mm m iüji m mmsm Premie vooronze aboüné's. Vrijdag 5 Februari 1892. Zesde Jaargang No. 325. Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGN O VINCES FEUILLETON Alle stukken voor tie Redactie bestemd, Adverteatiëa en verdere Administratie fratieo toe te /.enden aan den Uitgever. tlitwissclieii van zen. gren- Dwe Courant verschijnt «lken Vrijdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco por post 50 Cent. Voor Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. UITGEYER: T. BOEKHOVEN. SOltlMELSEiSJM. Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 eent en 3/j maal Boekaankondiging 5 Cent per regel on Va maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zj beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmiddag 12 uur. In den regel kosten preraiën door bla den aangeboden geld. De Maas- enSvhel- debode biedt hierbij eens 'n premie aan, welke geen geld, dook slechts 'n weinig moeite aan onze abonné's behoeft te kosten, en waardoor de lezers in de gele genheid zijn, zich in de lange wintera vonden boeiende lectuur te verschaffen. Ieder, die ons een nieuwen abonné aanbrengt, ontvangt franco per post een hoogst boeiend Christelijk werk, van ruim 300 bladzijden compres druk. Om dit Boekwerk geheel gratis te be komen, heeft men dus slechts een zijner vrienden of bekenden met de Maas- en Scheldebode in kennis te brengen, of hen die nu samen lezen, ieder afzonderlijk abonné te worden. Wij twijfelen niet of tal van belang stellenden, zullen door u kunnen worden gewonnen. Yele boekdeelen liggen ter verzending gereed. Zoodra men een nieuwen abonné heeft gewonnen, late men dezen het biljet in vullen dat in het binnenblad voorkomt; en zende ons het biljet franco toe, dan weten wij wie ons den abonné aanbracht. Het boek wordt dan onmiddellijk ge zonden. Hoe meer abonné's wij verwerven, des te flinker kunnen wij optreden en des te zekerder kunnen wij maaien als de oogst daar is. Als elk een handje helpt zal het getal onzer abonné's weldra ver dubbeld zijn. Om ook de nieuwe abonné's ge noegen te doen, zullen wij hen, vanaf heden het blad dit kwartaal gratis zenden. Alle abonnementen moeten gesloten worden voor den geheelen jaargang die met 1 Maart a.s. begint. De prijs van t 8.of 5® cent per kwartaal is zoo gering gesteld, dat dit voor niemand een bezwaar kan zijn. De betaling geschiedt per kwartaal. DE UITGEVER. HET MORGENROOD DES EVANGELIES XYI1I. Wij hebben reeds herhaaldelijk gemerkt dat de nakomelingen van den eersten Christenkoning der Franken geheel ont aard waren van den wakkeren geest, die dezm bezielde, en hoe de hoogste macht in dm staat eigenlijk in handen was der kloeke Hofmeiers. De strijdbare held voor het Christendom, Ivarel Martel, was op 50 jajigen leeftijd in 741 gestorven, 3 zoneu nalatende, Pepijn, ICarloman en Griffo. De twee eerstgenoemden lieten Childerik III tot koning kronen verdeel den het gezag onder elkander, terwijl Griffo in een klooster opgesloten werd. Toen nu ook Karloman in 747 nu veel gestreden te hebben, rust zacht binnen de kloostermuren, rijpte bij Pepijn, in wieu een Davidsgeest woonde, het plan, om niet langer in derdaad maar ook in naam koning der Franken te worden. Met goedkeuring van Paus Zacharias, die zijne hulp noodig had, werd de laatste ni'oi faineant" in een een klooster bij St. Dmer opgesloten, en Pepijn de korte in 752 te Rheins tot koning gekroond. Zoo- al» Remigius, de Apostel der Franken, 256 jaar vroeger daar den eersten Chris tenkoning uit de dynastie der Merovin- gers doopte, kroonde Bonifacius, de Apos- Sedert de zonde haar intrek nam op deze schoon en heerlijk toeberei de aarde, heeft alles een gemengd karakter gekregen. Naast het paard en het rund, die den mcnsch tot hulp en tot voedsel verstrekken, zijn