1 mm Miuma Zaterdag 11 April 1891 Zesde Jaargang No. 270. Antirevolutionair *gaan FEUILLETON. euw§ IN HOC SIGNO VINCES T. BOEKHOVEN. Alle stukken voor tie Redactie bestemt!. Advertentiën eia verdere Admiiaislrntie franco toe te zenden aan den t ittvever. Uit hét liberale spoor. ZWAAR BEPROEFD. Bdcsü p a-os E'a sas voos' «Ie roomselic kalSaaiüi'Kesï. 5 den iex ge- eljke .chten, e oor- ;ig en geland leeftijd ids zijn We- j bijna iet ver- B, heeft oitving. eroepen srbeaeh. 3 ouder- Chapel rk van a hij of r op de Jn, en na te klein 59 hield •opolitan - tot zes- Dn. Hier jn eigen- lizenden. te lijden eefteen lard met n tjjd te and, toen kwaal in jn leven aaam was gegrond, >op ijverig 8 geweest leel heeft I »n stichte- :ele biblio- ordt waar ijeen zijn. reken en 3d dien zij iter alleen a hem ge- 1", heen en ine galerij, iende, met ate beheer ste grijpende a weg vin- rders en met ermaningen itreeks 4 ure sk der firma .rbeider met aanraking; was inwei- •d. De onge- vader. igen een gln- .ensohap aan i met huid en lan er drie op s dood. aterdagavond irikt door de bouwer J. v. lik in lichte- rand zich aan- iheele rij schu il j een krach aar de belende regen was ont- le spuiten aan- :id water. Middelharnis van echter 1 ut dan ook de igeloofelijke be- brand bij het leren. het Westen op- iaartoe bij. [e vlammen om, tp, hooi enz. was er laag ,ak onbekend, uari. Voor deze lichting 1893 n waarvan 12 ïebben. hebben in het inderen tusschen school bezocüt. edik. bij de lied. roepen Ds. llrui- f een paard van N. ten gevolgen s advies van Vee- reeds meermalen hebben voor- t had dezer dagen jrmalen toestand plaats. Op don- hij de Gemeente .arheen, toen den wer G. H. 1 Febr. tand Schuurtje, '/z dorp verwijderd ireedschap zocht, rbazing eu schrik r eenig riet verbor- ,rd en smachtende Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post f 1.— Het Zaterdagsnummer alleen 50 Cent. Voor Amerika bij vooruitbetaling f 5,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. uitgeven: toO.WMïSjSUMJgi. 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en maal. regel en maal. Advertentiën van 1 lloekaankondigiug 5 Cent per Dienstaanvrag^n en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Grooto letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag en Vrijdagmiddag 12 uur. „Wat gebeurt er, als iemand bij geval het gewono wagenspoor ver laat en het pad van eigen nadenken, van zelfstandig denken, inslaat De groote menigte heeft haar overvloed van middelen om den zoodanige weer tam en bruikbaar te maken. Zij doet dat allereerst door het mach tig middel van haar lof en blaam, van haar lof die bedwelmt, van haar blaam, die er dén schrik in brengt," Deze woorden, in de grijze oudheid door een der grootste hei- densche wijsgeefen ons opgeteekend, bevatten eene groote waarheid, ook op politiek gebied. Hoe vast is bij vele liberalisten het denkbeeld geworteld, dat alleen zij, die op staatkundig gebied libe raal zijn, geschikt zijn eene staats betrekking te bekleeden Natuur lijk! Hoe zou een niet-liberaal ook in 9taat zijn te regeeren, zoo geheel tegen de meening in van de groote meerderheid Men kan toch niet alleen tegen den Stroom oproeien. Neen, neen, wie' op den stroom van het publieke leven zijn vaartuigje brengt, kan. niet anders dan zich maar laten drijven. Een lomper, die anders handelt Zulke denkbeelden vormt zich een HOOFDSTUK I Niet ver van den vrij eenzamen land weg, die van Friesland s hoofdstad naar een eenvoudig dorpske voert, stond voor enkele jaren, mischien is het er nog wel te vinden,—een onaanzienlijk' huisje. 