r. d I Wolkeren «Ier Aarde. e zuchtige liefde heeft deze eigenschap niet. Zij wordt licht moede, laat zich vervoeren tot gevoeligheid, haat, wraak. Hoe vaak gaat het daar naar het woord „De haat werd grooter dan de liefde was." En weet gij wel, waaruit de Christe lijke liefde deze kracht, deze warmte put te midden eener koude, liefdelooze, hatelijke wereld Geheel alleen uit die liefde, die niet slechts sterk was als de dood, maar sterker dan de dood een liefde tot het einde, een liefde zonder einde. Dat is de wonderliefde, welke het kruis van Jezus Christus verkondigt. lil de JPers. IS ER NOG EEN ANTIREVOLU TIONAIRE KAMERCLUB. Bovenstaande vraag deden we ons in de laatste maanden gedurig. Een een drachtig optreden als vereenigd lichaam bespeurden we bijna in het geheel niet. Er werd gesproken en soms gestemd, alsof er geen onderling overleg meer bestond. Zoo iets gaat toch niet aan, en is niet naar de oud-vaderlandsche spreukEendracht maakt macht. Het schrijven van den heer A. van Dedem, die President der Antire-volutionaire Kamerclub heet te zijn, altijd op eigen hand, zijn vreemde uitlatingen in de laatste kwestie, door het Centraal-Comité beslist, verwonderde ons. Wij dachten zoo: is dit Kamerlid President der An tirevolutionairen Kamerclub, hoe kan hg dan als éénling zoo onbegrijpelijk zich uitl&tu*. Wij voor ons zouden gaarne zien, dat van den oud-Minister van Binnenland- sche zaken en Ko'oniën, van den heer JE Mackay, reeds eenige weken weer lid der Tweede Kamer, een kracht ten goede en ter herstel van de eenheid en eener meer krachtvolle houding op onze Kamerclub worde uitgeoefend. Niet ieder goed en dapper soldaat is geschikt en bekwaam om generaal te zijn. Zou dit ook in de Politiek en bij een Staatkundige partij in de Kamer niet van toepassing zijn? (Het Noorden.) Uit 03is parlement. Men heeft onze Eerste Kamer wel eens vergeleken met een oude-mannen- huis en dat wel voor impopulair ge worden staatslieden. In het midden la tende, of deze vergelijking op gaat, zou den we haar toch niet gaarne hooren gebezigd met betrekking tot het jongste lid, dat in de Kamer van vijftig onlangs zitting heeft genomen als afgevaardigde voor Gelderland. Gelderlands keuze heeft ons zeer verblijd. Volkomen waar is het wat de Standaard schreef„Jhr. Mr. A. E. de Savornin Lobman is eene halve partij waard." Zijne uitstekende kennis is boven alle lof verheven, en zijne scherp zinnigheid en doorzicht maken hem bij de antir, partij tot een gewaardeerd lei der, bij de liberalen tot een gevreesd te stander. Tijdens zijn Ministerschap heeft hij veel aan populariteit gewonnen, en we hopen hem spoe lig weer te zien op treden in de Tweede Kamer, waar zijne altoos belangrijke adviezen vrij wat meer gewicht jin de schaal leggen dan in de Eerste Kamer. Dat echter ook de Eerste Kamer dat advies op prijs stelt ofschoon niet al tijd goedkeurt bleek den 16en Juni: toen de heer Lohman opstond om zijne eerste redevoering als lid van het Hoo- gerhuis te houden. De belangstelling der leden was algemeen toen hij de wetsvoor- dracht van Min. Tak v. Poortvliet be streed om de noodlijdende gemeenten te hulp te komen. Hij zeide o. a. „In Dec. 1888 werden deze ernstige woorden tot het toemalig Kabinet gericht: „Indien niet binnen korten tijd in den toestand der gemeente-financiën eene be langrijke verandering wordt gebracht, dan zullen wij met ruime hand de zaden zien strooien niet van sympathie voor of tegen eene partij, maar van ontevredenheid, oproer en verzet tegen de bestaande or de van zaken." Het Kamerlid dat deze krasse woorden sprak, en hier zoowel als aan de over zijde groote autoriteit bezit, de heer Röell, eischte dus van de vorige Rsgeering de onmiddelijke indiening van eene behoor lijke wijziging van de gemeentewet, ten aanzien van het punt in quaest'e. Wan neer nu de vorige Regeering eene ernsti ge poging heeft aangewend om daartoe te geraken, maar de aangevangen en