Vrijdag 23 Juni 1893
Achtste Jaargang. No. 398,
Antirevo
Orgaan
ili
IN HOC SIGN O VINCE S
T.BOEKH OYEN,
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
uitgever:
SOM MEELDIJK
Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en 3/2 maal.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en k/3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Alle stukken voor cle Redactie bestemd. Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever.
Oppositie tegen de
nieuwe kieswet.
Oneereer gelijktijdig met Minister
Tak's Memorie van Antwoord op
het Kamerverslag over de kieswet-
ontwerpen bereikte een Haagsch
adres omtrent deze stukken de Twee
de Kamer. Veertien honderd hand-
teekeningen staan er onderen
volgens de bijgevoegde nota vindt men
onder de adressanten: „staatslieden
„vergrijsd in 's lands dienst, met
„een verleden, dat achting voor hun
„karakter en vertrouwen in hunne
„talenten en ervaring afdwingt; le-
„den van de Prov. Staten van Z.-
„Holl., waaronder tevens leden van
„Gedeput. Staten; wethouders en
„gemeenteraadsleden van 's Graven-
„hage; rijks-, gemeente- en provin
cie-ambtenaren van hoogeren en
„lagerm ranggeneraals, hoofd- en
„subalterne officieren van verschillen
de wapens, geestelijken en gods
dienstleeraars onderwijzers van het
„hooger-, middelbaar- en lager on
derwijs; advocaten, notarissen, ge-
„neesheeren; vele honderden nijve-
„ren, zoo hoofden van groote onder
nemingen als kleine neringdoenden
„een menigte particulieren van zeer
„verschillenden rang, stand en for-
„tuin." Dezelfde nota zegt ook, dat
niet slechts alle godsdiensten en
leeftijden, maar ook alle politieke
partijen, met uitzondering van de
radicalen en de sociaal-demociaten,
er bij vertegenwoordigd zijn.
De heeren adressanten maken
daarom aanspraak op veel belang
stelling bij de behandeling van hun
verzoekschrift. Zij zeggen
„De eigenschappen, die een ver
zoekschrift waardig maken, om
„door een hooge vergadering ernstig
„te worden overwogen, zijn in dit
„adres vereenigd, groot gewicht van
„het onderwerp en talrijkheid en
„goed gehalte der adressan'en."
Zeker zal niet ieder, die door
denkt, met deze laatste bewering
instemmen. Een hooge vergadering
en trouwens elke vergadering, die
tot besturen en leiden geroepen is,
heeft niet het eerst of het meest te
vragen naar het aantal en het soort
der handteekeningen, maar zij heeft
vóór alles op den inhoud acht te
geven en te vragen of deze van een
goed gehalte is. De namen van
sommige aanbieders [van een adres
mogen mede prikkelen tot ernstige
overweging, zij die verwachten,
dat het gezond verstand der beoor
deelaars zal teren op den waardigen
naam van de adressanten, zijn het
goede spoor bijster, omdat de knapste
lieden wel eens een verkeerd in
zicht in zekere zaken kunnen open
baren. Bier komt juist een neutrale
gezindheid te pas. Op de school
behoort die niet thuis. Daar nemen
de kinderen de lessen en beginselen
die hun ingeprent worden, op gezag
uit vertrouwen op de onderwijzers
aan. Ten minste, dat behoort zoo te
zijn. Doch een Staats-college, dat
een verzoekschrift ontvangt, heeft
zonder aanziens des persoons met alle
nuchterheid het geschrevene te
bezien.
En dan kan het adres van de
1400 Hagenaars weinig indruk
maken, want nieuwe argumenten,
die niet reeds herhaaldelijk weerlegd
zijn, vindt men er niet in. De
heeren betoogen, dat het lot van
Nederland van de Tweede Kamer
afhangt (die door haar budgetrecht
alle staatsmacht dwingen en de
geheelo wetgeving, ook de Grondwet,
onderstboven werpen kan) terwijl
nu Minister Tak's kieswet de sa
menstelling van dat oppermachtig
Staatslichaam in handen stelt van
eene meerderheid, die deels niets te
verliezen heeft, voor een grooter deel
kennis van zaken mist en zich daar
door zal overgeven aan gladtongig.-
leiders, zoodat ten slofte Het algemeen
stemrecht tot de democratische
republiek zal voeren.
Dit alles klinkt nu wel bar en
dreigendmaar wat blijft er van
over, als men zulk eene redeneering
op de keper beziet. Dat de Tweede
Kamer feitelijk een groote macht
uitoefent, is waarmaar alle bewijs
ontbreekt, dat de lagere standen,
waaruit de nieuwe kiezers zullen
voortkomen, meer republikeinsch
gezind zijn, dan de thans invloed
hebbende. Veeleer is het tegendeel
te vermoeden. En dat er zich
volksleiders zullen ontwerpen is óok
niet tegen te spreken. Maar
die zijn er thans immers evengoed,
en van lieden, die uit gemis aan
zelfstandige kennis van de staats
belangen, slechts op gezag van
anderen handelen, wemelt het onder
de tegenwoordige kiesgerechtigden
evenzeer.
