Vrijdag 21 Juli 1893
Achtste!Jaargang. No. 402,
Antirevolutiotmir
Orgaan
TOMI SUSHI
IN HOC SIGN O VI MCE S
T.BO EK HOVEN,
Deze Courant verschijnt eiken Yrijdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
SOMMELSMÏMJTH
Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en 3/2 maal.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Alle stukken voor de Itedaetie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te eenden aan den Uitgever.
Meten met twee maten.
Ook van liberale zijde wordt niet
langer onafgebroken volgehouden,
dat de openbare school steeds en
overal voldoet aan de zedelijke en
godsdienstige behoeften der kinde
ren. Het is voornamelijk het optreden
der socialistische onderwijzers, het
welk daartoe dringt. Maar opmer
kelijk is, dat men de Overheids-uni-
versiteiten, waar de hoogleeraren
soms even verderfelijke leeringen
verkondigen, van liberale zijde on
aangevochten laat.
Dit is een meten met twee maten,
dat, zeer begrijpelijk ergernis wekt
onder de onderwijzers der lagere
school. Het socialistisch blad „de
Strijdwees onlangs met nadruk
op deze ongelijke rechtsbedoeling.
In het desbetreffend artikel van de
Strijd" wordt sterk te velde getrok
ken tegen de socialistische openbare
onderwijzers (en hun getal is in het
noorden van het Land niet klein),
die, uit vrees voor schorsing of ont
slag, getrouw aan het wettelijk voor
schrift, neutraal onderwijs geven met
een algemeen godsdienstig tintje, en
daarom nog spreken van schepping
en Schepper, en tot plichtsbetrach
ting aansporen, omdat God het zoo
heeft verordend. In de hoogescholen,
zoo heet het daar, wordt de natuur
wetenschappelijke waarheid van de
afstammingsleer, worden de eeuwige
wetten der natuur als het hoogste
onderwezen in de volksschool, door
denzelfden Staat onderhouden, wordt
nog altijd het verouderde verhaal
van de schepping onderwezendat
wil zeggen daar in de volksschool,
wordt de meest bekende dwaling den
kinderen als waarheid voorgelegd.
„Dat is een schandelijke, onzede
lijke, een onhoudbare toestand. Er
zijn niet twee waarheden, een voor
de hoogeschool en een voor de volks
school. Er is slechts één waarheid,
en deze is de waarheid voor allen.
De uitkomsten van de onderzoekin
gen van Darwin, Haeckel, Yogt
enz. zullen zoo lang eigendom der
wetenschappelijke wereld blijven tot
dat het proletariaat er door eenjre^.
Visscherij.
geÓOa-Xdr
Op Öt,.
standpunt
■en
feilbaar geopenbaarde' waarheid als
oorsprong en grondslag van alle
■)5.n het
geen on-
kennis en wetenschap aanvaarden,
weinig af te dingen.
Eén van beide tochde Over
heid erkent de hoofdwaarheden van
den Christelijken godsdienst als on-
omstootelijk en noodzakelijkmaar
dan moet ook geheel het gebouw
der wetenschap, zoowel als het
staatsgebouw daarop rusten. 01 wel,
zij neemt aan, dat de hoogleeraren
hoogere waarheden ontdekken kun
nen, waardoor die van christelijken
oorsprong vervallenmaar dan moet
ook wel aan de onderwijzers der
lagere trappen de vrijheid gegeven
worden, dat zij zooveel mogelijk van
dit moderne licht hunner hooger
geplaatste ambtgenooten profiteeren.
Want tweeërlei wetenschap, twee
ërlei grondwaarheden, de eene voor
de lagere burgerklassen en de andere
voor de aanzienlijken en geleerden,
dat loopt natuurlijk uit op een dee
ling van het nationale leven, op
klassenhaat en op een schier onher
stelbare verwarring van begrippen.
Daartoe kwam het dan ook reeds.
En dat het verschil in leerhet
verschil in de aangenomen hoofd-
waarheden tusschen de algemeen-
christelijk en de niet-christelijke
leermeesters lang niet denkbeeldig
is, maar over het maatschappelijk
leven tweeërlei beschouwingen ver
wekt, die met elkaar in on verzoen-
lijken strijd zijn, blijkt onder meer
duidelijk uit hetgeen een roomsche
schrijver, pater van Gestel mededeel
de omtrent een werk van den Utrecht-
schen hoogleeraar Hamaker, getiteld:
Het recht in de Maatschappij."
