r.
d
I
Wolkeren «Ier Aarde.
e
zuchtige liefde heeft deze eigenschap
niet. Zij wordt licht moede, laat zich
vervoeren tot gevoeligheid, haat, wraak.
Hoe vaak gaat het daar naar het woord
„De haat werd grooter dan de liefde
was."
En weet gij wel, waaruit de Christe
lijke liefde deze kracht, deze warmte
put te midden eener koude, liefdelooze,
hatelijke wereld Geheel alleen uit die
liefde, die niet slechts sterk was als de
dood, maar sterker dan de dood een
liefde tot het einde, een liefde zonder
einde. Dat is de wonderliefde, welke
het kruis van Jezus Christus verkondigt.
lil de JPers.
IS ER NOG EEN ANTIREVOLU
TIONAIRE KAMERCLUB.
Bovenstaande vraag deden we ons in
de laatste maanden gedurig. Een een
drachtig optreden als vereenigd lichaam
bespeurden we bijna in het geheel niet.
Er werd gesproken en soms gestemd,
alsof er geen onderling overleg meer
bestond. Zoo iets gaat toch niet aan,
en is niet naar de oud-vaderlandsche
spreukEendracht maakt macht. Het
schrijven van den heer A. van Dedem,
die President der Antire-volutionaire
Kamerclub heet te zijn, altijd op eigen
hand, zijn vreemde uitlatingen in de
laatste kwestie, door het Centraal-Comité
beslist, verwonderde ons. Wij dachten
zoo: is dit Kamerlid President der An
tirevolutionairen Kamerclub, hoe kan hg
dan als éénling zoo onbegrijpelijk zich
uitl&tu*.
Wij voor ons zouden gaarne zien, dat
van den oud-Minister van Binnenland-
sche zaken en Ko'oniën, van den heer
JE Mackay, reeds eenige weken weer
lid der Tweede Kamer, een kracht ten
goede en ter herstel van de eenheid en
eener meer krachtvolle houding op onze
Kamerclub worde uitgeoefend.
Niet ieder goed en dapper soldaat is
geschikt en bekwaam om generaal te zijn.
Zou dit ook in de Politiek en bij een
Staatkundige partij in de Kamer niet van
toepassing zijn?
(Het Noorden.)
Uit 03is parlement.
Men heeft onze Eerste Kamer wel
eens vergeleken met een oude-mannen-
huis en dat wel voor impopulair ge
worden staatslieden. In het midden la
tende, of deze vergelijking op gaat, zou
den we haar toch niet gaarne hooren
gebezigd met betrekking tot het jongste
lid, dat in de Kamer van vijftig onlangs
zitting heeft genomen als afgevaardigde
voor Gelderland. Gelderlands keuze heeft
ons zeer verblijd. Volkomen waar is het
wat de Standaard schreef„Jhr. Mr. A.
E. de Savornin Lobman is eene halve
partij waard." Zijne uitstekende kennis
is boven alle lof verheven, en zijne scherp
zinnigheid en doorzicht maken hem bij
de antir, partij tot een gewaardeerd lei
der, bij de liberalen tot een gevreesd te
stander. Tijdens zijn Ministerschap heeft
hij veel aan populariteit gewonnen, en
we hopen hem spoe lig weer te zien op
treden in de Tweede Kamer, waar zijne
altoos belangrijke adviezen vrij wat meer
gewicht jin de schaal leggen dan in de
Eerste Kamer.
Dat echter ook de Eerste Kamer dat
advies op prijs stelt ofschoon niet al
tijd goedkeurt bleek den 16en Juni:
toen de heer Lohman opstond om zijne
eerste redevoering als lid van het Hoo-
gerhuis te houden. De belangstelling der
leden was algemeen toen hij de wetsvoor-
dracht van Min. Tak v. Poortvliet be
streed om de noodlijdende gemeenten te
hulp te komen. Hij zeide o. a. „In Dec.
