li m IHttLii» UB Christus voor lams, Vrijdag 25 Maart 1892. Zevende Jaargang No. 332. Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES T. BOEKHOVEN. Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Voor Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. uitgever: Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 eent en 3/a maal Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/s maal. Dienstaanrragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmiddag 12 uur. Alle stukken voos* «Ie Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever. Het aanbieden van premiën door bla den, Yan welke richting ook, is schier aan de orde van den dag. Veelal zijn die premiën echter van weinig waarde. Wij maken thans daarop bepaald een uitzondering. Immers, iedere abonné van ons blad kan thans voor luttel prijs een keurige plaat bekomen, een plaat die een sieraad is in welke huiskamer ook. ter groote van 65 bij 85 cM. Keurig bewerkt, op zwaar Chromo papier gedrukt bieden wij onze lezers aan voor slechts 75 Centen. Wij twijfelen niet of velen onzer vrienden zullen deze zoo prachtige grav ure voor dat nietige bedragje bestellen, waar om we beleefd verzoeken dit s. v. p. spoedig te doen, opdat we onze oplage kunnen regelen. DE UITGEVEK. „Vaccine-Vereer! ïigv Voor den prijs van slechts een halven gulden heeft de Anti-Vac- cinedwangbond een lijvig geschrift, verkrijgbaar gesteld (gedrukt bij den Uitgever C. Blommendaal te 's Gra- venhage). Het lust ons, dit boekdeel niet op de géwone plaats der aankondi gingen te vermelden, maar zulks te doen in een hoofdartikelde belang rijke inhoud dringt ons daartoe. Wij vinden in dit geschrift voor eerst een uitgebreid schrijven (12 Febr.) van den oud-Minister De Savornin Lohman; vervolgens een historisch overzicht omtrent [het ont staan van het „d wang-artikel," om trent de redenen voor de daartegen gevoerde oppositie, omtrent de jaan- gewende pogingen om het uit de wet verwijderd te krijgen, omtrent het desbetreffend wetsontwerp van den vorigen Minister van Binnen- landsche Zakenen eindelijk de om vangrijke Nota, door de heer De Savornin Lohman bij zijn Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer aan gaande zijn voorstel tot afschaffing van den dwang gevoegd. Natuurlijk is deze inhoud veel te rijk om in één kort hoofdartikel het allervoornaamste er van saam te vatten. Daarom zullen wij ons voor dit maal bepalen tot den brief, door den gewezen Minister tot het Be stuur van den Anti-Vaccinedwang- bond gericht. Deze brief is zoo pittig en zoo geestig, treffend gesteld, dat, al stond er niets meer in het boek deel, de luttele kosten van aankoop er nog rijkelijk mede vergoed zouden zijn. De uitgever had den heer Lohman namens het Bestuur van den Anti- Vaccinedwangbond een geschikten titel gevraagd voor de uit te geven stukken betreffende het vaccine- vraagstuk. Aan dit verzoek voldeed de keer L.op voorwaarde echter, dat hij het Bestuur eens wijzen mocht op het vruchtelooze van zijn bemoeiing met de vaccine-quaestie. Wat toch is het geval. Er is in N ederland een officieële wetenschap die eenmaal heeft vastgesteld, dat inenting noodig en goed is. En daar bij komt dat toevalligerwijze in ons land meest alleen de antirevolutio nairen bezwaren hebben tegen die kunstbewerking. Door dus den vac- cine-dwang af te schaffen, zouden de mannen der „officieële weten schap" ongelijk en de antirevolutio nairen gelijk krijgen. En dat mag, dat kan, dat zal niet gebeuren. Maar daarom wordt dan ook alles wat de vaccine-quaestie in beter licht wil plaatsen, stelselmatig doodgezwegen. Ons volk heeft natuurlijk behoefte aan eenige vastheid in zijn leven. En waar de meerderheid nu het Evangelie verwierp, ging het zweren bij de officieële wetenschap." Ook in het vaccine-vraagstuk. Of nu al uit de stukken blijkt, dat de vermindering der pokziekte steeds samenvalt met de invoering van andere maatregelen dan de vac cine, zoodat die vermindering ten minste even goed aan die andere maatregelen als aan de inenting kan worden toegeschrevenof er al op onomstootelijke wijze wordt aange toond, dat de beschutting door vac cine onvoldoende is, dat afzondering den besten waarborg, doch vaccine een valsche gerustheid geeftof men al tegen de vaccine-vereering aan voert, dat zeer beroemde genees- heeren na ernstig onderzoek van voor- en tegenstanders zijn veran derd, het helpt altemaal niets. Zelfs al brengt men onwederlegbare bewijzen bij, dat menigeen overleden is aan de gevolgen der inenting en dat zeer