Vrijdag 13 Mei 1892.
Antirevo hitionair
Zevende Jaargang No. 339.
Orgaan
m
t
Eerste
IN HOC SIGN O VINCES
FEUILLETON
T. BOEKHOVEN.
a
uitgever:
Alle stukken voor «le Redactie bestemd, Advert enticn en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uit gever.
Dit Biininici' bestaat uit
twee bladen
Aanteekenïiagen uit de ver
maarde Hola, toctreilende
de 1 aeeiaie, d®«r «len vori-
gen Minister van Binnen,
^aken gevoegd bij jzïjii
Memorie van Antwoord
op het Woorloopig Ver
slag der Tweede Manier
omtrent de afsehnfliiig
van den vaeclnedwang
voor Schoolgaande kin
deren.
(Een nu vervallen Regecringsstuk.)
II.
lijders in Parijs getoond, (sedert 1887)
dat gelijktijdig met dit middel in
4 jaren een vermindering van 3/4
der ziekte en van 5/6 der sterfge
vallen is verkregen.
En wat leert Beijeren? Daar is
sedert 1807 de inenting verplichtend
gesteld en bestaan tevens uitnemende
voorschriften voor afzondering der
lijders. De pokkensterfte was er ja
ren lang laag. In het oorlogsjaar
1866 werd het echter hooger en in
1871, na afloop van den Fransch-
Duitschen oorlog nog meer. Toen,
tijdens den terugkeer der troepen en
de inkwartiering der Fransche ge
vangenen brak er een pokken-epide
mie uit zooals daar sedert het einde
der vorige eeuw niet had geheerscht.
Nagenoeg den gansche Beiersche be
volking was gevaccineerden een groot
deel daarvan gerevaccineerddoch het
afzonderingssysteem kon destijds niet
toegepast worden, en nu bleek de
inenting en herinenting geen voldoend
beveiligingsmiddel.
Ook in België neemt men een
dergelijk verschijnsel waar. Er wordt
steeds meer ingeent, doch de gemid
delde sterfte aan pokken was er
van 1873 1884 niet lager dan van
1851 1870 en strenge voorschriften
aangaande afzondering en ontsmetting
mist de Belgische wetgeving.
Van den historischen loop der pok
ziekte in Nederland is tot op het
jaar 1866 niets bekend. Met het
oog op de wet van 4 Dec. 1872, die
voor de scholen den vacoinedwang in
voerde, maakt men vaak vergelijkingen
tusschcn hetgeen vóór en na dat tijd.
stip voorviel, en brengt dan de uit
komsten met die wet in verband.
Daarbij verliest men echter uit het
oog, dat onder de statistische opga-
ven vóór 1873 medegeteld worden de
cijfers van 1870 1873, ofschoon
er in die jaren niet alleen in Neder
land een algemeene pokkenepidemie
heerschte, maar ook in goed gevac
cineerde landen, zooals Beijeren,
Duitschland, Zweden en Engeland,
terwijl de statistiek bovendien toont,
dat Nederland voor 1873 volstrekt
niet onder de slecht gevaccineerde
landen behoorde. In 1883 had de
bekende epidemie in Oud-Beierland
plaats. Daar blijkt niets van over
brenging der poklijders naar een
ziekenhuis of naar barakken. Overi
gens valt in Nederland op te mer
ken, dat de wet van .1872 (welker
toepassingin '83 te Oud Beierland veel
tegenwerking vond) mede verschei
dene bepalingen op ontsmetting en
afzondering bevat; ten tweede, dat
het twijfelachtig is, of de wettelijke
dwang voor de scholen het aantal
vaccinatiën wel sterk heeft vermeer
derd; in de derde plaats kan ook
de belangrijke wet van 26 April
1884 (gewijzigd bij de wet van 20
Juli 1884) grooten invloed hebben
uitgeoefend op den gunstigen ge
zondheidstoestand der laatste jaren
en eindelijk zeggen do geneeskundi
ge verslagen der laatste 20 jaren
ons, dat verreweg de meeste poklij
ders tot degevaccineerden behooren.
