iel;
E
f
Vrijdag 30 December 1802.
Zevende Jaargang No. 372.
Antirevolutionair
man
9
er :en
iANT
IN HOC SIGN O VINCES
imim iio
Algemeene Assurantiën
ek
dier
FEUILLETON
Boar en. Sdalaian
r
f
R
3
Wb
MISSELS,
l do rijen
sten.
nd afkoms-
Gaskolen,
sfabriek te
per
^i»o
UW(J
worden op
EEPE.
i1
Abonnementsprs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
Hl
Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en 3/2 maa
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal.
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmiddag 12 uur.
Alle stukken veer «Ie Radactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever.
Maatschappij van
zoolang niet tevens het hart en het ge
voel deugdelijk worden bewerkt.
Eerder dan wij dachten, is deze
voorspelling bewaarheid door de fei
ten. Reeds op 24 October jl. kon men
-in het Nieuws van den Dag een klacht
lezen over het kwaaddat zij begon
jte verwekken.
Natuurlijk begint de redactie met
in haar inleidend woord te zeggen,
dat zij van de sport zelve geen kwaad
wil zeggen. Nu, dat willen wij ook
niet. Van harte gaarne stemmen wij
het haar en allen sport-beminnaars
toe, dat vooral in onzen zenuwachtigen
Kort geleden wezen wij er op, dat
menschen van allerlei richting einde-
Ijk zjn gaan inzien, dat men door
enkel de hersenen der kinderen te be
werken, het menschdom niet gelukki
ger maakt, en dat men daarom op een
middel gezonnen beeft om het even
wicht wat te herstellendat men toen
bij sport en slojd, bj lichaams
beweging en 1 i e 1 h e b b e r j han
denarbeid is aangeland. Maar ook
waagden wj toen de voorspelling,
dat men zoowel met den arbeid van
handen en voeten als met dien van de
hersenen bedrogen zou uitkomen, en
dat er nooit van herstelling van het
evenwicht sprake zou kunnen zjn,
gen, Randen, voeten en longen, en
veel beweging in de open lucht zjn
aan te bevelen.
Maar wij hebben er bij beweerd,
en dit wordt ons door het genoemde
liberale orgaan nu reeds ingewikkeM
toegegeven, nl. dat de sport op z;ch-
zelve niet baat, maar dat er iets
anders, iets meerdeis, iets hoogers
mede moet vergezeld gaan.
„Weinig zaken," de redactie van
het Nieuws zegt het zelve, „zijn door
haar aard zoo voor overdr jving vat
baar als juist de sport.En wat heeft
men dan reeds van die overdrijving
opgemerkt? „Dat de sport, opge
voerd tot het overdrevene, den jon
geling doet mislukken in het eigen
lijke doel zijns leven hem de kos
telijke uren ontrooft, noodig om later
in de maatschappij in een nuttigen
werkkring te kunnen optreden." In
de tweede plaats, dat de krachten
vaak worden ingespannen „over de
grenzen," waardoor zij „verlammen"
en menschen verkregen worden met
„weinig ontwikkeling van den geest
bij een verwoest lichaam." Terwijl
daar, volgens het Nieuws als der
de grief nog bijkomt, dat men op
onbarmhartige wijze met de dieren te
werk gaat. En wie kan dit laatste te
genspreken Eenigen tjd geleden
ging men een wedstr jd aan tusschen
heeren, die van Berljn naar Weenen
zouden rjden en andore die van Wee
nen naar Berljn zouden rossen.
Paard na paard werd er aan ge
waagd. De bladen hebben gemeld,
dat verscheidene van die dieren half
of geheel dood gereden zjn.
