BIJVOEGSEL HAAS- EN van VrijdagVi O414. BEHOORENDE BIJ IN HOC SÏGNO WSES We Sociale quaestie van Ifiooai ciic zijde be schouwd. In de jonaste encycliek, op 8 Sept. jl. te Rome nifsfe vaardig-cl, laat Paus Leo XIII zich over de sociale quaestie uit in bewoordingen, die ook onder de protestanten wel over weging verdienen De eerste kwaal wordt nader in dezer voege omschreven Ons dunkt, hier wordt de vinger op de wonde gelegd, evenals in de volgende omschrijving: En wat het derde kwaad betreft, hierover laat de Paus zich eveneens op gevoelige wijze uit, als hij schrijft Wat nu het geneesmiddel betreft, door den Paus tegen al deze ellende aanbevolen, daarin staan wij lijn recht tegen de katholieken over. Hij toch recomandeert als het beste middel het gebruik van den Rozen krans van Maria. Maar dat neemt niet weg, dat de Paus in sociale quaestie een inzicht openbaart, dat van gevoelens der antirevolutionai ren weinig verschilt. „Herhaaldelijk," zoo voegt hij er bij Er is naar onze overtuiging slechts één weg om de maatschappelijke verhoudingen weer gezond en dra gelijk kan maken, en dat iste rugkeer tot Hod en Zijn Woord. Maar ook voor het 'nemen van goede overheidsmaatregelen kan het zijn nut hebben, dat de katholieke medebur gers in hun kerk deugdelijk onder richt worden omtrent den aard van de sociale verwarring. Gemengd Nieuws. De zaak De Jong. Drie kwalen vooral schijnen ons hier het meest noodlottig in betrek king tot het openbaar leven. Wij be doelen den tegenzin in een eenvoudig werkzaamlevende vrees voor en af keer van het lijdenhet vergeten einde lijk der eeuwige goederendie het voor werp onzer hoop moeten uitmaken. „Wij betreuren en zelfs degenen, die alles tot de wetenschap en de natuur terugbrengen, erkennen het feit en betreuren het met ons. Wij betreuren, dat de menschelijke samen leving in onzen tijd een vreeselijke wonde vertoont: de verwaarloozing nameljjk van de plichten en deugden, die de eigenschappen moeten zijn van hen, wier levenskring in het verbor gene en gewone ligt. In de huiselijke maatschappij ontrekken zich de kinde ren aan de gehoorzaamheid, die zij aan hun ouders verschuldigd zijn zij dulden geen tucht, tenzij deze toegeef lijk is en zich plooit naar hun ver langens. Bij den werkman openbaart zich afkeer van den handenarbeid, tegenzin in het ambacht, ontevredenheid met zijn stand, een onzinnig drijven naar hooger, een droomen van een gelijkheid in bezit, die nimmer te be reiken valtdoor deze en dergelijke oorzaken wordt de plattelands-bevol king in menigte er toegebracht om den geboortegrond vaarwel te zeggen en in steden bedrijvigheid en een ge notvol leven te gaan zoeken. Hieraan ook heeft men het toe te schrijven, dat in onze dagen het even wicht tusschen de verschillende klassen der samenleving ontbreektalles is geschokt, de gemoederen zijn ter prooi aan haat en nijdhet recht wordt in het openbaar geschondendoor èen be- driegelijke hoop verleid, verstoren ve len den openbaren vrede, veroorzaken oproeren en weerstaan degenen, die tot roeping hebben de orde te bewaren. „Een ander zeer noodlottig kwaad, en dat niet genoeg door ons kan wor den betreurd, omdat het met den dag dieper en schadelijker zjjn invloed doet gevoelen, bestaat hierin, dat men wei gert te lijden en met geweld alles van zich afstoot, wat moeielijk schijnt en in tegenspraak met de neiging des men- schen. Inderdaad, maar al te velen bouwen luchtkasteelen in een denkbeeldigen staat der toekomst, waar alle moeielijkheid zou verdwe nen zijn en waar men in overvloed het genot zou hebben van alle goede ren, die het leven hier beneden kan opleveren. Dit zoo hevig en teugeloos begeeren van een gemakkelijk leven leidt tot een verzwakking der geesten bezwijken zij ook al niet ten eenenmale, zij worden er door van een gedeelte hunner kracht berooid, zoodat zij laf hartig de tegenspoeden des levens ont vluchten en op ellendige wijze zich laten terneerslaan door het ongeluk. „De derde soort van onheilen, waar