Ir
Wolkeren der Aarde.
De wonderen zijn nog de wereld
niet uit, zegt men wel eens. Dit
spreekwoord is zeker van toepassing
op de, kaast ongeloof! jke tijding, da
er eene verzoening had plaats ge
had tusschen den gewezen koning
Milan van Servië en zijn echtgenoote,
de bekende Nathalie.
Omuat in deze zaak de politiek
een hoofdrol speelt, trekt deze ge
beurtenis zoo zeer de aandacht. En
dat men in de o mg: ving van Servie
niet blijde gestemd zal zijn met
deze gebeurtenis, is buiten twijfel.
Toen Milan nog op den troon
zat, waren de twisten met zijn
gemalin aan de orde van den dag,
tot groot misnoegen van het hof en
heel de bevolking. En toen hun
kind grooter werd, thans de
jonge koning Alexander - liep de
strijd over de vraag, wie zijn opvoe
ding zou leiden. De koningin wilde
die niet aan haar echtgenoot toever
trouwen, en daar had zij wel reden
toeen Milan wilde geen afstand
doen van zijn vaderlijk recht. Na
een crisis, die jaren lang duurde,
deed eindelijk Milan afstand van den
troon ten behoeve van zijn zoon
Alexander, over wien een regentschap
werd ingesteld.
Koning Milan ontving twee
millioen frans voor zijn levensonder
houd, hij irok daarmede naar Frank
rijk, en heeft te Parijs zulk een
leven geleid, dat hij nu doodarm
unet zjn. Niar mm zegt wei
gerde ook de Czaar van Rusland
hem langer met geld te steunen
zoodat Milan ten einde raad, zich
met zjn vrouw, die rijk moet zijn,
verzoenen liet.
Intusschen, het besluit waarbij
aan de koningin het verblijf in Ser
vie is ontzegd, is nog steeds van
kracht; en vermoedelijk zullen de
regenten, die voor den minderjarigen
koning Alexand ;r hot bewind voe
ren, ook nu wel hun best doen het
koningspaar buiten de g onzen te hou
den. Zoodra toch Milan en Natha
lie teruggekeerd zijn, kan men spoe
dig weer dezelfde twisten verwach
ten, die in Servie reeds zooveel on
rust hebben veroorzaakt. Maar 't zal
den regenten zeker niet makkelijk
vallen, de ouders van den koning
buiten Sorvie te houden. Ten eerste
niet, omdat de bevolking met de
verzoening nogal ingenomen is en
misschien wel het „vergeven en
ve.ge'eu" in practjk zal willen
brengen, als Milan aanstalten maakt
om met zijn vrouw terugtekeereu
en ten tweede niet, wijl de jonge
vorst zelf jubelt in wat plaats vond.
Wj moeten in dit overzicht mel
ding maken van een land, dac maar
zelden onze op nerkzaamheid vorder
de, n.m. op üg'ypte.
Daar blijkt de Khedive, die nu
een jaar geleden, den troon beklom,
pogingen te willen aanwenden, om
zich I >s te maken van Engelands
voogdijschap.
Dit deed h'j door eenige nieuwe
ministers aan te stellen, die alles
behalve geneigd waren Engelands
invloed te steunen.
Deze handeling veroorzaakte in
Engeland veel verontwaardiging, daar
men nog altijd meent dat, zonder
Enge band's toezicht, de huishouding
van Egyp'e in de Iwar zou loopen,
eene meening die men iu Egypte niet
deelt.
Daar Frankrijk in dit zaakje ach
ter de schermen zit, is het laatste
woord over deze kwestie nog niet
gesproken.
In ri iLiki'ijk is en blijft de
treurige Panama historie aan de
orde van den dag. De werkstakin
gen in de mijnen van Saarbrucken
zjn gelukkig ten einde, na aan de
werklieden meer dan een half mil
lioen gulden schade berokkend te
hebben.
S*iaatsei9jk Xiemcs.
