Vrijdag 4 November 1892. Antirevolutionair Zevende Jaargang No. 864. Orgaan gommm Eerste Mad. u I FEUILLETON uden. IN HOC SIGNO VIKCES Bosr en Edelman. gesteld Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Voor Amerika by vooruitbetaling f 3,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. Duizendmaal en veel meer werd in den loop van de tweede helf^ dezer eeuw door de voorstanders van een positief christelijke opvoeding- betoogd, dat wel de Overheid zich neutraal kan plaatsen tegenover de verschillende godsdienstige of ongods dienstige richtingen van het onder wijs, maar dat het voor de onderwijzers onmogelijk is om al die richtingen tegelijk te mijden óf te dienen, en dat de Overheid derhalve op onder wijsgebied de natie in haar geheel slechts dan zal bevredigen wanneer zij scholen inricht voor elke gods dienstige richting afzonderlijk, of wel de ouders zelve zooveel mogelijk de leermeesters voor hun kinderen laat kiezen. Nu, het eerste scheen moeielijk uit te voeren, omdat elke hoofdrichting op 'godsdienstig gebied nog weer zooveel vertakkingen of schakeerin gen heeft. Hierop werd althans voort durend de nadruk gelegd door de voorstanders van de openbare school. Maar het behoefde ook niet, be weerden deze lieden onophoudelijk. Immers, de onderwijzers hadden zich slechts te onthouden van alle gods dienstige uiting. Zij zouden alleen maatschappelijk onderricht geven. En dan zouden zij niemand kwetsen dan zouden de aldus bestuurde scho len voor allen bruikbaar zijn, behalve alleen voor enkele stijfhoofdige of bekrompen menschen, die dan iiun zonderlingheid maar moesten boeten door op eigen kosten aparte scholen te bouwen en alzoo tweemaal te betalenééns in de algemeene be lasting en andermaal particulier. Evenwel, do aanhouder wint. Ook lessen, die moeielijk te leeren ijn, gaan er ten slotte wel in, als zij maar behoorlijk herhaald worden. Wij zeggen dit niet, omdat de liberalen zoo achterlijk zijn in ont wikkeling of omdat zij zoo moeielijk iets begrijpen. O neen, dat niet. Maar 's menschen denken volgt maar al to vaak de neigingen vau zijn hart. Aan die bevangenheid ontkomt bijna niemand. Ook onze liberale mede burgers niet. En deze hadden nu eenmaal een sterke voorliefde opge vat voor het vermengen van alle godsdiensten in „een christendom boven geloofsverdeeldheid", en zij oordeelden, dat de „neutrale" school dat „christendom" dienen zoude. Op dit punt waren de liberaler dus hardleers. Maar, zooals wij zeiden, dat bleef zoo niet. Na veel heen en weer praten stonden er een aantal scherp zinnige liberale woordvoerders op, die erkendengij hebt gelijkde onder wijzers kunnen niet geheel neutraal zijn in het godsdienstige, en in zoo verre zij het wel zijn, kunnen zij onmo gelijk daarmede alle ouders bevredigen Zoo verscheen er om slechts iets te noemen in het „Schoolblad" van 2 Fcbr. 188(1 (een liberaal orgaan, waaraan wel ongeveer hon derd leeraren en onderwijzers van openbare schole i hun medewerking hebben toegezegd) een hoofdartikel over de „gemoedsbezwaren tegen de openbare school," cn dit artikel gaf onder meer het volgende te lezen Adyertenfiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 centen 3/2 ma Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal. Bienstaanjragea en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. zij Het is mae daad één van de grootste zegening n, den voorstanders van een cliristelij :e opvoeding bereid, dat vele kundig liberalen tot deze erkentenis gekojien zijn. Want" o hei is zoo zielsv dat men recht In en rdrietig te gevoelen ft, en dat men niet i doen dan dit recht men dan toch tel - wordt. anders mag of la bepleiten, en da: kens misverstaai Bij de behano ding van de school- wet-Mackay het 't het recht echter gezegevierd. Eti tegenpartij heelt deel der natie r met scholen, wa zoodanig is bui daarom de oude grond behooren bouwen en in scholen. In twee voorn nl. de subsiuiej schoolgeldheffing belichaamd. Immers, doo gen zegt deel der oegestemddat een it voldaan kan zijn de godsdienst als ingesloten, en dat meer op den voor- te treden bij hot tand houden van ne wetsbepalingen, en de verplichte is dit beginsel deze wetsbepalin- erheid met andere uiers en voogden wijs uwer kinderen et gij dit door zelve a, dan zult gij daar- eenigen steun als gij zelve geen vilt en slechts wilt de woordenG'j behoort het ondi te behartigen. I scholen tc bouw bi] van Rijks1 genieten. Doch scholen bouwen profiteeren van richte scholen, dn zult gij daarvoor, door ons inge- als ge bij mac schoolgeld betal aansprakelijke!!1 Ziedaar het Slechts komt zijt, altijd eenig omdat gij de eerst or de opvoeding zijt. ort begrip van de tegenwoordig' g< lende schoolwet. ie,t er nu op aan, dat het beginsel „de schoolzaak al lereerst en allermeest de zaak der oudersook gemeentelijk wordt door gevoerd. Dit kwam alleen door het heffen van een billijk schoolgeld. Want ja, er is in cle wet een minimun-schoolgeld van slechts 20 cent per maand voor ieder kind vast gesteld. Doch men vergete niet, dat er ook een maximum-bedrag is aan gewezen, nl. het bedrag, dat elk kind aan de gemeente kost (na aftrek van de Rijkssubsidie natuurlijk). En bij de discussie over dit belangrijk deel der wet is duidelijk door de Regeering verklaard, dat haar bedoe ling geenszins was, dat de gemeen teraden bij het minimum-schoolgeld zouden blijven, maar dat zij behooren te Ietten op het (straks genoemde) beginsel der wet en op het vermogen der ouders naar plaatselijke omstan digheden. De redelijkheid van het heffen van zooveel schoolgeld als de ouders kun nen betalen (altijd tinnen de grens van den kostenden prijs), behoeft geen betoog. Daarop moeten onze gemeenteraadsleden het dan ook aan houden. En naarmate tegenwoordig almeer door de liberalen zelve gebroken wordt met het „neutraliteits"-systeem, mogen wij van hen steeds meer toe schietelijkheid op dit punt verwach ten. Niet om onzentwil, maar uit rechtsbesef. Voor dit laatste brengen wij nu nog een paar bewijzen bij. In liet Nieuws van den Dag dd. 25 Mei 1891 wordt in een hoofdartikel („De Onderwijzer buiten de school") uiteen gezet, dat de invloed van den onderwijzer op het karakter van het kind „onbereken baar groot is" dat het kind van hem „vaardig indrukken en denk beelden opneemt, door hooren en meer dat de onderwijzer in de school alleen niet is om het nog door zien, kind wat te leeren"dat ,zyn persoonlijkheid zijn geest door duizend onzichtbare kanalen het gemoed van het kind bereikt;" dat „de ouders den plicht, den schuldigen plicht (hebben), dat zij zekerheid erlangen, de grootst mogelijke zekerheid om trent de zedelijke waarde, omtrent de zedelijke en staatkundige begin selen van den man, wiens invloed op hun kind zoo ■groot zal zijn als de invloed van den onderwijzer" dat zij die onderwijzers hebben te benoemen, moeten „kiezen alsof zij kozen voor hun eigen kinderen''. Ligt in deze beschouwing nu geen roijale bestrijding van het vroeger zoo stevig vastgehouden „neutrali teitsbegrip?" En ligt er niet klaar in opgesloten, dat als de gemeente raadsleden niet van dezelfde gods dienstige richting zijn als de ouders, deze het hun onmogelijk over kun nen laten om de onderwijzers voor hunne kinderen te kiezen? En ditzelfde wordt van