Vrijdag 15 Juli 1892.
Zevende Jaargang No.
Antirevolutionair
Eerste blad.
IN HOC SIGNO VINCES
FEUILLETON
Boer en Edelman.
T. BOEKHOVEN.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Voor Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 centen :,/2 maal
Boekaankondiging 5 Cent per regel en k/3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
De kiesrecht-regeling.
Gemeenlijk is des zomers de be
langstelling in de politieke zaken
niet bijzonder groot, en dit is best
te verklaren. Het studeerend gedeelte
van ons volk verlangt dan, na een
langdurig tijdperk van inspanning
naar rust, of maakt zich gereed om
op reis te gaanen een ander deel
onzer bevolking, vooral de land- en
tuinbouwers zijn in dit seizoen druk
ker dan ooit.
Doch inzonderheid komt de ge
ringe belangstelling thans hieruit
voort, dat er in den laatsten tijd zoo
bitter weinig belangrijks omgaat op
politiek gebied. Ook de aanhangige
belastingwetten brachten hierin wei
nig verandering. Al zijn de voor
stellen onder het volk niet in bijzon
derheden bekend, de groote menigte
begrijpt toch wel, dat als de belas
tingvoorstellen met veel ol weinig
wijziging er eenmaal door zijn, het
leven van den kleinen burger er
niet veel door vergemakkelijkt zal
worden. Ook uit de vele op- en aan
merkingen, die er van alle zijden
over gemaakt zijn, is allerwegen de
indruk gevestigd, dat de voorstellen
slechts een zeer twijfelachtig voor
deel zullen opleveren. De zeep zal
iets goedkooper worden, en de ster
ke dranken, iets duurder. Maar in
de werklieden-gezinnen zal men het
nauwelijks gewaar worden. Geheel
anders zou het zijn, als b.v. de sui
ker-accijns eens verviel.
Te midden van de vele twijfelin
gen aangaande de belastingvoorstellen
ziet menigeen met verlangen uit naar
de toegezegde kiesrecht-regeling,
omdat men meent, dat een nieuw
kiezerscops ook weer spoedig een
verandering zal brengen in de par
tijverhoudingen van het Parlement,
en dat er zoodoende eens wat meer
doortastend hervormd zal worden
ten bate van de geringere standen.
Wij voor ons hebben niet zooveel
verwachting van een nieuwe uit
breiding van het kiezerspersoneel.
Wel hopen wij met velen, dat zij
spoedig in behandeling zal komen.
Wel achten wij het een eisch des
tijds om met dit werk niet te dralen.
Doch zoolang wij gelooven, dat al
leen terugkeer tot God en Zijn Woord
het geluk en de eere van ons volk
herstellen kanen zoolang wij zien,
dat de groote massa onzes volks hoe
langer hoe meer van de paden des
geloofs afwijktkunnen wij onmoge
lijk denken dat 's lands toestanden
veel verbeteren zullen, als men een
veel grooter aantal kiezers bij de
stembus toelaat.
Evenwel vreezen wij ook niet,
dat het er minder door zal worden,
want in de lagere standen zijn ne
vens veel ontevreden en ruwere lie
den ook nog velen te vinden, die in
degelijkheid en karaktervastheid uit
munten.
Laat dus de nieuwe kieswet vrij
ter tafel komen, al was het alleen
maar om de politiek wat belang
wekkender te maken dan zij tegen
woordig is.
Natuurlijk valt er met volle ze
kerheid niets van den inhoud der
kieswet te zeggen, zoolang het ont
werp niet bij de Tweede Kamer is
ingekomen. Doch dat de Minister
Tak een belangrijke uitbreiding van
het aantal kiezers wil voordragen,
wordt algemeen gedacht.
Een Haagsche correspondent
schrijft er van
„Het ontwerp-kieswet is, van den
Raad van State terug ontvangen met
heel wat bedenkingen en beschou
wingen, maar tevens met zooveel
blijken van waardeering van 't stel
sel, dat de heer Tak vermoedelijk
maar weinig er in zal hebben te
veranderen en dus stellig vóór het
uiteengaan der Kamer het groote
werk bij de vertegenwoordiging aan
hangig zal maken.