'tWas bevallig gelegen tusschende groe nende weiden en bloeiende akkers en schilderachtig kon de aanblik op de ne derige woning keeten, wanueer de zo merzon den gelieelen omtrek in gloed zette. Eene oude linde breidde baar tak ken over het rieten dak uit alsof zij de bewoners voor alle gevaar wilde bescher men. Een net onderhouden tuin paalde aan de oostzijde en enkele rozen en lelie- ën, die daar bloeiden, verspreidden een liefelijken geur. Op een schoonen avond vinden wij op de rustbank, die aan den voet der linde was aangebracht, eene vrouw gezeten, wier gelaat de onmiskenbare sporen van verdriet toonde. Hot breiwerk lag in haar schoot en voor het oogenblik scheen zij aan meer ernstige dingen te deuken dan de dageljksche werkzaamheden zijn. Hare handen waren gevouwen en de tra nen, die rijkelijk vloeiden, wezen op eene smart, die z j eindelijk niet" meer kon verbergen. Die tranen mogen wel dadig voor haar geweest zjn en haar ver lichting hebben geschonken. De vrouw richtte later het hoofd op en sloeg het oog hemelwaarts; was het met het geloovig vertrouwen, dat de Hee- re hare droefneid in vreugde zou veran deren? Een droevige zucht ontsnapte aan haar borst en zachtkeris fluisterde zij terwijl er opnieuw een trek van bezorgd heid op haar gelaat zichtbaar werd. Ik zie de toekomst donker in. Spoedig zal de tijd komen, dat ik aan het noodige gebrek heb. Waarheen zal ik mij wenden? groot deel van ons volk, ja, zoo ingeroest is die meening, dat, wie daarmede niet medegaat, volgens hen, tot het niet-denkend deel der natie behoort. We hebben met het bezigen van deze algemeen gebruik te uitdrukking nu niet op het oog er nog eens op te wijzen, hoe laag de liberalisten op hunne niet-lib. medeburgers nederzien. Neen, we willen het ontstaan van deze uit- driikking nu eens hieraan toeschrij ven, dat de groote menigte sedert ruim eene halve eeuw, zoo gewend is geraakt aan de revolutionaire begrippen, dat ze iedes, die niet in hetzelfde zog vaart minstens voor een zonderling aanziet. De liberalisten zijn nu eenmaal van meening, dat zij alleen het we ten dat alleen hunne beginselen tot heil des lands zijn dat alleen hunne denkbeelden voor uitvoering vat baar zijn. Is hot dan zoo'n won der, dat zij allen, die niet van hun ne meening zijn, noemen „het ver keerd-denkend", en tenslotte „het niet-denkend deel der natie"? Zie, dit is dan de blaam, die de groote menigte werpt op hen, die hun wagen niet in hetzelfde spoor laten loopen, als zij. Te lang reeds gingen de anti.- Vrouw Oeertsma was weduwe en stond zooals de dorpelingen gewoonljk zeiden geheel alleen op de wereld. Twintig jaren geleden was zj uit het zuiden van Friesland als vreemdelinge deze kleine woning binnengetrokken, na dat zj zich kort te voren met den man harer keuze door hethuweljkhad veree- nigd. Deze echtverbintenis was in het eerst recht gelukkig en beiden mochten zich verblijden in de zegeningen, die God hun ruimschoots toedeelde. Het geluk en de liefde scheenen onder het nederige dak hun verblijf te houden en menigeen verheugde zich over den voorspoed waar mede de werkzame lieden werden be giftigd. Geersma kende geen gelukkiger plaats dan zjn klein vertrek, waar de zon vriendeljk lachend haar purperen stra len door de heldere ruitjes wierp en zoo dikwjls hj den blauwen rook in kroo- kelende wolkjes uit zjn schoorsteen zag stjgen, kwam het verlangen hj hem op, na den arbeid te midden van zjn gezin uitterusten of met de zjnen te spreken van Hem, die kwam om zich over ar men eu ellendigen te erbarmen, waar dezen zich met al hun nooden en zorgen tot zjn troon bij ven wenden. De flinke en krachtige arbeider wist het door zjn vljt en spaarzaamheid ein- deljk zoover te brengen, dat het huisje van eigenaar verwisselde en hj hot voor taan als zjn gerechtig bezit mocht aan merken. Niet altjd zouden zj echter op een bloeinr jkeu weg wandelen. De Hee- re kwam met zjn roede en begon de jeugdige echtgenooten door eanen die pen weg to leiden, een weg vol smart en teleurstelling De moeder werd door eene zware ziekte overvallen en eerst na langen tjd mocht zj haar krachten we der aan den arbeid wjdan. Dat waren droevige weken voor den zorgvollen va der, maar toch was er bljmoedige dank in zjn hart toen de Heere zjne beminde vrouw weder opriehte en z j zich allengs sterker begen te gevoelen. Een zwaarder slag zou don ouders tref- rev. inet de lib. mede, maar dank zij „den veldheer zonder leger Groeu van Prinsterer dank ook zij den tegenw. niet-gekroonden ko ning onzer partij"Dr. A. Kuyper hebben de anti.