Maar ook het andere, dat het
Nieuws als schadelijke vrucht van
de drukke port-je .veging in onzen
tjd heeft opgeme: kt, laat zich o zoo
best gelooven. Toen men de her
sens te veel [ging inspannen, was
ten minste de mensc rijke rede
nog aan het werk, zj.. e een ziels
vermogen, dat wel niet willekeurig
en buiten verband met de overige
zielsvermogens mag heerschen, maar
dat toch ,höt zieleleven behoort te
leiden. Maar bj de lichaamsbe
weging zet men als vanzelf den w i 1
f aan het werk, zijnde een vermogen
der ziel, hetwelk alle krachten van
lichaam en geest en alle omstan
digheden tracht dienstbaar te ma
ken aan een bepaald doel.
Wordt nu bij het opkomend ge
slacht het hart in zijn geheel be
arbeid, op christeljke wijze, wordt de
wil gericht op het zoeken van een
inderdaad nuttigen werkkring in
de maatschappj, wordt de wil in
toom gehouden door de geheiligde
rede en het veredeld gevoel, dan zal
de sport geen kwaad doen. Z j zal dan
als middel ter betere bereiking van het
levensdoel den rnensch dienen.
Maar als de hoogere idealen
ontbrekenals deze door een goede
opvoeding niet gewekt worden als
het kind met den aard en de eischen
van het leven zelf niet bekend ge
maakt wordt als het zjn verantwoor
ding voor God en de gevaren, aan
alle genot in deze wereld verbonden,
niet leert beseffen, och dan wordt el
ke gave in het leven misbruikt. Dan
wordt de Rb/s werking evenals de ar
beid der redein plaats van middel
tot het doel des levens verheven, en
de hartstochten die er bjkomen doen
het overige om den rnensch in het on
geluk te storten.
Hoezeer deze hartstochten een sport
liefhebber k nnen vervoeren, is van
ouds bekend onder de schaatsenr jders.
Lieden die anders behoorl jk over hun
wil weten te heerschen, en die overi-
geRs zeer bedaard, matigen voorzich
tig1 zijn, wagen somt,jds alles voor het
genot op het js. En vooral b j wedstrij
den, als er de machtige prikkel der eer
zucht bijkomt, dan heeft het nuchter
verstand vaak weinig te zeggen.
Er is, hoe men het vraagstuk der
opvoeding ook wende of keere, slechts
èèn methode, die proefhoudend zal
blijken. Het is d;e,» waarbij de|ge-
heele mensch tot voorwerp van
bewerking wordt genomen, en waar
bij men alle gaven en vermogens
zoekt te brengen onder den invloed
van die vaste zedelijke beginselen,
welke zijn afgeleid uit Gods Woord.
De opvoeding wordt nooit harmo
nisch, of zij moet den mensch be
handelen naar zijn a a r d en naar zijn
behoeften. En dit doet juist alleen
een christelijke opvoeding'.
ILessess en Wenken.
**ÈËÊÊÊm
)or ons ge-
;r, de een
t, of ieder
:ing zoekt,
its 50 centen
H u w e-
en andere
t e 11, Arl-
r g a. «I e-
SB Si BBS-
k O |9,
èrlei zaken
g e sa en
.ortom yoov
„Maas- en
reiding het
aan.
opgegeven
ikening ge
en Brieven-
genten van
kdag abon-
in.
enz.
8
»o
bazar,
ti,
euwste en
>ij uwe in-
-Maatschap-
;e van Paar-
5
'D
inmusis
OjDOJlQ
J^OOJQ
uurwerken
de nieuwsle
as, welke
n geruissch-
e nieuwste
Electrische
volgens bet
euwste Wa-
otte en prij-
,rdig, omdat
vernietigen.
en prijzen
gericht voor
spelen met
Reparatiën
es.
den- Zilve-
fegulateurs,
Dienaar
0,50
baar.
terdam.
1
Deze Courant verschijnt eiken Trijdag.
UITGEVER:
T. BOEKHOVEN.
iussEESScSsaa
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Handwerken" f "0,75 per 3' maanden.