er leeuwen en tijgers, die met groote vrees moeten worden ontzien. Dc grond brengt niet alleen eetbare ge wassen en kruiden ter genezing voort .maar ook onkruid en giftplanten. En wat het menschdom betreft, het heeft nog wel zijn ingeschapen vermogens behouden, maar deze grootendeels zijn op verkeerde doeleinden gericht, tenzij en voor zoover de almachtige God het naar zijn oorspronkelijk beeld herstelt. Waartoe deze inleiding? Eenvoudig om te doen gevoelen, dat in het tegenwoordige leven eigen lijk twee werelden door elkaar heen gestrengeld liggen. Of liever nog twee wereldcMe». Namelijk, eendoor Gods Geest terecht gebracht, hersteld, we dergeboren, vernieuwd deel én een owvernieuwd öabekeerlijk deel, dat meer en meer verzinkt in verderf en ondergang. Voor het zinnelijk oog zijn de chris ten en de oawedergeborene onmoge lijk zoo dadelijk te onderscheiden maar inwendig en feitelijk, in hun denken, spreken en doen verschillen zij grootelijks en zij bewegen zich op twee paden, die steeds verder uit elkaar loopen, en die elkaar aan ge ne zijde van het graf nooit meer ont moeten. Sedert het licht der Reformatie van de 16e eeuw in ons land doorbrak tel der Duitscbers, daar den eersten ko ning uit bet stamhuis, dat naarPepijns grooten zoon, dat der Karolingers heet. Het was een indrukwekkend oogenblik, toeu de grijze aartsbisschop den beid haf- tigen Pepiju en zijne gemalin Bertrada in tegenwoordigheid der andere bisschop pen de koninklijke kroon op den schedel drukte. De laalste spruit der Merovingers, Tkeoderik, de zoon van Childerik III, stierf in liet klooster van Tontanelle in Normandië, waarin Wolfran ook zijn leven geëindigd had. Na afloop der plechtigheid te Rheiins, begaf Bonifacius zich weder naar Duitsch- land; een sterk verlangen om den her dersstaf neder te leggen en in zijn ge liefde abdij te Tulda, in het midden van bet tooneel zijner veel omvattende zen dingswerkzaamheid onder de Dnitscbe stammen, „al ware bet slechts weinige gedragen, zijn vermoeide lichaam te ver plegen en te rusten na zijnen dood," deed zich bij hem gevoelen, maar nog sterker was de drang des geestes, öm zijne jon- gelingsdroomen, de Friezen voor zijn Heiland te minnen, in vervulling te zien gaan. Op zijn dringend verzoek, benoemde koning Pepijn zijn geliefden leerling Lul- les tot zijn opvolger te Mainz, en dezen droeg lij, toen lij hem plechtig in zijn umbt bevestigde, de zorg voor zjno ge meenten en de dierbaarste belangen zijns harten op. Met het bepaalde voorgevoel, dat wei- werd dat ook algemeen erkend door de overgroote meerderheid onzer na tie, en zij die niet zeggen durfden van zichzelf, dat zij bekeerd waren tot God en Christus, en dat zij een heer lijk uitzicht op den hemel genoten, spraken toch niet tegen, dat er een gewijd en een ongewijd levensterrein op deze aarde is. Men hechtte aan het woord zonde een vast begrip, men nam aan, dat niemand zonder een bovennatuurlijke werking in de ziel van de heerschappij des kwaads kon verlost worden, en men had eer bied voor de kerk als zijnde de kweek plaats van ware vroomheid, het tuig huis voor den strijd tegen Satan. Onder den invloed echter van de Fransche revolutie op het einde dei- vorige eeuw, waarbij de christelijke godsdienst afgeschaft en de rede er voor in de plaats werd gesteld, wilde de groote massa zulk een scherp verschil niet meer toestemmen. Voor eerst geloofden de meesten niet meer aan een gevallen geestenwereld, en dus moest ge hun van den Booze (die was een menschenmoorder van den beginne) niet spreken. Verder stemde men u wel toe, dat de eene mensch beter leefde dan de ander, maar dat zij in de ziel herschapen moesten wor den tot een ganseh ander, dan het natuurlijk aangeboren leven, neen, dat was overdrijving. Alle