tegen een geneesmiddel moet gezocht worden, openbaart zich vooral bij de menschen van onzen tijd. Die van vroegere eeuwen, indien zg al ook op zondige wijze aan de goederen dezer wereld gehecht waren, verachten daar om nog niet geheel die des hemels zelfs de wijsten onder de heidenen hebben geleerd, dat dit leven voor ons is een herberg, niet een bestendig ver blijf De menschen van onzen tijd evenwel, ofschoon onder wezen in de leer van Christus, hech ten zich voor het meerendeel aan de voorbijgaande geneugten des levens, niet slechts alsof het denkbeeld van een beter vaderland en een eeuwige gelukzaligheid uit hun geest was weggevaagd, maar bovendien alsof zij het geheel wilden uitroeien door het te onteeren. „Herhaaldelijk hebben wij de man nen, die zich met het oppergezag in de maatschappij bekleed zien, ver maand, geen andere wetten te maken of toe te passen, tenzij in overeen stemming met de wet der goddelijke gerechtigheiden met niet minder ernst hebben wij degenen die, hetzij door talent of verdiensten, hetzij door hooge geboorte of fortuin, boven ande ren staan, aangespoord, dat zij hun krachten vereenigen, hun pogingen aaneensluiten, ten einde de belangen van den Staat te behartigen en de ondernemingen te bevorderen, die zijn bloei kunnen dienen." VOLKLERËN DER MRllE. Het is een feit, dat de verhouding tusschen Italië en Frankrijk in den laatsten tijd meer gespannen is dan ooit. Frankrijk moet het arme Italië vooral bestrijden in zijne financiën, om het zoo tot machteloosheid te brengen. De eerste mogendheid ziet in Italië, als lid van het drie voudig verbond, als vriend en vereerder van den Duitschen keizer, natuurlijk een vijand, die bestreden moet worden. En Frankrijk doet dit in do laatste jaren langs den onbloedigen weg, van de Italiaansche nijverheid en financiën, die toch al in een erbarmelijken staat verkeeren, nog meer den kop in te drukken.1 Het gewioht der millitaire lasten is zoo druk kend voor het arme Italië, dat velen den oorlog zouden wenschen om een oplossing van den ondragelijk geworden toestand te verkrijgen. De Italiaansche regering rust zioh geregeld toe ten strijde, doch heeft het volk gerustgesteld, met de mededeeling dat de militaire bewegin gen en toebereidselen slechts met het oog op het heerschen der oholera waren gesohied. Deze verkla-ing is echter niet van dien aard geweest, dat mensohen die wat verder dan de oppervlakte der dingen zien, tot andere gedach ten zijn gebracht. Deze blijven bij hunne meening dat er onwêer aan de luoht is. Een Italiaansoh blad meldt ook, dat de Itali aansche gezant te Berlijn op speciaal verzoek van de Duitsche Regeering aan zijn Gouvernement verzooht heeft om aan de ontvangst der Engelsohe vloot zoo grooten luister mogelijk bij te zetten, opdat zij een contra demonstratie worde van Toulon. Spanje ziet zich mede voor ernstige moeilijk heden geplaatst, door de gebeurtenissen in Marokko. De onderhandelingen met den Sultan van laatstgenoemd land duren voort, dooh in middels maakt Spanje toebereidselen voor den oorlog. Alle manschappen met onbeperkt verlof zijn onder de wapenen geroepen. Dage lij ksworden er troepen en wapenen naar Melilla gezonden. De gouverneur van Melilla had Zaterdag een onderhoud met een pacha, die den Sultan van Marokko vertegenwoordigde. De paoha verzooht om vrijheid van verkeer tusschen de plaats en de Kabylen toe te staan. De gouverneur weigerde dit en zeide, dan men eerst de daders van den aanslag van den 2en October moest straifen. De pacha antwoordde, dat hij hoopte, dat de Sultan hen straffen zou. Omtrent de werkstakingen in Frankrijk, Belgle en Engeland valt weinig nieuws te melden. De mijnwerkers volharden en worden in hun verzet krachtig gestijfd door socialistische volksmenners, die dagelijks redevoeringen houden en oproer zaaien op dit voor hen zoo overvrucht baar arbeidsveld. In Londen hadden gisteren groote meetings plaats, waarop heftig uitgevaren werd tegen de mijneigenaren, wier doel het