Sommelsdijk, 25 Januari. De inge
schrevenen voor de Nationale-Militie
(lichting 1894) bedraagt 24, waarvan
11 reden van vrjstelling hebben.
Middelharnis. In de vergadering van
onzen gemeenteraad die op 24 Januari
j.l. werd gehouden, kwam een niet on
aardig staalte voor, van de vrijgevendheid,
tegenover anders denkenden door een
liberaal lid dier vergadering.
Ooltgensplaat. J.l. Donderdag en Vrj-
dag hadden hier door mingegoeden
ivedstrjden op schaatsen en sleden plaats
naar levensbehoeften en brandstoffen.
Oude Toi
Herkinge
Hirkslau
Melissau
staten bijl
gemeente i
van 6 1
derwjs on
geboren in
van de scl
bruik te 1
op 11 jar:
verlaten.
-~ZT~
jonge dames den bezoeker een proefje van
BLOOKER's CACAO kosteloos aangeboden nor
don.
De molen is de oorspronkelijke molen, in
1806 gebouwd. Het moleuwerk ging den 7den
Januari per s.s. reeds naar Amerika
en de molenmakers vertrokken den 14don Janu
ari per s.s. Maasdcimom hot werk te vol
brengen.
Buiten den molen, zullen de heeion J. C.
BLOOKER een afzonderlijke inzending in de
Hollaudsohe afdeeling hebben.
Voor een paar weken overleed op een
klein kasteel bij Dyon, in Frankrijk, eene
weduwe, die de laatste jaren kaars le
vens doorbracht in een toestand die aan
waanzin grensde. De oudste der Par jsche
kroniekschrijvers, Sckoll, verhaalt van
haar in VEclio de Paris het volgende
Als kind reeds was zij onverdragelijk
trotsch, en, jonge dochter geworden, open
baarde haar hoogmoed zich vooral daar
in, dat zij geen anderen man wenschte
te huwen dan zulk een, van wien zij
verwachten kon dat hij later schitteren
en boog geplaatst zou zijn. Hoe is zij
teleurgesteld! Minstens een minister moest
het zijn: wie weet zou zij later niet
schitteren als de echtgenoote van een
souvereinWas niet een advocaten-zoon
later koning van Zweden geworden?
Toen dan ook de ingenieur SadiCar-
not hare hand vroeg, werd hij, het ma
gere en bleeke jongmensch, verachtelijk
afgewezen. Zij huwde een generaal, die
aan het Hof van Napoleon III zeer ge
zien was die mede ten krijg toog tegen
Duitschland en sneuvelde.
Weduwe geworden, liep zij eens door
Lyon en las eene proclamatie, ondertee
kend door den prefect, Sadi Carnot. De
afgewezen ingenieur had dus reeds aan
merkelijke bevordering gemaakt. Vrouw
van een prefect, dat zou zij dan toch
wel willen zijn; zij liet naar hem in-
formeeren en vernam, dat hij getrouwd
was. Van dat oogeublik af begon voor
haar een allerzonderlingst bestaan. Zij
begon hartstochtelijk belang ce stellen in
alles wat haar vroeger versmaden kuwe-
lijkscandidaat aanging. Zij was er bij
tegenwoordig toen Sadi Carnot feestelijk
ingehaald werd te Dyon na zijne ver
kiezing als lid der Nationale Vergadering,
evenzeer als bij zijne redevoeringen op
allerlei feesten. Maar toen Sadi Carnot
tot President der Franscka Republik was
gekozen, toen was het geen wanhoop
meer die haar bezielde, maar waanzin.
Zij trok zich op haar buiten terug, en
verbeeldde zich langzamerhaud deel te
nemen aan alles wat met den President
voorviel. Zij verzamelde alle couranten
en geschriften, die zij machtig worden
kon en waarin over hem geschreven
was. Zij woonde in haar gedachten met
hem de bals en feesten bij op het Elysée,
meende receptie te houden van generaals
en grootwaardigkeidsbekleeders en stierf
aan hoogmoedswaanzin.