EDITIËN VAN DE BAZAR
6 nummerf 1,
6 met 6 gekl. platen. 1,50
5 3 geknipte patronen 1,50
6 „6 geld. pl. en 3 geknipt.„
Bij al deze editiën kan men tegen
verhooging van f 0,50 het „Tijdschrift
voor Fraaie Handwerken" bestellen.
Bij toezending van postwissel plaatste
men daarop duidelijk welke editie men
verlangt.
Uitg DEN HAAG. Gebr. BELINFANTE
TEGEN GEVAREN VAN
ERAID te KRUSSËL.
Goedgekeurd bij besluit van Z.M. den Koning der!
Nederlanden 3 Jnni 1830 en van Z.M. den Koning tijd de Ontwikkeling Vail Spieren, 00-
der Belgen 3 Mei 1854 en 7 April 1862,
Onder de Aandeelhouders zijn
wijlen Willem II
u *-»
ksland.
spreken te
reikende.
27 EEN TAFEREEL ITIT DE
ERANSCHE OMWENTELING.
HOOFDSTUK X.
DE VEINZERIJ ONTMASKERD.
Dat was eene ernstige zaak voor Dubois. Hij
moest thans beslissen over hot hein toevertrouwd
pand: de eigendommen van Devigne. Deze was
ontwijfelbaar in Amerika gestorven; maar zijn
zoon Gaston, die bij de republikeinsohe leger
benden dienst had genomen, dan; zou deze niet
terugkeeren of kunnen wederkeeren? Niettemin
antwoordde de vader van Lucia, hoe langer hoe
meer door den schijnheiligen graaf op de nood
lottige helling voortgesleept, gedwongen, misleid
en gevleid:
„Welaan, het zij zoo, ik ben bereid om tegen
overmorgen den notaris van Aleneon af te wach
ten, maak gij, mijnheer de graaf! de zaak maar
in orde."
Saint-Renne drukte zijn toekomstige schoon
vader herhaaldelijk de hand en vertrok met on-
gewonen spoed.
Zoodra de tijding dezer treurige afspraak
Maria en Lucia was medegedeeld, was hare smart
daarvoor zoo groet, dat het geweten en het hart
van den schuldigen vader er door geschokt wer
den Hij gunde zich geene rust in de woning,
maar nadat hij zijn knechts de noodzakelijkste
bevelen had gegeven ten opzichte va.n de plech
tigheid voor overmorgen, verliet hij zjn huis
n et een ontroerd gemoed, en dwaalde vele
urenlang in de velden rond. De avond viel, en hij be-
slöot langs het ker kb of terugkeeren Het was helder
maanlicht, en onwil akeuvig als door een instinkt-
matig gevoel geareven, waarvan hj zich geene
rekenschap kon geven, liep hj door den ingang-
den Godsakker op. Daar zag hj tot zjne niet
geringe verbazing een manljk wezen, een vreem
deling bjj de graven zitten, die zooveel kostbare
herinneringen in zjne ziel opriepen. Weldra
stond die rnan op en scheen hem oplettend gade
te slaan. Een oogenblik later strekte deze zjne
beide armen uit en riep met eene zeer goed be
kende stem uit:
„Zjt gj mjjn ouje vriend Julius Dubois
niet?"
„Ja, die ben ik, en gj, wie zjt gij maar
hoe kan ik dat vragenHeb ik de eer niet mijn
ouden heer en meester Devigne voor mj te
zien
„Ja lieve vriend! God zj geloofd, zjn naam
zj geprezen! dat ik u aan deze zjde des 'grafs
nog mag ontmoeten en wel op dezen voor mj
dierbaren grond. Teel is er sinds geschied, veel
merkwaardigs heb ik ervaren, maar uit alle
nooden heeft de Heer mj gered. Ik was voor
zeker lang bezweken, had Hj mj aan mjzelven
overgelaten. Menigmaal was het water aan de
lippen, maar er over kwam het niet. Veel ont
bering, veel zielsverdriet heb jik doorgei-aan,
doch veel verkwikking, veel zielebljdschap heb
ik ook genoten. Door God's genade ben ik die
ik bon, en mijn zjn aan [deze plaats is een
waar teeken van zjne wonderbare liefde ,en zorg
voor een arm zondaar zoo als ik."