-rev. zich gestoord, noch aan den lof, noch aan den blaam hunner tegenstanders, maar zijn den weg opgegaan, dien hun de Heilige Schrift en hun eigen gezond verstand hun voorschreef, Niet natuurlijk, alsof zij naast de Heilige Schrift hun eigen ver stand een plaats gaven. Dat zij verreMaar zich onderwerpende aan den Hijbei, en zijne voorschrif ten volgende, braken zij met den ouden sleur, die maar voorschreefZoo is het, en niet anders, en fondeer den op het fondament van Gods AVoord, het gebouw van hun denken. Bij dit inslaan van eer- anderen weg dan liet liberale jaagpad, waar langs hun trekschuit sedert bijna eene eeuw werd voortgetrokken in het revolutionaire zog, moest er natuurlijk een hevigen storm op steken, om liet anti-rev. scheepje ten gronde te richten. Blaam en spot bleven niet uit, zooals we zoo even roods opmerkten, en waar uit ons kamp enkelen weder de lib. legerplaats opzochten, stak men over fen. Hun eenig kind, de appel hunner oogen, werd hun geheel onverwacht door den dood ontrukt. Toen werd het den vader een oogenblik donker daarbinnen en aan ook zijne vrouw viel die slag zwaar. Een moederhart mint zoo teer, mint zoo diep. Straks blikken beidon weer naar hoven op Hem, die hun dit pand had gegeven on die het nu weder tot zich nam, nadat lij zulks noodig keurde en goed. Het oog der bedroefds ouders mocht Hom in het gloofzien, die eens de lam meren draagt in zjn schoot. En langza merhand was het licht geworden. De hand, die hun had gewond heel de ook weder. De Heere hoorde het siuee- ken van vrouw Geersma en schonk 'haar andermaal een jongentje, dat zeer voor spoedig opgroeide. Het harte der ouders ontwaakte tot nieuwe vreugde en met do teederste liefde omriugden zj den klei nen knaap, en baden, dat het God mocht behagen hem lang te sparen, do nevelen trokken voor een poos op, maar nog maals verdonkerden zich de schaduwen op hun levenspad. Het hoofd van het gezin werd ernstig ongesteld en spoe dig vertoonden zich de onmiskenbare ken- teekenen van een naderend einde. Ge lukkig, dat Geersma een vrede bezat, die de wereld niet kent, maar dien de Heere wil schenken aan alien, die door do wer king des Heiligen Geestes tot Hem de toevlucht nemen en Hem door een har telijk geloof als hun Zaligmaker hebben aangenomen. Hj wees zijne vrouw nog eenmaal op den eenigen troost in leven en sterven, sprak haar van den goeden Herder, die de zjnen niet verlaat, druk te haar voor het laatst, op het harte, haar kind vroegijdig mot den Heiland bekend te maken en ging toen zachtkens heen. Zjn oog brak, de blik werd ver duisterd, maar toch had hj in het dal des doods een onzichtbaren on genadigen Leidsman hj wien het licht in de duis ternis schjnv. Heere Jezus, ik kom Zorg voor de mijnen, stamelde hj en hj was niet meer. Als verstomd zat de moeder deze overloopers den loftrompet. Dat waren eerst mannen van beginsel Ach, dat allen toch zoo waren Ja zeker, dat wenschen de lib. wel. Zij zouden o zoo gaarne onze beginselen verwateren, onze leiders tot hunne meening overhalen. Ge lukkig blijkt hoe langer hoe meer, dat onze partij geen wiudwijzer- politiek volgt, dat ze niet wil kon kelen mot haar beginsel. De voor spoed heeft haar niet overmoedig gemaakt; de voorteckenen zijn er, dat niet den eb der tijden, zij zich ook niet met den stroom zal laten medevoeren, maar rustig voor het anker harer beginselen zal blijven liggen; en dat zij den beginselstrijd vaarden, al moot die ook in de naaste toekomst met ongunstigen uit- slag gevoerd worden. In liet zog der revolutie mag de anti-rev. partij nooit meer komen, al moet zij ook veel van haren invloed verliezen. Koophandel met haar beginsel mag niet gedreven worden. Dat is geene eerlijke poli- litiek, en zulk eene handelwijze straft zichzelven. I)e partij van het Evangelie mag geen gemeene zaak maken met de partij der revolutie en des ongeloofs. En als dan straks de storm is bedaard en de wind enkele dagen ter neder. Bittere droef heid doorvlijmde haar ziel, toen leerde zj Gods wegen eenigermate verstaan en berusten in Zjn wijzen en heiligen wil. Zj kende Hem, die een lteehter der weduwen wil zjn en klemde zich aan Hem vast in hare verdrukking. Al de droeve uren, die de weduwe Geersma doorbracht, moesten dienen tot heerlijkheid Gods, die de zjnen door 1 j- den en smart heiligt eu hen loutert in den