Waarom ook stelde zij hoogheid en
roem boven echtelijke liefde en huiselijk
geluk
Een schoenmaker te Kaatsheuvel,
wien 't in den laatsten tijd niet voor
den wind ging, kwam op den inval
een nieuwjaarsbrief te schrijven aan onze
Koningin. Behalve de gebruikelijke heil-
wenschen, die in zulke brieven plegen
te worden geuit, deelde hij aan Hare
Majesteit den nood mede; waarin hij ten
gevolge van ziekte als anderzins verkeer
de. Als antwoord op zijn schrijven ont
ving hij door tusschenkomst van den
burgemeester aldaar een gift van 25
gulden.
Eene alleenwonende weduwe onder
Lunteren, even buiten het dorp, werd
in haar woning ernstig mishandeld door
een landlooper (brillen-koopman), die
haar tot nabij het vuur sieepte en met
een mes aan de hand verwondde. Een
ander persoon (koopman in papier) vond
de vrouw in zulk een toestand, dat hij
de buren waarschuwde, die terstond ge
neeskundige hulp gingen inroepen.
De weduwe had vóór eenige dagen
een varken afgeleverd en het nog hier
van aanwezige bedrag (circa f 15) is
haar door bedoelden landlooper o itstolen.
Het was al wat zij bezat.
Men schrijft van TerschellingHet
schijnt, dat de winter in Noordelijker
landen buitengewoon streng is, want al
lerlei vogels komen in groote vluchten
over de Noordzee-eilanden heen, waaron
der groote praehtige zwanen. Het aantal
duikers en rotganzen is dan ook zeer
groot. Door de groote koude vliegen de
dieren niet snel en laten zich door de
jagers verschalken, doch ze zijn brood
mager. Niettemin werden er bijna geen
eenden in de talrijke kooien gevangen;
't is voor de kooikers tot heden een slecht
seizoen geweest.
Over het ongeluk den visscher te
de Lemmer overkomen, zie ons laatste
nummer, ontvingen we nog het volgende
Zaterdag in den vooravond, 't was
omstreeks 5 uur, was de visscher Roe
lof Hoekstra, gehuwd en vader van zes
nog jonge kinderen, naar zijne spiering-
netten gaan zien, welke in zee uitston
den in het ijs nabij de kust. De Noord-
Oostenwind had het ijs echter losgemaakt
en eenigszins doen afdrijven, waarom
hij met een zoogenaamde vlet van het
vaste op het losse ijs overstak.
Op den terugtocht ontgleed de vaar
boom aan zij n verkleumde vingers. Daar
stond hij, 7i0nder stuur, zonder hulp, op
zijn vaartuigje, te midden van de schotsen.
De stroom dreef hem naar het losse
ijs terug. Hij scapte er op over, in de
hoop- van schots tot schots de kust te
kunnen bereiken.
Doch zijn schots werd door den stroom
meegevoerd, de wijde zee in.
De avond viel, 't werd duister om
hem heen. Gfeen geluid trof zijn oor, dan
het tegeu elkander schuren en het over
elkander schuiven van de ijsschotsen en
het klotsen van het zeewaterde koude
beving hem.
Een vreeseljke dood voor oogen
In de Lemmer, in :t gezin van den
visscher en toen aldra door 't gansche
dorp; was groote ongerustheid over 't
lot van den algemeen geachte man.
Men vermoedde de verschrikkelijke
waarheid.
In allerijl werd een boot over 't ijs
gehaald en in zee gelaten, tien kloeke
mannen stapten er in efl men voer af.
Dra echter verkeerde men zelf iu ge
vaar; want het vroor, dat het kraakte
en het grondijs zette op, zoodat men
zich niet verder in zee durfde wagen.
Men keerde terug zonder de vermiste
te hebben gevonden.
Nogmaals werd een poging gewaagd,
nu met een zeilboot. Weder vruchteloos.
't Was intusschen reeds laat in den
avond, ja nacht geworden. Hot haven-
vuur werd ontstoken doch bijna alle hoop
werd opgegeven.