1888 werden deze ernstige woorden tot
het toemalig Kabinet gericht:
„Indien niet binnen korten tijd in den
toestand der gemeente-financiën eene be
langrijke verandering wordt gebracht, dan
zullen wij met ruime hand de zaden zien
strooien niet van sympathie voor of tegen
eene partij, maar van ontevredenheid,
oproer en verzet tegen de bestaande or
de van zaken."
Het Kamerlid dat deze krasse woorden
sprak, en hier zoowel als aan de over
zijde groote autoriteit bezit, de heer Röell,
eischte dus van de vorige Rsgeering de
onmiddelijke indiening van eene behoor
lijke wijziging van de gemeentewet, ten
aanzien van het punt in quaest'e. Wan
neer nu de vorige Regeering eene ernsti
ge poging heeft aangewend om daartoe te
geraken, maar de aangevangen en bijkans
voltooide arbeid wordt door deze Regee
ring niet voortgezet, dan is die Regeering
zelve de oorzaak van groote ontevreden
heid in den lande en niet de Eerste Ka
mer, indien deze een wetsontwerp ver
werpt, dat uit economisch en staatsrech
telijk oogpunt niet wel te verdedigen is,
en noch in de Tweede Kamer noch in de
ze Kamer door iemand is verdedigd, be
halve door hen, wier provinciën er finan
cieel door worden gebaat."
De Min. kon daarop niet veel ant
woorden, en in de tweede rede van den
heer Lohman toonde hij met voor den
Min. verpletterenden bewijskracht aan,
dat alleen het voorstel der vorige Reg.
goed was.
„Eerst eene betere regeling der ge-
meente-finantien" zoo zeide hij, en eerst
nadat men het effect daarvan heelt lee-
ren kennen, zal de tweede stap kunnen
zijn het toekennen van subsidien."
De heer Mulder vond het noodig, nu
het geroep om uitbreiding van kiesrecht
al sterker wordt, terloops even het rem-
toestel in werkiug te brengen. Hij sprak
„Ik zie niet in het heil aanbrengend van
de vermeerdering van het kiezerskorps.
Terwijl men erkent dat het tegenwoor
dig kiezerskorps niet uitmunt ik zal
het zachtste woord bezigen door ken
nis en belangstelling, wil men de minder
kennisvolle elementen er van nog ver
meerderen." Wat nu dat niet uitmunten
door kennis en belangstelling betreft, daar
zullen we maar niet meer over handelen.
We weten nu eenmaal: er bestaat een
niet denkend deel der natie. En alleen de
voldane burgerij grootendeels liberaal
munt uit door kennis en vooral de
belangstelling in de publieke zaak is bij
haar groot getuige de opkomst bij de stem
bus in de groote steden.
Ook vreesde de heer Muller wel
een weinig, dat de heer Lohman de
boeman zou worden, die de (rustige rust
en heerlijke eendracht in de Eerste Ka
mer zou verstoren. „Indien wij in deze
Kamer partijen hadden, zooals aan gind-
sche zijde van het Binnenhof (Tweede
Kamer), dan zou ik zeggen de rede
van den heer Lohman is met eene be
doeling uitgesproken, maar omdat wij
hier geen partijen hebbenhecht ik eene
dergelijke portee aan die rede niet."
Nota beneGeen partijen in de Eerste
Kamer! Zou alle partijschap dan ver
dwenen zijn met het aftreden van het
vorige Kabinet? Min. Tak zeide dien
zelfden dag: „Een staatsman moet kun
nen vergaten." Me«»t de heer Muller
soms dat ons volk het vergeten is, waar
om de begrooting van Min. Keuchenius
indertijd door de Eerste Kamer werd
verworpen? Zouden we zoo kort van
geheugen zijn, dat we niet meer weten,
waarom bij de jongste verkiezingen voor
de Prov. Staten de Liberalen weer al
het mogelijke in het werk stelden om
toch maar baas te blijven
Wellicht vatten we de bedoeling van
des heeren Muiiers woorden echter beter
als we die zoo verklaren. Er is in de
Eerste Kamer slechts ééne partij, dat is
de groote lib. partij. Dan is er eene
minderheid van Roomschen, die echter
tegenwoordig haast een deel der groote lib.
partij uitmaken, en dan is nog zoo iets
we zouden het een partijtje kunnen
noemen, bestaande uit 2 antirev. Maar
eigenlijk is er toch maar ééne partij
en dat is d# liberale.
