerikaan vindt, die
genegen is tot wit te dienen, 2e. als hij
een der chinaasappelen mist, 3e. als,
waar ook, de jongeling door een der
kogels getroffen wordt.
De nieuwste reclame maakt een
magazijn van gemaakte goederen te "Was
hington, dat de verplichting op zich
neemt iederen ongehuwden man een vrouw
te bezorgen, wanneer hij dat verlangt.
De jonge man verbindt zich den geheelen
uitzet in het bedoelde huis te koopen,
dat daarentegen weder voor alle toebe
reidselen tot het huwelijk zorgt en het
bovendien doet inzegenen door een uit
stekend predikant.
Tot nu toe zijn door bemiddeling van
dit huis tien huwelijken gesloten.
Dezer dagen is uit New-York het
stoomschip „Kearsage" vertrokken, om
te kruisen op het noordelijk gedeelte
van den Atlantischen Oceaan en daar alle
losdrijvende wrakken of schepen te ver
nietigen. Dit is een eerste poging tot
het uitvoeren van een internationale over
eenkomst tusschen de regeeringen der
landen, die belang hebben bij de vaart
op die zee, waarbij bepaald werd, dat al
zulke belemmeringen van het vaarwater
vernield zullen worden.
Mijn schrijft uit Texel van 4
October
Woensdagnacht trokken zware onwe-
ders, vergezeld van felle bliksemstralen
en hevige plasregens, over dit eiland.
De bliksem sloeg in de torenspits der
Hervormde kerk aan den Hoorn, en spoe
dig sloegen de vlammen uit. Ook schijnt
de bliksem het ijzeren hek om de kerk
te hebben getroffen. Men heeft den brand
in den toren weten te blusschen. Langs
den weg zijn veel telegraafpalen door den
bliksem beschadigd.
Maandag jl. vertoonde zich te
Nieuw-Buinen een troep socialisten die,
langs Gastelternijeveen en Stadskanaal
gekomen, een propagandatoebt maakten
en bij deze gelegenheid de arbeiders tot
werkstaking en het eischen van loons-
verhooging aanspoorden. De aardappel
krabbers, bij wie zij op het veld verschenen,
bleven echter allen doorwerken.
Over boord geslagen. Tegenover
het dorp Heilouw is een veertienjarige
jongen overboord geslagen en verdronken.
Pogingen tot redding waren onmogelijk,
daar de knaap terstond in de diepte ver
dween en niet meer aan de oppervlakte
van het water is verschenen.
Uit de Heerengracht te Amsterdam
is opgehaald het lijk van een handelsrei
ziger, wonende te Rotterdam.
Te Utrecht heeft zich Woensdag
middag een inspecteur eener levensver
zekering-maatschappij uit Amsterdam,
die bij een familie voor zaken was
overgekomen, zich met een zakmes den
hals afgesneden. De dood volgde onmid
delijk.
Blijkens nadere berichten uit Ma
rokko hebben de Spanjaarden 't hart te
verduren gehad. Driehonderd Spanjaarden
hadden de herhaalde aanvallen van 5000
Kabylen te weerstaan, waarbij de Span
jaarden 18 dooden en 35 gewonden
hadden.
De oorzaak van den strijd moet zijn
verzet van den Riff-stam tegen uitbreiding
van het Spaansch gebied en het bouwen
van een fort. Een gezant van den Sultan
van Marokko trachtte te vergeefs de
botsing te voorkomen. De strijd duurde
den geheele dag, met groote moeite
gelukte 't den Spanjaarden de werklieden
van het fort en de gewonden binnen
Melilla te brengen.
De kanonnen van het fort en een
troepje cavelerie, dat geweldige charges
hield onder de Mooren, die met Reming-
ton-geweren zijn gewapend, droegen veel
bij om generaal MargalJo en zijn klein,
dapper leger te redden. Versterkingen
zijn gezonden en een oorlogsschip is op
weg naar Tanger om kracht bij te zetten
aan de Spaansche betogingen bij den
Sultan, die echter vrij wel machteloos
is tegen dezen volksstam. Een kanonneer
boot zal worden gezonden om de dorpen
van den Riff-stam te tuchtigen.
Een vreeselijk ongeval heeft Maan
dagmiddag te Haarlem plaats gehad.