menschen moesten deugdzaam zijn, maar zij konden dan ook langs don weg van een redelijke opvoeding wel alle deugd zaam gemaakt worden. Zoo raakt het specifiek onderscheid tusschen kerk en maatschappij, tus- schen godvruchtige en onbekeerde menschen gaandeweg meer verloren, en werd do kerk een instelling voor dra zijn aardsche tabernakel zou verbro ken worden, nam hij afscheid als een stervende, beval ook, dat zijn doodskleed bij zijne boekeu moest ingepakt worden, en vertrok met eene schare van metge zellen, onder de heete tranen der ach ter- blijvenden, met een schip naar Utrecht. Daar word nu ook orde gesteld op alle kerkelijke aangelegenheden. Van daar uit ondernam de grijze zendeling, „sneeuw wit van haren en gebogen door ouderdom eu arbeid," zijn laatsten tocht, om in het eigenlijke Friesland nog het Evangelie te prediken. Toen weinig jaren voor Willebrord de koning der Friezen Adgil, die den zendelingen zeer toegedaan was, overleed, volgde zijn zoon Radboud II op. Deze vorst, die onder de Heidenen in Denemarken was opgewassen, deed zijnen voorganger en naamgenoot alie eer aan en was met haat tegen de Christenen bezield. Nauwelijks zwaaide bij denschep- ter, of de Christenen werden vervolgd en het Heidendom hersteld, voor zoover althans zijn tamelijk beperkt gebied reik te. Het was dus eene moedige onderne ming van Bonifacius en de zijnen in het hart van Friesland zelf door te dringen. Voor de krachtige geloofstaal van den grijzen held, week ook het Heidensche on- en bijgeloof; duizenden lieten zich doopen, nieuwe bedehuizen verreezen. O ui vele nieuwgedoopte Christenen plech tig in de belijdenis des geloofs te bevesti gen, had Bonifacius bepaald, dat zij den de verstandigste en braafste burgers voor hen die een hekel hadden aan ruwheid en slechtheid. Maar deze onderscheiding behield men dan toch. Een deugdzaam en een slecht, een verstandig en een dwaas of wuft mensch hield men gemakke lijk uit elkaar. Den misdadiger hield men gewoonlijk voor teil volle toere kenbaar en strafbaar, omdat men hom het bezit van een redelijk verstand en een geweten toekende. Thans echter begint dat verschil óók al meer en meer uit te slijten in de schatting der menschen. Het is een ver fijnde vorm van socialisme die in- en doordringt. Waargrove dere socialis ten het geld en werk het gelijkelijk willen verdeeld zien, maken andoren, die nog boos worden als men ze tot de familie van de socialisten rekent, zich op om het verschil tusschen zeer wijze, en minder begaafde, en dwaze waanzinnige lieden uit te wisschen. En eveneens tracht men het verschil tusschen zeer eerlijke en deugdzame lieden eenerzijds en huichelachtige, kvvaadstokende, booze lieden ander zijds onder het zand te praten. Het zeggen: „bemoei je maar niet met de dingen van Staat of Kerk, want ieder zoekt toch alleen zijn eigen voor deel", is dan ook aan de orde van den dag. Treden er mannen met geniale gaven op, dan is het al mooi als men even naar hen omkijkt, maar al spoe dig weet men onder de macht van hunwoorden uit te komen, door het een of ander klein gebrek in hun uiterlij ke houding aan te wijzen, of door te zeggen: „hij was te overspannen," en zoo meer. Niet zelden ook brengt men alle geniaal betoog van a tot z op rekening van persoonlijke eerzucht. En 5 Juni van het jaar 755 te zamen zouden komen aan het riviertje de Bordnn oi Birde niet ver van de aan zee liggende terp, waarop Dokkum geboud was, dat nu twee uren van de kust verwijderd is. Op dat riviertje lagen de schepen dei- zendelingenin de nabijheid, tegenwoor dig ligt het dorpje Murmerwoude, waren hunne tenten opgeslagen. Maar ternauwernood kondigden de eer ste stralen van de dageraad aan, dat de lang geweusehte dag verschenen was, of eene door Radboud II