bijkans voltooide arbeid wordt door deze Regee ring niet voortgezet, dan is die Regeering zelve de oorzaak van groote ontevreden heid in den lande en niet de Eerste Ka mer, indien deze een wetsontwerp ver werpt, dat uit economisch en staatsrech telijk oogpunt niet wel te verdedigen is, en noch in de Tweede Kamer noch in de ze Kamer door iemand is verdedigd, be halve door hen, wier provinciën er finan cieel door worden gebaat." De Min. kon daarop niet veel ant woorden, en in de tweede rede van den heer Lohman toonde hij met voor den Min. verpletterenden bewijskracht aan, dat alleen het voorstel der vorige Reg. goed was. „Eerst eene betere regeling der ge- meente-finantien" zoo zeide hij, en eerst nadat men het effect daarvan heelt lee- ren kennen, zal de tweede stap kunnen zijn het toekennen van subsidien." De heer Mulder vond het noodig, nu het geroep om uitbreiding van kiesrecht al sterker wordt, terloops even het rem- toestel in werkiug te brengen. Hij sprak „Ik zie niet in het heil aanbrengend van de vermeerdering van het kiezerskorps. Terwijl men erkent dat het tegenwoor dig kiezerskorps niet uitmunt ik zal het zachtste woord bezigen door ken nis en belangstelling, wil men de minder kennisvolle elementen er van nog ver meerderen." Wat nu dat niet uitmunten door kennis en belangstelling betreft, daar zullen we maar niet meer over handelen. We weten nu eenmaal: er bestaat een niet denkend deel der natie. En alleen de voldane burgerij grootendeels liberaal munt uit door kennis en vooral de belangstelling in de publieke zaak is bij haar groot getuige de opkomst bij de stem bus in de groote steden. Ook vreesde de heer Muller wel een weinig, dat de heer Lohman de boeman zou worden, die de (rustige rust en heerlijke eendracht in de Eerste Ka mer zou verstoren. „Indien wij in deze Kamer partijen hadden, zooals aan gind- sche zijde van het Binnenhof (Tweede Kamer), dan zou ik zeggen de rede van den heer Lohman is met eene be doeling uitgesproken, maar omdat wij hier geen partijen hebbenhecht ik eene dergelijke portee aan die rede niet." Nota beneGeen partijen in de Eerste Kamer! Zou alle partijschap dan ver dwenen zijn met het aftreden van het vorige Kabinet? Min. Tak zeide dien zelfden dag: „Een staatsman moet kun nen vergaten." Me«»t de heer Muller soms dat ons volk het vergeten is, waar om de begrooting van Min. Keuchenius indertijd door de Eerste Kamer werd verworpen? Zouden we zoo kort van geheugen zijn, dat we niet meer weten, waarom bij de jongste verkiezingen voor de Prov. Staten de Liberalen weer al het mogelijke in het werk stelden om toch maar baas te blijven Wellicht vatten we de bedoeling van des heeren Muiiers woorden echter beter als we die zoo verklaren. Er is in de Eerste Kamer slechts ééne partij, dat is de groote lib. partij. Dan is er eene minderheid van Roomschen, die echter tegenwoordig haast een deel der groote lib. partij uitmaken, en dan is nog zoo iets we zouden het een partijtje kunnen noemen, bestaande uit 2 antirev. Maar eigenlijk is er toch maar ééne partij en dat is d# liberale. Ziezoo, nu weten we het. Eén ding is nog slechts te betreuren, voor de libe ralen altijd. Dit n.l.dat de partijver houding in het gansche land niet de zelfde is, als die in de Eerste Kamer. We vreezen echter voor hen, dat zulk een gonden eeuw nimmermeer voor hen zal aanbreken, en dat is maar gelukkig ook voor het welzijn van land en volk. Er zijn zoo van die telkens weder- keerende verschijnselen, of liever gebeur tenissen, die toch steeds weêr op nieuw de aandacht trekken. Zoo b. v. het reizen van Vorstelijke personen of van bekende staatslieden. Nauwelijks is er iets van dergelijk plan bekend, of men doopt alom de pen in de inkt, en nog lang nadat het uitstapje tot de geschiedenis behoort, hebben de couranten schrijvers stof voor hun blad. Op dit oogenblik zijn er een tweetal echtparen op reis, en alhoewel de een „een onttroond vorst" is, toch