Vrijdag 24 Juni 1892.
Antirevolutionair
Zevende Jaargang No. 345.
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
T. BOEKHOYEN.
Nog enkele dagen en de Kamer
leden zullen worden opgeroepen om
te beraadslagen over de belasting-
ontwerpen van den Minister Pier
son. Althans, dit is te verwachten.
Want wel zijn de wijzigingen, wel
ke de Minister in de vermogings-
belasting beeft aangebracht, niet van
bijzonder groote beteekenis, zoodat
de bezwaren, welke vrij algemeen
er tegen in zijn gebracht, niet zijn
opgehevenmaar de liberale
regeering heeft over een gewillige
meerderheid te beschikken en wat
de Ministers Tak en Pierson be-
geeren, wordt niet ernstig bestreden.
Met bet oog daarop zal bet wel
niet onnoodig geacht worden met
een enkel woord de beteekenis van
de nieuwe belastiDg-ontwerpen toe
te lichten.
De Minister Pierson wil tweeër
lei bestaande belastingen afschaffen
of verminderen en nieuwe belastingen
invoeren. Nu is het moeilijk om
deze plannen voor onze lezers dui
delijk te maken, daar de Minister
slechts, een deel van de te verwachten
wetsontwerpen heeft ingediend. E-
venwel zijn die plannen door het
antwoord, hetwelk de Minister gaf
op het Yoorloopig verslag van de
Tweede Kamer, een weinig duide
lijker geworden. Men weet nu althans,
dat de heer Pierson tegenover de
afschaffing of vermindering van ac-
cijnsen, tollen en grondbelasting een
belasting op het vermogen wenscht
en in plaats van de patent-belasting
een belasting op den arbeid of op
het bedrijf.
Derhalve twee nieuwe belastingen,
die oorspronkelijk door den Minis
ter zijn genoemdbelastingen op het
inkomen uit het vermogen of uit een
bedrijf. Wie een kapitaal bezit, 't zij
bestaande in geldswaarde, als effecten
of in gebouwen, hypotheken, landerij
en enz. moet daarvan belasting be
talen. En die inkomsten geniet nit
een beroep of een bedrijf, zal geen
patentbelasting meer behoeven te
betalen, maar een belasting op zijn
inkomsten.
De vraag zal worden gedaan,
waarom de Minister deze twee be
lastingen onderscheidt, daar zij toch
beide betrekking hebben op inkomsten
en derhalve gezamenlijk zouden kun
nen genoemd wordeneen inkomsten
belasting. Het antwoord daarop ligt
voor de hand. Vooreerst is, wat
door den Minister wordt voorgesteld,
geen zuivere inkomsten-belasting.
Immers, niet de inkomsten uit een
vermogen, maar de vermogens zel
ve worden aangeslagen. Of iemand
weinig of geen winst ontvangt uit
een kapitaal, door hem in eene of
andere onderneming belegd, doet er
niet toe; bij beeft belasting te be.
talen naar de grootte van het kapi
taal, terwijl met zijn winst of verlies
geen rekening wordt gehouden. Een
landbouwer b. v., die ieder jaar moet
bijpassen, beeft van zijn vermogen,
dat in zijn inspan of in land is belegd,
belasting te betalen, zoodra dat
vermogen een zekere som overschrijdt.
Een dergelijke belasting kan dus
moeielijk inkomstenbelasting genoemd
worden. De Minister heeft dit ein
delijk zelf gevoelden noemt ze nu
zelf vermogensbelasting.
Voor den Minister bestond deze
reden, om beide belastingen niet
onder ééno belasting te brengen,
onder die van een algemeene
inkomstenbelastig. Hij wil nl. dat
de inkomsten uit vermogens zwaarder
zullen belast worden, dan die uit een
bedrijf. Hij, die b. v. f 1200 ontvangt
uit zijn vermogenzal ƒ25 belasting
betalen maar die een gelijk inkomen
heeft uit zijn bedrijf, zal slechts f 20
hebben te betalen.