„Ook daarvan kan ik u voel mededeelen. Wat
ik ondervonden heb in al dien tjd, grenui aan
het fabelachtige. Dooh laat mj eerst van uwat
hooren; want ik ben waarljk nieuwsgierig. Men
heeft hier algemeen het bericht verspreid, dat
gj op een reis naar Amerika verongolukt
waart?"
„Waarde Julius! om u dat alles thans in het
kort medetedeelen, dat vermag ik niet, maar
daarvoor zullen wj later meer gelegenheid heb
ben. Ik wil u alleen zeggen, wat wellicht aan
leiding tot het govucht van mjn dood gegeven
heeft. Zooals ik u heb laten weten, kon ik het
na het spoorlooze verdwijnen van Gaston in
Londen niet meer uithouden en besloot nijne
zaak aan een kant te doen en verre van het
vasteland, waar ik zooveel verdriet gehad had,
naar Amerika te gaan. Ik reisde naar Liverpool,
waarde „Leliebloem" gereed lag om te vertrekken.
Mjn bagage werd nog dionzelfdeu dag aan boord
gebracht, maar de afvaart van het flinke zeege
bouw nog een paar dagen uitgesteld. Ik nam
voor dien tjd mjn intrek in een der voornaam
ste en meest bezochte logementen niet vei' van
de haven. Het vertrek, dat mj aangewezen werd,
zag er allerfijnst uit; ik had sinds het verlaten
van mjn kasteel zoo i ts niet gezien. Ik maakte
van alles wel een goed gebruik, maar het rechte
genot daarvan kon ik natuurljk niet smaken;
de omstandigheden, waarin ik mj bevond, waren
zoer netelig' en onrustbarend. Denzelfden dag
dat het vaartuig zee zou kiezen, had ik nog
eene kleine wandeling gemaakt, iets dat ik voor
eenige tijd zou moeten missen, en had ongelu'c-
kigerwjze mjne kamer als ook een handkoffertje,
dat ik gewoon was bj mj te dragen, openge
laten. Toen ik derhalve te huis kwam, hoorde
ik, dat de „Leliebloem" op hare passagiers
wachtte. Ik heb derhalve even den tjd mjn
koffertje te sluiten en mjn logies te betalen.
Maar hoe groot was mijno verbazing 011 teleur
stelling dat de logementhouder mj en iedereen,
die bj hem in huis geweest was, weigerde te
laten vertrekken, tenzj men zjne bagage ge
visiteerd had. Er was n. I. even te voren een
gouden horloge van een vertrekkend heer ver
mist. Aangezien ik grooten haast had, behoorde
ik gelukkig mede tot de eersten, wier goed
werd onderzocht. Stel u mjn schrik on mijne
smart voor, toen daar bj het .openen van mjn
koffertje liet bewuste horloge al dadel jk voor
den dag kwam. Ik werd onder vele smaadwoor
den en aüerlei beleedigende uitdrukkingen iu
verzekerde bewaring genomen, een oogenblik
later aan den rechter overgeleverd, en toch was
ik hoewel ik geen bewjzen had, zoo onschuldig
aan het feit als een lam. De „Leliebloem" ver
trok, en al mjne bagage, die ingepakt aan boord
was, ging mede, om nimmer meer in mjn bezit
te komen. Na herhaalde malen verhoord te zjn
werd ik met tien jaren kerkerstraf naar eene
som bore gevangenis gevoerd, waar ik zeker zou
bezweken zjn, had de Heer zich niet over mj
ontfermd en de misdaad aan he licht gebracht.