trekt zijn reis niet minder de aandacht dan van de andere, die niets minder dan koning is. De koning van Italië is n.l. op reis naar Berlijn, vergezeld van zijne echt- genoote. Reeds werden zij zeer hartelijk door keizer Wilhem ontvangen, en na tuurlijk al spoedig onthaald op eene schitterende parade! Intusschen wordt de beteekenis van dit bezoek lang en breed uitgemeten, en daarmede in verband gebracht het be staande drievoudig verbond, tusschen Duitschland, Oostenrijk en Italië. De Italiaansche ministers zullen het wel niet onpleizierig vinden, daar nu de aandacht eens van hun afgetrokken, en op den koning gevestigd wordt. In sommige politieke kringen van Rome is men over dit reisje van koning Humbert wel een beetje ongerust. Men erkent wel, dat het bezoek noodzakelijk was uit het oogpunt der beleefdheid, daar keizer Wilhelm's visite te Monza al twee jaren achter den rug ligt; maar, tereebt of te onrechte, vermoeden sommigen, dat er aan het Duitsche hof weer allerlei geheime plannen werden beraamd en op touw gezet. De onttroonde vorst, waarvan hierbo ven sprake was, is vorst von Bismarck. Wel heeft hij nooit op een troon gezeten, doch geregeerd zooveel te meer, terwijl hij nu sedert een paar jaar, noogst waar schijnlijk wel tegen zijn zin, voor ren tenier speelt. Welnu, ook vorst von Bismack is met zijne echtgenoote op reis, en wel naar Weenen, ten einde het huwelijk van zijn zoon, graaf Herbert Bismarck, bij bij te wonen. Ook dit reisje geeft stof tot allerlei beschouwingen, overwegingen en gevolg trekkingen. Op zijn tocht door Duitsch land werd hij overal hartelijk ontvangen, niet het minst te Dresden, van .welke stad hij eereburger is, en waar hij een nacht doorbracht. Te Berlijn bepaalde zich de begroeting tot een kort oogenblik aan het station, en alhoewel men gaarne eene uitvoering van Bismarck gehoord had, begreep hij maar al te goed dat „spreken zilver, doch zwijgen goud" was, en op het her haald verzoek antwoordde hij dan ook al leen :het is mijn plicht te zwijgen. Wat Dresden betreft, de geheels stad was prachtig versierd, en niet minder dan 400 vereenigingen hadden zich ver eenigd, tot het houden van een groote avondoptocht. Aan het station hield de burgemeester een toespraak, waarvoor de oud-kanselier zijn kartelijken dank betuigde. Des avonds werd voor zijn hotel koraal-muziek ten gehoore gebracht, en huldigde hem de groote stoet met de fakkels. Natuurlijk was een onafzienbare menigte op de been. 't Leek wel of een koning begroet werd Zondagmorgen vertrokken Bismarck en zijn echtgenoote uit Dresden naar Weenen. Aan het station werd een af scheidswoord gesproken door generaal Kusserow, en daarop hief de volksmenig te met groote geesdritt het lied „Duitsch land boven alles" aan. (Treurig dat reizen op Zondagzulke menschen hebben toch waarlijk al den tijd om in den week te reizen). Genoeg. Bismarck is thans in Weenen, en men vraagt zich af, of keizer Frans Jozef hem ontvangen zal. Dit is nog lang niet zeker, want bij zulke bezoeken komt de hoogere politiek te pas. De nieuw gekozen Belgiesehe Kamer is tegen half Juli bijeengeroepen. Alsdan wacht #r werk genoeg eene grondwets herziening In Italië en Engeland wachten nieuwe verkiezingen, daar de Kamers naar huis gezonden zijn. Amerika is van Noord tot Zuid en van Oost tot West in beweging, wegens de verkiezing van een President. Wij hopen hiervan nog wel eens wat mede te dee- len. Uit Spanje komt weer eens een be richt, dat ons doet zien, hoe treurig het er met de zoo hoog geroemde beschaving uitziet. Te Linares, in do Spaansche provincie Jaen; hebben Donderdag bij een stie rengevecht ernstige ongeregeldheden plaats gehad. Het publiek was niet te vreden en verlangde meer paarden, om door de stieren gedood te worden, wat de burgemeester weigerde, waarop het volk hem en de stierenbevechters met leege flesschen, stokken en modder begon te 'werpen. Het personeel verwijderde zich, en nu