iï
AB.
bdel.
Vrijdag 1 April 1892.
Zevende Jaargang No. 333.
Antir evolutionair
Orgaan
B1M1MI0
Wsïns voor Hiatus,
IN HOC SIGN O VINCES
FEUILLETON
T. BOEKHOVEN.
ien
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Voor Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 eent en maal
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmiddag 12 uur.
ABle stukken voor de Redactie Bestemd. Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Altgever.
lie lüeEastfn^-plannen.
Onze wetgevende arbeid vordert
in Nederland over bet algemeen
verschrikkelijk langzaam. Ais er een
wetsvoordracht gepubliceerd wordt
maakt men daar in de bladen en
in vergaderingen vaak een boogen
opbef van. Maar in bet eind komt
er soms nog weinig of niets van
terecht. De weg tusscben een wets-
ontwerp en een wet is vaak een zeer
lange weg.
Wat is er b. v. niet geschreven
en gewreven over grondwetsherzie
ning voor 1887, en boe iveinig is
er later van gekomen? Hoeveel is
er in de laatste jaren niet verhan
deld over de militaire quaestie, en
wat zijn wij nu gevorderd?
Och neen, bet kan niet ontkend
worden. Men wikt en weegt in ons
land te lang, terwijl de partijhere-
rekeningen een veel te groote rol
spelen.
Het was daarom een goede ge
dachte van den oud- Minister De
Savornin Lobman, dat hij in zijn
dezer dagen verschenen vlugschrift
„Beginsel of partij?" zijne landge-
nooten wilde opwekken om toch
steeds hoofdzaak te laten wat hoofd
zaak is.
Dit nu geldt ook bij het beoor-
deelen van de thans aanhangig zijnde
belastingvoorstellen. Of de heer Pier-
son of een antierevolutionair Minis
ter die heeft ingediend, moet ons
gelijk zijn.
Wel is de houding der liberale
partij als zoodanig minder nobel en
kiesch. Immers, haar pochen op
hetgeen de liberalen in zake de be
lastingen deden en nog willen doen,
is meer dan ergerlijk. Nu nog kan
men in volksvoordrachten de liberale
woordvoerders hooren roemen op het
afschaffen der accijnsen op het ge
maal, het varkensvleesch en de
brandstoffen. En toen de heer Pier-
son met zijn ontwerpen voor den
dag kwam, maakte vele liberalen
daar eerst een drukte van, alsof nu-
opeens de natie gered was en alsof
hun geestverwanten alleen de wijs
heid in pacht hadden, als het aan
komt op het beheer dier geldmidde
len, en terstond trachtten zij er den
indruk bij te geven, dat de antire
volutionairen in deze niets vermo
gen.
Dat de kundigste antirevolutio
nairen in lange jaren niets konden
doen, reeds hierom dewijl zij niet
aan het bewind warendat de libe
ralen de Staatshoogescholen tot hun
beschikking hebben voor het kwee
ken van wis- en natuurkundige ge
leerden, terwijl de overeenkomstige
faculteit aan de christelijke Hooge-
school nog ontbreekten dat de eeni-
ge antirevolutionaire Minister van
financiën, die in een lange reeks van
jaren optrad toch ook wel blijken
gaf, dat hij het financiënwezen door
tastend wilde regelen, o. a. in zijn
ontwerp voor de gemeentelijke finan
ciën, zie over dat alles bewaart
men een voorzichtig stilzwijgen.
Intusschen, nu men een beetje be
komen is van zijn partijzuchtige
bewondering en nu men de ontwerpen
met meer nuchteren blik gaat beschou
wen, is de ingenomenheid niet zoo
groot als het eerst wel scheen. Ten
minste er wordt nogal aardig wat
critiek geleverd van liberale zijde.
Prof. Gort van der Linden heeft ge
wichtige bedenkingen tegen de voor
stellen doen hooren, en hij handhaaft
die tegenover de Nieuwe Eott. Crt.
die gunstiger blijft oordeelen. Ook in
het Vaderland ging een stem op van
zekeren heer C. H. Deze zegt er van
Yelen zullen zonder twijfel geholpen
worden, maar ook velen zullen hun
last moeten blijven torsen. Wij ge-
looven zelfs dat vele minder gegoeden
dupen zullen worden van de voorge
stelde wijziging". In het „Sociaal
Weekblad'' oordeelt de heer Kerkwijk
er niet gunstig over, en ook de heer
Emauts heeft zijn bezwaren.
Met vrij groote zekerheid kan
daarom reeds nu voorspeld worden
dat de ontwerpen wel niet ongewijzigd
zullen blijven.
