mm ifli W-IIMilE" Vrijdag 20 October 1803. Achtste Jaargang. No. 415. ,tien. tje. r Antirevo lutionair Orgaan MEUN. TER IN HOC SIGNO VINCES T BOEKHOVEN, J FEUILLETON. DE VERSTOOTENEN Jodenvervolging in Eusland, IBANK. telharnis en de, hulpkantoren id September Terugbetaald f oor uitgegeven, 319. itober 1893. het geëerde Ier nieuwste r firma PEEK Rotterdam. itoen en Wol,) jatten, Ge in Dassen Wollen-, |z enz. enz. 'oliede waar iken prijs te i' bezoek en an, beb ik de r. Dienaar, &I18» in dienst te igzins bekend Bureau van den Oost- modellen in zwarte r LtS», iz. po Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. SOMMELSMI IJK. Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en 3/2 maal. Boekaankondiging 5 Cent per regel en */3 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmiddag 12 uur. Alle stukken voor de Redactie bestemd, AdverCeüitïëai en verdere Administratie franco foe ie zenden aan den 1 If sever. Mie sociale quaestie op het platte land. Het verschil tusschen bet leven in de steden en dat op het platte land is lang zoo groot niet meer als het een kwart- of een halve eeuw geleden was De spoor- en trambanen, de uitbreiding van het postwezen, de vermenigvuldiging van telegraaf- en telephoonlijnen, wel ke verkeersmiddelen tegenwoordig tot in de verst afgelegen uithoeken van ons land te vinden zijn, hebben de afstanden beduidend ver kort, bet vreemdelingenverkeer tot een dagelijksche verschijning gemaakt, en aan het platte land veel van zijn platheid" ontnomen. Toch is en blijft er nog steeds eenig verschil, en dit is ook hier uit merkbaar, dat het socialistisch vuur over het algemeen op de dor pen lang niet zoo snel en zoo fel voortbrandt als in de groote midden punten der bevolking. Tevens heeft men opgemerkt, dat in landen met overwegend landbouwende bevolking net socialisme minder welig tiert als in staten, die van industrie en handel bestaan. Waaruit is nu dit verschil te verklaren? Zeker eensdeels hieruit, dat de landbouwers ter oorzake van hun bedrijf veel verder uit elkaar moeten wonen, en dat er bijgevolg op vele dorpen minder aanraking, minder gedachtenwisseling en bijgevolg ook minder wisseling van kwade, revo- 16.) OP DB HOOFDSTUK Y. DOKTER SCHEIDEL. lutionaire overleggingen plaats heeft. Eendracht en samenspanning zijn een groote macht onder bet menschdom, hetzij ten goede, hetzij ten kwade. Dit werd reeds in zeer oude dagen gevoeld, toen men in Babel's toren bouw bet plan Gods betreffende de bewoning en bewerking van bet aardrijk wilde verijdelen; en dat- zeltde zondig streven werkt nog steeds voort in het bouwen van reusachtige wereldsteden, waar zoowel veel inter nationaal als nationaal verkeer is, en van alle uitkomende nieuwigheden terstond in zeer breede kringen kennis genomen wordt. Een andere oorzaak voor den min der snellen wasdom van het socialisme ten platten lande is hierin gelegen, dat het leven der landbouwers en andere dorpsbewoners doorgaans veel rustiger, frisscher en gezonder is dan dat van de stedelingen. Verreweg de meeste dorpelingen bewegen zich veel in de open luchtdit sterkt de gestellen, en doet het leven een voudiger opnemen, meer overeen komstig de werkelijkheid. Men zal toch toegeven, dat de socialistische partij in ons land een groote massa aanhangers telt, die volstrekt niet weten wat zij doen, die nooit zich eens rekenschap gaven van hetgeen zij eigenlijk zoeken in deze wereld, en nooit eens ernstig ingingen op de vraag in hoeverre het door hen begeerde verkrijgbaar is, al of niet. Welnu in de groote steden is er voor zulk een bezadigde overweging weinig kans. Als in een rosmolen voelt men zich daar meest voortge jaagd, en men zit er in den langs rijdenden trein schier eer men er erg in heeft. Ten platten