Ir Wolkeren der Aarde. De wonderen zijn nog de wereld niet uit, zegt men wel eens. Dit spreekwoord is zeker van toepassing op de, kaast ongeloof! jke tijding, da er eene verzoening had plaats ge had tusschen den gewezen koning Milan van Servië en zijn echtgenoote, de bekende Nathalie. Omuat in deze zaak de politiek een hoofdrol speelt, trekt deze ge beurtenis zoo zeer de aandacht. En dat men in de o mg: ving van Servie niet blijde gestemd zal zijn met deze gebeurtenis, is buiten twijfel. Toen Milan nog op den troon zat, waren de twisten met zijn gemalin aan de orde van den dag, tot groot misnoegen van het hof en heel de bevolking. En toen hun kind grooter werd, thans de jonge koning Alexander - liep de strijd over de vraag, wie zijn opvoe ding zou leiden. De koningin wilde die niet aan haar echtgenoot toever trouwen, en daar had zij wel reden toeen Milan wilde geen afstand doen van zijn vaderlijk recht. Na een crisis, die jaren lang duurde, deed eindelijk Milan afstand van den troon ten behoeve van zijn zoon Alexander, over wien een regentschap werd ingesteld. Koning Milan ontving twee millioen frans voor zijn levensonder houd, hij irok daarmede naar Frank rijk, en heeft te Parijs zulk een leven geleid, dat hij nu doodarm unet zjn. Niar mm zegt wei gerde ook de Czaar van Rusland hem langer met geld te steunen zoodat Milan ten einde raad, zich met zjn vrouw, die rijk moet zijn, verzoenen liet. Intusschen, het besluit waarbij aan de koningin het verblijf in Ser vie is ontzegd, is nog steeds van kracht; en vermoedelijk zullen de regenten, die voor den minderjarigen koning Alexand ;r hot bewind voe ren, ook nu wel hun best doen het koningspaar buiten de g onzen te hou den. Zoodra toch Milan en Natha lie teruggekeerd zijn, kan men spoe dig weer dezelfde twisten verwach ten, die in Servie reeds zooveel on rust hebben veroorzaakt. Maar 't zal den regenten zeker niet makkelijk vallen, de ouders van den koning buiten Sorvie te houden. Ten eerste niet, omdat de bevolking met de verzoening nogal ingenomen is en misschien wel het „vergeven en ve.ge'eu" in practjk zal willen brengen, als Milan aanstalten maakt om met zijn vrouw terugtekeereu en ten tweede niet, wijl de jonge vorst zelf jubelt in wat plaats vond. Wj moeten in dit overzicht mel ding maken van een land, dac maar zelden onze op nerkzaamheid vorder de, n.m. op üg'ypte. Daar blijkt de Khedive, die nu een jaar geleden, den troon beklom, pogingen te willen aanwenden, om zich I >s te maken van Engelands voogdijschap. Dit deed h'j door eenige nieuwe ministers aan te stellen, die alles behalve geneigd waren Engelands invloed te steunen. Deze handeling veroorzaakte in Engeland veel verontwaardiging, daar men nog altijd meent dat, zonder Enge band's toezicht, de huishouding van Egyp'e in de Iwar zou loopen, eene meening die men iu Egypte niet deelt. Daar Frankrijk in dit zaakje ach ter de schermen zit, is het laatste woord over deze kwestie nog niet gesproken. In ri iLiki'ijk is en blijft de treurige Panama historie aan de orde van den dag. De werkstakin gen in de mijnen van Saarbrucken zjn gelukkig ten einde, na aan de werklieden meer dan een half mil lioen gulden schade berokkend te hebben. S*iaatsei9jk Xiemcs. Sommelsdijk, 25 Januari. De inge schrevenen voor de Nationale-Militie (lichting 1894) bedraagt 24, waarvan 11 reden van vrjstelling hebben. Middelharnis. In de vergadering van onzen gemeenteraad die op 24 Januari j.l. werd gehouden, kwam een niet on aardig staalte voor, van de vrijgevendheid, tegenover anders denkenden door een liberaal lid dier vergadering. Ooltgensplaat. J.l. Donderdag en Vrj- dag hadden hier door mingegoeden ivedstrjden op schaatsen en sleden plaats naar levensbehoeften en brandstoffen. Oude Toi Herkinge Hirkslau Melissau staten bijl gemeente i van 6 1 derwjs on geboren