Twee nieuwe belastingen zullen
derhalve worden ingevoerd, indien
de Minister zijn plannen zal kunnen
tot stand brengeneen vermogings-
belasting en een bedrijfsbelasting.
De laatste ter vervanging van de
patentbelasting. De eerste om terug
te krijgen wat de schatkist verliest
bij de afschaffing van den zeep-accijns,
de vermindering van den zout-accijns,
de vermindering van degrondbelasting
de vermindering van de overgangs
rechten bij verkoop, en de afschaffing
van de dijkstollen. Voorts zal de
Personeele belasting vrorden herzien,
zoodat de aanslag niet meer zal wor-
den geregeld naar de deuren en
venstersmaar meer dan tot heden
plaats had naar de wijze, waarop
een bewoner van een huis leeft,
blijkbaar ook uit de meubeleering.
Evenweldrie van deze wetsont
werpen zijn nog niet ingediend.
Waarlijk niet de onbelangrijkste,
n.l. de bedrijfs-belasting, de wijziging
in het personeel en de afschaffing
van de Rijks-tollen. Zoolang deze
wetsontwerpen onbekend zijn, kunnen
eigenlijk niet met eenige juistheid
de reeds ingediende ontwerpen be
oordeeld worden. Immers de
vermogensbelasting beet ingediend te
zijn, teneinde de kleinere burgerij
te ontlasten. Doch wat heeft dat deel
der bevolking aan de afschaffing van
de Rijks-tollen, aan de vermindering
van de overgangs-reebten, ja zelfs
aan de afschaffing van de zeep-ac-
cijns. Veel meer belang hebben die
menschen bij de afschaffing van het
patent en vooral bij de wijzigingvan
het personeel. En juist deze wets
ontwerpen zijn nog niet ingediend.
Alleen weet men nu, dat de
landbouwers niet in de bedrijfs
belasting zullen worden aangeslagen
maar onbekend is bet of onderwijzers,
predikanten en allen die een ambt
bekleeden van die belasting vrij
zullen zijn.
Maar ook tegen de vermogens
belasting zelve, zijn reeds ernstige
grieven ingebracht. Vooreerst, dat
ook bet vermogen, in landerijen
belegd, zal worden aangeslagen,
waardoor de landbouw niet weinig
gedrukt zal worden. Bovenal, dat
ook van vermogens, die geen winsten
afwerpen, belasting zal moeten betaald
worden. Wie buizen bezit en ze niet
kan verkoopen, moet toch belasting
betalen, zoodra de waarde van die
buizen f 13,000 of meer bedraagt.
En evenzoo, wie zijn geld gestoken
heeft in faörieken, welke met verlies
werken.
Dit waren de twee voornaamste
grieven; en daaraan is de Minister
bij zijn nu gewijzigd wetsontwerp
niet tegemoet gekomen.
In bet nieuwe, gelijk als in bet
vorig wetsontwerp, zijn de vermogens
tot beneden f 13,000 vrijgesteld In
bet vorig ontwerp was de belasting
op vermogens van 13,000 tot min
der dan 25,000, beneden 1 gulden
per duizend. Dit is ook zóó in het
het gewijzigd ontwerp, maar volgens
een andere regeling. Voor kapitalen
tusschen de f 13,000 en de f 14,000
moet nu f 2 betaald worden, voor
vermogens tusscbcu de f 14,000 en
f 15,000 vier gulden. Voor vermogens
tusschen 15,000 en f200,000 moet
betaald worden f 1,25 per duizend,
na aftrek evenwel van 10,000 van
bet vermogen. Van vermogens boven
de f 200,000 is een vast bedrag
van f 237,50 verschuldigd, benevens
f 2 voor elke geheele som van f 1000,
waarmede de waarde van het ver
mogen het bedrag van f 200,000
te boven gaat. Hieronder volgt een
lijstje, waaruit bet verschil in be
lasting tusschen bet vorige en het
nu gewijzigde ontwerp wordt aan
gegeven
De andere wijzigingen, door den
Minister aangebracht, betreffen slechts
onderdeelen. Zoo zijn onder de vrij
stellingen, behalve meubelen en voor
werpen van kunst en wetenschap,
nog opgenomen kleederen, levens
middelen, goud- en zilverwerk, paar-
len en edelgesteenten (die geen han
delsvoorraden zijn)polissen van
nog loopende levensverzekeringen
het recht op lijfrente en pensioenen
(die de Minister beter bij de bedrijfs
belasting jthuis acht)goederen waar
van anderen het vruchtgenot hebben
en nog niet vorderbare termijnen
van renten, van uitkeeriugen, van
bezoldigingen en van andere inkom
sten.