velen er zich ellendige ziek ten mede op den hals haalden, ja dat wellicht de kolossale uitbreiding van klierziekte aan de vaccinatie is toe te schrijven, het baat niet; men vergenoegt er zich mede, dat de meeste menschen zonder onge lukken zijn gevaccineerd en de pok ken niet hebben gekregen en ver der verlaat men zich zonder zelf standig onderzoek op de officieele wetenschap. Alles wat de priesters van die wetenschap aan de natie op- disschen, neemt „het denkend deel" onzes volks aan. Toen de heer De S. Lohman Minister was, heeft hij het vaccine- vraagstuk ernstig ter harte en in behandeling genomen. Daaraan heeft ook de uitgebreide Nota, waarop wij later hopen terug te komen, haar ontstaan te danken. De heer Lohman heeft de zaak op onbevangen, ja gansch onbevooroordeelde wijze on derzocht, en als hem gebleken ware, dat oningeenten voor anderen gevaar lijker zijn dan ingeenten, zou hij voor Staatsdwang niet zijn teruggedeinst Hij droeg daarom niet aan een zijner geestverwan ten, maar aan een ambtenaar van tegenovergestelde richting op om nauwkeurig de n i e u w s t e, en voor al de officieele mededeelingen omtrent de vaccinatie na te gaan, bepaaldelijk met het oog op de vraag of oningeenten eenig gevaar opleveren voor hun omgevingterwijl de Mi nister dien ambtenaar ook gelastte, hem onverschillig welke de uitkomsten waren, prompt en stipt den uitslag van zijn onderzoek mee te deelen. Dat onderzoek duurde lang, want het liep over vele ge gevens. En hoe verder de ambtenaar kwam, des te nadrukkelijker moest hij den Minister mededeelen, dat hij steeds meer van de ondoelmatigheid der vaccine overtuigd werd. Zóó kwam de Nota in de wereld. Zij bevat de uitkomsten van het meest onpartijdig en ernstig onder zoek, want telkens herinnerde de Mi nister zijn helpenden ambtenaar, dat deze niets mocht verzwijgen, dat de zaak in een ander licht zou kunnen brengen, en veiligheidshalve werden alle gevolgtrekkingen achterwege ge laten, en werd de Nota, vóór de pu blicatie ook nog in handen gesteld van een medicus, die voorstander van de vaccinatie is. De Minister werd echter voorspeld, dat hij zich met het overleggen dei- Nota als regeeringsstuk aan allerlei aanvallen zou blootstellen, en toen dit den Minister niet van zijn plan kon afbrengen, werd hein eenige dagen later gezegd, dat dan toch wel gezorgd zoude worden, dat die Nota werd doodgezwegen Een r e g e e ringsstuk doodgezwegen, kon dat Waren dan de groote bladen niet gewoon alle regeeringsstukken van eenig belang in hun volle uitgebreid^ heid op te nemen? Ja toch, het stuk werd doodgezwegen; in de medische tijdschriften werd het niet besproken of weerlegd, de inhoud is in de groote bladen niet eens medegedeeld en bij de verkiezingen bleef men den Minister aldoor voorstellen als een man, die de gezondheid zijner landgenooten aan de nukken zijner vrienden opofferde. De eerbied voor de „priesters dei- wetenschap" gaat dus zoover, dat de pers om hunnentwil zwijgt. En de heer Lohman licht dit verschijnsel nader toe. De „priesterschap" heeft er groot belang bij, (een moreel belang) dat het vaccine-geloof in stand blijft. In de 19e eeuw is er n. l.een „o f fciee- le wetenschap" ingesteld, dat is die wetenschap, welke evenals goud, zil ver, maat of gewicht van r e g e e' rings wege' geijkt wordt. Op d i e wetenschap wil men het volk laten leunen al wat daarbuiten staat, wordt in discrediet gebracüt. Heeft een me dicus b. v. het ongeluk, dat hij geloof gaat slaan aan de heilzame werking der homocopathie, dan krijgt hij geen staatsbetrekking meer. „De Staat," zoo verzekerde nog kort geleden Prof. J. W. Gunning van Amsterdam, erkent alleen de wijze van genezen, die steunt op de wetenschap." Is dus een patient op niet officieele manier genezen, dan blijft hij in de oogen van „den Staat" patient. Bijgevolg moet de Staat ook allen straffen, die het geloof aan de officieele wijze van genezen verzwakken. Adres aan Sequah. De rechters helpen, zoo noodig, de doctoren om de „offi cieele wetenschap" op de been te houden en de patiënten af te houden van hen, bij wie zij soms op het voorbeeld van anderen baat denken te vinden. Ook de gezonden ontkomen niet aan deze macht der officieele weten schap. Er is n 1. een geneeskundig Staatstoezicht; een college, welks leden door de Koningin op voordracht der Ministers voor liun leven lang worden benoemden de regel is nu eenmaal, dat alleen de door vde wetenschap" geijkten ge kozen worden. De Kamerleden plei ten ook weinig voor de rechten der burgers in