Ziezoo, nu weten we het. Eén ding
is nog slechts te betreuren, voor de libe
ralen altijd. Dit n.l.dat de partijver
houding in het gansche land niet de
zelfde is, als die in de Eerste Kamer.
We vreezen echter voor hen, dat zulk
een gonden eeuw nimmermeer voor hen
zal aanbreken, en dat is maar gelukkig
ook voor het welzijn van land en volk.
Er zijn zoo van die telkens weder-
keerende verschijnselen, of liever gebeur
tenissen, die toch steeds weêr op nieuw
de aandacht trekken.
Zoo b. v. het reizen van Vorstelijke
personen of van bekende staatslieden.
Nauwelijks is er iets van dergelijk plan
bekend, of men doopt alom de pen in
de inkt, en nog lang nadat het uitstapje
tot de geschiedenis behoort, hebben de
couranten schrijvers stof voor hun blad.
Op dit oogenblik zijn er een tweetal
echtparen op reis, en alhoewel de een
„een onttroond vorst" is, toch trekt zijn
reis niet minder de aandacht dan van
de andere, die niets minder dan koning
is.
De koning van Italië is n.l. op reis
naar Berlijn, vergezeld van zijne echt-
genoote. Reeds werden zij zeer hartelijk
door keizer Wilhem ontvangen, en na
tuurlijk al spoedig onthaald op
eene schitterende parade!
Intusschen wordt de beteekenis van
dit bezoek lang en breed uitgemeten, en
daarmede in verband gebracht het be
staande drievoudig verbond, tusschen
Duitschland, Oostenrijk en Italië. De
Italiaansche ministers zullen het wel niet
onpleizierig vinden, daar nu de aandacht
eens van hun afgetrokken, en op den
koning gevestigd wordt.
In sommige politieke kringen van
Rome is men over dit reisje van koning
Humbert wel een beetje ongerust. Men
erkent wel, dat het bezoek noodzakelijk
was uit het oogpunt der beleefdheid, daar
keizer Wilhelm's visite te Monza al twee
jaren achter den rug ligt; maar, tereebt
of te onrechte, vermoeden sommigen, dat
er aan het Duitsche hof weer allerlei
geheime plannen werden beraamd en op
touw gezet.
De onttroonde vorst, waarvan hierbo
ven sprake was, is vorst von Bismarck.
Wel heeft hij nooit op een troon gezeten,
doch geregeerd zooveel te meer, terwijl
hij nu sedert een paar jaar, noogst waar
schijnlijk wel tegen zijn zin, voor ren
tenier speelt.
Welnu, ook vorst von Bismack is met
zijne echtgenoote op reis, en wel naar
Weenen, ten einde het huwelijk van
zijn zoon, graaf Herbert Bismarck, bij
bij te wonen.
Ook dit reisje geeft stof tot allerlei
beschouwingen, overwegingen en gevolg
trekkingen. Op zijn tocht door Duitsch
land werd hij overal hartelijk ontvangen,
niet het minst te Dresden, van .welke
stad hij eereburger is, en waar hij een
nacht doorbracht.
Te Berlijn bepaalde zich de begroeting
tot een kort oogenblik aan het station,
en alhoewel men gaarne eene uitvoering
van Bismarck gehoord had, begreep hij
maar al te goed dat „spreken zilver,
doch zwijgen goud" was, en op het her
haald verzoek antwoordde hij dan ook al
leen :het is mijn plicht te zwijgen.
Wat Dresden betreft, de geheels stad
was prachtig versierd, en niet minder
dan 400 vereenigingen hadden zich ver
eenigd, tot het houden van een groote
avondoptocht.