in van de scl bruik te 1 op 11 jar: verlaten. -~ZT~ jonge dames den bezoeker een proefje van BLOOKER's CACAO kosteloos aangeboden nor don. De molen is de oorspronkelijke molen, in 1806 gebouwd. Het moleuwerk ging den 7den Januari per s.s. reeds naar Amerika en de molenmakers vertrokken den 14don Janu ari per s.s. Maasdcimom hot werk te vol brengen. Buiten den molen, zullen de heeion J. C. BLOOKER een afzonderlijke inzending in de Hollaudsohe afdeeling hebben. Voor een paar weken overleed op een klein kasteel bij Dyon, in Frankrijk, eene weduwe, die de laatste jaren kaars le vens doorbracht in een toestand die aan waanzin grensde. De oudste der Par jsche kroniekschrijvers, Sckoll, verhaalt van haar in VEclio de Paris het volgende Als kind reeds was zij onverdragelijk trotsch, en, jonge dochter geworden, open baarde haar hoogmoed zich vooral daar in, dat zij geen anderen man wenschte te huwen dan zulk een, van wien zij verwachten kon dat hij later schitteren en boog geplaatst zou zijn. Hoe is zij teleurgesteld! Minstens een minister moest het zijn: wie weet zou zij later niet schitteren als de echtgenoote van een souvereinWas niet een advocaten-zoon later koning van Zweden geworden? Toen dan ook de ingenieur SadiCar- not hare hand vroeg, werd hij, het ma gere en bleeke jongmensch, verachtelijk afgewezen. Zij huwde een generaal, die aan het Hof van Napoleon III zeer ge zien was die mede ten krijg toog tegen Duitschland en sneuvelde. Weduwe geworden, liep zij eens door Lyon en las eene proclamatie, ondertee kend door den prefect, Sadi Carnot. De afgewezen ingenieur had dus reeds aan merkelijke bevordering gemaakt. Vrouw van een prefect, dat zou zij dan toch wel willen zijn; zij liet naar hem in- formeeren en vernam, dat hij getrouwd was. Van dat oogeublik af begon voor haar een allerzonderlingst bestaan. Zij begon hartstochtelijk belang ce stellen in alles wat haar vroeger versmaden kuwe- lijkscandidaat aanging. Zij was er bij tegenwoordig toen Sadi Carnot feestelijk ingehaald werd te Dyon na zijne ver kiezing als lid der Nationale Vergadering, evenzeer als bij zijne redevoeringen op allerlei feesten. Maar toen Sadi Carnot tot President der Franscka Republik was gekozen, toen was het geen wanhoop meer die haar bezielde, maar waanzin. Zij trok zich op haar buiten terug, en verbeeldde zich langzamerhaud deel te nemen aan alles wat met den President voorviel. Zij verzamelde alle couranten en geschriften, die zij machtig worden kon en waarin over hem geschreven was. Zij woonde in haar gedachten met hem de bals en feesten bij op het Elysée, meende receptie te houden van generaals en grootwaardigkeidsbekleeders en stierf aan hoogmoedswaanzin. Waarom ook stelde zij hoogheid en roem boven echtelijke liefde en huiselijk geluk Een schoenmaker te Kaatsheuvel, wien 't in den laatsten tijd niet voor den wind ging, kwam op den inval een nieuwjaarsbrief te schrijven aan onze Koningin. Behalve de gebruikelijke heil- wenschen, die in zulke brieven plegen te worden geuit, deelde hij aan Hare Majesteit den nood mede; waarin hij ten gevolge van ziekte als anderzins verkeer de. Als antwoord op zijn schrijven ont ving hij door tusschenkomst van den burgemeester aldaar een gift van 25 gulden. Eene alleenwonende weduwe onder Lunteren, even buiten het dorp, werd in haar woning ernstig mishandeld door een landlooper (brillen-koopman), die haar tot nabij het vuur sieepte en met een mes aan de hand verwondde. Een ander persoon (koopman in papier) vond de vrouw in zulk een toestand, dat hij de buren waarschuwde, die terstond ge neeskundige hulp gingen inroepen. De weduwe had vóór eenige dagen een varken afgeleverd en het nog hier van aanwezige bedrag (circa f 15) is haar door bedoelden landlooper o itstolen. Het was al wat zij bezat. Men schrijft van TerschellingHet