liberale zijde tegenwoordig ook in de prak tijk bevestigd, wanneer zij al te ra dicale ol socialistisch getinte onder wijzers openlijk passeeren. Te Helium (gemeente Slochteren) b. v. vroeg het gemeentebestuur on langs omtrent de sollicitanten voor een onderwijzersplaat: bij andere be sturen na, of zij ook „tot de socia listische en radicale denkbeelden overhelden." Yan dit standpunt tot dat van de voorstanders der vrije school is slechts ééne schredeWant, als een gemeen tebestuur het noodig acht zekere po litieke en sociale overtuigingen in de onderwijzers te mijden, dan heb ben christelijke ouders nog veel meer het recht en den plicht om, uit ge hoorzaamheid aan (Gods Woord, hun kinderen verre te houden van mede- opvoeders, die geen medebelijders zijn van hun eigen godsdienst. Wordt vervolgd.) m - J - - M k/10. irde Tijk, en flink LNTEN, IIS is 3n. is. Een litcn- itiek L\V. 'il H10t cuadige risohen jk goen hebben itvoe- ipotprijs tagt er nenhij uiveren iredding mkbare editie mm ii Deze Courant verschijnt eiken Yrijdag. uitdeveb: T. BOEKHOVEN. ASIe stukken voor «Sc Rfedactie bestemd. Advertentlën ©bi w es*dere Administratie franco toe te zenden aan desa Uitgever. Uit iiutusner iieskinl uit twee bladen. Het „neutralitcits"-be- grip op scliuogg'ebaed meer en nicer losgelaten. 19 Een tafereel uit de FRANSOHE OMWENTELING HOOFDSTUK IX. De listige kunstgrepen van den vijand. Denzelfden dag dat hij, die den naam van Chamone droeg, ter aarde besteld werd, merkte men niet zonder zekere verbazing eenige lichte rookwolken op, die uit een der groote schoorsteenen van bet Bavennestopstegen. Het gerucht verspreidde zich weldra, dat de oude graaf van Saint-Renne, de burgerdie een oogenblik zulk eene groote mate van volksgezindheid geopenbaard had, was teruggekomen. Men had hem eenigzins, laat mij lie ver zeggen, bijna geheel vergeten. Zelden is het, dat een volksman lang dezelfde persoon is, vooral als men niet weet, waar hij is, en wat hij doet. De burger Renne, dien wij in een ton verborgen te Parijs gelaten hebben bleef een geruimen tijd in dezen ongemakken V „Er is een tijd geweest, dat bijna geen der liberale organen geloofde in de gemoedsbezwaren der kerkelijken. Het heetten gemaakte bezwaren. Geluk kig zijn thans vele liberalen liberaler geworden. Er staat in (of naast?) de liberale partij een groep, die erkent, dat de kerkelijken van hun standpunt, voor hunne kindoren, de openbare school kunnen afkeuren, met evenveel recht als waarmee anderen, met een andere lijken kerker: niet dat Peronet groote pogingen deed om achter zijne schuilplaats te komen, maar de tallooze vijanden, die hij zich tijdens zijne groote macht gemaakt had, zouden hem wel hebben willen op sporen. Het gelukte hun evenwel niet. Renne had zelfs de gelegenheid om zijne enge gevangenis te ontsnappen en verkleed buiten Parijs te komen. Hij leidde toen een zwervend leven, trok van de eene provincie naar de andere en wist ein delijk Zwitserland te bereiken, waar hij eene gunstige gelegenheid afwachtte, om weder naar Frankrijk terug te keeren. Hij kwam op nieuw in Parijs, maar werd genoodzaakt oin deze stad weldra te ver laten; hij was te zeer bekend om daar eene of andere betrekking te krijgen, en met gescheurde kleederen en met de ellende op zijn gelaat zichtbaar begaf hij zich naar het aloude door zijne voorva deren bewoonde kasteel. Daar zou hij, hoewel eenvoudig en sober ten minste toch nog in vrede kunnen leven. Hij begon den titel burger weg te la ten om dien van mijnheer aan te nemen, voegde er weldra van bij en eindelijk eigende hij zich weder den titel van graaf van Saint-Renne