Aan het station hield de burgemeester
een toespraak, waarvoor de oud-kanselier
zijn kartelijken dank betuigde. Des avonds
werd voor zijn hotel koraal-muziek ten
gehoore gebracht, en huldigde hem de
groote stoet met de fakkels. Natuurlijk
was een onafzienbare menigte op de been.
't Leek wel of een koning begroet werd
Zondagmorgen vertrokken Bismarck
en zijn echtgenoote uit Dresden naar
Weenen. Aan het station werd een af
scheidswoord gesproken door generaal
Kusserow, en daarop hief de volksmenig
te met groote geesdritt het lied „Duitsch
land boven alles" aan.
(Treurig dat reizen op Zondagzulke
menschen hebben toch waarlijk al den
tijd om in den week te reizen).
Genoeg. Bismarck is thans in Weenen,
en men vraagt zich af, of keizer Frans
Jozef hem ontvangen zal. Dit is nog
lang niet zeker, want bij zulke bezoeken
komt de hoogere politiek te pas.
De nieuw gekozen Belgiesehe Kamer
is tegen half Juli bijeengeroepen. Alsdan
wacht #r werk genoeg eene grondwets
herziening
In Italië en Engeland wachten nieuwe
verkiezingen, daar de Kamers naar huis
gezonden zijn.
Amerika is van Noord tot Zuid en van
Oost tot West in beweging, wegens de
verkiezing van een President. Wij hopen
hiervan nog wel eens wat mede te dee-
len.
Uit Spanje komt weer eens een be
richt, dat ons doet zien, hoe treurig het
er met de zoo hoog geroemde beschaving
uitziet.
Te Linares, in do Spaansche provincie
Jaen; hebben Donderdag bij een stie
rengevecht ernstige ongeregeldheden
plaats gehad. Het publiek was niet te
vreden en verlangde meer paarden, om
door de stieren gedood te worden, wat
de burgemeester weigerde, waarop het
volk hem en de stierenbevechters met
leege flesschen, stokken en modder begon
te 'werpen. Het personeel verwijderde
zich, en nu stoven de toeschouwers het
perk in. Daar stond echter nog een
stier, die verwoed geworden, op de me
nigte inrende, en een man op de horens
nam en doodde. Ten slotte werd het
dier overweldigd en in zijn hok terug
gesleept.
Middelerwijl bleef men den burge
meester uitjouwen en beleedigen, die
eindelijk aan de burgerwacht last gaf
om de bajonnetten op te zetten en het
perk schoon te vegen. De soldaten wei
gerden echter het volk aan te vallen,
waarop de burgemeester de vlucht nam,
achtervolgd door de rustverstoorders, die
hem nawierpen met alles wat zij maar
vangen of grijpen konden. Toen de man
het gebouw der prefectuur bereikt had,
begon het grauw de vensters in te wer
pen en storm te loopen op de deuren,
zoodat de burgemeester de wijk moest
nemen in de kazerne der burgerwacht.
Tegen den avond keerde de kalmte te
rug.
Men meldt dat de Gouverneur der pro
vincie wordt verwacht tot het instellen
van een onderzoek.
In plaats van zulke gruwelen tegen
te gaan, is men er jin Frankrijk ook
reeds zoo verzot op, dat zij ook daar
meer en meer ingevoerd worden.
€2emengrl Mienw*.
In de gemeente Schiedam is voortaan
het houden van bordeelen verboden. De
gemeenteraad nam dit besluit in zijn
Woensdag gehouden vergadering met 10
tegen 8 stemmen.
In de apotheek van den heer Van den
Bijllaardt Jr. Boekhorststraat 19, te 's
Gravenhage, is het millioenste recept
gereed gemaakt. Ter eere van dit feit
vierde het personeel feest.
Het hof te 's-Hage heeft kapitein Bak
ker vrijgesproken van doodslag op den
stoker van het stoomschip „Obdam",
maar hem veroordeeld wegens mishan
deling tot 3 maanden gevangenisstraf.