lande is dat altijd nog eenigszins anders. De hersenen zijn er, het is waar, bij velen minder geoefend, de kennis is er armer, maar de geesten zijn er «.ok minder onthutst en beneveld. Er worden daar dus minder dwaze stukken vertoond. Is nu het soci alisme in zijn aard in hoofdzaak een ijdel pogen om de grondslagen van het menschelijk saamleven te verleggen, en alzoo het hooge Gods bestuur ter zijde te dringenen is zulk een toeleg de grootste dwaas heid, waartoe een mensch komen kan, dan spreekt het wel haast van- - zelf, dat zulk een verdwazing in erger graad zal gezien worden in stadsche kringen, waar veel opge wondenheid en overprikkeling is, dan bij hen, die naar lichaam en geest onder gunstiger conditiën verkeeren. Waar dan in de derde plaats nog' bij komt, dat men op het platte land veel meer kleine grondbezitters heeft dan in de steden. Een stukje land te verkrijgen, het zoo voordeelig mogelijk te bewerken, en het, indien eenigszins mogelijk, wat uit te breiden, ziedaar het ideaal van den kleinen boer. Aan zulk een stukje land, als hij het eenmaal verkregen heeft, is hij gehecht. En- nu gevoelt hij wel, als bij instinct, dat, wanneer de socialisten hun zin krijgen, ook hem zijn bezit, de natuurlijke bron van zijn bestaan, zal ontnomen worden. HOOFDSTUK VI. PLANNEN VOOR DE TOEKOMST. Hij is derhalve conservatief van aan leg; hij heeft met de voorgespiegelde nieuwe staathuishoudkunde niet veel op maar hij wil veel liever blijven zitten waar hij zit. Hoe bevredigend zou het nu voor velen zijn, als wij er bij konden voegen: zie maar in heel het land, hoe zeer de ervaring allerwegen het zegel drukt-op bovenstaande beschouwing. Doch, dat wij dit niet zeggen kunnen, bewijst wel, dat de sociale ellende reeds diep is doorgedrongen onder onze natie, en dat er achter heel de socialistische beweging een sterk drijvende kracht schuilt. Dit laatste is dan ook inderdaad het geval, in zooverre namelijk de godsdienst er ontaardde en verviel. Want er is nu eenmaal geen ander hecht cement voor de instandhouding van huis en kerk en staat en maat schappij dan de toepassing van Gods Woord. Waar dit wordt verworpen, ontbreekt, ook bij een schijnbaar kalmen levenstoon, de ware wijsheid; en zoo men er soms al minder drif tig naar zingenot jaagt, toch blijft het vertoon van hoogmoed en zelfzucht niet uit. Daardo.or worden dan de niet of minder bezittende klassen weer geprikkeld tot afgunst en vij andschap, en aldus men heeft bet in de provinciën Groningen en Friesland gezien ontstaan er ook op het platte land dreigende oproeren. Gelijk men weet, waren Groningen en Friesland langen tijd bloeiende landbouwgewesten. In Friesland zijn nog ongeveer 20 procent grond bezit- ters elders (buiten de provincie) woonachtig, maar in Groningen heb ben slechts weinigen het bestuur hun ner boerderijen aan pachters overgege ven. Er kon daar, gezien op de stoffelijke middelen, een algemeene welvaart heersehen. Maar toch hoort men er van veel armoede. De land bouwers, die over gioote kapitalen te beschikken hebben, voeren hun eigen levensstandaard omhoog, en hun arbeiders schepen zij met een karig loon af, ook al is dit vaak maar halt toereikend om vrouw en kinderen te onderhouden. Men make zich dus geen illusies van het platte land. Zoowel daar als in de steden broeit er veel, dat het hart der nadenkenden met vreeze voor de toekomst moet vervullen. De socialisten mogen voor de stiller levende landbouwers en arbeiders een apart program van werkzaam heden gebruiken (in Frankrijk heb ben zij dit volgens bet verslag van het onlangs gehouden socialisten congres te Marseille wel noodig gerekend), zij zetten ook daar bun werk door, en slepen er velen mede. Mocht dit maar meer worden inge zien, en Regeering