De booswicht, dio mijn ongeluk gezocht had,
kreeg zooveel wroeging en berouw, dat hj zicli-
zelven bj den rechter aanklaagde als den be-
drjver van de wandaad. Zjne bekentenis hergaf
inij de vrijheid en bracht hom in den kerker,
waarin hj kort daarna, tengevolge van zjn on
tuchtig leven, bezweek. Maar wie was hj nu; en hoe
had hj zjne misdaad overlegd, opdat ik de
schuld daarvan kreeg. Die jonkman was een
vroeg-ere makker van mjn zoon Gaston, een
wulpsch, luchthartig en woelziek rnensch, die
mjn kind verleid 011 bedorven heeft. Toen ik
dat, doch te laat! bemerkte, ontzeido ik hem
mjne deur en verbood Gaston zich met hom op te
houden. Dat kostte veel moeite, maar van dat
oogenblik af werd mjn zoon o.istui nig, hoogst
onwillig- en tegenstrevig, en zjn makker besloot
zich den eenen of anderen dag op mj te wre
ken. Gaston verdween, niemand was daarvan de
schuld dan hj alleen en ik verliet ook de
wereldstad. De booswicht volgde mj op den voet,
onderzocht mjn logement en mijn kamer, vond
in een dor opeustaande vertrekken een gouden
horloge op eene tafel liggen, nam het haastig-
weg en legde het zoo snel als het licht in het
handkoffertje op -1 ikamer. Na het plegen^van
zjne euveldaad ver wj derde hj zich uit de stad
en vloot naar elders!"
„Hoe ontzettend!"
„Maar hoe beschikte eene heogere hand dat
allesDo booswicht moest dooi' zju misdi-j
mj in do kerker brengon, opdat ik niet bj het
onheil, dat dit fraaie vaartuig getroffen heeft,
omkwame, maar gezond en wel mjn landgoed
b. reikte."
„Merkwaardig is deze uwe geschiedeniswat
hebt gj toch voel ondervonden! Wat ben ik
verheugd, dat uw leed ten einde is. Na het zu
re komt het zoet, mijnheer Devigne
„Dat is mjn wensch, dat geve God!"
Hoe lakenswaardig liet gedrag van Dubois
omtrent da familiebezittingeu van zjn vroege-
ren meester ook was, toch moeten w j bekennen,
dat do blijdschap, die lij gevoelde en openbaarde
over de terugkomst van Devigne, waarljk tref
fend en gioot mocht heeten. Hj geleidde hem
dadeljk naar zjn kasteel, stelde hem aan al zjne
bedienden voor als den eenigen hoer, wien zij
voortaan te gehoorzamen hadden, on eindeljk
bracht h j hem b j Lucia en Maria, die niet min
der verheugd en verbaasd waren o v ar de wonderbare
leidingen God's en de onverwachte gebeurtenis
van dezen dag.
Maar terwjl deze dingen op het kasteel van
Devigne voorvielen, hadden er geheel andere
tooneelen in de woning van den graaf Saint-Renne
plaats. Deze had, na het bouwvallige gedeelte
van zjn slot aan eene bende valscho mun
ters in gebruik te hebben gestaan, niets beters We
ten te doen dan hen in 't g-eheim b j de politie
van Aleneon aan te klagen, 's Avonds voor den
dag, dat zj gevangen genomen zouden worden,
had Saint-Renne hen bj zich tor tafel genoodigd,
om hun de heuglijke tjding van zjn huwelijk
mede mede te deelen. Maar op het oogenblik
dat hj hun verzocht do glazen to vullen cn hun
een heildronk op de schoono verloofde voorstelde,
stond do burger Brutus, die in 't geheim va i de
verraderijke handelwjze des graven verwittigd
was, op, om ze hem in het gelaat te verwjten.
Zonder oen antwoord te wachten, haalda hj
plotseling een revolver te voorsohjn, schoot
dien af en verbrijzelde hem het hoofd. Op dit
pistoolschot snelde iedereen toe, en toen men
van den burger Brutus vernam, dat do komst
der politie zeer nabij, en men reeds bjua niet
meer veilig was, haastte iedereen zich zoo spoe
dig mogeljk oen goed heenkomen te zoeken,
terwjl men medenam al wat medegenomen kon
worden.