Ook in Buiten-Europeesehe landen
schijnt de toepassing der verplichte
vaccinatie niet bij machte om pok-
ken-cpidemieen te voorkomen. Uit
geneeskundige rapporten van Britsch-
Indie blijkt althans, dat de hevigheid
eener pokken-epidemie niet te beteu
gelen is door algemeene inenting;
zij schijnt meer afhankelijk van al
gemeene gezondheidsmaatregelen.
15e zaak-Roelants.
De zaak-R o e 1 a n t s kwam einde
lijk Donderdag in de Tweede kamer
aan de orde.
Het publiek toonde groote belang
stelling de tribunes waren dicht
bezet. De anti-revolutionaire partij
kwam krachtig op voor het onrecht,
den heer Roelants aangedaan en voor
de bestrijding van de ontucht in het
legerdoch de liberalen trokken
zich, naar het scheen, van al die
dingen weinig aan. Niemand mengde
zich in het debaten van de roomsch-
katholieken trad alleen Dr. Schaep-
man op.
En wat weten wij nu? Dit, dat
een officier, met of zonder uniform,
geen deel mag nemen aan het werk
der Middernachts-zending. Op de
pertinente vraag, welke de heer
8'chiinmelpenninck tot den Minister
van Oorlog richtte, werd dit ant
woord gegeven. Bordeelen bezoeken
met of zonder uniform daarvoor
wordt een militair niet gestraftmaal
ais een officier poogt door de taal
des overreding of door zijn tegen
woordigheid in de straten Avaar do
bordeelen zijn, de minderen te be
wegen den zondigen weg niet in te
slaan, dan mag hij niet meer in
aanmerking komen voor verhooging.
De heer Keuchenius lichtte
de quaestie uitvoerig, helder en klaar
toeen legde er den nadruk op,
dat kapitein Roelants zijn ontslag
moest nemen, omdat hij volgens het
oordeel van het Leger-bestuur zijn
zedelijke en maatschappelijke plich
ten overdreef. In uniform mag wel
een officier een bordeel bezoeken
maar in uniform voor een huis van
ontucht te staan, ten einde de bezoe
kers te overreden van het kwaad
dat zij bedrijven dkt mag niet.
Zoo blijkt het schoone artikel 2
van het Reglement van krijgstucht
onder een liberalistisch Minister een
doode letter te zijn. Artikel 5 van
hetzelfde rcg-lement, zegt de heer
Seyffardt, verbiedt aan officieren
dronken soldaten op straat toe te
spreken, omdat daardoor aanvallen
van minderen op officieren kunnen
plaats hebben. En insubordinatie
moet vooral geweerd worden. Alsof
alleen dronken soldaten de bordeelen
bezoeken
't Is treurig. Zeer terecht vraagde
dan ook de heer Yan de Yelde
of er tiveeërlei recht Avasvoor de
burgers en voor de militairen.
Tegenover de bewering van den
Minister, dat het met het zedelijk
gehalte in het leger in den laatsten
tijd vooruit was gegaan, betoogde
de heer Yan Löben Seis dat de
algemeene legerinstellingen, de ver
houdingen in het leger, die uitspraak
van den Minister niet wettigen.
Yooral de heer Schim melpen-
ninck v. d. Oye kwam krachtig
op voor het recht van de officieren
en voor de Middernachtszending.
Waarlijk niet ten onrechte venvon-
derde deze spreker zich er over, dat
een officier, die „zijn plichten over
drijft" niet ongeschikt wordt voor
de betrekking, welke hij bekleedt,
maar wél voor een hoogere betrek
king. Wie begrijpt dat? Zóó wordt
een officier ongeschikt verklaard,
niet om zijne militaire eigenschappen,
maar om zijn deelnemen aan de Mid
dernachtszending een werk niet
der duisternis, maar tegen de duis
ternis.
De heer Schaepman kwam ten
slotte op tegen de stelling van den
Minister, dat deelneming aan de
Middernachtzending door officieren
beslist moet worden afgekeurd. Te
meer, omdat volstrekt niet is uitge
maakt, dat de heer Roelants tact
loos is opgetreden. Door zonder meer
een dergelijk officier per se ongeschikt
te verklaren voor een koogeren rang,
wordt naar sprekers meening niet
Deze Courant verschijnt eiken Yrijdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Yoor Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
bOMMELSMJIi.
Adverteatiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 eent en maal
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan,
j Adyertentiën worden ingewacht tot Donderdagmiddag 12 uur.
Duitschland. Het Koninklijk be
sluit van 1835 stelde de vaccinatie
in Pruisen in vele gevallen verplich
tend, en bevatte ook strenge maat
regelen tot het tegengaan van de
versprijding der smetstof. Het gevolg
is: een aanmerkelijke daling der
pokkensterfte. Doch bij het uitbre
ken der oorlogen van 1864 en 1866,
toen wél de vaccinatie, maar niet
de afzonderingsmantregel doorging,
steeg de pokkensterfte weer belang
rijk. En toen in 1870 geheel Duitsch
land onder de wapenen kwam en
Frankrijk binnen vieltoen weer
wèl de inenting, maar niet de afzon
dering kon doorgaan, steeg het sterf
tecijfer, na een korte daling weer
schrikbarend. Waren in Pruisen in
1870 4200 menschen aan pok
ken gestorven, in 1871 stierven er
59,889 en in 1872 77,000.
En wat ook opmerkelijk isterwijl
de pokkensterfte in Pruisen onder
de burgerbevolking 233 per 100,000
inwoners bedroeg, was die in het
leger slechts 31 per 100,000.
Frankrijk. Bij gebrek aan geregel
de aanteekeningen is de invloed der
vaccinatie op de pokkensterfte voor
geheel Frankrijk niet na te gaan.
Doch wel heeft de afzondering der
HET MORGENROOD DES
EVANGELIES
xxix.
Als een gure storm uit het Noordoos
ten, door de voor Karei den Grooten naar
Denemarken gevluchte Saksers aangebla
zen, kwamen de plunderende, woeste hor
den de jeugdige beschaving en de nog
zoo jonge plant des Evangelies in ons land
verleppen. De laatste levensjaren van
den grooten keizer zijn er door vergald.
Reeds in 807 werden Westerwierum en
Dijkshorne in 808 Ezonstad en andere
plaatsen, twee jaren later Groningen en
omstreken geteisterd door bet ruwe ge
weld dezer Heidenen. Ezonstad lag in
Friesland aan de Lauwerzee, maar leed
nu en later zooveel, dat hoewel in 958
nog als eene machtige stad gemeld, later
niet meer genoemd wordt. In het begin
der 15 eeuw stond daar ter plaatse nog
een kasteel met wallen en grachten om
ringd. Een zelfde lot onderging Hunsow
eene Drentsche stad aan den oorsprong
der Hunse gelegen, en in de 9 de eeuw
verwoest. Ook Witlam, eene vermaarde
Oostenrijk. Vooral te Weenen is
de jaarlijksche sterfte aan pok
ken buitengewoon groot, niettegen
staande de vaccinatietoestand der be
volking van die stad uitstekend mag
genoemd worden. Maar het ontbreekt
in Oostenrijk evenals in Frankrijk
(in het algemeenaan strenge voor
schriften ten aanzien van de afzon
dering der poklijders.
koopstad aan den Maas, werd zoo geplun
derd, dat haar bloei geknakt werd en toen
weinig jaren later 839 op den 2e Kerst
dag eene geweldige overstrooming der zee
de duinen doorbrak en ook den Rijnmond
bij Katwijk verstopte, verdween dezestad
van de kaart. Geen wonder, dat schrik
en ontsteltenis de harten der Christenen
vervulde en in het Onze-Vaderde bede
opgenomen werd: „Heere, behoed ons
voor de Denen en NorenZoolang de
dappere Karei de Groote nog leefde, was
er nog hoop op bescherming; de bijna
70 jarige grijsaard drong ze met behulp
zijn zoons en naamgenoots terug, maar
eerst na den dood van hun koning God
fried den Brandstichter, die door een zij
ner volgelingen vermoord en door zijn
neef Hemming opgevolgd werd, kwam
het tot een verdrag, waar hij de Eider als
grensrivier werd aangewezen. Vele jaren
waren den wakkeren Gideon de Chris
tenheid, zoo groot en krachtig van gestal
te en stem, zoo groot van daden in oor
log en vrede, zoo groot en edel van ka
rakter en hart, dat weinig vorsten met
zooveel recht als hij den eernaam van
den Grooten verdienen, niet meer bescho
ren.