„Reeds nu is bekend, dat het
nieuwe kiesrecht een soort van huis
manskiesrecht zijn zal, los van alle
census, los van eiken geldelijken
maatstafmen weet ook, dat de split
sing der meervoudige districten wordt
doorgevoerd; dat er pl. m. 800.000
kiezers zullen komen en wij derhalve
de grens van het algemeen stemrecht
der meerderjarige mannelijke inge-
zetenen vrijwel naderen het schijnt
evenzeer vast te staan, dat de ver
kiezing zal geschieden met toepas
sing van het couloirstelsel (invulling
der stembiljetten in het kiesbureau
door den kiezer zelf op één hem
daar te verstrekken biljet)en dat
de opening der stembiljetten onmid
dellijk na de inlevering, zonder e m
nacht tusschentijd, zal plaats hebben,
maar ik n\een te weten dat, al wordt
in dit opzicht het Belgisch systeem
gevolgd, de bij onze naburen ge
bruikelijke twee oproepingen der kie
zers op den stemdag, om beurtelings,
volgens de lijst hun biljet te komen
inleveren, niet zal worden ingevoerd.
„Wel zullen de stembureaus sterk
vermeerderd worden, omdat de in
levering der stembiljetten, die veel
meer tijd zal vorderen dan nu, spoe
dig dient af te loopen wegens het
op deuzelfden dag volgende depouil-
lement."
In hoeverre al deze mededeelingen
nu gegrond zijn, zal wel spoedig
aan het licht komen. Maar in elk
geval legt een uitbreiding van het
kiezerscorps weer een zwaarder taak
m
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag.
UITGEVER:
SOMMELSItlAK.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmiddag 12 uur.
2 Een tafereel uit de
FRANSCHE OMWENTELING.
I.
Een lang leven van huiselijk geluk
scheen het deel van Devigne en zijn
nederigen vriend te zullen zijn, doch beide
moesten leeren, hoe broos de rietstaven
zijn, waarop menschelijke toegenegen
heid en liefde berusten. Twee jaren
waren sedert dien gelukkigen dag nau
welijks voorbjjgesneld of rouw en smart
traden onder dezelfde gedaante en vormen
het kasteel en de boerenhoeve in, en den
landheer zoowel als den landman bleef
niets dan een moederloos kindje over.
De dorpelingen herinnerden zich nog,
dat hunne bruiloft op denzelfden dag
gevierd was geworden en hunne kinde
ren op denzelfden datum waren geboren.
Aangezien ook de zoon van Devigne en
het dochtertje van Julius Dubois iederen
dag meer schranderheid en verstand
openbaarden was het voor beide weduw
naars een groot vermaak om den groei
van de kinderen te vergelijken en te
bepalen, wie van beiden de meeste vor
deringen had gemaakt.
Julius," sprak de heer somtijds,
„onze kinderen groeien met elkander
gelijkelijk op, als zij ouder zullen wor
den, zal uw dochtertje een man kiezen,
en mijn zoon eene echtgenoot; dan zul
len wij hun bruiloftsfeest ook op den
zelfden dag vieren, zooals wij het onze
gedaan hebben. Na onzen dood zullen zij
in dezelfden huizen blijven en geheel
aan ons gelijk zijn."
„Met Gods genade, meester!" ant
woordde Julius, „ik hoop van ja."
Zoo was de toestand van zaken te
Saint-Renne, toen dat stille leven ver
anderd en verontrust werd door de
onstuimige omverwerping der groote re
volutie, die, aan een aardbeving gelijk,
de afgelegenste streken en de meest woes
te oorden van Frankrijk in koortsige
beroering bracht en op hunne hechtste
grondzuilen deed trillen. Eerst verspreid
den zich belangrijke en verrassende be
richten, namelijk dat het volk voortaan
goede dagen kon wachten. Deze ver
leidelijke nieuwstijdingen en logenachtige
mededeelingen waren door reizigers, die
om handelszaken te doen, steden en
dorpen bezochten, met verzekering van
de volle waarheid uitgestrooid. De ge
leerden des lands zeiden tot de edelen,
dat hunne rechten als landheeren tiran
nieke gewoonten waren, welke van bar-
baarsche tijden dagteekenden en daarom
afgeschaft moesten worden. Zij zeiden
ook tot de priesters, dat aan hunne
macht alleen bijgeloof en onwetendheid
ten grondslag lag, dat de rijkdommen
hunner kerken en kloosters aan het volk
behoorden, en aangezien zij door bedrog
hun ontfutseld waren, zij weldra door
het volk zouden hernomen worden. Ver
volgens zeide men, dat de Koning de
Staten-Generaal bijeengeroepen had, om
alle oude en drukkende wetten af te
schaffen en er nieuwe voor in de plaats
te stellen, die beter zouden zijn. Men
wilde allerlei hervormingen invoeren.