Doen de heer Croockewit, de kanton
rechter, drong er met klem op aan, dat
nog een derde poging tot redding zou
worden ondernomen met de stoomboot
„Groningen III".
Maar hoe? Zoowel de binnen- als
de buitenhaven waren met een dikke
ijskorst bedekt, hoe zou de boot in zee
kunnen komen.
Spaart geen kosten, sprak de heer C.
breekt stuk het ijs, kapt het uit, met
man en macht aan den arbeid, zet sioom
op, spoedig.
Met macut van volk toog men aan het
werk. De stoomboot lag in de Oude ha
ven. Het ijs werd uitgekapt, de boot
kwam door de Nieuwe sluis.
Toen moest nog het ijs van de Nieuwe
haven worden verbroken. Ook ditgelukre.
De heer C. had intusscuen des nachts
een logementhouder opgeklopt, die er
voor moest zorgen, dat aan de vele man
schappen nu en dan een verwarmende
kop koffie werd uitgereikt.
Toen dan eindelijk de havens waren
ontruimd, was het inmiddels reeds weer
dag geworden8 uur in den morgen.
Een Zondagmorgen, welke niemand
vergeten zal.
Steeds stroomden meer menschen toe,
honderden handen trokiten de boot in zee,
p. m. een veertigtal personen boden zich
aan, den verkenningstocht mee te maken.
Men stoomde tot dicht nabij Urk.
Intusschen hadden honderden men
schen zich op het havenhoofd verzameld,
met spanning uitziende in zee.
Men wachtte, men hoopte, men twij
felde, drie volle uren lang.
Toen keerde de boot terug. Helaas
een vergeefsche tocht; men had Hoek
stra niet kunnen ontdekken.
Den ganschen Zondag bleef men in
onzekerheid. De hoop verflauwde, de vrees
nam toe.
Weer viel de nacht in. Nog geen tij
ding.
Wat was er van den armen visscher
geworden
We zullen 'them zelf laten vertellen
Toen ik een eind was afgedreven in zee,
zag ik het havenvuur wel branden. Ook
heb ik de beide booten wel opgemerkt,
doch de wind was tegen en te sterk dan
dat ik de bemanning beroepen kon.
Zondagmorgén zag ik in de verte de
rook van de stoomboot.
Ik kreeg nieuwe hoop, stak mijn jas
omhoog doch werd niet opgemerkt.
Eindelijk raakte de boot weer uit mijn
gezicht. Ik dreef al verder, al verder.
Ten laatste, dat was Zondagmiddag,
was ik zeer nabij het eiland Urk. Ik
kon de menschen zien loopen, waar
schijnlijk wel naar de kerk, zoo dacht
ik en maakte weer signalen, doch men
merkte mij niet op. Ik durfde mij niet
verder te wagen, wegens het losse drijfijs
tusschen mij en het eiland. Ik ben daar
op over het vaste ijs naar het Vrouwen
zand bij Enkhuizen geloopen, doch ook
daar was het losse drijfijs voor mij een
beletsel, om aan wal te komen.
't Werd avond.
Toen kwam plotseling een Zuidewind
opzetten. Ik dreef des nachts terug naar
de Friesche kust.
Maandagmorgen kwam ik, doch op
een andere plek, niet ver van Oudemir-
den, terug bij mijn slee en vlet en netten.
Een breede waterplas scheidde mij van
de kust. Ik peilde de diepte 8V2 voet
water.
Nu of nooit, dacht ik.
Juist zou ik in het ijskoude water
springen, hoe verkleumd ik ook reeds
was, toen een jonge visscher op den dijk
verscheen.
't Was Bouke de Vries, zoon van den
visscher Minne de Vries.
Ik wenkte hem.
Bouke riep dadelijk zijn vader. Deze
verscheen en riep mij toe: „Bin jy it,
Hoekstra
„Ja, ik bin it, help mij, as jy kinne."