Hij zelf wees dien naam af, zeggende
„God alleen is groot, Hem komt de eere
toeDoor vele beproevingen werd ook de
liemelsche plant des ootmoedigen geloofs
in zijn hart gekweekt. Een zij her zonen
bewerkte samenzwering en stond den grij
zen vader, als een Abralom, naar kroon
en leven. De twee edelste hunner zag
hlJ ten grave dragen. (Pepijn stierf in
810, Karei 811). Alleen de vrome maar
zwakke Lodewijk bleef hem liet hij te
Aken den 16e Nov. 813, dus niet lang
voor zijnen dood, plechtig tot opvolger
kronen, nadat hij hem met eenen duren
eed had laten zweren, „dat hij God voor
oogen houden, de kerk beschermen, een
vader zijner kinderen, vooral der armen
onder het volk zijn zoude!" Den 28sten
Januari 814 maakte een heftige koorts
een einde aan zijn wel besteed en veel
bewogen leven, nadat hij des morgens
nog het Avondmaal gevierd en den dag
te voren zich nog met het verbeteren
van een afschrift des Bijbels had bezig
gehouden. Hij ontsliep met de bede op
de lippen: „Vader, in Uwe handen be
veel ik mijnen geest!" In het midden
der door hem gestichte, achthoekige dom
kerk te Aken, rust zijn stof onder een
zerk met het eenvoudige opschriftCaro-
lo Magno," d. i. „Aan Karei den Groo
ten."
Meer dan eens werd zijn gebeente met
eerbied door keizers beschouwd, het laat
ste nog werd de verguld zilveren kist in
1871 ten genoege van den keizer van
Oostenrijk geopend. Zijn sterfdag wordt
jaarlijks] te Aken met groote plechtig
heid herdacht, en deze groote man is dit
huldebetoon wel waardig. In zijnen tijd
werd hij zelfs vereerd door gezantschap
pen uit Arabië, Afrika en Spanje. Zijn
tijdgenoot Heeróenal-Raschid, de Kalif
van Bagdad, het hoofd van den Islam
zond hem de prachtigste geschenken.
Steeds was het zijn streven in zijn uit
gestrekt gebied eene geregelde rechtsple
ging, beschaving, verlichting en gods
dienstzin voor te planten.
Met welk eene belangstelling bezocht
hij zelf kloosters en Scholen en liet hij
begaafde knapen opleiden, zooals Egin-
hard en Angilbert!
De eerste, later zjjn bezielde geschied
schrijver, werd door Kareis dochter Em
ma, die hem eens door de sneeuw had
gedragen, bemind, en ontving met 's Kei
zers toestemming hare hand.
In den tuin van het voormalig kloos
ter, bij Seligenstadt aan den Main in Hes
sen-Darmstad wordt hun gemeenschappe
lijk graf nog getoond.
Angilbert was later hofprediker, maar
toen de keizer bemerkte, dat zijne liefste
dochter Bertha den geestelijke beminde,
schonk hij hem eene wereldlijke betrek
king en liet hem met haar huwen.
Wat tot veredeling des volks kon ge
daan worden, liet hij niet onbeproefd;
om het kerkgezang te verbeteren liet hij
orgels bouwen en organisten en zangmees
ters uit Iitalië komen.
En dat er verbetering noodig was,
blijkt reeds daaruit, dat deze Italianen
het zingen der Franken met het gehuil
der wilde dieren vergeleken. Ook de we-
reldsche belangen des volks werden niet
verzuimdmoerrassen liet bij droog
maken, dijken aanleggen, bosscken uit
roeien, dorpen bouwen.
Zelf reisde hij veel, zoodat hij nu eens
te Aken of Nijmegen, dan weder te In-
gelheim in Rijn-Hessen, Herstal, Frank-
tort, Parijs of Rome vertoefde.
Wordt vervolgd.)