en Kerk daar door zich aangespoord gevoelen om door een doelmatige sociale wetge ving en vooral door ijveriger ver breiding van bet Evangelie van Christus te redden wat thans nog te redden is. Het gif zit in geheel het nationale lichaam; het heeft dus op alle plaatsen aan geneeskundige be handeling behoefte. STUKKEN, MAAT, live. -nis, 19 Oct. iSLUIS. DINGEN naar jende plaatsen sn Hl." uilen. ale tijd. uur. 3 16 lion. ale tijd. 52 uur. 10 PO min. na het i het vertrek uit ES ge, Amsterdam [olland zijn bij Voor Militairen geldig. Blijk mogelijk |n: H. P. r. d. Nieuwesluis; [actie te Ylaar- URECTEUR. 1 UITGEVER: Alexandrowitsch, eenige jaren ouder dan Seheidel, moest de hoogei chool verlaten en naar Moskou vertrekken, waar de familie.zijner moe der woonde. Daar vertoefde hij nog, toen zijn vriend Seheidel er zieh, tot zijn groote vreugde, als geneesheer kwam vestigen. Hoeveel hadden zij toen samen genoten; hoe menig genoegelijk uur doorgebracht in den gezelligen familiekring, waar Alexandrowitsch verkeerde, en waar hij door allen zeer geliefd was, niettegenstaande zijn „kettersche denkbeelden," die zij toeschreven aan den „Berlijnschen invloed." Vooral Nicolaï, de oudste zoon, met wien de lezer reeds kennis gemaakt heeft, had zich zeer aan hen beiden gehecht en was ook der waarheid niet ongenegen. Zoo was er een jaar voorbijgesneld, toen Alexan drowitsch genoodzaakt was zich naar Kasan, zijn geboortestad, te begeven, om daar zelf zijne goederen te gaan beheeren. Dubbel smartelijk viel de scheiding na deze korte hereeniging! Nog eenmaal hadden zij elkander daarna ontmoet, drie jaar later, toen Alexandrowitsch, wegens familiezaken een reis moest maken naar Peters burg en meteen in Moskou een bezoek had gebracht. Wat er verder gebeurde is ons reeds bekend. Dit alles kwam dokter Scheidel wee voor den geest, en stemde hem zoo droevig. „Alexandro witsch verdacht van medewerking met de nihi listen onzinnig denkbeeldOpeens tastte hij in zijn zak en haalde er zijn vondst van dien morgen nit te voorschijn. Het was echter reeds te donker om te lezen; hij sloot dus het venster, stak een licht aan, en plaatste zieh bij de tafel. Weer opende hij het boekje, en nam er het blaadje uit, dat het eerst zijn aandacht getrokken had. Het was inderdaad een die vlugschriften, waardoor de nihilisten hunne denkbee'den trachten te verbreiden, niettegen staande dit zoo velen reeds de vrijheid, ja het leven had gekost! Haastig doorliep hij het ge schrift, dat een gesprek van zeer opruienden aard bevatte tusschen twee boeren, die, met de bestaande toestanden ontevreden, een rijk voor spiegelden, waarin armoede en onderdrukking, en daardoor ook oneenigheid en misdaad, onbe kend wezen zouden. „Dwaze menscheu!" sprak hij|half overluid; „zij droomen van vrijheid, en onderwerpen zich aan den geweldhebber dezer eeuw, den Satan zij willen een vrederijk en verwerpen den Vredevorst! Doch eenmaal zal aan al dal woelen en streven een einde komen, wanneer de ge rechtigheid de aarde zal bedekken, gelijk de wateren den bodem der zee." Opnieuw doorbladerde hij het hoekje, dat aanteekeningen in cijferschrift bevatte, waaruit hij niets wist te maken, en opeens viel er een brief uit; hij [nam hem op en begon te lezen. De inhoud was als volgt: „Waarde vriend,[[hoe staat het met onze zaak in uwe omgeving? Gaat alles naar wensch? Hebt gij al eenigenj der arbeiders tot medewer king kunnen overhalen? Zorg dat er Joden bij zijn; zij toch vooral hebben reden om zich te beklagen, en zullen dus in hun eigen belang gaarne de ontevredenheid en de verbittering tegen de regeering doen toenemen. Ge hebt een aardig sommetje golds weten machtig te worden onlangs. Ik heb tenminste zoo iets kunnen op maken uit een brief, dien mijn