En dit is wenschelijk ook. Want
in hun geheelen omvang beschouwd,
zijn zij ook niet naar den zin van
de deskundigen onder onze geest
verwanten.
Natuurlijk mag ons dit niet ver
leiden om het goede in deze voor
stellen voorbij te zien. Maar wel
moet het een prikkel wezen om de
ontwerpen zoo nauwkeurig mogelijk
te bezien, en om de verbeteringen
aan te wijzen, die er in het voor
gestelde te brengen zijn. Onze pers
is daarmede dan ook bezig.
De afschaffing van de zeepac-
cijns, die tien cent per kilo bedraagt
(een belasting op de zindelijkheid)
is stellig een verbetering.
Eveneens de voorgenomen verla
ging van den zoutaccijns van ƒ9
tot ƒ4 per 100 kilogram.
Doch de verlaging der „muta
tierechten" (dat zijn de onkosten
ten bate van het Kijk bij verkoop
van vaste goederen) gaat niet ver
genoeg.
's Ministers voorstel is, de regi
stratierechten in dezen zin te wijzigen,
dat alle evenredige rechten, die hoo-
ger zijn dan 2%, tot dat percentage
worden verminderd, dat de opcenten
worden afgeschaft, en dat de hijpo-
teekreehten van 0,75 tot 0,15% wor
den verminderd. De reebten op de
overdracht van onroerend goed zul
len daardoor dalen van 6,27 tot
2,15% en bij overschrijving biut-
nen het jaar van 0,095 tot 0,4%.
Maar zooals wij zeiden, ten aan
zien van de overdracht van vaste
goederen kan veel meer in de goede
richting gedaan worden.
Yolgens het ontwerp is het on
verschillig of iemand een huis of
een stuk land lang of kort, b. v.
5 of 25 jaar heeft bezeten; als hij
het verkoopt, zijn de rechten van
overdracht in die twee gevallen ge
lijk. Is dit billijk? Wij meenen van
neen. Iemand die zijn huizen of lande
rijen vijfmaal langer behoudt dan
een ander, verliest dan aan onkosten
bij verkoop, over elk jaar-van bezit
gerekend, slechts een vijfde van het-
geen hij aan het Kijk moet afstaan,
die zijn goederen vijfmaal korter be
houdt, En aangezien de mingegoeden
veel meer hun vaste bezittingen moe
ten verkoopen dan de rijkeren, is
hei lang niet aanbevelenswaardig om
een vast recht te stellen voor de
overdracht, zonder rekening te
houden met den duur van het bezit.
Ook de voorgestelde vermogens
belasting' drukt naar evenredigheid
veel te zwaar op de kleine bezitters.
En eindelijk hebben de meesten
tegen op verhooging van den accijns
op (het gedistilleerdwelke verhoo
ging te gering is om van drinken
af te houden, en toch ook weer te
belangrijn om niet in de huisgezinnen
van den arbeidenden stand te worden
gevoeld.
Doch voor de bespreking en
overweging van hetgeen er in de
voorstellen kan verbeterd worden,
is nog veel tijd. Want naar men
gist, zal het mee vallen, als voor het
zomer-reces der Kamers de ontwerpen
van den heer Pierson tot wel verheven
zijn.
ffien bciasBgrijke
brochure.
De Oud-Minister Jhr. Mr. A. F.
De Savornin Lohmaa heeft bij den
heer 0. Blommondaal te 's>G ravenhage
een vlugschrift ter perse gelegd, het
welk wij ons haasteu iu dit blad te
vermelden.
Allen, die wenschen mede televen
in de politiek, moeten zich dit koste
lijk geschrift (deprijs is slechts ƒ0,60)
aanschaffen
Hetgeen een zoo scherpzinnig en
steeds rouöweg voor zijn overtuigin
gen uitkomend man op het papier
stelt, verdient altijd de bijzondere
aandacht. Maar in verhoogde mate
te maken.
lUSEU
in dezen koning
aardigste onder!
papier en in een
hebben."
boek bestaat er
>etmen, als men
zjjn en blijven
at opfriseht met
lichten edelman
bt de dingen die
ste schrijvers en
;ijn er flauw en
missen."
3lijke verzinzels
is een gezonde
waar de aar-
laten versierd.
S geestige platen
fel bij alle solide
>estaan, tot zelfs
li tgave, zooals
IR-, is d9 éénige
iooger prijs ver
egen toezending
|n en Arnhem
imelsdijk.
Overflakkee
p, nm. 12,30 u
10, nm. l,C0u
3.