Zekere mevr. P., wonende aan deRuijcha-
verstraat, had het ongeluk om loopend
met een brandend petroleumstel te haken
aan een tafeltje waarop evenzeer een
brandend toestel stond en hetwelk juist
tegenover de trap stond, tengevolge
waarvan zij van de trap viel, onmiddelijk
gevolgd door de petroleumstellen. De
dienstbode, die op haar gegil kwam toe
schieten, geraakte zoozeer buiten zich
zelve dat zij de straat opliep en de voordeur
achter zich toe liet vallen. Toen men,
op het geschreeuw toegeschoten, er in
geslaagd was met een moker de deur
open te slaan, vond men mevr. F., zwaar
gekneusd in eene vlammenzee aan de trap
liggen, terwijl het vuur zich reeds aan
het houten beschot had medegedeeld.
De verschillende doctoren, die ter assis
tentie waren toegeijld, geven weinig hoop
om de deerlijk verbrandde ongelukkige
in het leven te behouden.
Naar men verneemt is het bericht van
het „Handelsblad," als zouden de doctoren
de Jong en van Renterghem de Jong
hynotiseeren, onjuist. Althans dr. van
Renterghem verklaarde het bericht, wat
Ijem betreft, voor onwaar.
De grachten rondom de vesting Naar-
den zijn met dreggen doorzocht, terwijl
de inspecteur Batelt een onderzoek heeft
ingesteld in de bosschen achter het goed
van mevr. Smit», tegenover het paviljoen
bij Larenberg, waar de weg uit het
kamp naar Laren met den straatweg
van Naarden te zamen komt. De heer
Batelt had opgrond der jongste gegevens
een sterk vermoeden, dat het lijk der
vermiste Marie Schmitz daar begraven
zou liggen. Yoor zooveel op dit oogenblik
bekend is, hebben deze onderzoekingen
nog geen resultaat opgeleverd.
Naar aan het „Hblad" ter oore kwam,
heeft het verhoor van den vader van
miss Juett door den rechter-commissaris
Yrijdag geduurd van één tot zeven uur.
De Jong werd in tegenwoordigheid des
heeren Juett gebracht, wat voor den
ouden man een hoogst pijnlijk oogenblik
was. De Jong betoonde gedurende het
verhoor de meest mogelijke onverschillig
heid, had op elke vraag een antwoord
gereed en heette de tegen hem ingebrachte
beschuldiging steeds liegen. De verdere
bijzonderheden omtrent het verhoor moe
ten vooralsnog geheim gehouden worden.
De heer Juett is naar Londen terug
gekeerd.
„De Echo" deelt als e«n staaltje van
De Jong's sluwheid bij 't verhoor, mede
Men liet hem èen mantel en nog een
paar kleedingstukken zien, die hij verkocht
had.
„Herkent gij die werd hem gevraagd.
'k Heb zoo'n mantel tenminste wel
eens meer gezien," luidde zijn antwoord.
„Hebt gij dien aan dezen persoon
verkocht P"
„Als die man zegt, dat hij hem van
mij gekocht heeft, dan zal het wel zoo
wezen. "Waarom zou hij liegen?"
„En kent gij den man?"
„'kMoet hem wel eens meer gezien
hebben."
„Waarom hebt ge aan den man gezegd,
dat die kleedingstukken van een overleden
zuster van u waren
„Een mensch zegt zooveel.- U moet
niet alles gelooven, wat men u vertelt.
Maar wat doet er dat nu toe? Wat heb
ik met dat gezeur te maken?"
Tot den officier van justitie, mr. Orth,
zeide hij: „Ik maak een pari met u, dat
ik over veertien dagen weer vrij ben."
De weddenschap werd natuurlijk niet
aangegaan, ofschoon de officier het best
had kunnen winnen; want van invrij
heidstelling komt stellig niets, ook al
blijven de bewijzen voor moord nog zoo
vaag. De Jong zit op 't oogenblik in
hechtenis, niet wegens verdenking van
moord, maar beschuldigd van verduiste
ring van de goederen van juffrouw Schmitz
en haar zuster.
En daarvoor heeft men voldoende
bewijzen om hem in hechtenis te houden.
Omdat het mogelijk in zake De Jong
vrij belangrijke bijzonderheden zijn
zegt de „Arnh. Ct." deelen wij he;
volgende mede, dat ons ter oore kwam
Den 12n Juli, des voormiddags teil
uren, vervoegden zich aan het voetveer
te Ileteren, een heer en eene dame. De
heer sprak Hollandsch, de dame eene
voor den veerbaas Van Lent vreemde
taal. De heer wenschte met zijn dame
te worden overgezet. De veerbaas en
zijn knecht raadden hem aan te wachten
totdat een zwaar onweder, dat elk
oogenblik kon losbarsten, over zou zijn
de veerbaas wees er op, dat de wandelaars,
als zij naar Dorenweerd zouden zijn
overgezet, daar zoo spoedig geen onderdak
zouden vinden. Maar de heer bleef bij
zijn plan, ook nadat hij een druk gesprek
in de -vreemde taal had gevoerd met de
dame.