smeltkroes der beproeving opdat zj meer zjn beeld zouden dragen. Alle din gen moeten Gods gunatgeuooten mede- werkon ten goede. De arme moeder vertrouwdeniet tever geefs op 'sHeevenbeschermiug. Zj ervoer, dat hj den Heere balsem is voor liet ge wonde hart en dat hj uitkomstén geeft in eiken nood. Dagelijks zorgde de Hoe- re voor haar, zoodat zj nimmer gebrek kende, al mocht zj zich evenmin in o- vervloed baden. In de twëe jaren na den dood van haren man had zj menigmaal de handen gevouwen en een stil gebed op gezonden en op wonderlijke wijze was er dikwjls uitkomst gekomen, zoo dat zj uitroepen moest: „Geloof zj do Heere dag aan dag overlaadt hj ons Die God is onze zaligheid." De kwade dagen bleven echter niet uit. Do weduwe ondervond, dat do tegenspoe den _dcs rechtvaardigen vele zjn en dat de Heere kastijdt degenen, die hij lief heeft. Tien weken geleden,als do moeder cr nog aandacht trok er eene nevel over ha re oogen,— klopte-de dood op een kon den nacht aan de daggclderswoning en moest haar zoontje, de vijfjarige Hen drik, dit aardsehetehuis verlaten, omdat Hij opgeroepen werd naar het Huis met zjne vele woningen daarboven, waar al len zjn, dia hier beneden den Heiland hebben gevreesd en gediend' Een bange worsteling was het gevolg en de zwaar beproefde vrouw mocht hare geliefden leeren nazien in het geloovig vertrouwen, dat zj eens in den zaligen hemel hen zou ontmoeten. Zj werd ge uit den goeden hoek waait, dan winden wij het anker en hijschen de zeilen en dan varen wc weder voort, rnet nieuwen moed, indien we altijd maar Gods Woord hoog houden. Op die partij van liet Evangelie zijn dan de volgende dichtregelen van Da Costa van toepassing O scheepkonveilig zult gij zijn op deze dobberende baren, zoo slechts, als voortijds aan uw (waar ook eeii dwaas geslacht [boord de naam, liet bloed, de [zich keere [Geest, liet Woord van dien Bevrijder blijft in eere, die op der zijnen: JVij vergaan! liet noodweer wendde, hooggeklom- d'ontboeideu bergwind stil [men, [deed staan, en de opgezette zee verstommen. Van roomsehc zijde heeft men te Delft en te Amsterdam beproefd om een staatkundig program van be ginselen saam (e stellen. Meê gevallen is dit werk niet. We zouden zelf zeggen, als de roomschen niet spoedig met andere sterkt in hare verdrukking en klemde zich vast aan lleni, die de zjnen niet verlaat. In de laatste maanden troffen haar nieuwe rampen. Hare gezondheid leed oen gevoeligen schok en zoo zag zj zich liet gebruik van versterkende middelen voor geschreven, die hare met zorg gespaar de penningen' geheel verslonden. Het naai en breiwerk, dat zj voor sommige dorpelingen verrichtte en waarmede zj vooral in den winter menigen stuiver verdiende, verminderde in den laatsten tjd telkens en het scheen, dat de zor gen van alle zijden het nederige dak wilden binnendringen. Eene bosmetteljke ziekte, die onder het rundvee ontzettende verwoestingen aanrichtte, beroofde haar van het bezit; harer koe en tevens van het grooste deel barer inkomsten. Hoewel zj wist, dat zonder den wil van haren hemelschen Vader geen haar van haar hoofd vallen zou en dat do Heere haar voor onder gang zou behoeden, werd zj toch door eene namelooze onrust gekweld en deed zj zicli thans do bange vraag, hoe zj het groote verlies, dat zj geleden had weder te boven zou komen. Wanneer zj aan de toekomst dacht, werd z j meer en \niecr bezorgd en in deze omstandigheid is het, dat w j de weduwe de droeve ver zuchting hoorden uiten. Waarheen zal ik mj wenden? Zj liet weer het hoofd op de borst hangen, vouwde de handen samen en ver zonk in diep gepeins. Dat zal ik doen, fluisterde zj na enkele minuien Boer Harmsén is rijk en lij zal zonder twijfel eene arme vrouw in haren nood bijstaan. Zij nam liet breiwerk ter hand, stond op en ging naar binnen. Weinig laler trad zj weder naar huilen, sloot de dein en wandelde noordwaarts den veldweg op. Sp -.edig verdween z j achter de ko renvelden, die in vollen bloei stonden en wier halmen hj hot zachtste geruisen van den wind op en neder golfden, zoodat de geheele akker eene zee van goud geleek.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1892 | | pagina 1