schijnt, dat de winter in Noordelijker landen buitengewoon streng is, want al lerlei vogels komen in groote vluchten over de Noordzee-eilanden heen, waaron der groote praehtige zwanen. Het aantal duikers en rotganzen is dan ook zeer groot. Door de groote koude vliegen de dieren niet snel en laten zich door de jagers verschalken, doch ze zijn brood mager. Niettemin werden er bijna geen eenden in de talrijke kooien gevangen; 't is voor de kooikers tot heden een slecht seizoen geweest. Over het ongeluk den visscher te de Lemmer overkomen, zie ons laatste nummer, ontvingen we nog het volgende Zaterdag in den vooravond, 't was omstreeks 5 uur, was de visscher Roe lof Hoekstra, gehuwd en vader van zes nog jonge kinderen, naar zijne spiering- netten gaan zien, welke in zee uitston den in het ijs nabij de kust. De Noord- Oostenwind had het ijs echter losgemaakt en eenigszins doen afdrijven, waarom hij met een zoogenaamde vlet van het vaste op het losse ijs overstak. Op den terugtocht ontgleed de vaar boom aan zij n verkleumde vingers. Daar stond hij, 7i0nder stuur, zonder hulp, op zijn vaartuigje, te midden van de schotsen. De stroom dreef hem naar het losse ijs terug. Hij scapte er op over, in de hoop- van schots tot schots de kust te kunnen bereiken. Doch zijn schots werd door den stroom meegevoerd, de wijde zee in. De avond viel, 't werd duister om hem heen. Gfeen geluid trof zijn oor, dan het tegeu elkander schuren en het over elkander schuiven van de ijsschotsen en het klotsen van het zeewaterde koude beving hem. Een vreeseljke dood voor oogen In de Lemmer, in :t gezin van den visscher en toen aldra door 't gansche dorp; was groote ongerustheid over 't lot van den algemeen geachte man. Men vermoedde de verschrikkelijke waarheid. In allerijl werd een boot over 't ijs gehaald en in zee gelaten, tien kloeke mannen stapten er in efl men voer af. Dra echter verkeerde men zelf iu ge vaar; want het vroor, dat het kraakte en het grondijs zette op, zoodat men zich niet verder in zee durfde wagen. Men keerde terug zonder de vermiste te hebben gevonden. Nogmaals werd een poging gewaagd, nu met een zeilboot. Weder vruchteloos. 't Was intusschen reeds laat in den avond, ja nacht geworden. Hot haven- vuur werd ontstoken doch bijna alle hoop werd opgegeven. Doen de heer Croockewit, de kanton rechter, drong er met klem op aan, dat nog een derde poging tot redding zou worden ondernomen met de stoomboot „Groningen III". Maar hoe? Zoowel de binnen- als de buitenhaven waren met een dikke ijskorst bedekt, hoe zou de boot in zee kunnen komen. Spaart geen kosten, sprak de heer C. breekt stuk het ijs, kapt het uit, met man en macht aan den arbeid, zet sioom op, spoedig. Met macut van volk toog men aan het werk. De stoomboot lag in de Oude ha ven. Het ijs werd uitgekapt, de boot kwam door de Nieuwe sluis. Toen moest nog het ijs van de Nieuwe haven worden verbroken. Ook ditgelukre. De heer C. had intusscuen des nachts een logementhouder opgeklopt, die er voor moest zorgen, dat aan de vele man schappen nu en dan een verwarmende kop koffie werd uitgereikt. Toen dan eindelijk de havens waren ontruimd, was het inmiddels reeds weer dag geworden8 uur in den morgen. Een Zondagmorgen, welke niemand vergeten zal. Steeds stroomden meer menschen toe, honderden handen trokiten de boot in zee, p. m. een veertigtal personen boden zich aan, den verkenningstocht mee te maken. Men stoomde tot dicht nabij Urk. Intusschen hadden honderden men schen zich op het havenhoofd verzameld, met spanning uitziende in zee. Men wachtte, men hoopte, men twij felde, drie volle uren lang. Toen keerde de boot terug. Helaas een vergeefsche tocht; men had Hoek stra niet kunnen ontdekken. Den ganschen Zondag bleef men in onzekerheid. De hoop verflauwde, de vrees nam toe. Weer viel de nacht in. Nog geen tij