stoven de toeschouwers het perk in. Daar stond echter nog een stier, die verwoed geworden, op de me nigte inrende, en een man op de horens nam en doodde. Ten slotte werd het dier overweldigd en in zijn hok terug gesleept. Middelerwijl bleef men den burge meester uitjouwen en beleedigen, die eindelijk aan de burgerwacht last gaf om de bajonnetten op te zetten en het perk schoon te vegen. De soldaten wei gerden echter het volk aan te vallen, waarop de burgemeester de vlucht nam, achtervolgd door de rustverstoorders, die hem nawierpen met alles wat zij maar vangen of grijpen konden. Toen de man het gebouw der prefectuur bereikt had, begon het grauw de vensters in te wer pen en storm te loopen op de deuren, zoodat de burgemeester de wijk moest nemen in de kazerne der burgerwacht. Tegen den avond keerde de kalmte te rug. Men meldt dat de Gouverneur der pro vincie wordt verwacht tot het instellen van een onderzoek. In plaats van zulke gruwelen tegen te gaan, is men er jin Frankrijk ook reeds zoo verzot op, dat zij ook daar meer en meer ingevoerd worden. €2emengrl Mienw*. In de gemeente Schiedam is voortaan het houden van bordeelen verboden. De gemeenteraad nam dit besluit in zijn Woensdag gehouden vergadering met 10 tegen 8 stemmen. In de apotheek van den heer Van den Bijllaardt Jr. Boekhorststraat 19, te 's Gravenhage, is het millioenste recept gereed gemaakt. Ter eere van dit feit vierde het personeel feest. Het hof te 's-Hage heeft kapitein Bak ker vrijgesproken van doodslag op den stoker van het stoomschip „Obdam", maar hem veroordeeld wegens mishan deling tot 3 maanden gevangenisstraf. Dinsdagavond omstreeks 9 V2 uur, is de koopman P. H., woonachtig aan den Tiendweg te Sliedrecht, door twee als Italianen gekleede personen aangerand. Zij vroegen hem om geld, hetgeen door P. II. geweigerd werd. In de hierdoor ontstane schermutseling werd H. door een der aanranders met een lang mes eene wonde aan een der handen toegebracht, waarna de daders ijlings de vlucht namen in de richting van Dordrecht. Men meldt uit Limburg aan het Han delsblad onder dagteekening van Juni: De vorsten der laatste drie nachten heb ben belangrijke schade aan de veldge wassen teweeggebracht. Op vele plaatsen vooral op laag gelegen perceelen, is het loof der aardappelen bevroren, terwijl de boekwijt zeer veel geleden heeft. Ge lukkig staat de rogge nog niet in bloei, anders ware de schade grooter. Op het congres van de Duitsche chi rurgen te Berlijn, is door den hoogleeraar Julius Wolff een patient vertoont, wien hij acht maanden geleden het geheele strottenhoofd had uitgesneden wegens een kankergezwel. Dat het inderdaad kanker was, had Prof. Virchow na de operatie geconstateerd. De patient wa3 thans geheel hersteld en kon gezond en krachtig zijn beroeps bezigheden waarnemen. Hem was een kunstmatig strottenhoofd verschaft, dat eerst voldeed, maar later defect werd. Daarop was het verbeterd, hetgeen wel groote studie en moeite had gekost, doch dan ook met dit gevolg, dat de herstelde patient door middel van zijn ku iststrot- tenhoofd volkomen correct en duidelijk spreken, ja zelfs zingen kon. De,verga derde chururgen hoorden hem zonder fout een liedje zingen. Een buitengewoon groot aantal ijs bergen drijven inden AtlantischenOceaan rond, en vormen een belemmering voor de scheepvaart. Bovendien veroorzaken ze veel vertraging, wijl de gezagvoer ders der stoomschepen zuidelijker moeten sturen om zich van het ijs verwijderd te houden. Het stoomschip City of Berlin, van de Inman Line, trof niet minder dan zes ijsbergen aan, die 100 a 200 voet hoog en 300 voet lang waren en die juist in het vaarwater der wetswaarts koersende stoomschepen dreven. Ook ge zagvoerders van andere schepen rappor teeren veel ijs in den Oceaan. Een cycloon, van geweldigen regen vergezeld, heeft gisternamiddag in Zuid- Minnesota, Amerika, gewoed. Onder an deren is te Sharkurne het schoollokaal vernield, waarbij