Dinsdagavond omstreeks 9 V2 uur, is
de koopman P. H., woonachtig aan den
Tiendweg te Sliedrecht, door twee als
Italianen gekleede personen aangerand.
Zij vroegen hem om geld, hetgeen door
P. II. geweigerd werd.
In de hierdoor ontstane schermutseling
werd H. door een der aanranders met
een lang mes eene wonde aan een der
handen toegebracht, waarna de daders
ijlings de vlucht namen in de richting
van Dordrecht.
Men meldt uit Limburg aan het Han
delsblad onder dagteekening van Juni:
De vorsten der laatste drie nachten heb
ben belangrijke schade aan de veldge
wassen teweeggebracht. Op vele plaatsen
vooral op laag gelegen perceelen, is het
loof der aardappelen bevroren, terwijl
de boekwijt zeer veel geleden heeft. Ge
lukkig staat de rogge nog niet in bloei,
anders ware de schade grooter.
Op het congres van de Duitsche chi
rurgen te Berlijn, is door den hoogleeraar
Julius Wolff een patient vertoont, wien
hij acht maanden geleden het geheele
strottenhoofd had uitgesneden wegens
een kankergezwel. Dat het inderdaad
kanker was, had Prof. Virchow na de
operatie geconstateerd.
De patient wa3 thans geheel hersteld
en kon gezond en krachtig zijn beroeps
bezigheden waarnemen. Hem was een
kunstmatig strottenhoofd verschaft, dat
eerst voldeed, maar later defect werd.
Daarop was het verbeterd, hetgeen wel
groote studie en moeite had gekost, doch
dan ook met dit gevolg, dat de herstelde
patient door middel van zijn ku iststrot-
tenhoofd volkomen correct en duidelijk
spreken, ja zelfs zingen kon. De,verga
derde chururgen hoorden hem zonder
fout een liedje zingen.
Een buitengewoon groot aantal ijs
bergen drijven inden AtlantischenOceaan
rond, en vormen een belemmering voor
de scheepvaart. Bovendien veroorzaken
ze veel vertraging, wijl de gezagvoer
ders der stoomschepen zuidelijker moeten
sturen om zich van het ijs verwijderd
te houden. Het stoomschip City of Berlin,
van de Inman Line, trof niet minder dan
zes ijsbergen aan, die 100 a 200 voet
hoog en 300 voet lang waren en die
juist in het vaarwater der wetswaarts
koersende stoomschepen dreven. Ook ge
zagvoerders van andere schepen rappor
teeren veel ijs in den Oceaan.
Een cycloon, van geweldigen regen
vergezeld, heeft gisternamiddag in Zuid-
Minnesota, Amerika, gewoed. Onder an
deren is te Sharkurne het schoollokaal
vernield, waarbij een onderwijzer en vijf
tien leerlingen omkwamen. Ook elders
werden huizen omvergeworpen en men
schen gedood of gekwest. Voor zoover
men totnutoe weet, bedraagt het aantal
omgekomenen 30.
Te Barcelona is "Woensdagmiddag een
orkaan over de stad getrokken, die daar
groote verwoestingen aanrichtte. Vele hui
zen en fabrieken werden beschadigddrie
personen gedood en velen gewond.
Uit Bordeaux wordt gemeld, dat
een met petroleum geladen Engelsch
vaartuig, „Petrolea," voor Blaye liggen
de, daar gedurende den nacht is ontploft
ten gevolge van brand. Aanvankelijk
heette het, dat die veroorzaakt is door
het inslaan van den bliksemdoch na
der wordt bericht, dat de brand ontstaan
moet zijn doordien een matroos, in be
schonken toestand van den vasten wal
op het schip terugkeerende, onvoorzich
tig met lucifers is omgegaan. De gevolgen
der ontploffing zijn verschrikkelijk ge
weest. De kapitein van de „Petrolea"
was op het oogenblik afwezig. De stuur
man en elf matrozen zijn in de vlammen
omgekomen of slapend gestikt.