ding. Wat was er van den armen visscher geworden We zullen 'them zelf laten vertellen Toen ik een eind was afgedreven in zee, zag ik het havenvuur wel branden. Ook heb ik de beide booten wel opgemerkt, doch de wind was tegen en te sterk dan dat ik de bemanning beroepen kon. Zondagmorgén zag ik in de verte de rook van de stoomboot. Ik kreeg nieuwe hoop, stak mijn jas omhoog doch werd niet opgemerkt. Eindelijk raakte de boot weer uit mijn gezicht. Ik dreef al verder, al verder. Ten laatste, dat was Zondagmiddag, was ik zeer nabij het eiland Urk. Ik kon de menschen zien loopen, waar schijnlijk wel naar de kerk, zoo dacht ik en maakte weer signalen, doch men merkte mij niet op. Ik durfde mij niet verder te wagen, wegens het losse drijfijs tusschen mij en het eiland. Ik ben daar op over het vaste ijs naar het Vrouwen zand bij Enkhuizen geloopen, doch ook daar was het losse drijfijs voor mij een beletsel, om aan wal te komen. 't Werd avond. Toen kwam plotseling een Zuidewind opzetten. Ik dreef des nachts terug naar de Friesche kust. Maandagmorgen kwam ik, doch op een andere plek, niet ver van Oudemir- den, terug bij mijn slee en vlet en netten. Een breede waterplas scheidde mij van de kust. Ik peilde de diepte 8V2 voet water. Nu of nooit, dacht ik. Juist zou ik in het ijskoude water springen, hoe verkleumd ik ook reeds was, toen een jonge visscher op den dijk verscheen. 't Was Bouke de Vries, zoon van den visscher Minne de Vries. Ik wenkte hem. Bouke riep dadelijk zijn vader. Deze verscheen en riep mij toe: „Bin jy it, Hoekstra „Ja, ik bin it, help mij, as jy kinne." Vader en zoon hielpen mij toen, om aan den wal te komen. Zij hebben mij daarop liefderijk opgenomen iu hunne woning, mij van droge kieeren voorzien en mij voedsel verstrekt. Ilt warmde er mijn verkleumde leden." Eu op de Lemmer? Daar was alles nog in onrust en spanning. Men verwacac- te niet anders of Hoekstra was ver ironkeu of omgekomen van koude eu honger. Doen z:et, daar komt Maan lagmiddag 12 uur een bode per schaats van Oude- mirduui, druipend van het zweet, zóó hard heeft hij gereden, en brengt de blijde tijding: „Hoekstra leeft, üij is te Oudemirdum behouden aan wal gekomen. Met een rijtuig komt hij straks terug." Toen had men iet vodt eens moeren zien. 't Was een en al gejubel en ieder liep uit. Te half twee, daar kwam de wagen aan. Met een meer dan houdervoudig „hoeraklang zal hij leven!" werd Hoekstra begroet en naar zijne woning geleid. En toen? Toen werd een welverdiende ovatie gebracht aan den heer Croockewit, te wiens eere het „Wien Neerlands bloed werd aangeteven en een welgemeend „lang zal hij leven." De dankbare stemming van oekstra te beschrijven, toen hij het woord „ge red!" kon uitspreken en zich later weer te midden van de zijnen bevond, niertoe zijn we niet in suiar. Zoo iets laat zien enkel gevoelen. Een wonder mag het echter worden genoemd dat de mau, die twee dagen en twee nachten bij zoo bittere koude op de zee heeft rondgedreven, geen an Ier letsel heeft bekomen, dan dat. de toppen zijner vingers zijn bevroren. God de Heere kwam de eere toe .oor zulk een wonderlijke redding. Honger met muziek. De Klok, weekblad der volkspartij in de districten Scuotorland en Wolvega, bevat een heftig protest tegen een der vele wijzen, waarop men tegenwoordig liefdadigheid en vermaak tracht te pa ren. Iu Steen wijk nimefijk heeft men de armelui laten hardlöopen op het ijs, om brood, boonen, spek etc. „Wij waren er eenige oogenblikkeu getuige van, dat men arme mensehen, waarvau velen den lijdenstrek op liet ge laat hadden, liet hardioopen op klompen op de ijsbaan. Naar men ons zeide, hadden zich 140 -menschen voor die hardlooperij aangegeven wel een bewijs dat de honger groot is. „Wij zagen eenige parturen loopen, zoo hard als hun strammen boenen en uitgemergelde lichamen dat