was, volgens de sprekors, om de mijn werkers vereeni- gingen te vernietigen. Algemeen werd de wensch uitgesproken, dat de mijnen onteigend zullen worden door den Staat, en van regeeringswege geëxploiteerd zullen worden. Een echt socialistisch idee! Maar dit beginsel wordt tegenwoordig door velen voorgestaan (en op elk gebied) die zich niet gaarne socialisten hooren noemen. Dat de toestand echter in Engeland onhoudbaar wordt, blijkt algemeen. Een Engelsche stoomboot laadt thans steenkolen in voor Londen in Phila delphia. Dit is nog nooit gebeurd. De „ridders van den arbeid" hebben besloten in het bekken van Charleroi de werkstaking voort te zetten. De redevoeringen op de verga deringen dragen een heftig kar ikter. Yele benden loopen over het land rond onder een streng toezicht der gewapende gendarmerie. De burger- waoht is Zondagmorgen ten 3 ure opgeroepen om de afdaling der mijnwerkers, die nog aan den arbeid zijn, te beschermen. Een dynamiet patroon heeft eenige stoffelijke schade aan oen mijnwerkerswoning aangericht. In Zwitserland wordt, gelijk men weet, over gewichtige aangelegenheden in laatste in stantie, door het volk beslist bij stemming. Wan neer er eene volksstemming zal plaats hebben, moeten er minstens 50 000 burgers het verzoek tot de overheid doen. Thans is de socialistische partij in Zwitserland er in geslaagd het wettig vereischte aantal van minstens 50.000 handteekeningen te verkrijgen op hare aanvraag tot het houden eener volks stemming over haar voorstel om in de bonds- grondwet eene bepaling op te nemen, inhoudende: dat het recht op voldoend loonenden arbeid iederen Zwitserschen burger wordt gewaarborgd en de bondswetgeving moet zorgen dat, onder mede werking dei kantons en gemeenten, dit grond beginsel op alle mogelijke wijze in practijk wordt gebracht. Wel een bewijs dat de socialisten in Zwitser land talrijk zijn en aan invloed winnen. MOORD TE AMSTERDAM. Zaterdag in den laten namiddag, het zal ongeveer 6 uur zijn geweest, ging het te Amsterdam in het koffiehuis „Yan ouds de Adelaar" vroolijk naar toe. Men was aan het bekende rondjes drinken, waarbij het te Amsterdam ge bruikelijk is, om tot eindelijk afscheid, nog een serie rondjes van halfjes te ge ven, waarvan er minder dan drie op twee heelen gaan. Yrede en drank gaan nooit gepaard, wat ook nu weder bleek, want eenige van de rondjesvrienden (dit eenige toont aan dat er menige rondjes zijn gedronken) kregen twist over het betalen van een rondje, dat zij aan zekeren Jacques van Cleef wilden opdringen. Deze had er echter genoeg van en ging heen. De anderen waren daar echter niet meê tevreden, ze meenden zeker dat de pret nog niet lang genoeg ge duurd had. Twee van hen gingen Van Cleef achterna, pakten hem beet en mis handelden hem zoodanig, dat hij er on der bezweek. De „Van ouds de Adelaar" staat hoek Nieuwmarkt en Keizerstraat. Tot het soort van spinneweb van stra ten, waarvan de Nieuwe Markt het middenpunt is, behoort ook de Ridder straat, eene oude, in vroegeren tijd ta melijk beruchte straat. In die straat vluchten nu de moordenaars, maar zij werden achterhaald en aan de politie overgeleverd. Door dezen moord werd eene vrouw tot arme weduwe en zes kinderen tot weezen gemaakt. Toen wij dit bericht ontvingen, herin nerden wij ons eene oude beschrijving van de vreeselijke gevolgen van den drank. Die beschrijving is deze: Op ze keren dag kwam de duivel bij een man en zeide: Gij zijt ten doode opgeschre ven, maar ik kan u gratie verschaffen, als ge doen wilt wat ik zeg. Ik stel u drie voorwaardenDood uw vader, mis handel uw vrouw of drink sterken drank. Wat moet ik doen? dacht de man. Ik wil in 't geheel geen moord begaan en nog minder op mijn vader, die mij het leven gegeven heeft. Die voorwaarde kan ik dus onmogelijk aannemen. Mijn vrouw mishandelen Dat wil ik evenmin, het is bijna even afschuwelijk, want ze is ijverig en goed voor mij. De tweede voor waarde neem ik dus ook niet aan ik zal sterken drank gaan drinken. En