Vijf matrozen hebben zich kunnen
redden door onmiddelijk in het water te
springen van waar zij al zwemmende
ontkomen zijn.
Twee mannen en een vrouw, die zich
op een lichter in de onmiddelijke nabij
heid bevonden, zijn insgelijks in de vlam
men omgekomen.
De jonge mijnarbeider Ilavelka
heeft vrijwillig de bekentenis afgelegd,
dat hij door onvoorzichtigheid den brand
in de Maria-mijn te Przibram veroor
zaakte, waarbij honderden menschen en
0. a. ook de twee broeders van Havelka
den dood vonden. Hij had de brandende
pit van een lamp weggeworpen.
Vier jaren geleden werden te New-
York 1 millioen pond vruchten uit Cali-
fornië aan de markt gebracht, verleden
jaar reeds 7 millioen. Men rekent dat
over drie jaar de Vereenigde Staten geen
ingevoerde vruchten van elders meer
zullen behoeven. Hetzelfde geldt van
olijfolie.
In een pleiziertuin te Berlijn kwam
Zaterdag jl. een jonge vrouw om het
leven door een val uit een luchtballon.
Zij steeg iederen avond met een ballon
op en liet zich dan met een parachute
naar beneden vallen, zoodra zij eenige
honderden meters boven den grond was.
Zaterdagavond sprong zij weder met
de parachute naar beneden. Een harer
handen gleed echter van den ring, en
weldra liet de vrouw ook de andere los.
Zij stortte in een vijver en verscheen na
eenigen tijd aan de oppervlakte van het
water. Aan land gebracht, bleek de vrouw
nog volkomen bij haar bewustzijn te
wezen; ze zei, dat zij vergeten had, de
gordel van de parachute jom haar middel
vast te maken. Niettemin stierf zij op
weg naar het hospitaal.
Om aan de verschillende straten
van Groningen bij het bezoek der Koning
innen een luisterrijk aanzien te geven,
zijn niet minder den 26 groote eere
poorten gebouwd, de een al fraaier dan
de andere, benevens decoratieve fontei
nen, tempels, zuilen, drijvende tuinen,
versierde bruggen, enz. gemaakt. Boven
dien heeft men in onderscheidene straten
verlichting k giorno, gas-illuminatie met
gekleurd licht aangebracht. Van gemeen
tewege worden versierd de Stationsweg,
de oude Boteringestraat tegenover het
raadhuis, terwijl raadhuis en beursge
bouw tevens verlicht worden.
Gedurende het verblijf van H.H.M.M.
zal het carillon van den Martinitoren
zich op verschillende uren van den dag
doen hooren.
scire ki9inge6nUlwWaardi°in^' dSP£?tal-
rjJke miahandeUnKn8 S Gateo °at'
staan is, eu Tan 9oldatt vele
ergerlijke feiten a T freonsaan
't licht bracht, tot h iV?"8 f scherpe
protest in 4en bekende
uitwerking niet te mi3sen. in fea laaUten
r 2rfn machtsmisbruik.
1 11 hoogere rangen een
voorbeeld gesteld door .het n van
het bevel over het 2e Wurtenbergsche
dragonderregiment aan den Pruisischen
kolonel v. Krosigk. Bij zijü k te ülm
in garnizoen, zijn zeer ernstige overtre
dingen voorgekomen. De verantwoorde
lijke chef is dientengevolge op nonacti
viteit gesteld.
De orkaan, die onlangs een spoortrein
bij Agram van de rails wierp en daarbij
een paar wagtns tot op een afstand van
dertig meters in de lucht slingerde, had
op dat punt nog niet eens zijn grootste
kracht. Het centrum van den storm lag
eenige minuten verder, en daar zijn 0.
a. op een terrein van 50 hectaren 160,000
zwaie eiken en beuken tegen den grond
geworpen. Zij liggen in allerlei richtin
gen dooreen en vormen een voor het
oogenblik onbeschrijflijken ehaos. Natuur
lijk zijn ook vele huizen vernield; ech
ter is maar één mensch, een herder, om
het leven gekomen, die door een neder-
vallenden boom verpletterd werd.