toelieten. Fijn gekleede en wel doorvoede heeren fungeerden ais keurmeesters en directie leden, en hadden blijkbaar wat een schik in hun baantje. „Een en ander werd opgeluisterd door muziek. „Een wedstrijd der ellende met mu ziek Aldus schrijft De Klok. In Griekenland is de winter bui tengewoon streng. Hevige stormen ver oorzaakten talrijke schipbreuken. Door een duiker zijn in de golf van Salonica munten gevonden met de beeltenis van Alexander den Groote. In de eene hand houdt de vorst een schepter, in de andere een vogel. Het getal christelijke schelen in ons vaderland is gedurende het jaar 1892 met 22 vermeerderd en bedroeg op 1 dezer 546, van welke 204 gesubai- diëerd worden door de Vereenigiug voor christelijke nationale en 31 door die voor christelijk gereformeerd onderwijs. Tweehonderd negen en vijftig hebben zich bij den „Schoolraad" aangesloten. Bij toeneming dreigt een tekort aan onderwijzers. „Aan een postkantoor op Atjeh zijn prijslijsten ontvangen met geïllustreer de catalogussen van achterlaadgeweren uit de fabriek van Bèaumont en geadres seerd aan verschillende Atjebsche hoof den en koeloebalaugs buiten de linie." Bij dit bericht uit de Atjehsche Cou rant is commentaar waarlijk overbodig, 't Is waar, onze Tromp bood aan de Spaansche vloot van zijn eigen kruit aan, maar men behoeft dit ridderlijke voorbeeld niet tot de achterlaadgeweren uit te strekken. In de vorige week zijn te 's Hage tien personen overleden aan mazelen. In de Jnffrouw-Idastraat aldaar is een geval van pokken voorgekomen. Donderdag en Vrijdag zijn door de charges der politie-agenten te Amsterdam in het geheel 10 personen verwond; G konden na verbonden te zijn huiswaarts keeren; twee moesten achterblijven, één met een zware hoofdwond en de ander met een ernstige armverwonding. Eenige rijke ingezetenen brachten gis teren een flinke som bijeen om den bur gemeester in staat te stellen die uit te deelen onder de angenten, die in de 'aatste dagen der vorige week zulk een moeielijke taak hadden. In de Roomscn-Kath. kerken van Amsterdam is Zondag door de dienstdoen de geestelijken melding gemaakt van de groote, allerwege heerschende werkeloos heid; zij drongen daarbij aan op onmid- delijke werkveisohiffiig, zonvel vanwe ge particulieren als door de patrons. Als een bewijs van den omvang der werkeloosheid werd medegedeeld, dit alleen bij den R. K. Volksbond 600 wer- keloozen zijn. Een treurig ongeluk wordt uit provi dence, Rhode Islan 1 (Ver. Staten), beric tt. Een groote slee, waarop een gezelschap van ongeveer 50 personen een tocht on dernomen had naar Woonsocket, is 's a- vonds bij liet terugkomen, tusschen die plaats en Pawtucket, op een overweg van den spoor overreden door een trein die onverhoeds in volle vaart kwa u aanstoo- rnen. Vijf heeren en drie dames werden gedood, en zestien anderen bekwamen zoo ernstige wonden dat waarschijnlijk elf aan de gevolgen zullen sterven. Onlangs zat een heertje in een 3e kl. coupé van Zwolle naar Deventer, en voerde een hoog woord over den toe stand in het Noorden, vanwaar hij scheen te komen. Vooral de aanwezigheid van een brigadier en een huzaar scheen hem te prikkelen om telkens te herhalen, dat ei' dynamiet was, maar de politie en huzaren nog niet zoo leep waren als een domme boer. Eenigen medereizigers scheen de houding van brigadier en hu zaar veel pret te geven en het jonge ventje, hierdoor ."gemoedigd, ging al \erder en verder, dat, als de pilitie al leen maar wist, wat hij wist enz., al leen de rustbewaarders waren te dom. Vreemd keek hij echter op, toen de brigadier hem uitnooligde te blijven zitten als zijn arrests it. Dat kon toch niet gemeend zijn. Hij had dat nu maar eens verteld, het was een trein praatje enz. Maar de brigadier bleef er bij. „Je krijgt in Deventer van nacht vrij logies, en dan mag je morgen eens