Sommigen beweerden, dat er geene be
lastingen meer geheven zouden worden
anderen weder verzekerden, dat de adel
zou ophouden te bestaan. De algemeene
gedachte was, dat alle landerijen, huizen
en rijkdommen der steden en dorpen
gelijkelijk onder 't volk zouden verdeeld
worden, opdat ieder op zijn gemak en
in overvloed konde leven.
Het wa3 de verstaanbare vertolking
van die schitterende, maar onuitvoerbare
en eindelooze theorieën, die op de vleu
gelen van den wind door wijsgeeren en
zoogenaamde hervormers van den tijd
aan den man werden gebracht. Deze
nieuwe denkbeelden, die het gepeupel te
Parijs verleid hadden, brachten hetzelf
de uitwerksel te weeg op de dorpelingen
en woudbewoners. De roem van groote
wijsheid, die de graaf Saint-Renne in dien
tijd had, vermeerderde onder de geringe
klassen, vooral toen hij zich ten gunste
van de nieuwe denkbeelden verklaarde,
zijne pachters van alle renten en tienden
van alle lcenverplichtingen onthief en
den naam van burger Renne aange
nomen had. Zijne volksgezindheid werd
na velerlei populaire vertogen bij den
dag grooter. Het verscnil tusschen zijn
gedrag en dat van "den heer Devigne
was zeer in het oog loopend, want de
laatste hield zich aan de oude gewoon
ten. Hoewel omzichtig en vriendelijk
jegens zijne vasallen, vergat hij zijn adel
en zijne geboorte niet en bleef de trotsche
edelman. 'tWas heel natuurlijk voor een
man van de oude school, gehecht aan
de oude instellingen, gewoonten en denk
beelden, die hij met het land en de voor
rechten van zijne voorouders geërfd had,
dat hij zich daarvan niet kon ontdoen.
Die behoudende gehechtheid aan het oude
deed hem de misbruiken, die zich daar
achter verborgen, vergetenook gaf hij
zich geene rekenschap van de noodza
kelijkheid dezer hervormingen. De heer
Devigne spotte met die nieuwe leerhij
voorzag er veel kwaads van en voorspelde
de geheele vernietiging van al hare aan
hangers en bewerkers. Met alle kracht
en ijver verzette hij zich tegen zulk een
onheilspellende leer, handhaafde strenger
dan ooit zijne rechten als edelman en
lette nauwkeuriger dan voorheen op de
hem verschuldigde eer en leenplichten.
Bijgevolg werd Devigne minder volks
gezind en daalde zeer in de gunst zijner
eigene pachters. Hij had hun nimmer
het minste ongelijk of de geringste on
rechtvaardigheid aangedaan, en velen
hunner waren hem groote dankbaarheid
verschuldigdmaar hij verzette zich zeer
tegen de vrijheid des volks en koos par
tij voor zijne onderdrukkers. Zijne daden
vol goedheid en gulle minzaamheid wer
den vergeten, men gedacht slechts zijne
harde en trotsche woorden en uitdruk
kingen, en men gaf hem in den tijd
van 't eene einde van 't bosch tot het
andere den gevaarlijken titel van aris
tocraat. De graaf werd tot vertegenwoor
diger gekozen voor de woudbewoners in
de Staten-Generaal. Hij blonk in die
vergaderingen uit door volksgezinde en
voor 't volk verstaanbare voorstellen en
redevoeringen, terwijl Devigne in alles
schipbreuk leed en te huis bleef, nu en
dan onaangenaamheden met zijne pach
ters hebbende, als deze hunne belastin
gen niet nauwkeurig en op gezette tijden
betaalden.
Deze geschillen en twisten verbitter
den zjjn karakter, zoodat de terughou
ding en atkeer, die de geheele nabuur
schap voor hem gevoelde, hoe langer hoe
grooter werden. Naardien het verschil
van denkwijze vermeerderde, en de men
schelijke driften in dorp en stad ontke
tend werden, zag de landheer zich door
de oudste dienstboden zijner familien
verlaten door de pachters, die zijne be
zittingen aankweekten en bebouwden,
gehaat; de eenige vriend, dien hij had,
was Julius Dubois.