hij dronk sterken drank. Hij dronk, als hij alleen was, en hij dronk ook rond jes op zekeren dag en dronken tehuis komende, mishandelde hij zijne vrouw en doodde zijn vader. In New-York is tusschen twee scherpschutters een der zonderlingste weddenschappen aangegaan, waarvan men ooit gehoord heeft. De een, de heer Travis, neemt aan om met drie pistoolschoten drie chinaasappelen te doorboren, waar van er een op het hoofd van een knaap is geplaatst, terwijl deze er een in elke hand houdt! Er is om 1000 dollars ge wed. De heer Travis zal beschouwd wor den de weddenschap verloren te hebben, le. als hij geen Amerikaan vindt, die genegen is tot wit te dienen, 2e. als hij een der chinaasappelen mist, 3e. als, waar ook, de jongeling door een der kogels getroffen wordt. De nieuwste reclame maakt een magazijn van gemaakte goederen te "Was hington, dat de verplichting op zich neemt iederen ongehuwden man een vrouw te bezorgen, wanneer hij dat verlangt. De jonge man verbindt zich den geheelen uitzet in het bedoelde huis te koopen, dat daarentegen weder voor alle toebe reidselen tot het huwelijk zorgt en het bovendien doet inzegenen door een uit stekend predikant. Tot nu toe zijn door bemiddeling van dit huis tien huwelijken gesloten. Dezer dagen is uit New-York het stoomschip „Kearsage" vertrokken, om te kruisen op het noordelijk gedeelte van den Atlantischen Oceaan en daar alle losdrijvende wrakken of schepen te ver nietigen. Dit is een eerste poging tot het uitvoeren van een internationale over eenkomst tusschen de regeeringen der landen, die belang hebben bij de vaart op die zee, waarbij bepaald werd, dat al zulke belemmeringen van het vaarwater vernield zullen worden. Mijn schrijft uit Texel van 4 October Woensdagnacht trokken zware onwe- ders, vergezeld van felle bliksemstralen en hevige plasregens, over dit eiland. De bliksem sloeg in de torenspits der Hervormde kerk aan den Hoorn, en spoe dig sloegen de vlammen uit. Ook schijnt de bliksem het ijzeren hek om de kerk te hebben getroffen. Men heeft den brand in den toren weten te blusschen. Langs den weg zijn veel telegraafpalen door den bliksem beschadigd. Maandag jl. vertoonde zich te Nieuw-Buinen een troep socialisten die, langs Gastelternijeveen en Stadskanaal gekomen, een propagandatoebt maakten en bij deze gelegenheid de arbeiders tot werkstaking en het eischen van loons- verhooging aanspoorden. De aardappel krabbers, bij wie zij op het veld verschenen, bleven echter allen doorwerken. Over boord geslagen. Tegenover het dorp Heilouw is een veertienjarige jongen overboord geslagen en verdronken. Pogingen tot redding waren onmogelijk, daar de knaap terstond in de diepte ver dween en niet meer aan de oppervlakte van het water is verschenen. Uit de Heerengracht te Amsterdam is opgehaald het lijk van een handelsrei ziger, wonende te Rotterdam. Te Utrecht heeft zich Woensdag middag een inspecteur eener levensver zekering-maatschappij uit Amsterdam, die bij een familie voor zaken was overgekomen, zich met een zakmes den hals afgesneden. De dood volgde onmid delijk. Blijkens nadere berichten uit Ma rokko hebben de Spanjaarden 't hart te verduren gehad. Driehonderd Spanjaarden hadden de herhaalde aanvallen van 5000 Kabylen te weerstaan, waarbij de Span jaarden 18 dooden en 35 gewonden hadden. De oorzaak van den strijd moet zijn verzet van den Riff-stam tegen uitbreiding van het Spaansch gebied en het bouwen van een fort. Een gezant van den Sultan van Marokko trachtte te vergeefs de botsing te voorkomen. De strijd duurde den geheele dag, met groote moeite gelukte 't den Spanjaarden de werklieden van het fort en de gewonden binnen Melilla te brengen. De kanonnen van het fort en een troepje cavelerie, dat geweldige charges hield onder de Mooren, die met Reming- ton-geweren zijn gewapend, droegen veel bij om generaal MargalJo en zijn klein, dapper leger te redden. Versterkingen zijn gezonden en een oorlogsschip is op weg naar Tanger om kracht bij te zetten