Uit een en ander kan voldoende
blijken, dat de Minister al zeer
weinig is tegemoet gekomen aan de
bezwaren, welke [zijn ingebracht.
Toch zullen de wetsontwerpen wel
worden aangenomen, zij het dan
met enkele veranderingen. Groote
wijzigingen zal de Minister, naar zijn
verklaring, niet meer toestaan.
De Kamerzittingen, welke nu
volgen, zijn zeker met het oog op
deze allerbelangrijkste zaken, zeer
gewichtig.
Pr. Nb.
Met groote vreugde heeft de
antirevolutionaire persket feit begroet,
dat de Staten van Gelderland in de
week na Pinksteren den oud-Minister
Jbr. Mr. A. F. De Savornin Lobman
tot lid der Eerste Kamer hebben
verkozen.
Na de jongste Grondwetsherziening
is zulk een verkiezing mogelijk ge
worden, omdat nu niet alleen de
hoogst aangeslagenen in de belasting,
maar ook zij benoembaar zijn, die
èèn of meer voorname betrekkingen
hebben bekleed, bij organieke wet
nader aangeduid.
De heer Lohman is een te kundig
staatsman, bij beeft een te schoo*
parlementair verleden, «jn penoon
en werk zijn te hoog in eer en zijn
invloed is te groot dan dat onze
partij er vrede mede zoude kunnen
hebben, dat bij langen tijd buiten
de hoogste colleges bleef. Hij alleen
is, wol een halve partij waard, heeft
de Standaard terecht gezegd. In
critieke oogenblikken is bij de woord
voerder. Op parlementair terrein is
bij de leider. Daarom is hij ook ei
genlijk onmisbaar in de Tweede Ka
mer. En men zou het geprezen heb
ben in enkele onzer vertegenwoor
digers in dat Collegge, als zij voor
bun plaats bedankt hadden, enkel
om den kiezers gelegenheid te geven
den beer Lohman weer in zijn na
tuurlijke sfeer van werken te bren
gen. Intusschen twijfelen wij niet,
of zoodra er eens een plaats open
valt, zullen onze kiezers aan den
heer L. blijven denken. Maar zoolang
deze gelegenheid nog toeft, is zijn
verkiezing in de Eerste Kamer
vooreerst een eerbewijs, dat vrèl ver
diend is, en voorts een middel om
zijn leidenden invloed te behouden.
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per poet £0 Cent.
▼oor Amsriha bij venrsitbetaïlng f 3,50 p«r jaar.
A1V«aderiijbö liiintn 5 €©*t.
tjitgketer:
mmM&iijSBïï&m.
Adrertentiën Tan 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 eenten 3/2 maal
Beekaankondigint Cent per regel sa 4/s maal.
Di©aBtaftSTrs§e® c» Dienskaaablcdlnfe* 50 Cent pesr
Groots lettere en nignettea worde* bewkwdi naar do plaaboaiat» dis «f Welean
A&T§rtöntiën worden ingewacht tot Dondardagniddtsg IS nnr.
Alïe stukkeu voor de Redactie Pestesud, Advertejitiën esi verdere Administratie flanco toe te «enden aan tien Uitgever.
nieuwe belastingen.
Vermogen. Oud tarief. Nieuw tarief.
f 12,000 niets. niets.