3, 30
5 uur
|ting met die van
'voetsluis en 9 cn
[MBOOT.
IIVIS.
Tm. 5.u.
6,30
p nm. 2,
Maart
IIAG.
jrnis.
nam. 5 uur.
uur.
|ur.
nam. 3 uur.
n. 3 uur.
JAAG,
prdam.
oorm. 5 uur.
|50 uur.
nymph.
iterdam.
1,1 Oen 4,40 u.
1,10 en 4,40 u.
am.
en 5,u.
30 en 5,uur
'etsluis.
en 5,u.
ïur later,
elle.
,en 5,uur.
uur later.
Rijks veerboot
enst.
Tm. 5,15; Zater-
2,30; "Woensdag,
5,30; Zaterdag
nm. 3.
en Dinsdag vm
dag (langs Oud-
n Zaterdag nm. 2
imber) op werk-
ondags vm. 83,0
ndag en Dinsdag
rland) ma. 2uur
elke maand zal
naar Rotterdam
en Vrijdag.
5,45, van Oud-
ad, Zuidland en
Sommelsdijk
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag.
UITGEVER:
SOJftiHELSUIJM.
Groote letters en yignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Het aanbieden vau premiën door bla
den, van welke richting ook, is schier
aan de orde van den dag.
Veelal zijn die premiën ecbter van
weinig waarde.
Wij maken thans daarop bepaald een
uitzondering.
Immers, iedere abonné van ons blad
kan thans voor luttel prijs een keurige
plaat bekomen, een plaat die een sieraad
is in welke huiskamer ook.
ter groote van 65 bij 85 cM.
Keurig bewerkt, op zwaar Chromo
papier gedrukt bieden wij ouze lezers
aan voor slechts 75 Centen.
Wij twijfelen niet of velen onzer
Trierden zullen deze zoo prachtige gravure
voor dat nietige bedragje bestellen, waar-
Jf..onacre beleefd verzoeken dit s. v. p.
spoedig te doen, opdat we onze oplage
kunnen regelen.
DE ÜITGEVEE.
HET MORGENROOD DES
EVANGELIES.
XXIV.
Nu blijft ons nog over de zendings
werkzaamheid na te gaan van eenen
man, die niet zooals de tot nogtoe be
sprokene uit liet buitenland deze streken
bezocht, maar zelf in Friesland geboren
was, nl. van Ludger of Liudger, die op
zulk eene waardige wijze de reeks der
geloofshelden sluit, die bier tot de be-
kéering der Heidenen hebben medege
werkt. Zijne ouders waren Thiatgrim,
de op Radbouds aanhoudend verzoek
naar Friesland teruggezonden zoon van
Wursing Ado, over wien wij reeds vroeger
spraken, en Liefbnrcha of Liafbureh, de
dochter van dezelfde vroom gezinde
Christin Adeiburg, die hare twee jongere
broeders te Utrecht aan de leiding van
Willebrord had toevertrouwd. Hun zoon
Ludger werd in 744 of '45 te Wierum,
ten N. v. Dokkum in Friesland geboren.
De godvruchtige geest zijner ouders rustte
van kindsbeen of op den jeugdigen knaap.
Met ingenomenheid meldt hij in een
geschrift, dat hij den waardigen Bonifa-
cius, die op zijn laatsten tocht de ouders
van Lutger schijnt bezocht te hebben,
„sneeuwit van haren en door ouderdom
en arbeid gebogen met eigen oogen ge
zien beeft." Was het wonder, dat de be
gaafde voor bet heilige vurig bezielde
knaap, niets liever wenschte, dan dien
grooten geloofsheld na te volgen? Zijne
ouders schonken hen de beste gelegen
heid, die destijds in ons land te vinden
was, en zonden hem naar Utrecht om
onder de leiding van Gregorius tot be
dienaar des Evangelies te worden opge
kweekt. Negen jaren zat hij aan diens
voeten, ais de uitstenste leerling en lie
veling van Gregorius, die hem als eigen
kind beminde, en iu hem een dankbaar
beschrijver van zijn leven en streven,
van zijne werkzaamheid en zijn karak
ter vond. Toen zond de edele leermees
ter zijnen medehelper iu het bestuur der
Friesche kerk naar York in Engeland,
en Lutger mocht Alubert derwaarts ver
gezellen. Daar bestond toen eene beroem
de school, die juist toen onder den hoog
gevierden Alcuïnus, den leermeester van
Karei den Grooten en zijne zouen, op
het glanspunt van haren bloei stond.