aan de Spaansche betogingen bij den Sultan, die echter vrij wel machteloos is tegen dezen volksstam. Een kanonneer boot zal worden gezonden om de dorpen van den Riff-stam te tuchtigen. Een vreeselijk ongeval heeft Maan dagmiddag te Haarlem plaats gehad. Zekere mevr. P., wonende aan deRuijcha- verstraat, had het ongeluk om loopend met een brandend petroleumstel te haken aan een tafeltje waarop evenzeer een brandend toestel stond en hetwelk juist tegenover de trap stond, tengevolge waarvan zij van de trap viel, onmiddelijk gevolgd door de petroleumstellen. De dienstbode, die op haar gegil kwam toe schieten, geraakte zoozeer buiten zich zelve dat zij de straat opliep en de voordeur achter zich toe liet vallen. Toen men, op het geschreeuw toegeschoten, er in geslaagd was met een moker de deur open te slaan, vond men mevr. F., zwaar gekneusd in eene vlammenzee aan de trap liggen, terwijl het vuur zich reeds aan het houten beschot had medegedeeld. De verschillende doctoren, die ter assis tentie waren toegeijld, geven weinig hoop om de deerlijk verbrandde ongelukkige in het leven te behouden. Naar men verneemt is het bericht van het „Handelsblad," als zouden de doctoren de Jong en van Renterghem de Jong hynotiseeren, onjuist. Althans dr. van Renterghem verklaarde het bericht, wat Ijem betreft, voor onwaar. De grachten rondom de vesting Naar- den zijn met dreggen doorzocht, terwijl de inspecteur Batelt een onderzoek heeft ingesteld in de bosschen achter het goed van mevr. Smit», tegenover het paviljoen bij Larenberg, waar de weg uit het kamp naar Laren met den straatweg van Naarden te zamen komt. De heer Batelt had opgrond der jongste gegevens een sterk vermoeden, dat het lijk der vermiste Marie Schmitz daar begraven zou liggen. Yoor zooveel op dit oogenblik bekend is, hebben deze onderzoekingen nog geen resultaat opgeleverd. Naar aan het „Hblad" ter oore kwam, heeft het verhoor van den vader van miss Juett door den rechter-commissaris Yrijdag geduurd van één tot zeven uur. De Jong werd in tegenwoordigheid des heeren Juett gebracht, wat voor den ouden man een hoogst pijnlijk oogenblik was. De Jong betoonde gedurende het verhoor de meest mogelijke onverschillig heid, had op elke vraag een antwoord gereed en heette de tegen hem ingebrachte beschuldiging steeds liegen. De verdere bijzonderheden omtrent het verhoor moe ten vooralsnog geheim gehouden worden. De heer Juett is naar Londen terug gekeerd. „De Echo" deelt als e«n staaltje van De Jong's sluwheid bij 't verhoor, mede Men liet hem èen mantel en nog een paar kleedingstukken zien, die hij verkocht had. „Herkent gij die werd hem gevraagd. 'k Heb zoo'n mantel tenminste wel eens meer gezien," luidde zijn antwoord. „Hebt gij dien aan dezen persoon verkocht P" „Als die man zegt, dat hij hem van mij gekocht heeft, dan zal het wel zoo wezen. "Waarom zou hij liegen?" „En kent gij den man?" „'kMoet hem wel eens meer gezien hebben." „Waarom hebt ge aan den man gezegd, dat die kleedingstukken van een overleden zuster van u waren „Een mensch zegt zooveel.- U moet niet alles gelooven, wat men u vertelt. Maar wat doet er dat nu toe? Wat heb ik met dat gezeur te maken?" Tot den officier van justitie, mr. Orth, zeide hij: „Ik maak een pari met u, dat ik over veertien dagen weer vrij ben." De weddenschap werd natuurlijk niet aangegaan, ofschoon de officier het best had kunnen winnen; want van invrij heidstelling komt stellig niets, ook al blijven de bewijzen voor moord nog zoo vaag. De Jong zit op 't oogenblik in hechtenis, niet wegens verdenking van moord, maar beschuldigd van verduiste ring van de goederen van juffrouw Schmitz en haar zuster. En daarvoor heeft men voldoende bewijzen om hem in hechtenis te houden. Omdat het mogelijk in zake De Jong vrij belangrijke bijzonderheden zijn zegt de „Arnh. Ct." deelen wij he; volgende mede, dat ons ter oore kwam Den 12n Juli, des voormiddags teil uren, vervoegden zich aan het voetveer te Ileteren, een heer en eene