Vader en zoon hielpen mij toen, om
aan den wal te komen. Zij hebben mij
daarop liefderijk opgenomen iu hunne
woning, mij van droge kieeren voorzien
en mij voedsel verstrekt. Ilt warmde er
mijn verkleumde leden."
Eu op de Lemmer? Daar was alles
nog in onrust en spanning. Men verwacac-
te niet anders of Hoekstra was ver ironkeu
of omgekomen van koude eu honger.
Doen z:et, daar komt Maan lagmiddag
12 uur een bode per schaats van Oude-
mirduui, druipend van het zweet, zóó
hard heeft hij gereden, en brengt de
blijde tijding: „Hoekstra leeft, üij is te
Oudemirdum behouden aan wal gekomen.
Met een rijtuig komt hij straks terug."
Toen had men iet vodt eens moeren
zien. 't Was een en al gejubel en ieder
liep uit.
Te half twee, daar kwam de wagen
aan.
Met een meer dan houdervoudig
„hoeraklang zal hij leven!" werd
Hoekstra begroet en naar zijne woning
geleid.
En toen?
Toen werd een welverdiende ovatie
gebracht aan den heer Croockewit, te
wiens eere het „Wien Neerlands bloed
werd aangeteven en een welgemeend
„lang zal hij leven."
De dankbare stemming van oekstra
te beschrijven, toen hij het woord „ge
red!" kon uitspreken en zich later weer
te midden van de zijnen bevond, niertoe
zijn we niet in suiar. Zoo iets laat zien
enkel gevoelen.
Een wonder mag het echter worden
genoemd dat de mau, die twee dagen
en twee nachten bij zoo bittere koude
op de zee heeft rondgedreven, geen
an Ier letsel heeft bekomen, dan dat. de
toppen zijner vingers zijn bevroren.
God de Heere kwam de eere toe .oor
zulk een wonderlijke redding.
Honger met muziek.
De Klok, weekblad der volkspartij in
de districten Scuotorland en Wolvega,
bevat een heftig protest tegen een der
vele wijzen, waarop men tegenwoordig
liefdadigheid en vermaak tracht te pa
ren. Iu Steen wijk nimefijk heeft men
de armelui laten hardlöopen op het ijs,
om brood, boonen, spek etc.
„Wij waren er eenige oogenblikkeu
getuige van, dat men arme mensehen,
waarvau velen den lijdenstrek op liet ge
laat hadden, liet hardioopen op klompen
op de ijsbaan. Naar men ons zeide, hadden
zich 140 -menschen voor die hardlooperij
aangegeven wel een bewijs dat de honger
groot is.
„Wij zagen eenige parturen loopen,
zoo hard als hun strammen boenen en
uitgemergelde lichamen dat toelieten.
Fijn gekleede en wel doorvoede heeren
fungeerden ais keurmeesters en directie
leden, en hadden blijkbaar wat een schik
in hun baantje.
„Een en ander werd opgeluisterd door
muziek.
„Een wedstrijd der ellende met mu
ziek
Aldus schrijft De Klok.
In Griekenland is de winter bui
tengewoon streng. Hevige stormen ver
oorzaakten talrijke schipbreuken.
Door een duiker zijn in de golf
van Salonica munten gevonden met de
beeltenis van Alexander den Groote.
In de eene hand houdt de vorst een
schepter, in de andere een vogel.
Het getal christelijke schelen in
ons vaderland is gedurende het jaar
1892 met 22 vermeerderd en bedroeg op
1 dezer 546, van welke 204 gesubai-
diëerd worden door de Vereenigiug voor
christelijke nationale en 31 door die
voor christelijk gereformeerd onderwijs.
Tweehonderd negen en vijftig hebben
zich bij den „Schoolraad" aangesloten.
Bij toeneming dreigt een tekort aan
onderwijzers.
„Aan een postkantoor op Atjeh
zijn prijslijsten ontvangen met geïllustreer
de catalogussen van achterlaadgeweren
uit de fabriek van Bèaumont en geadres
seerd aan verschillende Atjebsche hoof
den en koeloebalaugs buiten de linie."