Yolgens Prof. Hamaker zoo
schreef do heer van Gestel, wordt
in den regel niet gestolen, omdat
de menschen het stelen voor kwaad
houdenmaar zij houden het stelen
voor kwaad omdat in den regel
niet gestolen ^wordt in de maatschap
pij. Hadde het omgekeerde plaats,
werd in de maatschappij door een
ieder, die or gelegenheid toe heeft,
gestolenm. a. w. behoorde het
stelen tot den bon ton (den goeden
toon) dan zouden de menschen zeg
gen, dat stelen goed is en tot elks
recht behoort. Behoorde het ten tijde
van David tot de Israëlietische zeden,
dat een ieder, ook de rijkste, het
ooilam van zijn buurman wegnam,
wanneer iemand onverwacht bij hem
kwam middagmalenhij zou het
niet vreemd hebben gevonden; hij
ware in zijn rechtsgevoel niet ge
schokt, toen hij vernam, dat dit in
jen bijzonder geval had plaats ge-
iad."
Professor Hamaker tracht dus, echt
Darwinistisch, de grenzen tusschen
goed en kwaad te verflauwen. De
zin van de woorden „goed" en
„kwaad" staat bij hem niet vast,
maar hangt geheel af van de keuze-
onder de menschen. Wel ontkent
de hoogleeraar niet, dat tegenover
het recht van den een de verplichting
van de andere staat, maar hoever
die verplichting behoort nagekomen
te worden, staat volgens hem nergens
in beginsel bepaald het hangt slechts
af van de meerdere of mindere kracht
der gewoonte. Waar de socialisten
soms nog getuigen, dat zij den kin
deren de plichtsbetrachting jegens
den evenmensch willen hebben in
geprent „als de voorwaarde voor een
gelukkig bestaan en als verhoogende
de levensvreugde" leert Prof.
Hamaker, dat de publieke opinie
zulk een plichtsbetrachting heel goed
als onnut kan verwerpen.
Zoo gaan de geleerden al verder
en verder van het vaste fundament
der waarheid af. Want dat Prof. H.
geen uitzondering op den regel maakt,
is overbekend.
Maar is het dan wonder, dat de
openbare onderwijzers der lagere
scholen vragenwaarom moet óns
nog langer voorgeschreven staan,
dat wij het onderwijs moeten dienst
baar maken, niet alleen „aan de
ontwikkeling der verstandelijke ver
mogens der kinderen," doch ook
„aan hun opleiding tot christelijke
en maatschappelijke deugden. Is
het wonder, dat zij vragenwaar
om worden ivij op dit punt nage
keken, terwijl de meest invloedrijke
leermeesters aan de hoogescholen
vrij uit- en ingaan, en alles mogen
verkondigen (op Staatskosten) wat
hun in het brein komt?
Immers, als men doorredeneert op
de lijn van het rationalisme, dan zijn
christelijke en 'maatschappelijke
deugden evenmin vereenigd te hou
den als godsdienst en staatkunde
Yolgens een wijsgeer als Prof. H.
hebben zij fniet direct wat met el
kaar te maken, en kunnen zij zelfs
streng vijandig tegenover elkaar ko
men {te staan. En dan nog van de
onderwijzers in de lagere school te
vergen, dat zij ondanks den omkeer
in de opvatting der maatschappelij
ke deugden tegelijk nog die van het
christendom zullen zoeken in te pren
ten, dat vloekt tegen elkaar dat is
te veel geeischt.