De adressanten zeggen, dat lots
verbetering voor de misdeelden thans
slechts door geweld kan worden ver
kregen, en daarmede schijnt men te
bedoelendoor wijziging van belas
ting- en andere wetten (dat is dan
toch langs wettelijken wegdoch
hiermede is juist koren op den mo
len van de radicalen gebrachtwant
immers, als er geen andere weg tot
lotsverbetering is aan te wijzen, dan
is spoedige invoering van een veel
uitgebreider stemrecht onafwijsbaar
noodig, en ook uit een christelijk
oogpunt zeer gewenscht.
De adressanten zeggen ook, dat
de invoering van het algemeen
stemrecht geen volksvertegenwoordi
ging zal daarstellen, die aller ver
trouwen geniet, omdat iedere partij
uit den aard der zaak de andere
partijen wantrouwt. Alsof dat iels
nieuws ware, dat anderen nog niet
hebben overwogen! Maar de adres
santen schijnen niet onderscheiden
te hebben tusschen het partij-wan
trouwen en het stands-wantrouwen,
dat tegenwoordig onder schier alle
partijen is doorgedrongen.
Opmerkelijk is, dat de adressanten
volstrekt niet hebben zoeken aan te
toonen, dat de ontwerpen van den
heer Tak in strijd zijn met de
grondwet, en dat niettegenstaande
de steller van het betrokken grond
wetsartikel, de Oud-Minister Mr. J.
Heemskerk Azn. zich in het midden
der vergaderden bevond.
Klemming en overtuigende kracht
zit er alzoo in het adres weinig. Maar
de adressanten laten duidelijk door
schemeren, dat zij slechts door vrees
voor een onzekere toekomst, of liever
door de vrees voor het verlies van een
eenzijdige standsfcevoorrechting, wer
den aangedreven tot het inleveren
van hun verzoekschrift, want zij ver
klaren, dat zij „door stil te zitten,
„d n schijn aannemen, bereid te zijn
„om de m icht in staats- en gemeen
tezaken die het kiesrecht hun
„schenkt, afpand te doen."
Vermoedelijk zal echter deze ge-
heele beweging weinig baten. De
ka-sen op een aanmerkelijke uit
breiding van het aantal kiezers zijn
in den laatsten tijd zeer toegenomen.
Steeds meerderen onder hen die meê-
spreken, gaan inzien, dat in dit
opzicht de stroom des tijds niet is
tegen te houden, en men vertrouwt
dan ook, dat bij de eindstemming
slechts eene minderheid zich in con
servatieven geest zal durven verkla
ren zelfs dan wanneer, zooals de
radicalen hopen, de Minister Tak
voet bij stuk houdt, en weinig
beitnibbeling van zijn voorstellen zal
toelaten.
Ren bedreiging.
De Winschoter afgevaardigde in
de Tweede Kamer, de heer B. L.
Tijdens kreeg dezer dagen een scherpe
bedreiging van één der kiesvereni
gingen, die tot zijne benoeming heb
ben medegewerkt. Na het overlijden
van den heer de Ruiter Zijlker
meende men in den heer Tijdens
een radicalen volksman gevonden
te hebben. Zijn warme redenen ten
gunste van het zooveel mogelijk al
gemeen kiesrecht, zijn critiek op de
te dezen aanzien gebleken bekrom
penheid der eonservatief-liberalen had
den die verwachting opgewekt. Maar
eenmaal in de Kamer gekomen,
werd hij heel wat kalmer, sprak een
afkeurend oordeel uit over de te
spoedige bemoeiingen der onderwij
zers met de politiek, en vroeg bij de
Regeering hulp aan om de rust en
de orde in Groningerland te her
stellen. Door een deel zijner kiezers
werd hem nu in dezer voege het
vertrouwen opgezegd
„De vergadering van de kiesver
„eeniging „Algemeen Belang" te
„Midwolda, kennisgenomen hebben-
„de van de houding van den afge_
„vaardigde B. L. Tijdens in den
„laatsten tijd, in 't bijzonder van
„zijne houding op de vergadering
„van den Bond van Onderwijzers
„te Winschoten, spreekt over deze
„houding ten zeerste haar afkeuring
„uit, en is van meening, dat de heer
„Tijdens sedert zijne verkiezing zoo
danig van zijn oorspronkelijk be
ginsel is afgeweken, dat hij als eer
lijk man verplicht is zijn mandaat
„te stellen in de handen zijner kie-
„zers."
Deze bedreiging is nog een graadje
erger revolutionair dan die van
sommige roomsche kiesvereenigingen
in Noord-Brabant, toen de militie-
wet van Minister Bergansius aan de
orde kwam, en enkele katholieke
Kamerleden daarvo >r sympathie be
toonden.