In eene roeiboot werden beiden over
gezet.
De veerbaas en zijn knecht gelooven
in de portretten van De Jong en Sara
Juett de beide personen te herkennen,
die op 12 Juli zijn overgezet naar Doren
weerd. Zij herinneren zich den datum
zoo precies, omdat bij het bedoelde onweder
in de buurt een schuur of huisje afbrandde.
De topografische gesteldheid van de
bosschen van Dorenweerd is, men weet
het, van dien aard, vooral bij den Noord-
berg, dat in de zandkuiien daar onder
voorwendsel van voor het onweder te
schuilen, zeer gemakkelijk onopgrmerkt
een moord kan worden gepleegd.
Men maakte te Heteren de opmerking,
dat de moordenaar het lijk slechts tot
den nacht behoefde verborgen te houden,
om het dan aan hoofd en voeten ver
zwaard in den vlak nabij gelegen Rijn
te werpen. De kans bestaat dan, dat
slechts het toeval het lijk doet ontdekken.
Het is toch gebeurd, dat het lijk van
een overboord gevallen schipper juist
daar in den omtrek eerst na twee jaren
werd opgehaald. Het was met de kleeren
achter eene krib vastgeraakt.
Latere berichten melden:
Eindelijk is dan een deel opgelicht van den
sluijer der geheimzinnigheid, waarin tot dusver
de zaak De Jong, welke in den laatsten tijd niet
alleen de Nederlandsohe, maar ook een groot
deel der buitenlandsohe pers bezighoudt, was
gehuld.
Maandag-oohtend omstreeks 9 uur, is uit den
Amstel, ter hoogte van de Nes- en Zwaluwen-
buurt, opgehaald het lijk eener vrouw, naar
gissing 40 a 45 jaar oud. Reeds onmiddelijk
toen het uit het water werd gehaald, meende
een der aanwezigen, !een vroegere kennis van
de vermiste Marie Schmitz, daarin de lang ge-
zoohte te herkennen, voor zoover het reeds in
staat van ontbinding verkeerende lijk kenbaar
was.
De lengte is pl. m. 1.60 M., aangezicht rond,
mond gewoon, kin rond, haar zwart, kortom
geheel overeenkomende met het signalement van
moj. Schmitz. Ook door de kleeding werd men
in het vermoeden verstrekt. Ze droeg een zwart
gestreepte japen, blauw-grijsachtig manteltje,
witte kousen met roode streepen, ongemerkt
ondergoed, bruine glacé-handschoenen en blauw
laken bottines met lederen randen en knoopjes.
Op dit lijk zijn gevonden een gouden dames
horloge (remontoir), twee verguld zilverenhemds-
knoopen, een zeskantige doekspeld met zes steen
tjes van versohillende kleur, een bruin lederen
portemonnaie met knipsluiting, inhoudende f 1.60
en twee Nedcenten oude munt waarvan een
met een gaatje, voorts een zwart beenen me
daillon, waarin eenig haar, een paar zwart ga
ren handschoenen, 13 sleutels aan een bandje
en twee tramkaartjes (Amst- Omnibus-Maat
schappij.)
Onmiddelijk werd de officier van justitie te
Amsterdam van deze vonds in kennis gesteld,
die korten tijd later met den rechter-oommis-
saris en den heer Batelt, ter plaatse verscheen.
Ook deze heeren waren van oordeel, afgaande
op de in handen der justitie zijnde gegevens
omtrent uiterlijk en kleeding der vermiste, dat
het lijk vermoedelijk dat is van mej. Sohmitz.
Yoor zoover de tijd het toeliet, liet men nog
eenige Amsterdamsche ingezetenen, die de over
ledene gekend hebben overkomen, die allen een
stemmig waren in hun vermoeden, dat men het
lijk van mej. Schmitz had gevonden.
Aangezien eohter nog geen absolute zeker
heid was verkregen, besloot de justitie de zaak
voorlo pig nog geheim te houden.
Zooals men weet, heeft De Jong in de laatste
dagen van Augustus met mej. Sohmitz op den
Amstel geroeid.