vertellen, wat je weet." „Och, ik weet niets," bracht hij er tegen in, „ik heb het van een houthandelaar uit Sappwmeer, die het mjj in den trein verhaalde, maar ik weet zijn naam niet eens." Dit alles hielp echter niets; in Deventer mocht hij nu met zijn geleide uitstappen, ter wijl de lachers even hun na im mochten opgeven, om later als getuigen te kun nen worden opgeroepen. De te Beerta gestationneerde wacht meester der huzaren is door den defa- chements-commandant in den avond van 13 dezer uit de herberg van E. Buiskool gehaald, met last zich naar huis te begeven. Een «ogenblik later schoot de man zich voor 't hoofd. De kogel is door het voorhoofd gedrongen en boven weder uitgekomen. De wonde is niet doodelijk. Aan het 'hoof 1 van het nommer van Zondag van De Niemre Tijdonaf hankelijk sociaal democralisch weekblad, staat: directeur-uitgever 11. J. Pouffima, Huis van Bewaring, Leeuwarden. (Men weet, dat hij vóór eenige dagen gevan kelijk naar die inrichting is overge bracht). Naar m«n verneemt, heeft de heer F. Domela Nieuwenliuis het buitenver blijf „Belvedère" van den heer Armand te Hilversum gekocht. Te Leiden is een brievenbesteller aangehouden, die een groot aantal on gestempelde postzegels van 1 en van een V, st. in zijn bezit had. Men denkt, dat hij een aantal nieuwjaarskaartjes verduisterd heeft, na er de postzegels afgescheurd te hebben. Veel schade heeft de man niet toegebracht. Yoor de betrekking van Onderwjzer aan de O. L. School alhier, heeft zich slechts één sollicitant aangemeld. Aan de orde was, bet benoemen van een gemeente-bode, welke betrekking door overljden van de heer J. Tiggelman is opengekomen. Met 9 van de 11 stem men werd benoemd de heer J. H. van Klink die no. 1 op de, door Burgem. en Weth., opgemaakte voordracht stond. Nummer 2 was de heer Koomen waar tegen een der leden bezwaar had, omdat genoemde Koomen niet liberaal was!! Nu het zoude erg zijn, als er eens een betrekking werd weggegeven aan een niet liberaal, daar alle gemeente betrekkingen door mannen van die kleur zjn bezet! Voorts werd in die vergadering de gemeente-veldwachter Revers benoemd tot ambtenair bij de gemeentebelasting op het gedis:elleerd en tot opzichter over de straatverlichting. Ook werd nog besloten de eigen aan gifte van den hoofdei jken omslag te doen vervallen en die aanslag ambtshalve te doen plaats hebben. Ingezonden.) Niet minder dan 35 personen hebben zich voor de Nationale Militie aangege ven. Door den gemeente-veldwachter M. Metaal alhier is 1.1. Maandag een onder zoek inges eld op gedane aangifte van diefstal van dekens en kleedingstukken, afkomstig en uit het weeshuis alhier. Bj onderzoek den Ex Kolor verkochtwa. Burgemeester Zijn Edelachtl verdachte opk< ren werden van het voor/ gemaakt. Ge bewaring van gebracht naa| Rotterdam, Rotterdam aan de Open over de maa totaal aantal] van werden Ziekte Godsdienst] "Weer en v Veldarbeid] Overigen Overige rel Totaal vei schooltijden vergadering vereen, (zie beschouwd ag traden toe, menstelling voorzitter vt gekozen de deze tot led voor 't regl. Zeedijk en j Op 'teindi modderige opgerafeld oprichting J. Warnaer doen ten vereen, zoo» mogeljk zo nare geschil schikking z: Roodzant J veroorzaakt uitgedoofd reeds aan spreid had blusschen. 19 Janu benoemd voor de ge akten en d bosch de vanger der Ing-d Buiten verant] Nieuwe Mag ik mj voor ruimte in heer X i dienen. Hj sch hj mijn f de wonde het onbel geen zelfs Daar h dat hj ze naasten zou ik naam one voor het aan zulk schuldig taan op te bewaï twisten i dan met niet weel U dan teeken ik [Voor bare dise sluiten. Myn) Beleef voor he uw blad aangeleg dat dez^ worde. In he venbusse op eeni staat en gang v? leidt, genoemc gebrach zichten nu met toor te delingei vinden kleine 1 X-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1893 | | pagina 2