dame. De heer sprak Hollandsch, de dame eene voor den veerbaas Van Lent vreemde taal. De heer wenschte met zijn dame te worden overgezet. De veerbaas en zijn knecht raadden hem aan te wachten totdat een zwaar onweder, dat elk oogenblik kon losbarsten, over zou zijn de veerbaas wees er op, dat de wandelaars, als zij naar Dorenweerd zouden zijn overgezet, daar zoo spoedig geen onderdak zouden vinden. Maar de heer bleef bij zijn plan, ook nadat hij een druk gesprek in de -vreemde taal had gevoerd met de dame. In eene roeiboot werden beiden over gezet. De veerbaas en zijn knecht gelooven in de portretten van De Jong en Sara Juett de beide personen te herkennen, die op 12 Juli zijn overgezet naar Doren weerd. Zij herinneren zich den datum zoo precies, omdat bij het bedoelde onweder in de buurt een schuur of huisje afbrandde. De topografische gesteldheid van de bosschen van Dorenweerd is, men weet het, van dien aard, vooral bij den Noord- berg, dat in de zandkuiien daar onder voorwendsel van voor het onweder te schuilen, zeer gemakkelijk onopgrmerkt een moord kan worden gepleegd. Men maakte te Heteren de opmerking, dat de moordenaar het lijk slechts tot den nacht behoefde verborgen te houden, om het dan aan hoofd en voeten ver zwaard in den vlak nabij gelegen Rijn te werpen. De kans bestaat dan, dat slechts het toeval het lijk doet ontdekken. Het is toch gebeurd, dat het lijk van een overboord gevallen schipper juist daar in den omtrek eerst na twee jaren werd opgehaald. Het was met de kleeren achter eene krib vastgeraakt. Latere berichten melden: Eindelijk is dan een deel opgelicht van den sluijer der geheimzinnigheid, waarin tot dusver de zaak De Jong, welke in den laatsten tijd niet alleen de Nederlandsohe, maar ook een groot deel der buitenlandsohe pers bezighoudt, was gehuld. Maandag-oohtend omstreeks 9 uur, is uit den Amstel, ter hoogte van de Nes- en Zwaluwen- buurt, opgehaald het lijk eener vrouw, naar gissing 40 a 45 jaar oud. Reeds onmiddelijk toen het uit het water werd gehaald, meende een der aanwezigen, !een vroegere kennis van de vermiste Marie Schmitz, daarin de lang ge- zoohte te herkennen, voor zoover het reeds in staat van ontbinding verkeerende lijk kenbaar was. De lengte is pl. m. 1.60 M., aangezicht rond, mond gewoon, kin rond, haar zwart, kortom geheel overeenkomende met het signalement van moj. Schmitz. Ook door de kleeding werd men in het vermoeden verstrekt. Ze droeg een zwart gestreepte japen, blauw-grijsachtig manteltje, witte kousen met roode streepen, ongemerkt ondergoed, bruine glacé-handschoenen en blauw laken bottines met lederen randen en knoopjes. Op dit lijk zijn gevonden een gouden dames horloge (remontoir), twee verguld zilverenhemds- knoopen, een zeskantige doekspeld met zes steen tjes van versohillende kleur, een bruin lederen portemonnaie met knipsluiting, inhoudende f 1.60 en twee Nedcenten oude munt waarvan een met een gaatje, voorts een zwart beenen me daillon, waarin eenig haar, een paar zwart ga ren handschoenen, 13 sleutels aan een bandje en twee tramkaartjes (Amst- Omnibus-Maat schappij.) Onmiddelijk werd de officier van justitie te Amsterdam van deze vonds in kennis gesteld, die korten tijd later met den rechter-oommis- saris en den heer Batelt, ter plaatse verscheen. Ook deze heeren waren van oordeel, afgaande op de in handen der justitie zijnde gegevens omtrent uiterlijk en kleeding der vermiste, dat het lijk vermoedelijk dat is van mej. Sohmitz. Yoor zoover de tijd het toeliet, liet men nog eenige Amsterdamsche ingezetenen, die de over ledene gekend hebben overkomen, die allen een stemmig waren in hun vermoeden, dat men het lijk van mej. Schmitz had gevonden. Aangezien eohter nog geen absolute zeker heid was verkregen, besloot de justitie de zaak voorlo pig nog geheim te houden. Zooals men weet, heeft De Jong in de laatste dagen van Augustus met mej. Sohmitz op den Amstel geroeid.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1893 | | pagina 5