De heer Tijdens heeft door zijn
optreden getoond, vooreerst, dat men
een warm voorstander van finale
kiesrechtuitbreiding kan zijn zonder
daarom in alles het program der
radicalen over te nemen of met de
sociaal-democraten op reis te gaan
en ten andere, dat de praktische
bemoeiing met den wetge venden
arbeid de deelnemers soms wel wat
kalmeert. Klagen, critiseeren, leuzen
opheffen is niet zoo moeielijk. En er
is reden voor, want de nood is hoog
gestegen. Maar de juiste mid
delen aanwijzen tot wegneming of
tempering der sociale ellende is op
parlementair gebied, waar het op
officiëele formuleering aankomt, heel
wat moeielijker.
Kamerleden en kiezers.
In verband met het artikel der
vorige week, waarin wij bescheid
gaven aan de redactie van de Prot.
Noordbrabanter omtrent haar voor
sla tot verkrijging van een doel
matiger volksvertegenwoordiging, wil
len wij nog aan onze lezers mede-
deelen, dat ook Jan Holland op zijn
eigenaardig pikante manier zich over
deze zaak heeft uitgelaten.
Naar aanleiding van de betoonde
meegaandheid der Tweede Kamer
bij het bespreken der vermogens- en
der bedrijfsbelasting, die hij in som
mige opzichten zeer drukkend vindt,
klaagt hij er over, dat het volk zoo
bitter weinig aan zijn vertegenwoor
digers heeft. „Wat een handig de-
batteerend Minister, liefst met een
glimp van gemoedelijkheid, smakelijk
weet te maken, dat krijgt hij immer
gedaan."
Deze al te gebrekkige vertegen
woordiging ligt volgens Jan Holland
hieraan, dat de verhouding tusschen
kiezers en gekozenen bij de Grondwet
niet goed is geregeld. Het heet daar,
dat de Kamerl den het geheele Ne-
derlandsche volk vertegenwoordigen,
maar wat er onder dat „volk" ver
staan moet worden is voor den een
heel wat anders dan voord-n ander.
Voor A is het bijzonder denkend
deel der natie het eigenlijke volk,
voor B zijn de christelijk gezinden
het volk, voer C is het volk een
dier. dat in de kazerne tot mensch
moet opgevoed worden. Onder het
„geheele volk" zijn rangen en stan
den, wier belangen soms zeer uit-
eenloopen. De vrijhandel b. v. acht
men goed voor de^ groote kooplieden,
maar zeer kwaad voor den idustriëel,
den landbonwer en den ambachtsman.
Veel militairen acht men voordeelig
voor de kleine garnizoensplaatsen,
maar bezwarend voor de belasting
schuldige 1. Nu zou Jan Holland een
vertegenwoordiging wenschen, waar
bij de verschillende klassen en groe
pen van beroepsgenooten hun eigen
afgevaardigden konden kiezenhet
aantal te stellen naar proportie van
het zielental der belanghebbenden.
En dan zou hij ook wenschen, dat
de afgevaardigden schuldig waren
aan een bepaalden opdracht der kiezers
te voldoen, zoodat zij met die
lastgev ng of afspraak voor den dag
mochten komen in het Parlement.
Thans wordt er wel gegist, gepolsd,
zoo half en half afgesproken, maar de
Kamerleden behoeven zich daar niet
aan te houden omdat zij volgens de
Grondwet „stemmen zonder last van
of zonder ruggespraak met hen die
benoemen." Het formeele en het
feitelijk begeerde dekken elkaar dus
niet. Jan Holland zou juist het om
gekeerde in de Grondwet willen zien
dan kwam er een degelijk verband
tusschen kiezers en Kamerleden.
Dit is zeker, bij de tegenwoor
dige Grond wetsformuleering hangen
de kiezers grootendeels van de per
soonlijke goedwilligheid hunner ver
tegenwoordigers afen een represen
tatie van de verschillende speciale
belangen is sedert lang ook door de
antirevolutionairen dringend noodig
geacht. Vandaar hun voorstel om
van de Eerste Kamer althans een
„Kamer van belangen" te maken.
Tegenwoordig gaat helaas de
meeste politieke arbeid in partijge
vecht onder. Het heet alles een
strijd voor 's lands belang, maar de
bewoners van dat land moeten het
bezuren. Mocht dat eens anders wor
den, en de landsburgerjj haar
vereenigingspunten eens vinden.
Lessen en Wenken.
mm mm m
Deze Courant verschijnt eiken Yrijdag.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmiddag 12 uur.
De een wordt dit en de ander dat,
maar 'teind is, dat allen landverhui
zers worden.
De wijze rekent op reis gedurig eens
na hoe aan 't eind' van de reis zijne re
kening staan zal.
De tik van uw klok en de klop van
uw pols vereenigingen zich in het woord
„gedenk te sterven."
Het is in 't leven, als op een tentoon
stelling ieder ziet veel belangrijks, maar
ieder ziet ook veel belangrijks voorbij.
In het leven der heiligheid ligt de
zegepraal over den Dood.