een onderwijzer en vijf tien leerlingen omkwamen. Ook elders werden huizen omvergeworpen en men schen gedood of gekwest. Voor zoover men totnutoe weet, bedraagt het aantal omgekomenen 30. Te Barcelona is "Woensdagmiddag een orkaan over de stad getrokken, die daar groote verwoestingen aanrichtte. Vele hui zen en fabrieken werden beschadigddrie personen gedood en velen gewond. Uit Bordeaux wordt gemeld, dat een met petroleum geladen Engelsch vaartuig, „Petrolea," voor Blaye liggen de, daar gedurende den nacht is ontploft ten gevolge van brand. Aanvankelijk heette het, dat die veroorzaakt is door het inslaan van den bliksemdoch na der wordt bericht, dat de brand ontstaan moet zijn doordien een matroos, in be schonken toestand van den vasten wal op het schip terugkeerende, onvoorzich tig met lucifers is omgegaan. De gevolgen der ontploffing zijn verschrikkelijk ge weest. De kapitein van de „Petrolea" was op het oogenblik afwezig. De stuur man en elf matrozen zijn in de vlammen omgekomen of slapend gestikt. Vijf matrozen hebben zich kunnen redden door onmiddelijk in het water te springen van waar zij al zwemmende ontkomen zijn. Twee mannen en een vrouw, die zich op een lichter in de onmiddelijke nabij heid bevonden, zijn insgelijks in de vlam men omgekomen. De jonge mijnarbeider Ilavelka heeft vrijwillig de bekentenis afgelegd, dat hij door onvoorzichtigheid den brand in de Maria-mijn te Przibram veroor zaakte, waarbij honderden menschen en 0. a. ook de twee broeders van Havelka den dood vonden. Hij had de brandende pit van een lamp weggeworpen. Vier jaren geleden werden te New- York 1 millioen pond vruchten uit Cali- fornië aan de markt gebracht, verleden jaar reeds 7 millioen. Men rekent dat over drie jaar de Vereenigde Staten geen ingevoerde vruchten van elders meer zullen behoeven. Hetzelfde geldt van olijfolie. In een pleiziertuin te Berlijn kwam Zaterdag jl. een jonge vrouw om het leven door een val uit een luchtballon. Zij steeg iederen avond met een ballon op en liet zich dan met een parachute naar beneden vallen, zoodra zij eenige honderden meters boven den grond was. Zaterdagavond sprong zij weder met de parachute naar beneden. Een harer handen gleed echter van den ring, en weldra liet de vrouw ook de andere los. Zij stortte in een vijver en verscheen na eenigen tijd aan de oppervlakte van het water. Aan land gebracht, bleek de vrouw nog volkomen bij haar bewustzijn te wezen; ze zei, dat zij vergeten had, de gordel van de parachute jom haar middel vast te maken. Niettemin stierf zij op weg naar het hospitaal. Om aan de verschillende straten van Groningen bij het bezoek der Koning innen een luisterrijk aanzien te geven, zijn niet minder den 26 groote eere poorten gebouwd, de een al fraaier dan de andere, benevens decoratieve fontei nen, tempels, zuilen, drijvende tuinen, versierde bruggen, enz. gemaakt. Boven dien heeft men in onderscheidene straten verlichting k giorno, gas-illuminatie met gekleurd licht aangebracht. Van gemeen tewege worden versierd de Stationsweg, de oude Boteringestraat tegenover het raadhuis, terwijl raadhuis en beursge bouw tevens verlicht worden. Gedurende het verblijf van H.H.M.M. zal het carillon van den Martinitoren zich op verschillende uren van den dag doen hooren. scire ki9inge6nUlwWaardi°in^' dSP£?tal- rjJke miahandeUnKn8 S Gateo °at' staan is, eu Tan 9oldatt vele ergerlijke feiten a T freonsaan 't licht bracht, tot h iV?"8 f scherpe protest in 4en bekende uitwerking niet te mi3sen. in fea laaUten r 2rfn machtsmisbruik. 