Anürevo Eerste blad. Vrijdag 21 October 1802. Zevende Jaargang Mo. 362. Orgaan IN HOC SIGN O VINCES T. BOEKHOVEN. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Voor Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. SOMMmSjSliMJK. Aile stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan tien Uitgever. Dit uunmier bestaat uit twee bladen. lijkverbranding. Een nieuwe en vurige voorstander der lijkverbranding roerde over dit onderwerp de pen in de Vragen des Tijds. Wij bedoelen bet opstel van Dr. C. J. Wjnaendts Francker. Hij erkent, dat de beweging voor de Ijk verbranding in ons land lang niet zoo vlug ingang vindt bj de menschen als andere wjsgeerige denkbeelden, en uit vrees, dat deze beweging zou insluimeren, wijdt hij er een twintigtal bladzijden aan, en meent in dat korte bestek de zaak te kunnen laten bezien uit een kis- torLJitechnischnatuurwetenschap pelijkhygiënisch, jurdisch, economisch en psychologisch oogpunt. Aan het einde van zjn verhandeling geko men, slaakt de heer Wjnaendts met de redactie der Nieuwe Botter dam- sche Courant de verzuchtingAan de absolute eischen van het alge meen belang onderwerpt ieder ern stig man zich gaarne. Maar er is iets ondrageljks in, zjn vrjheid verkort te zien alleen door het gods dienstige geloof van anderen. En wj vreezen, dat het welbezien, in de zaak der crematie daarop neêr- komt." En hoe legt de heer W. het nu aan om de noodzakel jkheid van lijk verbranding- te betoogen Bewjsthj, ■wat vroeger vaak beweerd is, n.l. dat de kerkhoven brandpunten van besmetting zouden zijn, dat zj ge vaarlijke gassen zouden uitademen, bet water in den omtrek bederven, enz. Och neen, de heer Wjnaendts "Wijdt aan de gezondheidkundige zij de van het vraagstuk nog geen vol le bladz jde. Het zou ook een moeiel jk "werk zijn geweest die z jde naar zijn "Wensch te kleuren. Door onderzoe- ingen op groote schaal te Par js is |de betrekkei jke onschadelijkheid der berkhoven vrj wel aan het licht getreden. Professor Harting, een lang niet partijdig getuige, heeft aan deze -| resultaten algemeene bekendheid ge- f geven. Meer echter dan op het voordeel .voor de gezondheid, schijnt Dr. Wj naendts het oog zjner lezers te heb- ben willen richten op het geldelijk i voordeel. Vergeleken met begraven is het verbranden zoo goedkoop. Nu, dit wisten we reeds. Te Parjs kost het verbranden van een Ijk in den vuuroven op Père-la-Chaise (het bekende groote kerkhof) slechts 50 francs (bijna f 25) terwijl een graf plaats aldaar 500 francs, dus tien maal zooveel kost. De heer W. wjst nu op de enorme sommen, die er voor de doodkisten worden uitge geven en op het verlies der akkers. Bovendien, zegt hij, leveren de bratfd- huizen nog het voordeel, dat de be langstellende toeschouwers" het gevaar voor kouvatten en het opdoen van ziekten misloopen. Welk een op en top materialis tische redeneering. Alsof er geen hoo£cere overweging-en behoorden te gelden bj het behandelen der dor den. Alsof er geen gevoel en geen godsdienstig- besef meer bestond bij vele landgenoot'en. Maar het is bj deze quaestie al weer precies als bj de vaccinatie. Argumenten, aan gejoel en godsdienst ontleend, zjn een doorn in bot oog van hen die slechts de „ofhcieële" wetenschap vereeren. En waren de mannen dier wetenschap het nu maar eensdan kon. men nog pleiten voor het algemeen belangb j gebrek aan een vaste wetenschap, doet slechts de mode-wetenschap der meerderheid dienst-om over het geweten der minderheid te heerschen. De Egyptenaren bewezen daarom zulk een grooten eerbied aan hunne dooden, dewjl zj geloofden in de onsterfeljkheid der ziel, en dewjl zij üereeniging met het lichaam ver wachtten. Karei de Groote verbood de ljkverbranding op straffe des doods, en de heer Wjnaendts acht, dat dit geschiedde als een openljke verklaring tegen