Om verdere verwarring en hevi
ger gemor te voorkomen, dient alzoo
één van beide te gebeuren de Over
heid moet het voorheen positief
christelijk karakter onzer natie weer
tot eere zoeken te brengen, óók in
haar hoogescholen öf zij moet ook
in de lagere scholen het zedekundig
gehalte van het onderwijs buiten
alle bestraffing stellen In het laatst
genoemde geval zal de maatschappij
wel onderstboven gaandit kan naar
onze innige overtuiging niet anders;
zij die Gods Woord verwerpen, kun
nen geen dageraad hebbenmaar
dan blijft de Overheid ten minste een
figuur uit één stuk vertoonen, dan
blijft zij zichzelve gelijk; dan gaat
de revolutionaire brand geleidelijk
door, en kunnen de menschen hem
beter opmerken, en, God geve het
tevens ontvluchten. Terwijl thans de
schijndat er officieel bluschwater
in het revolutionaire vuur wordt
aangebracht velen verblindt, en hen
belet om op te merken, dat in de
fioogere verdiepingen der maatschap
pij de olie met tonnen vol wordt
bijgedragen en dat daardoor de brand
geen einde kan nemen.
Als het tot zuivering van de
lucht onvermijdelijk is, dan liever
nog een duchtig onweder voor korten
tijd, dan dat blijven hangen van de
onweersbuien boven een zwoele, be
nauwende lucht.
Stellig ware het heerlijk, als het
onweder kon afdrijven en de span
ning in de lucht evenwel kon wij
ken. Doch om dat doel te bereiken,
moeten er christelijke invloeden en
christelijke gezagsmaatregelen in alle
kringen, ook in die der hoogeschool
werken. Helaas, wij vreezen, dat het
ontbindingsproces der revolutionaire
wetenschap reeds te ver voortschreed
om zulk een geleidelijk herstel te
kunnen verwachten.
DeXVde MJnie-CoUecte.
Is zfj noodig?
Voor wie is z|| noodig?
Want wij komen in den
Maan» van Jezus Christus,
onzen Heer!
mm m ««Mi»
UITGEVER:
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmiddag 12 uur.
..«arraxL om i^marKtffoed.
nieuw KOOLZAAD waren eenlge partijtje ter
markt, uitstekend Tan droogte, welke naar qualiteit
van f9 tot f9,50 konden opbrengen
Botterdam 17 Juli. Op de reemarkt waren beden
aangeveerd paarden, veulens, ezel», 108 vette
runderen magere dito, 200 vette kalveren
2 nuchteren kalveren 1286 tcbapen of lammeren, 469
Tarkens biggen, 0 bokken of geiten.
Heden waren de prjjzen al» volgt: Runderen 1
qual. 72 et», 2de qual. 66 ets., 3de qual 60 ets.kal
veren lste qual. 80 ets. 2de qual. 70 ot. a 65 ot.
«chapen 1 qual. 50ct»., 2de qual. 45 et»., 3de qual.
alle» per kilo, varken» lejqual. 22,5 ac., 2e qual, 21'
c„ 3 qual 20'c., licht soort 21 a22 per '/«kilo
c., koeien f kalikoeien f por
kilo melkgraskalveren f
Stieren vaaraen f alles mager vee
Middelharnis, alhier binnen gekomen
Waakzaamh. sch. J. de Waard met 55 ton.-n
Nijverheid.
Middelharnis.
J. v. d. Hoek
J. v. d. Hoek
J. Koster
L. Koster
J. de Korte
(It*Jogejam u
59
55
so
Is zij noodig?
Dat weet ieder, die met eenige school
in aanraking is.
Gewis, wij ontvangen, bij voorheen
vergeleken, veel. De liefde voor onze
Christelijke Scholen, de milde zin van
hare voorstanders is niet afgenomen.
Maar elk jaar nemen onze Scholen in
omvang toe, en elk kind, dat zijn school
geld niet ten volle betaalt, kost aan het
Christenvolk ten minste tien gulden.
Van 1 Januari 1890 tot 1 Januari 1892
alleen steeg het cijfer der leerlingen met
4393! Eene meerdere uitgaaf dus van
43930 gulden. De helft van eene ge
wone Unie-Collecte.
Och! onze onderwijzers ontvangen niet
meer dan voorheen onze schoolbehoeften
zijn dezelfde; onze schoollokalen zijn een
voudig; alles wordt op zijn zuinigst ge
daan. En toch overal te kort. Overal
begeerig uitzien naar elke bijdrageook
naar die onzer Unie.
Waarlijk de Collecte is noodigbrood-
noodig
Staar voor wie is zij noodig?
Voor alle Scholen met den Bijbel.
Voor alle? Ook voor die waarvoor ik
geen sympathie heb; die ik in mijn hart
verafschuw
Ja, ook voor die.