Bij dit bericht uit de Atjehsche Cou
rant is commentaar waarlijk overbodig,
't Is waar, onze Tromp bood aan de
Spaansche vloot van zijn eigen kruit
aan, maar men behoeft dit ridderlijke
voorbeeld niet tot de achterlaadgeweren
uit te strekken.
In de vorige week zijn te 's Hage
tien personen overleden aan mazelen.
In de Jnffrouw-Idastraat aldaar is een
geval van pokken voorgekomen.
Donderdag en Vrijdag zijn door de
charges der politie-agenten te Amsterdam
in het geheel 10 personen verwond; G
konden na verbonden te zijn huiswaarts
keeren; twee moesten achterblijven, één
met een zware hoofdwond en de ander
met een ernstige armverwonding.
Eenige rijke ingezetenen brachten gis
teren een flinke som bijeen om den bur
gemeester in staat te stellen die uit te
deelen onder de angenten, die in de
'aatste dagen der vorige week zulk een
moeielijke taak hadden.
In de Roomscn-Kath. kerken van
Amsterdam is Zondag door de dienstdoen
de geestelijken melding gemaakt van de
groote, allerwege heerschende werkeloos
heid; zij drongen daarbij aan op onmid-
delijke werkveisohiffiig, zonvel vanwe
ge particulieren als door de patrons.
Als een bewijs van den omvang der
werkeloosheid werd medegedeeld, dit
alleen bij den R. K. Volksbond 600 wer-
keloozen zijn.
Een treurig ongeluk wordt uit provi
dence, Rhode Islan 1 (Ver. Staten), beric tt.
Een groote slee, waarop een gezelschap
van ongeveer 50 personen een tocht on
dernomen had naar Woonsocket, is 's a-
vonds bij liet terugkomen, tusschen die
plaats en Pawtucket, op een overweg van
den spoor overreden door een trein die
onverhoeds in volle vaart kwa u aanstoo-
rnen.
Vijf heeren en drie dames werden
gedood, en zestien anderen bekwamen
zoo ernstige wonden dat waarschijnlijk
elf aan de gevolgen zullen sterven.
Onlangs zat een heertje in een
3e kl. coupé van Zwolle naar Deventer,
en voerde een hoog woord over den toe
stand in het Noorden, vanwaar hij scheen
te komen. Vooral de aanwezigheid van
een brigadier en een huzaar scheen hem
te prikkelen om telkens te herhalen,
dat ei' dynamiet was, maar de politie
en huzaren nog niet zoo leep waren als
een domme boer. Eenigen medereizigers
scheen de houding van brigadier en hu
zaar veel pret te geven en het jonge
ventje, hierdoor ."gemoedigd, ging al
\erder en verder, dat, als de pilitie al
leen maar wist, wat hij wist enz., al
leen de rustbewaarders waren te dom.
Vreemd keek hij echter op, toen de
brigadier hem uitnooligde te blijven
zitten als zijn arrests it. Dat kon toch
niet gemeend zijn. Hij had dat nu maar
eens verteld, het was een trein praatje
enz. Maar de brigadier bleef er bij. „Je
krijgt in Deventer van nacht vrij logies,
en dan mag je morgen eens vertellen,
wat je weet." „Och, ik weet niets,"
bracht hij er tegen in, „ik heb het van
een houthandelaar uit Sappwmeer, die
het mjj in den trein verhaalde, maar
ik weet zijn naam niet eens." Dit alles
hielp echter niets; in Deventer mocht
hij nu met zijn geleide uitstappen, ter
wijl de lachers even hun na im mochten
opgeven, om later als getuigen te kun
nen worden opgeroepen.
De te Beerta gestationneerde wacht
meester der huzaren is door den defa-
chements-commandant in den avond van
13 dezer uit de herberg van E. Buiskool
gehaald, met last zich naar huis te
begeven. Een «ogenblik later schoot de
man zich voor 't hoofd. De kogel is door
het voorhoofd gedrongen en boven weder
uitgekomen. De wonde is niet doodelijk.