toe. levensbeschouwing voor hun kroost bedoelen hier mei de school zooals zooals zij volgens leggers van art. moeten zijn All) vinden het in de zooals liet behoort Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmiddag 12 uur. die openbare school] verkiezen. Wij de openbare school, de school een der honderd uit- 194 en art. 33 zou en de „modernen" openbare school juist groot C De boeren begt itten hem op nieuw, zooals zij voorhli de voorvaders van den graaf gedaanjiadden. Was hij niet, na alles, de nakojeling van het mach tige geslacht, oncf wiens" gezag zij vele eeuwen geleefd lal den Ongelukkig wileials men den graaf de eerbewijzingeifaan zijn geslacht ver schuldigd, brachtfeeen sprake vanjaar- lijksche rente of ljprendiensten. De wind woei voortdurencfflroefgeestig en zwaar moedig door de mge gangen, en ont snapte of blies n r binnen door ramen zonder vensterrv en, en de raven een oogenblik door d schelijk wezen v komst van een men- itoord, herstelden zich weder van hum ongerustheid. Op het balkon gezeten beschouwde de van Devigne. I die rijk was, t( dj 1 hij eene pijnigende al te zeer kw< graaf niet na, zc at de vallei bestreek, aaf dikwijls het slot ir woonde een man, Dat was dachtè, die hem maai en nogtans liet de likwijls de gelegenheid zich daartoe leeif), al het mogelijk goede van Dubois te Iggen. Julius, ofschoon een man van g®nd verstand, was niet ongevoelig vooajdelo loftuitingen van den graaf. Maarjm herinnerde zich de gevangenis de l'Abbaye en wenschte op geenerei w.jze eene bevredigende toena dering, die de graaf scheen te willen. Renne was evenwel geen man, die men lang op een afstand kan houden. "Wel dra wist hij Closnet en Clauda voor zich te winnen, langzamerhand zond hij nu en dan iemand naar Dubois, om hem zijn raad te vragen of over de wijze om deze of gene ziekte onder het vee te behan delen, of over den geschiksten tijd om te zaaien. Julius voelde zich, ondanks de smartelijke herinneringen van vroeger door deze menigvuldigde vragen gevleid. Welhaast begon meu, telkens als men elkaar tegen kwam, wederkeerige groeten en eindelijk ook eenige woorden met elkander te wisselen. Op zekeren dag dat Julius in zijne schiiuj was, terwijl de dorschers Jan, Closuet en Clauda druk aan het werk waren, en hijzelf, bijgestaan door zijne lieveling Lucia, de wan hanteerde, trad de graaf van Saint-Renne binnen. Hij had een ouden jas van zijn grootvader aan, die geheel met zilveren borduursel, nog niet geheol van zijn vroegeren glans beroofd, omzoomd was. Hij hield eene wandelstok met gouden knop in de hand J - en was van een fraai on hazewind ver gezeld. „Goeden avond, goeden avond, heer Dubois?" zeide hij op de beleefdste wijze groetende. „Insgelijks, heer graaf," hernam Juiius. „Gaat het u .goed; trouwens ik behoef dat niet te vragen, want gij zieteruit- noinend uit. Maar kan het ook wel an ders; zou men bij een geregeld leven en een matigen en gezonden arbeid en eene gemakkelijke en frissche woning nog on gezond kunnen zijn?" „Zeer zeker, heer graaf, daar zijn voor beelden genoeg van, maar ik geloof dat de gezondheid oene gave der genade Gods is. Wij wensche Gode te loven: eene eerste voorwaarde om te verwachten, dat Hij zijn zegen der gezondheid ons niet onthoudt." „Natuurlijk," veinsde de graaf van Saint-Renne. „Heer Dubois! wat hebt gij daar een prachtig, heerlijk graan, gij kunt er ten minste 3 franks, volgens den prijs van de markt te Alencon voor krijgen." „Ja, mooi goedje is het, dat is zeker," antwoordde J alius, gevoelig voor het woord van den edelman. N lil 1

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1892 | | pagina 1