het heidendom. Als dat zoo is, mag zeker wel met ernst gevraagd worden, of dan hetzelfde argument ook voor onze dagen niet geldig genoeg is, en of onze Kegeering zich niet tweemaal te bedenken heeft, aleer zj een hei- densch gebruik toestaat, waardoor op zoo kenneljke wjze tegen den christeljken godsdienst partj wordt gekozeneen gebruik, dat sedert de dagen der fransche revolutie weer door sommigen is aangeprezen, doch enkel door de ongeloovigen. (In Italië was de oproerige Garibaldi een der eersten die in zjn testa ment zjn wensch om verbrand te worden neêrschrijven liet.) Waarljk, het wellicht te behalen stoffelijk gewin van de ljkverbran ding kan in geenen deele opwegen tegen haar zedeljke schade. De leuze „laat ons eten en drinken, want morgen sterven wij" de lievelingsleuze van hen die aan geen voortbestaan der ziel na den dood gelooven zou er slechts te meer bjval door vinden. Dit erkent ook Dr. W., want hj schreef: „We wil len niet ontkennen, dat vooralsnog misschien aan het onsterfel jkheids- geloof bij de groote menigte door de crematie (ljkverbranding) eenigs- zins aibreuk gedaan zou worden." En nu aclAen de meeste heden- daagsche geleerd on zoo iets wel bij zaak maar de overheid ondermjnt slechts haar zj op zulke eigen gezag, wanneer „bijzaken" niet let. Een Spaansch Sckrjver van den laatsten tijd heeft terecht gezegd „Het liberalisme, als de vrucht van de moderne beschaving, heeft den band tusschen regeerders en on derdanen verbroken; dewjl bet juist het vereenigings-p inciep 'zelf, het welk niet anders is dan de godde- ljke wet, verstoorde. De menscli voor zich heeft volstrekt geen recht om aan een ander mensch te beve len, omdat alle menschen volgens hunne natuur volkomen geljk zjn. Wie van rnj gehoorzaamheid vor dert namens eene louter mensche- lijke wet, dezulke is voor mij een heiligschennenden over weid iger Zeker, wj weten zeer goed, dat dezelfde istaatsontbindende macht ook zonder ljkverbranding woelt en werkt. En de Overheid als zoodanig kan dat niet keeren. Maar daarom be hoeft zj nog geen hulp te verlee- nen, om openbare teekenen voor het ongeloof op te richten. En zulk een ongeloofsteeken is ongetwijfeld de ljkverbranding. Daardoor wordt niet alleen geweld aangedaan aan alle teedere gevoelens omtrent de doodenmaar ook de gedachte aan wederopstanding teruggedrongen en het geloof aan de vernietiging van het geheele wezen gesteund. Wèl ware het te wenschen, dat zj die zoo voor individueele vrj heid bij het behandelen der lijken jveren, diezelfde vrijheid voorston den in zake de vaccinatie. Nog kort geleden moet het in Rotterdam voor gekomen zjn, dat in een gezin met negen personen, alle de pokken kregen, ofschoon zj alle waren in geënt. Maar zoowel uit de beweging voor lijkverbranding als uit de vac- cinequaestie bljkt daghelder, dat bet, gelijk een groot man gezegd heeft, „in Nederland om den gods dienst gaat." Uil «Ie IBer§. ERNEST RENAN. De twjfelaar Ernest Renan, ver leden wreek te Parjs overleden en berucht om zijn werk „Het leven van Jezus"', is tameljk druk in de liberale pers besproken en aan zjn nagedachtenis werd op uitbundige wijze hulde gebracht. Dr, Schaepman oordeelt anders. „Renan behoort," zegt deze schrij ver, „tot de verschijningen, die mij allerminst aantrekkenzijn arbeid boezemt mij zeker geen liefde in, maar ook geen haat. Voor zjn uit gebreide kennis, zjn veelomvattend weten, zijn heerschapp j over de taal gevoel ik een soort van ongewilden eerbied, maar het geheel van zjn werk, al erken ik enkele fraaie bj- zonderheden, laat mj koud. Eigen- ljk heb ik voor hem geen ander gevoel dan een roort van afkeer. Als ik met dezen man tracht te worstelen, dan gevoel ik onder mjne handen geen beenderen en geen spieren, alleen iets glads, iets gljdens, dat ik van mj afslinger ik wil niet