13,000 r E— 2,—
14,000 3,— i,~
15,000 5,— 6.25
16,000 7,- 7,50
17,000 9,— 8,75
18,000 11,— 10,
19,000 13,— 11,25
20,000 15,— 12,50
21,000 17,— 13,75
22,000 19,— 15,-
23,000 21,— 16,25
24,000 23,— 17,50
25,000 25,— 18,75
30,000 30,— 25,
35,000 35,— 31,25
40,000 40,— 37,50
45,000 45,— 43,75
50,000 50,— 50,—
75,000 75,— 81,25
100,000 110,— 112,50
150,000 165,— 175,
200,000 240,— 237,50
250,000 300,— 337,50
300,000 390,— 437,50
750,000 1125,— 1387,50
1,000,000 1500,— 1837,50
5,000,000 7500,— 9837,50
De heer Lolssnasi la de
Tweeile Maaier.
LESSEN EN WENKEN.
Scheur het kleed der schaamte niet.
Want is het eens gescheurd, 't wordt
spoedig weggeworpen.
De schaamte drij ve u niet tot het looche
nen van uwe schuld. Want zoo zoudt
ge schaamteloos worden uit schaamte.
Als in ons 't Kwaad de tering krijgt,
dan komt in ons 't Geluk tot sterkte.
't Ware te wenschen, dat er geen ge
brekkige menschen waren buiten hen,
die gebrekkig" heeten.
Menige les in ons leven zon. ons heb
ben gebaat, als wij in onze waanwijsheid
niet hadden gedacht: die is goed voor
mijn buurman.
Kwaadgezind, maar goedgekleed, slaagt
doorgaans beter, dan goedgezind, maar
slecht gekleed.
Veel we tra; weinig begeeren, goed
willen en vast vertrouwen; tel dat op
en de som is geluk.
Er zijn twee soorten van zelfmoord.
Tot de eene gebruikt men één oogenblik
aan de andere besteedt men zjn geheele
leven. Verstaat gij dat?
Varia.
GEMEENSCHAP.
Iemand stond alleen op eene heerljko
hoogte; hj begeerde geen ander gezel
schap dan die majestueuse bergreuzen,
mot een kroon van glinsterende sneeuw
beclekt, die hem naar boven wenkten,
waar z j stonden, in hun rein feestgewaad,
om den Almachtige te huldigen.
Maar toen hj daar boven stond, de
wereld diep beneden hem, gevoelde hj
zich diep teleurgesteld. Geen warm ge
voel doorstroomde zjn hart, de last, dien
hj naar boven medegenomen, om daar
af te werpen, ten einde vrjer en lichter
te kunnen ademen, die last woog nog
zwaarder op hem. „Ach," zuchtte hj,
„ik zocht het volkomene licht hier boven,
met God alleen, verre van de wereld;
maar het is een bittere teleurstelling,
men komt God niet nader, wanneer men
de menschen ontvlucht!
&od openbtert ons wel *yas ♦lmeeht
ei majesteit ia het ewjgen eener verheve
ne natuur, maar de diepte van zjn wezen
voornameljk daar, waar harten in lief
devolle verbintenis bjeen zjn, waar de
een des anderen last draagt, of om in
de taal van Johannes te spreken„In
dien wj in het licht wandelen, geljk
Hj in het licht is, zoo hebben wj ge
meenschap met elkander en onze ge
meenschap is met den Vader en zjnen
Zoon Jezus Christus."
WARE LIEFDE.
Op hoog;e bergen, met eeuwige sneeuw
bedekt, waar alle leveu der plantenwereld
verkleumt, vindt men niet zelden eene
bloem, welke men sneeuwbloem genoemd
heeft. Dit raadsel der natuur verklaart
men alzoo, dat deze plant hare eigen
specifieke warmte heeft, welke aan de
koude, die voor 't overige alles doet ver
st j ven, weerstand biedt.
Waarvan is die bloem een beeld?
Van de Christeljke liefde, welke aan
de jskouide, die in onverschilligheid, in
ondank, in goed met kwaad te vergel
den, zic.h openbaaart, weerstand biedt,
zelfs daardoor tot nieuwe energie om te
dragen en te handelen wordt aangespoord.
De liefdie worde niet verbitterd zj ver
gaat niét. Do natuurlijke, onreiue, zelf-