patroon schreef aan zijn vrouw, en dien ik als gewoonlijk jeerst gelezeD had; er stond zoo iets in van een aan zienlijke Bom gelds ontvreemd en een christen-klerk, en toen begreep ik genoeg. Zeker heeft de politie zich weinig aan dè zaak gelegen laten liggen Hoe kan zij zich ook met al de klachten der Joden bezig houden! Bovendien, ge hebt uwe vrienden onder het stedelijk bestuur, niet waar? Nu, ik heb ook gezorgd mij van eenig geld te voorzien, om onze goede zaak beter te kunnen steunen. In de afwezigheid van mijn patioon liet ik bij ongeluk een brandende lucifer vallen, even voordat ik het kantoor verliet; ge begrijpt, dat ik eerst eenige papieren van waarde onder mijn berusting genon en en in veiligheid gebracht had; dat ze vermist worden, staat h nu op rekening van dien ongelnkkigen brand. Intusschen heb ik vernomen, dat lij goed en wel op weg is naar Siberië, en ik dus i geen geval iets van. hem te vreezen heb. Onze vrienden in Petersburg hebben het wel slim aangelegd, vindt ge niet? Toen de aanslag mis'ukt was, v nden zij dit al teleurstelling genoeg, en stond het hun volstrekt niet aan er ook nog het leven bij in te schieten, of tenminste eon woonplaats in Si berië te krijgeD. Zij begonnen daarom zelf ijverig mee te helpen om de schuldigen op te sporen het eerst viel hun aandacht op sommige rijke Joden, die steeds hadden g-eweig-erd hen te steu nen; dezen en ook anderen, die onze zaak niet willen begunstigen, werden aangewezen, bij huis zoeking werd de politie in haar vermoeden versterkt door het vinden van nihilistische blaadjes in hunne woningen, daar [binnen ge smokkeld door sommigen van onze club. Anderen van de onzen, ge weet, wij vinden mede werking onder alle rangen en standen in de maatschappij, politiebeambten niet uitgezonderd, zorgden, dat de zaak niet al te nauwkeurig onderzocht werd; en de hooge regeering was tevreden, toen een aantal personen, als schuldig bevonden, werden gestraft. Zend mij spoedig weer eenig bericht; vergeet niet al mijne brieven terstond te verbranden." R. te A. Met steeds toenemende ontroering had dokter Scheidel dezen brief doorgelezen. „"Welk een weefsel van boosheid I" Wat zou hij doen Alles in handen der politie stellen? Maar wat zou het batenViel er te rekenen op een overheid, die zelf in het kwaad betrokken scheen? Maar als het eens dienen kon tot redding van zijn vriend Alexandrowitsch? Tegenover deze vage hoop stond echter, dat hij den heer Strelitz stellig in gevaar jbracht, daar het boekje in de nabijheid van diens woning gevonden, en hij bovendien een Jood was. Vermoeid van het denken, begaf dokter Seheidel zich eindelijk ter ruste; en wij willen thans terugkeeren naar Archangel. Het plan tot Samuël Waiscovitz' ontvluchting was gelukt; grootendeels door de welwillende modewerking van den heer Petrowitz. Deze betoonde zich ook een waar vriend in nood voor de zwaar beproefde eehtgenoote van Nathan Waiscovitz. Zonder zijne hulp] had de arme Rutli inderdaad niet geweten wat te beginnen. Twee maanden verliepen er, voordat zij iets met ze kerheid aangaande het lot van Nathan vernam, en gedurende al dien tijd had zij hem van dag tot dag in de grootste spanning eerwacht; nu wist zij, dat hij in Petersburg gevangen genomen was, en angstig klemde zij zich vast a,in de hóóp, dat weldra zijn onschuld aan het licht treden zou. Er moest echter raad geschaft worden haar geld raakte op en de geheele voorraad hout, welks verkoop de heer Petrowitz gaarne op zich genomen zou hebben, was vernield. Laatstge noemde liet een onderzoek instellen naar de ooi - zaak van den brand, hetwelk echter tot niets leiddo, en op verzoek van Rnth nam hij inzage van alle papieren, aan Nathan behoorende, waar door hij echter tot ontdekking kwam, dat