Aan het 'hoof 1 van het nommer
van Zondag van De Niemre Tijdonaf
hankelijk sociaal democralisch weekblad,
staat: directeur-uitgever 11. J. Pouffima,
Huis van Bewaring, Leeuwarden. (Men
weet, dat hij vóór eenige dagen gevan
kelijk naar die inrichting is overge
bracht).
Naar m«n verneemt, heeft de heer
F. Domela Nieuwenliuis het buitenver
blijf „Belvedère" van den heer Armand
te Hilversum gekocht.
Te Leiden is een brievenbesteller
aangehouden, die een groot aantal on
gestempelde postzegels van 1 en van een
V, st. in zijn bezit had. Men denkt,
dat hij een aantal nieuwjaarskaartjes
verduisterd heeft, na er de postzegels
afgescheurd te hebben. Veel schade heeft
de man niet toegebracht.
Yoor de betrekking van Onderwjzer
aan de O. L. School alhier, heeft zich
slechts één sollicitant aangemeld.
Aan de orde was, bet benoemen van
een gemeente-bode, welke betrekking
door overljden van de heer J. Tiggelman
is opengekomen. Met 9 van de 11 stem
men werd benoemd de heer J. H. van
Klink die no. 1 op de, door Burgem.
en Weth., opgemaakte voordracht stond.
Nummer 2 was de heer Koomen waar
tegen een der leden bezwaar had, omdat
genoemde Koomen niet liberaal was!!
Nu het zoude erg zijn, als er eens
een betrekking werd weggegeven aan
een niet liberaal, daar alle gemeente
betrekkingen door mannen van die kleur
zjn bezet!
Voorts werd in die vergadering de
gemeente-veldwachter Revers benoemd
tot ambtenair bij de gemeentebelasting
op het gedis:elleerd en tot opzichter over
de straatverlichting.
Ook werd nog besloten de eigen aan
gifte van den hoofdei jken omslag te doen
vervallen en die aanslag ambtshalve te
doen plaats hebben.
Ingezonden.)
Niet minder dan 35 personen hebben
zich voor de Nationale Militie aangege
ven.
Door den gemeente-veldwachter M.
Metaal alhier is 1.1. Maandag een onder
zoek inges eld op gedane aangifte van
diefstal van dekens en kleedingstukken,
afkomstig en uit het weeshuis alhier.
Bj onderzoek
den Ex Kolor
verkochtwa.
Burgemeester
Zijn Edelachtl
verdachte opk<
ren werden
van het voor/
gemaakt. Ge
bewaring van
gebracht naa|
Rotterdam,
Rotterdam
aan de Open
over de maa
totaal aantal]
van werden
Ziekte
Godsdienst]
"Weer en v
Veldarbeid]
Overigen
Overige rel
Totaal vei
schooltijden
vergadering
vereen, (zie
beschouwd ag
traden toe,
menstelling
voorzitter vt
gekozen de
deze tot led
voor 't regl.
Zeedijk en j
Op 'teindi
modderige
opgerafeld
oprichting
J. Warnaer
doen ten
vereen, zoo»
mogeljk zo
nare geschil
schikking z:
Roodzant J
veroorzaakt
uitgedoofd
reeds aan
spreid had
blusschen.
19 Janu
benoemd
voor de ge
akten en d
bosch de
vanger der
Ing-d
Buiten verant]
Nieuwe
Mag ik
mj voor
ruimte in
heer X i
dienen.
Hj sch
hj mijn f
de wonde
het onbel
geen zelfs
Daar h
dat hj ze
naasten
zou ik
naam one
voor het
aan zulk
schuldig
taan op
te bewaï
twisten i
dan met
niet weel
U dan
teeken ik
[Voor
bare dise
sluiten.
Myn)
Beleef
voor he
uw blad
aangeleg
dat dez^
worde.
In he
venbusse
op eeni
staat en
gang v?
leidt,
genoemc
gebrach
zichten
nu met
toor te
delingei
vinden
kleine 1
X-