1 11 hoogere rangen een voorbeeld gesteld door .het n van het bevel over het 2e Wurtenbergsche dragonderregiment aan den Pruisischen kolonel v. Krosigk. Bij zijü k te ülm in garnizoen, zijn zeer ernstige overtre dingen voorgekomen. De verantwoorde lijke chef is dientengevolge op nonacti viteit gesteld. De orkaan, die onlangs een spoortrein bij Agram van de rails wierp en daarbij een paar wagtns tot op een afstand van dertig meters in de lucht slingerde, had op dat punt nog niet eens zijn grootste kracht. Het centrum van den storm lag eenige minuten verder, en daar zijn 0. a. op een terrein van 50 hectaren 160,000 zwaie eiken en beuken tegen den grond geworpen. Zij liggen in allerlei richtin gen dooreen en vormen een voor het oogenblik onbeschrijflijken ehaos. Natuur lijk zijn ook vele huizen vernield; ech ter is maar één mensch, een herder, om het leven gekomen, die door een neder- vallenden boom verpletterd werd. Te Parijs heeft «.en meisje, door een ouden bedelaar lastig gevallen, hem een glas koud water in het gezicht ge worpen. De man viel dood neer. Volgens een ontboden geneesheer had de plotse linge koude begieting een hersencongestie veroorzaakt. WERKELOOSHEID. Uit Friesland schrijft men ons: Na soms een week van boer tot boer te hebben rondgezworven om werk te vragen, is menig Friesche arbeider in zijn gezin moedeloos en ontevreden te ruggekeerd en zette hij de zeis neder, om ze dezen zomer niet te gebruiken. Hij vond geen werk bij den hooiboer, de Duitsche maaiers in grooten getale overgekomen, waren hem voor en hij moest wijken voor de werkkracht uit den vreemde. Menig arbeidersgezin staat daardoor nu reeds voor het vreeselijke spook der werkeloosheid geplaatst in medio Juni De Times heeft berichten uit Teheran ontvangen, volgens welke het aantal cho- leralijders, dat in twee dagen te Meshed is overleden, op 550 wordt geschat. Tot dusver verspreidt da ziekte zich slechts weinig naar het westen. De over heid verhindert het trekken der pelgrims. Uit Calcutta verneemt hetzelfde blad, dat het zeilschip Crofton hall, met vol komen gezonde bemanning vertrokken, is teruggekomen, besmet door de cholera ziekte, waaraan zes personen gestorven waren en achttien door aangetast. De doctoren schreven de ziekte toe aan het nuttigen van besmet pekelvleesch. Ook in een gevangenis is de cholera uitge broken; de gevangenen zijn uit het ge bouw gebracht, nadat reeds eenigen wa ren bezweken. Er dreigt nu weer, een groote werk staking in de ijzerindustrie te Pittsburg (Pennsylvanië.) De patroons wenschen alle loonen te verlagende arbeiders daarentegen stemmen toe in een ver mindering van de. hoogste, maar niet van alle loonen. Een poging om een overeenkomst te treffen, mislukte geheel. De werkstaking zal zich, als ze uitbreekt, over niet minder dan honderdduizend man uitstrekken.] De Hongaarsche regeering heeft afwijzend geantwoord op een verzoek van veertienduizend personen, om de lijkverbranding toe te staan. De regeering ontkent, dat de kerkhoven gevaar voor de gezondheid opleveren, en bestrijdt de lijkverbranding op grond, dat gerechte lijke lijkonderzoekingen daardoor onmo gelijk zouden worden. Een streep door een liberale reke ning. Bij koninklijk besluit van 15 de zer is vernietigd het besluit van den ge meenteraad van Dokkum van 3 October 1891 tot teekening van eene'subsidie van f 350 aan de regelings-commissie der in dat jaar daar gehouden landbouwtentoon stelling, en wel op grond, dat van de zes raadsleden, die zich voor de toekenning van het subsudie verklaarden, vier deel uitmaakten der gemeld# commissie, dat zij persoonlijk aansprakelijk waren voor de schulden der tentoonstelling, de toe kenning van het subsidie eene zaak. was, die hun persoonlijk aanging en zij zich mitsdien, ingevolge art. 46 der gemeen tewet, van medestemmen hadden moeten onthouden. Een brug die over de Lieking Ri ver in Cincinnatie gebouwd werd, is in gestort, 30 werklieden vielen in het water en kwamen allen om. Dusver zijn reeds 22 lijken opgehaald. De heer C. E. Viruly, lid der Prov. Staten van ons gewest, oud-Wethouder en lid van den Gemeenteraad van Rot terdam, is in den ouderdom van 72 jaren overleden. De heer Viruly was Ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw. I van 1

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1892 | | pagina 2