Ludger woonde getrouw de lessen bij
zijne terugkomst te Utrecht zoo voor
Alcuïnus bezield, dat noch .het afraden
van Gregorius, noch de tegenwerpingen
zijns vaders hem tegenkonden houden,
nogmaals naar York te vertrekken, om
er gedurende drie en een half jaar met
den meesten ijver de lessen van den on-
sterfelijken Alcuïnus te volgen.
Omstandigheden noodzaakten bem met
grooten tegenzin naar zijn vaderland te
rug te keeren.
Te York was in een hooggaanden twist
tusscben Engelseben en Friezen, door
een Friesch koopman een Engelscue
gravenzooon doodgestoken, [en de f riezen
waren, uit vrees voor de weerwraak van
de bloedverwanten des vermoorden, ge
noodzaakt bet land te ontvluchten. Zoo
kwam Ludger ook op sterk aandringen
zijns meesters, die verklaarde, liever zelf
te willen sterven, dan dezen beminden
zoon te zien omkomen, verrijkt met een
schat van kennis vooral yan den Bijbel,
en beladen met vele kostbare handschrif
ten, hij Gregorius terug. Drie jaren
mocht hij hem uog met dankbare trouw
ter zijde staan, om hem daarna de oogen
toe te drukken.
Daar komt te Utrecht de treurmare
aan, dat de Saitsers Deventer hebben
overvallen en de door Lebuimis herbouw
de kerk hebben in de asch gelegd. Nu
werd Ludger, die reeds zoo lang reik-
balzens verlangd had, onder zijne land-
genooten als zendeling op te treden, door
Alberik, den opvolger van Gregorius en
volgens sómmigen een Frank, volgens
anderen een Angelsaks van afkomst, af
gevaardigd, om de kerk te herbouwen.
Wij hebben vroeger reeds gezien, dat
deze belangrijke taak hem gelukt is. Te
Utrecht teruggekeerd, ontving hij de
opdracht met., eenige anderen in Fries
land de nog overgebleven afgodstempels
te verwoesten en de afgoderij met wor
tel en tak uit te roeien.
Ook nu slaagde hij gelukkig en mocht
met de zegeteekenen der overwinning,
de in de heidentempels gevonden schat
ten, terugkeeren. Alberik zond ze aan
Karei den Grooten, die hem evenwel
een derde gedeelte terug stuurde. Nadat
Ludger Alberik op eene reis naar Keu
len vergezelde, waar deze tot bisschop
werd aangesteld, werd hem meer bepaald
de herderlijke zorg voor de gemeenten
in de tegenwoordige provincie Fries'and
opgedragen.
Met Apostolische ijver was hij daar
ongeveert zeven jaren werkzaam, regelde
de gemeente, stichtte kerken, o. a. te
Wierum, waar zijne wieg gestaan had,
en alleen de drie herfstmaanden moest
hij telkens te Utrecht doorbrengen, om
in de kloosterschool te onderwijzen en
de abdij te besturen. Toén brak het voor
de jeugdige gemeenten zoo noodlottige
jaar 782 aan.
De hevige opstand, door WiUekiud
verwekt, en die, zoo ais wij vroeger
reeds zagen, Willehad uit Wigmodia
verdreef, drong ver door, zolfs onder de
O O O
Friezen in Westergoo, en verjaagde ook
Ludger van zijn arbeidsveld. Evenals
Willehad na eene reis naar Rome een
toevluchtsoord vond in de abdij van
Echternach, vertoefde Ludger twee en
een halfjaar in liet Benedictijner klooster
te Monte- Casino, Dadat ook hij Rome
bezocht had. In het jaar 540 had Be-
nedictus van Nursia daar op eenen stei-
len berg in de tegenwoordige provincie
Terra di Lavoro, naar de hoofdstad ook
Oaserta genoemd, nog een Apolloteinpel
gevonden, waarin dezen afgod gediend
werd. Gelijk Elia op den Karin el den
Baalsdienst uitroeide, bestreed Beuedic-
tus hier den Appoliodienst en vormden
van den tempel een klooster, waarin
streng'Christelijk leven en ijverige werk
zaamheid in den dienst des Héeren woon
de. Wel werd het naeene halve eeuw
door de Longoharden verwoest, maar
honderd jaren later werd hot herbouwd.
Ook de Arabieren hebben in 884 het
gebouw een zelfde lot doen ondergaan,
maar nogmaals herrees het schooner dan
te voren, en tot den hui ligen dag staat
het daar op de puin hoepen van den
Apollotempel, als een teeken, dat het
'Christendom over net Heidendom heeft
gezegevierd. Het bezit eene zeer kost
bare bibliotheek.
Wordt vervolgd.