Dat is onze zwakheid en dat is onze
kracht!
Onze zwakheid!
O! wij weten zeer goed, dat velen niet
willen geven voor allendat velen zich
ergeren over wie niet met hen meegaat
dat zij slechts geven voor hunne Scholen,
en de andere liever te gronde zien gaan
dan ze te steunen.
En als velen zoo handelen, dan trek
ken ook de anderen zich terug; dan
zeggen ook dezen: geeft gij niets aan
mij, dan krijgt gij ook niets van mij.
Dan moet ieder maar voor zich zeiven
zorgen.
En zóó mislukt onze Collecte.
En zóó valt ook onze Unie uiteen.
Maar ook onze kracht!
Een Protestant moet nu eenmaal de
gedeeldheid, het verschil van richting,
van inzicht kunnen dragen. Hij moet dat
rustig en kalm aanzien, en, zelf zijn eigen
weg willende gaan, dit ook in anderen
goedkeuren.
Die dat niet kan of niet wil, ga terug
naar de Roomsche Kerk. Dadr is een
heid; dóar is een goed geordend opper
bestuur; daar wordt eigen inzichten de
kop ingedrukt. Maar daar regeert ook de
Paus.
Wij echter -hebben geen anderen regel
dan Gods Woord. Eenheid en samenwer
king zijn onmisbaartoch kan en mag
ten slotte niemand anders handelen, dan
zóó als Gods Woord het hem zegt.
Moet er dan maar overal verdeeldheid
komen Leidt dit niet tot strijd en vij
andschap tot allerlei willekeur Helaas
Maar al te zeer.
En moeten wij dan maar niet liever
uiteengaan
Neen, dat kunnen wij niet, omdat wij
ons, ondanks alles, één gevoelen in Jezus
Christus, den Zone Gods, ons Hoofd in
de Hemelen.
Bij elk uiteengaan en bij elke samen
werking is voor een ieder onzer de vraag
acht gijdat uwe handelinggetoetst aan
de Heilige Schriftstrekt tot eer van onzen
God?
Wij, menschen, moeten van elkander
onderstellen, dat wij die eere bedoelen.
Wel kan ieder onzer dwalen, zelfs met
opzet grovelijk zondigen, ook dan als bij
zich aan samenwerking onttrekt„maar
ieder valt en staat zijn eigen heer." En
de Schrift zegt ons overal en uitdrukke
lijk, dat wij elkander niet zullen veroor-
deelen, noch oordeelen.
Daarom kunnen wij onzen tegenstan
der rustig zien arbeiden in denzelfden
tuin waarin wij zelve arbeiden, gedachtig
aan dit woord des Heeren„wie tegen
ons niet is, die is vóór ons."
Zoolang eene School met den Bijbel
de eer haars Heeren beoogt, mogen en
moeten wij haar steunen.
En als dan eene Collecte gehouden
wordt voor al die Scholen, zullen wij niet
vergeten, dat al die Scholen gemeenschap
pelijke belangen hebhn.
Als wij rondtrekken om haar aan te
bevelen, dan spreken wij immers niet voor
de Nederlandsch-Hervormde, of voor de
Gereformeerde, of voor de Luthersche
Scholen, maar dan spreken wij voor de
School met den Bijbelvan wie die ook uitga.
En als wij die school te verdedigen
hebben tegen de neutralisten, dan staan
wij niet tegenover Nederlandsch-Her-
vormden of Gereformeerden of Luther-
schen, maar dan staan wij tegenover
hen, die ons volk buiten den Christus om
willen opvoeden; die onverschillig zijn
of schijnen te zijn tegenover onzen Za
ligmaker, doch van wie Christus gezegd
heeft„Wie met Mij niet is, die is tegen
Mijen wie met Mij niet vergadert, die
verstrooit."
De strijd, dien wij te strijden hebben
is ondanks al onze gedeeldheid
een gemeenschappelijke strijd in de* dienst
van onzen Heer en Zaligmaker.
En daarom kloppen wij al dreigen
andaren ons afbreuk te doen met
volle gerustheid wecflpom bij u aan, en
roepen u toe
Geeft; geeft met een koninklijk hart
geeft veel of weinig, naarmate uwe mid
delen het toelaten. Maar geeft!