Het ijvernemen van zooveel belangrjko en
buitengewone gebeurtenissen bracht de boeren
van Saint-Renne op de been, en allen snelden
naar het kasteel van Dubois, om den heer De
vigne weder te zien en zich van de waarheid
Gij meent uwen broeder te mogen
veroordeelen, omdat zijn gebrek liet uwe
niet is. Maar wellicht is daarentegen
uw gebrek niet het zijne.
Yraag, bij uw oordeel over een ge
vallene, wat er van u zou geworden
zijn, als zijne omstandigheden de uwe
waren geweest.
Mpreek nooit een beslist oordeel uit,
a's gij de daad wel kent, maar de be
weegredenen niet.
't Zou er voor ons allen slecht uitzien,
indien God zoo ongenadig was jegens ons,
als wij meestal jegens eikanderen zijn.
van zjne tegenwoordigheid te overtuigen. Eens
klaps begon ook de oude Sentiuelie hevig te
blaffen, en men werd voorbereid op do nadering
van een vreemdeling. En wie was deze, denkt gij
mjn lezer? Het was niemand anders dan de
jeugdige soldaat, Romane da Normaiidiër, hij harl
zju ontslag uit de dienst gekregen, eu voor alles
was het zjn vurige wensch de plaatsen, hom uit
zjne kindsheid zoo dierbaar geworden, weder to
zien. Ook hij was niet minder verbaasd de terug
komst van den ouden eigenaar van het kasteel
van Devigne te vernemen. Vervoerd van blijd
schap snelde Gaston Devigne of Romana want
dat was dezelfde jongeling in de armen des
vaders, om hom vergiffenis voor zjne ongehoor
zaamheid te vragen en te verzoeken weer in de
gunst te mogen dealen het overige van zju leven
bj hem door te brengon.
't Valt gemakkei jk te begrjpen, dat in derge-
ljk oogenblik al de oude veaten en onaangenaam
heden vergeven en alle p jnljke herinneringen uit
het geheugen gewisoht werden. Toen den volgenden
dag de notaris van Aleneon kwam, dia zich nau-
weljks de veranderingen kon denken, die een
enkele nacht in den toestand zjner ldiënten go-
bracht had, vond iedereen het zoer eenvoudig om
aan d mzelfden heer het opmaken van het contract,
op te dragen, dat voortaan de reeds zoo innig
verbonden belangen van twee familiën veroenigen
en de taederste wenschen van Gaston en Lucia
verwezenlijken moest.
Julius Dubois keerde naar zjue eigene woning
terug met zijne getrouwe bedienden Jan Closnet
enClauda Lemetto. Wat do goede Maria betreft,
z j zou van hare teode: geliefde Lucia niet hebben
kunnen scheiden 011 oindigdo hare aardsche loop
baan op het kasteel, omringd van de teederste
zorgen en het voorwerp vau de algemeene achting
en toegenegenheid. Luoia deed zich als burgtvrouw
uitmuntend goed voor, en iedereen bewonderde
haar fijn gevoel, haar kiesohheid on smaak, hare
bevalligheid en haar beminnenswaardigen een
voud.
Zij maakte haar echtgenoot en haar schoonvader
gelukkig en was weldra de afgod van de bovol
king van Saint-Re., so, die niet genoog haar lief
dadigheidszin en h,.ro onuitputtelijke goedheid
kon, roemen. Wat Julius Dubois betreft, hj ver
klaarde menigmaal, dat het veel moeilijker
was am den edelman uit te hangen dan een
eenvoudig landman te zjn, en dankte den Heer
bj iedere gelegenheid, dat hj van de moeieljk-
hedeu en verzoekingen, waaronder hj eindeljk
had moeten bezwijken, verlost was.
Einde.