Te Parijs heeft «.en meisje, door
een ouden bedelaar lastig gevallen, hem
een glas koud water in het gezicht ge
worpen. De man viel dood neer. Volgens
een ontboden geneesheer had de plotse
linge koude begieting een hersencongestie
veroorzaakt.
WERKELOOSHEID.
Uit Friesland schrijft men ons:
Na soms een week van boer tot boer
te hebben rondgezworven om werk te
vragen, is menig Friesche arbeider in
zijn gezin moedeloos en ontevreden te
ruggekeerd en zette hij de zeis neder,
om ze dezen zomer niet te gebruiken.
Hij vond geen werk bij den hooiboer,
de Duitsche maaiers in grooten getale
overgekomen, waren hem voor en hij
moest wijken voor de werkkracht uit
den vreemde. Menig arbeidersgezin staat
daardoor nu reeds voor het vreeselijke
spook der werkeloosheid geplaatst in
medio Juni
De Times heeft berichten uit Teheran
ontvangen, volgens welke het aantal cho-
leralijders, dat in twee dagen te Meshed
is overleden, op 550 wordt geschat.
Tot dusver verspreidt da ziekte zich
slechts weinig naar het westen. De over
heid verhindert het trekken der pelgrims.
Uit Calcutta verneemt hetzelfde blad,
dat het zeilschip Crofton hall, met vol
komen gezonde bemanning vertrokken,
is teruggekomen, besmet door de cholera
ziekte, waaraan zes personen gestorven
waren en achttien door aangetast. De
doctoren schreven de ziekte toe aan het
nuttigen van besmet pekelvleesch. Ook
in een gevangenis is de cholera uitge
broken; de gevangenen zijn uit het ge
bouw gebracht, nadat reeds eenigen wa
ren bezweken.
Er dreigt nu weer, een groote werk
staking in de ijzerindustrie te Pittsburg
(Pennsylvanië.) De patroons wenschen
alle loonen te verlagende arbeiders
daarentegen stemmen toe in een ver
mindering van de. hoogste, maar niet
van alle loonen. Een poging om een
overeenkomst te treffen, mislukte geheel.
De werkstaking zal zich, als ze uitbreekt,
over niet minder dan honderdduizend
man uitstrekken.]
De Hongaarsche regeering heeft
afwijzend geantwoord op een verzoek
van veertienduizend personen, om de
lijkverbranding toe te staan. De regeering
ontkent, dat de kerkhoven gevaar voor
de gezondheid opleveren, en bestrijdt de
lijkverbranding op grond, dat gerechte
lijke lijkonderzoekingen daardoor onmo
gelijk zouden worden.
Een streep door een liberale reke
ning. Bij koninklijk besluit van 15 de
zer is vernietigd het besluit van den ge
meenteraad van Dokkum van 3 October
1891 tot teekening van eene'subsidie van
f 350 aan de regelings-commissie der in
dat jaar daar gehouden landbouwtentoon
stelling, en wel op grond, dat van de zes
raadsleden, die zich voor de toekenning
van het subsudie verklaarden, vier deel
uitmaakten der gemeld# commissie, dat
zij persoonlijk aansprakelijk waren voor
de schulden der tentoonstelling, de toe
kenning van het subsidie eene zaak. was,
die hun persoonlijk aanging en zij zich
mitsdien, ingevolge art. 46 der gemeen
tewet, van medestemmen hadden moeten
onthouden.
Een brug die over de Lieking Ri
ver in Cincinnatie gebouwd werd, is in
gestort, 30 werklieden vielen in het
water en kwamen allen om. Dusver zijn
reeds 22 lijken opgehaald.
De heer C. E. Viruly, lid der Prov.
Staten van ons gewest, oud-Wethouder
en lid van den Gemeenteraad van Rot
terdam, is in den ouderdom van 72 jaren
overleden.
De heer Viruly was Ridder in de orde
van den Nederlandschen Leeuw.
I
van 1