opgestookte bende woestelingen nadert met getrokken zwaarden en opgeheven schilden tierend het vreedzame kamp. Bonifacius dienaren grepen naar de wapenen, om hem en zijne metgezellen, tegen de woedende bende te verdedigen. Maar zooais eens zijn groote Meester, in den bof van Get- semané, trad bij met waardigheid vooruit. Met het Evangelie in de hand roept hij hen uit den strijd terug en zeide: „Ziet of de Heilige Schrift leert ons, dat wij het kwaad niet met kwaad, maar met goed moeten vergelden. Nu is de lang verwachte dag gekomen en van zelf na dert de tijd van ons scheiden. Zij t sterk in den Heer, neemt zijne genadige be schikking dankbaar aanHoop^ op Hem en Hij zal uwe zielen verlossen 1" Ook tot zijne medezendelingon sprak hij, met vaderlijke woorden vermanend„Mannen lieve broeders, weest sterk in den geest, vreest niet voor degenen, die het lichaam omdat het niet goed is, opzettelijk ie mands eerzucht te voeden, wil zulk een beschuldiging natuurlijk beduiden menschen: stoort je niet aan hetgeen u langs zulk een weg wordt aange boden. Wat de misdaden betreft, houdt men er in den grond dezelfde rede neering op na. Menschen straffen tot hun zedelijke verbetering is volstrekt het ideaal niet meer. Slechts de mis dadigers, die al te grof worden, ach teraf zetten in aparte (roj-aal inge richte) huizen, en ze zoodoende „on schadelijk" maken voor hun mede burgers, ziedaar het doel van de mees te straffen. En als het even kan, zoekt men de oorzaak voor ergo misdaden te verklaren, óf uit zielsziekte öf uit krankzinnigheid. Men onderscheidt dan niet langer goeden en kwaden, schuldigen en onschuldigen, maar zwakkeren en sterkeren in hoofd en gemoed, zieken en gezonden men schen die alleen nog wat verschillen wat betreft de hun geschonken natuur gaven. Zoo verdwijnt alle zedeljke ver antwoordelijkheid. cn alle sshaamte. De booswicht verdient alleen mede- Ijden, geen toorn of gevoel van ver ontwaardiging. En de wijze lieden verdienen op deze manier ook mede lijden cn geen eerbied, want zj ge ven slechts terug wat hun aangeboren is, of als ze er iets bj doen is het slechts wat kwaads, nauweljk hoog moed Zij maken zich zelf veel moo ier dan noodig en goed is, zegt men ze zijn dus niet beter, niet beter, niet nuttige van andere menschenin elk geval zijn ze meestal aan iets lij dende. Zoo wordt het openbaar, dat met dooden, omdat zij do ziel, die eindeloos voortbestaat, niet kunnen dooden. Juicht daarom in den Heere en werpt het anker uwer hoop op God, want weldra zal Hij u hot loon der eeuwige verhelding geven en u uwe plaats aanwijzen in de hemel zaal bij de volzalige bewoners, de Enge len. Laat u niet door de gehechtheid aan deze wereld overwinnen, maar treedt hier standvastig der plotseling dreigenden dood tegemoet, opdat gj met Christus kunt heerschen in eeuwigheid." Terwijl lij nog sprak en de zijnen met geestdrift vervulde voor de heerljkheid der mar telaarskroon, was de bende reeds genaderd en bezoedelde zj zicb met het bloed de zer Gode gowjden. Nu stormden de moordenaars over de Ijken naar de sche pen, waar zj zicb te goed deden en be dronken aan don wijn, om daarna de schatten der tenten te plunderen. Maar bitter te leurgesteld, want die gewaande schatten waren weinig meer dan doozen met reliquicn cn boeken, en verhit door den wijn, ontbrandde de woedde onder elkander en velen lagen reeds stervende, toen de christenen uit den omtrek aankwamen, wien bet zoo gemakeljk viel de overigen te straffen. Door bun dood verloor in die gewesten het Heiden dom zijn heftigste voorstanders. Ook Radboud II vluchtte, beducht voor de wraak van Pepjn, eerst naar Wittekind den koning de Saksers, later naar Jut land. Wordt Vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1892 | | pagina 1