deze. Zij verlaten zich op den enkelen „deskundige" (Dr. Schreinemacher,) in hun midden. Neemt men nu in aanmerking, dat het prestige der „officiëele weten schap" op geneeskundig gebied toch al veel geleden heeft in den laatsten tijd, eerst door de komst van den krijpdokter" toen door het fiasco, dat Dr. Koch met zijn tering-bac- cil maakte en nu dezer dagen door Sequah's optreden, dan begrijpt men dat de val van het hooggeroemde vac cine-geloof er niet bijkomen mag. Dat zou nog het ergst van alles zijn. "Want immers, de antirevolutio nairen zijn voor afschaffing van den dwang toegepast op schoolgaan de kinderen. De „fijnen" de praedes- tinatie drijvers" protesteeren tegen dien dwang. Zij alleen, die dom me gemoedsbezwaarden, willen ondej- dien dwang uit, zoo denkt de groote massaen velen, die het beter we ten, ook de geneeskundigen, laten het volk in dien waan. De slotsum van des heeren Loh- man's betoog is dus, dat onze natie et bevangen is om buiten alle po litieke en Godsdienstige partijverhou dingen, de vaccine-quaestie op zi.ch- zelve te behandelen. De geloofsstrijd ligt er in ons land nu eenmaal door heen gestrengeld. Men heeft van een deel medische, deels staatsrech terlijke quaestie een strijd gemaakt van de officieele wetenschap" Jegen „onbeschaamde betweterij." Daarom raadt de heer Lohman het bestuur van den Anti-Yaccine- dvvangbond aan onze lezers zullen begrijpen dat dit scherts is om den strijd te staken,, en zich liever neer te leggen bij het woord van don tegenwoordigen Minister van B. Z., hetwelk luidt: „art. 17 der wet van 4 Dec. 1872 (St. bl. 134) moet als een heilzame bepaling ter bevor dering van koepokinenting blijven bestaan, een woord waartegen zelfs geen enkel Kamerlid zijne stem heeft verheven. En hiermede, stappen wij van den keurig gestileerden brief van den oud-Minister af, en hopen op den verderen inhoud der brochure later terug te komen. Cliaze defensie. Onze militaire belangen raken meer en meer op den achtergrond. Onder het vorig Ministerie schenen de liberalen geen rust of duur te hebben, aleer de defensie geregeld was. Gedurig hamer den zij maar weer op hetzelfde aanbeeld. Telkens werd het Ministerie gesommeerd om tóch met zijn legerorganisatie voor den dag te komen, want 's lands be lang vorderde dit toch „zoo dringend." Ja, meermalen werd zelfs geïnsinueerd, dat alleen de vrees voor de katholieken op het stuk van den persoonlijken dienst plicht de antirevolutionairen traag maak te in het benaarstigen. Ook nog in de dagen der verkiezing van Juni '91 stond de defensie op den voorgrond, en dan moesten volgen het kiesrecht en de belastingen. Maar thans schijnt geheel deze orde omgekeeid. De belastingen gaan voorop, en nut de defensie maken de liberalen het zich niet druk meer. Op zijn best zal er een noodwetje aangenomen worden, dat schier niemand bevredigt, en dat allerminst den Minister van Oorlog zelf kan voldoen, omdat het er uitziet als een geplukte vogel. Yan de acht als dringend noodig voorgestelde lichtingen heeft de Tweede Kamer er bij amendement één afgenomen. En alle verder ingrijpende maatregelen zijn er uitgelicht. Het is dus een zeer onbe duidend noodwetje. En toch zal het niet slechts voor één jaar, maar voor meerdere jaren kunnen dienen. Men voelt alzoo waar het heengaat. De prachtige wetsvoordracht van gene raal Bergansius, die zelfs den liberalen den diepsten eerbied afdwong, en die vóór de verkiezingen reeds ten deele was aangenomen, is thans weggevallen, en een nieuw ontwerp voor definitieve regeling ligt in de zee der gedachten te drijven. P. S. De noodwet is aangenomen met 62 tegen 26 stemmen. Wolkeren der Aai'de. Yeel goeds valt er wederom niet te vermelden. Integendeel, er is meer dan een zaak die tot ernst stemt. Letten wij b. v. op de strenge koude, die de laatste dagen heerschte, en op de groote schade daardoor allerwege aangericht. Niet al leen meldt men dat hier en daar het winterkoren bevroren en daardoor geheel weg is, maar ook het niet kunnen wer ken op de landen heeft vrij wat schade en armoede veroorzaakt. Nu is het weder, God zij dank, o-e- keerd, en haast ieder zich tot den arbeid. Mocht de mensch toch uit zulke beproe vingen meer zijne afhankelijkheid van den Heere leeren erkennen. Maar daar van ziet men zoo weinig. Niet minder belangrijk is het de strijd gade te slaan, die thans in Engeland gestreden wordt. De reeds lang beraam de werkstaking van de mijnarbeiders is SOMMELSMJSi.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1892 | | pagina 1