er veel van waarde vermist werd. Wel had ook hij vern oeden op Rolf, maar wat haatte dit? Er waren geen bewijzen te vinden, allerminst nu Nathan afwezig bleef; en de heer Petrowitz wist wel, dat hij naar alle waarschijnlijkheid nimmer terugkeeren zou, want van een zijner kennissen te Petersburg had hij het nieuws aangaande de ontdekte samenzwering en de ver banning, ook van Waiscovitz, vernomen; hij durfde echter de vreeselijke waarheid niet aan diens eehtgenoote mededeelen; en toch zou dit vroeger of later moeten gebeuren. Aan den [boekhouder was intusschen de be trekking opgezegd, daar do zaken stilstonden; en dit kwam juist overeen met diens verlangen om, zonder argwaan te verwekken, de stad te verlaten, aan welk voornemen hij, tot groote verlichting van Rebekka, weldra gevolg gaf. Daar trad op zekeren dag, in 't begin van de maand September, de heer Mirandi binnen. Ruth herkende hem in 'teerst niet, want vele jaren waren er verloopen sedert zij hem, een enkele maal ook slechts, had ontmoet; doch Rebekka vloog met een kreet van blijdschap op hem toe. Zij zag echter terstond aan gehoel zijn voorkomen, dat hij geen goede tijding kwam brengen. Angstig' vragend keek zij hem nan, maar bedacht zich tegelijkertijd, dat hij wel zeer vermoeid v; n de lange reis zijn moest, waarom zij haastig heenliep om hem de noodige verkwikking te bereiden. Benjamin, die-in den laatsten tijd zijn onstuimige vroolijkheid had verleerd, bleef den vreemden oom van terzrde aanstai'en; en deze was zoozeer met zijn sombere gedachten vervuld, dat hij den knaap niet eens opmerkte. Middelerwijl had hij zich neergezet, en rustte zijn oog met innig medelijden op Ruth, die zoo moedeloos en verslagen daar zat. „Hebt gij iets van Nathan vernomen,Mirandi?" vroeg zij in zenuwachtige spanning, terwijl haar gelaat zoo mogelijk nog bleeker werd. Hij knikte toestemmend, maai gevoelde zich buiten staat iets fte zeggen Hoe zou hij uitspreken, wat haar verpletteren moest! „O, zeg mij alles!" hernam zij smeekend. „Ik ka.; u niet zeggen, waar hij zich thans bevindt," sprak hij ontwijkend, „maar ik heb vernomen, dat hij verdacht wordt Yan medewer king met de nihilisten vooreerst zal hij niet terugkeeren „Is hij veroordeeld?" viel zij hem in de rede, zóó gejaagd, dat Mirandi inderdaad begon te vreezen voor de gevolgen, zoo hij haar de volle waarheid meedeelde, hoe noodzakelijk hem dit ook toescheen. Doch reeds ging zij voort: „Zeg nnj, is hij verbannen? Weet gij waarheen? Ik wil hem volgen! O, ik moet!" „Moeder, moeder!" riep Benjamin uit, nu naderbij gekomenen op baar toesnellende, sloeg hij beide armen om haar hals en kuste haar hartstochtelijk. „O kind, arm kind!" stamelde zij, en een stroom van tranen gaf haar eenige verlichting. Juist kwam Rebekka weer binnen; ontsteld bleef zij staan. „Wat is er gebeurd?" riep zij uit, Mirandi aanziende. Deze wenkte haar geen verdere vragen te doen, en Ruth aan de zorg van Benjamin overlatende, die blijkbaar de besto vertrooster was in dezo oogenhlikken, verliet hij het vertrek, gevolg door Rebekka. Zoodra hij zieh alleen met haar bevond, begon bij voor zichtig mede te deelen, wat eigenlijk het doel zijner komst was. Hoewel hevig geschokt, trachtte zij toch de noodige kalmte te bewaren, om te beraadslagen, wat er nu gedaan moest worden. „Wat zou Ruth gaan beginnen en wat moest er van Benjamin worden, nu hij zijn vader miste?" Deze vragen bevredigend'te beantwoor den, was allesbehalve gemakkelijk; er moest terstond een besluit genomen worden, want Mirandi was reeds te lang van huis geweest, en ook Rebekka wenschte onverwijld te vertrekken om haar zieke moeder te gaan oppassen. Wordt vervolgd.) it 4 •H U

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1893 | | pagina 1