Julius was in den grond even behou
dend als zijn meester het kon zijn, maar
niet uit dezelfde beginselen. Pater Ber-
nardus, een priester der oude school, had
hem opgevoed. Welke de dwalingen ook
waren, die de denkbeelden van Julius
ontsierden, hij had van pater Bernard us
geleerd de kerk te eeren, getrouw te
zijn aan het koningshuis en wet en orde
te eerbiedigen. Een goed meester, die
tot den adel behoorde, was zijn bescher
mer en vriend geweestook waren alle
bevelen zijner meerderen in geboorte en
stand door hem met dezelfde eerbewij-
zing en dezelfde on lerscheiding, die hij
voor den landheer gevoelde, ontvangen.
Bovendien waren de gewoonten vanJn-
lius te eenvoudig om zich met algemeene
zaken bezig te houden, en hij was te
voorzichtig om gevaarlijke denkbeelden
te omhelzen. Zoolang zijn huis en zijne
familie in veiligheid en in een goeden
staat waren, bloeide de landhoeve, en
werden de inkomsten, eerlijk verkregen,
telken jare grooter, en zoolang niemand
zich met hem inliet, gaf hij er zeer wei
nig om ot hij al wist welke partij of
welke denkbeelden het onderspit dolven.
Maar hij maakte zich zeer ongerust over
zijn vriend op - het kasteel. In 't dorp
werden de verschrikkelijke berichten van
den moord in de straten van Parijs en
in het paleis te Versailles bekend; men
sprak iederen dag van niets dan van
moordaanslagen op priesters en edellie
den, van het verbranden van kasteelen,
van het plunderen van kerkende bur
geroorlogen verwoestten het zuiden en het
westen; men hoorde van vreemde gewa
pende troepen gewagen, die de dorpen
bij nacht overweldigden en deden, wat zij
recht der aristocraten noemdenen de
menschen van rang en fortuin ontvlucht
ten in alle richtingen huis en land. Met
een gevoel van voldoening hoorde daarom
Julius den landheer het plan ontwikkelen,
dat hij gevormd had om zoo spoedig mo
gelijk naar Engeland te vluchten en nam
te midden der graven en in het midder
nachtelijk uur de tijdelijke opdracht van
de goederen zijns meesters aan, dien we
u in het volgende hoofdstuk woordelijk
zullen schetsen.
Een nachtelijk ondeehcud.
II.
Het was een zoele en heldere nacht
van eene vroeg ingevallen lente, gedu
rende welk jaargetijde, naar het zeggen
van de Normandische boeren, menschen
en beesten veel vaster slapen.
De maan schitterde in al haar glans
en herschiep bijna den nacht in vollen
dag. Zij zette de korenvelden in 't heer
lijkst licht en deed de sombere grootsch-
heid der trotsche wouden, die zich tot
den horizont uitstrekten, allerschitterendst
uitkomen.
Het was een prachtige lentenacht.
Doodsche stilte heerschte alom. Geen spoor
van leven of beweging werd op aarde
opgemerkt. Zelfs de wachthond, hoe on
rustig anders, was ingesluimerd. Men
kon niets levends ontdekken, behalve op
de plaats, waar het maanlicht, dat de
Gothische spits der oude kerk als met
blinkend zilver overtoog, de graftombes
en oude pi aalgraven van het kerkhof
in 't zuiverst wit zette. Daar lieten zich
duidelijk twee mannen opmerken, die in
dit stille middernachtelijke uur in een
ernstig gesprek schenen gewikkeld.
De een droeg de kleedij van een
edelman uit dien tijd, en de andere het
kostuum van een burger. Beide, op het
land geboren, waren in de lente van hun
leven en zagen er sterk uit: het waren
echte Normandiërs, bekend om hun blond
gelaat, ernstigen blik en in 't oog val
lende gelaatstrekken: in één wooid zij
hadden al die kenteekenen, welke nog
heden hun geslacht van de overige
Franschen onderscheiden en aan hunne
voorvaderen uit het Noorden doen den
ken. Evenals de man van aanzien in
zijne handelwijze, houding en manieren
van meer waardigheid en trotschheid
blijken gat, zoo openbaarde ook het uit-