worden omstrikt." „God kennen of God ontkennen, ziedaar de twee polen. Men beeft hier te kiezen. Renan heeft de keuze* niet aangedurfd en zijn tjdgenooten die halfslachtigheid doen bewonderen als wijsheid. Hij heeft zjn soort van twijfelzucht met een vloed van fraaie woorden en aardige, zacht kittelende spreuken en sprookjes overgoten. Hj vond twee bondgenooten in zjne omgeving de ijdelheid, die gaarne boven het gemeen staat en de vrees, die liefst geen ja of neen spreekt. „Zjn soort van twjfelzucht. De twijfel van Renan is niet de echte, wjsgeerige twjfel, die als een muur van duisternis iemand omsluit en voortgang on vergezicht niet alleen, maar iedere beweging afsluit. Niet de twjfel, die stom is en met stom heid slaat. De twijfel van Renan is een gewilde twjfel, een omge worpen mantel als die van Diogenes de ijdelheid grjnst door alle raten." Een bard oordeel, maar verdiend. Men leze slechts het huiveringwek kend staaltje van Renan's twjfel zucht en spotlust, door Dr. Schaep man aangehaald uit .'s mans jongste werk. Dr. Schaepmangeeselt dit schan- deljk goddeloos stukje op de vol gende wjze „Men kan van hel en hemel niets weten, 't is mogel jk. Men kan hel en hemel vergaten, de zieltoestand is niet onbekend. Maar deze twjfel, deze geestigheid, dit vernuftig spe len, dit alles is valsch. Wanneer men werkelijk met de hel heeft afgerekend, verkoopt men zulke aar digheden niet. Dan gevoelt men iets voor de groote gedachten, die Danto in zjn opschrift heeft vertolktvrj heid, gerechtigheid, liefde. „Door al de aardigheden van Re nan, hoer ik de vrees, de slafelijke en verslavende vrees. Onder het lach je, dat zjn vleezig masker beweegt, trilt de horrorde onafw jsbare wroe ging, de wanhoop, die de rust des doods verstoort. Hij lacht, hij giegelt, hj schatert, maar door zjn ziel gaat altjd de Dies Irae „Dag van gramschap en ellende!" met zijn dreunende bazuinstooten en helaas, zonder een Pie Jesu Domine „Eerljke aandoeningen treffen al tjd. De oproerkreet van Lamennais doet mij beven, de jammerklacht van de Musset trilt m j door de ziel, voor de bijmoedigheid van Renan gevoel ik het beste is te zeggen Niets." si mümh na Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. UITGEVER: Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 centen 3/2 maal Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmiddag 12 uur. O O o O O Want een volk, dat zjn geloof aan God en de eeuwigheid verliest, laat ok spoedig de deugd varen en ver werpt op den duur noodzakeljk het overheidsgezag. „Vroeger heb ik reeds verhaald, hoe een vroom menschje uit de buurt van Nantes, in de stellige overtuiging, dat ik in feesten en brasser jen leef, mij tel ken maand de volgende woorden toezendt Er is een hel. Dit goede wezen, dat ik voor zijn goede bedoeling dankbaar ben, jaagt mij niet zooveel schrik aan, als het denkt. Ik zou wel gaarne zekerheid heb ben dat er een hel is; ik neem liever het bestaan van een hel aan dan de vernietiging. Vele godgeleerden denken dat het voor de verdoemden beter is te zijn, dan niet te zijn en dat de rampza ligen misschien vatbaar zjn voor meer dan één goede gedachte. Wat mj be treft, ik zou, zoo de Eeuwige in zijn ge strengheid mj eens naar dit onherberg zaam oord neerzond, nog wel een middel vinden, om er uit te komen. Ik zou aan mijn Schepper smeekbrieven zenden, die hem aan bet lachen zouden maken. De redeneeringen, die ik hem voor zou dra gen om te bewjzen dat mjne ver doeming zjn werk was, zouden zoo fijn gesponnen zjn, dat hj er niet op kon antwoorden. Misschien liet hj mj wel toe in zjn zalig Paradjs, waar het bar vervelend moet zjn. Bj de kinderen .Gods moet bj wel som,tjds Satan den criticus ontbieden, om het troepje een beetje op te vrooljken

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1892 | | pagina 1