Vrijdag 20 November 1891. Zesde Jaargang No. 314. Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES PREMIE, FEUILLETON 7Ï1 T. BOEKHOVEN. QOnhnELSDMJil. Alle stukken voor «le Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franeo toe te zenden aan den Uitgever. Het Sociaal Congres. T. Boekhoven Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Voor Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. UITGEVER: Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en 3/j maal Boekaankondiging 5 Cent per regel en kJ3 maal. j Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmiddag 12 uur. UITSLUITEND VOOR HII. ABONNE'S VAN DIT BLAD De Abonne's van dit Blad kunnen te gen betaling van slechts 25 cents een boeiende degelijke Christelijke Scheurka lender bekomen. Deze kalender is aan beide kanten bedrukt en geeft aan de voorzijde behalve dag en datum, op- en ondergang van zon en maan, een bijbel tekst met verklaringen aan de achter zijde degelijke Christelijke verhalen. Het prachtige schild voorstellende „De opwek king van het dochtertje ven Jaïrus" is in 10 kleuren gedrukt en is bepaald een sieraad in de huiskamer. Zij die zich met 1 December op dit blad abonneeren kunnen, ook tegen beta ling van 0,25 deze kalender bekomen. Men gelieve zijne aanvrage te richten aan den Boekhandelaar W. BOEKHO VEN Sommelsdijk en dit wel zoo spoedig mogelijk op dat wij de oplage zoude kun nen bepalen. Zij die zich met het volgende kwartaal heg innende 1 December op ons hlad abonneeren, ontvangen de nog in deze maand verschijnende nummers gratis. Onder de gewichtigste gebeurte nissen, die er den laatsten tijd in ons land plaats grepen, behoort stellig het houden van een christelijk so ciaal congres. HET MORGENROOD DES EVANGELIES. XI. Na zijne terugkomst uit Rome, kreeg Willebrord op aanwijzing van Pepijn van Herstal Utrecht tot bisschopszetel. De eenvoudige kapel was voor de toe genomen gemeente te klein en ook niet meer in overeenstemming met den hoo- gen rang, dien Willebrord nu bekleedde, daarom bouwde hij nu eene kathedraal kerk, die aan St. Maarten, bisschop van Tours, gewijd werd, en waarbij, waar schijnlijk tot verblijfplaats der geeste lijken ook een klooster verrees. Maar Willebrord deed nog meer voor Utrecht, hij opende ook eene school, waar jonge lingen voor de bediening des Evange lies werden gevormd, en uit welke de eerste inlandsche geestelijken, de gebroe ders Wullibrat en Phyabrat door hare oudere zuster, eene aanzienlijke Priesche vrouw met name Adelburg, daar ge plaatst, voortgekomen zijn. Hoe gaarne wij Willebrord bij zijn verder zendingswerk op den voet zou den willen volgen, is dit niet doenlijk, daar de opgaven ontbreken. Waarschijn lijk was hij den meesten tijd te Utrecht en omstreken en bestuurde uit dit mid delpunt des lands de werkzaamheid zij ner medehelpers en der. hem later uit Engeland toegezonden of in zijne kloos terschool opgeleide zendelingen. Intus- schen dreef zijn ijver hem aan tot groo- tere tochten, eens zelfs bezocht hij de Denen en legde daar door zijne predi king den grond, waarop later Ansgarius, Met blijdschap vernamen wij, dat dit congres zoo goed en geregeld is afgeloopen, dat zelfs de liberale re porters er enkel met lof over spraken. Het was dan ook geen samenkomst voor den vorm. De leden zaten er niet bijeen om slechts aan te hooren en goed te keuren hetgeen eenige ge leerde mannen thuis hadden overdacht en opgesteld. Neen, op dit congres is door de leden ijverig medegewerkt. De conelusiën der rapporteurs zijn gewikt en gewogen, voor zooveel noodig gewijzigd, en met overtuiging aangenomen of verworpen. Het was geen kerkelijkmaar een christelijk congres. Dat wil zeggen, men vond hier belijders des heeren saam, die tot verschillende kerkelijke instituten belmoren. Men was hier dan ook bijeen ter behandeling van maatschappelijke zaken. En waarlijk, daartoe was volle reden. De sociale quaestie, het werd te recht opgemerkt, is de quaestie op het einde der negentiende eeuw. Het is geen nieuice quaestie, o neenInte gendeel, zij is bijna zoo oud als de wereld, die wij bewonen, want met de zonde is de sociale quaestie ont staan. In Kaïn's broedermoord ziet ge reeds de sociale ellende en bij Babel's torenbouw ziet ge sociale verwarring. Door alle eeuwen heen heeft het maatschappelijk^ saamleven aan het menschdom moeite ge baard, strijd gekost en allerlei vragen te berde gebracht, Theoretisch en practisch heeft men die vragen trach ten te beantwoorden. Maar de onder- de Apostel van het Noorden, kon voort bouwen. Met dertig vrijgekochte slaven, die hij voor den Christelijken doop voorbereidde, landde hij op het Fositen- eiland, waarschijnlijk Helgoland, d. i. Hei lig land, dat ook den naam Hertha gedra gen heeft, en waar toen Fosite, de god des rechts, vereerd werd. Om de Heidenen de dwaasheid huns bijgeloofs duidelijk te maken, doopte hij in de gewijde bron van den afgod drie mannen en liet drie heilige dieren dooden. Briezend van woede over deze heilig schennis, vielen de Heidenen op hem aan en doodden eener zijner metgezellen, die door het lot werd aangewezen, ter ver zoening hunner beleedigde godheid. Het verhaal zegt verder, dat Willebrord zelf voor Radboud werd gebracht, die hem hevige verwijtingen toeduwde over zijn vergrijp; maar Willebrord antwoordde onbevreesd met kalme waardigheid„Dien gij vereert, o koning, is geen God maar de duivel, die u door de ergste afdwalin gen vervoert. Er is slechts één God, die den hemel en de aarde, de zee en alles, wat daar in is, heeft geschapen. Wie Hem dient in oprechtheid des harten, zal het eeuwige leven beërven. Heden verklaar ik u, als zijn dienaar, dat gij u toch moogt bekeeren van de over oude dwalingen, die uwe voorvaderen aange kleefd hebben, dat gij geloven moogt in den eeuwigen waarachtigen God en u laat doopen in de Bron des levenden wa ters, om alle uwe zonden af te wasschen; om daarna, al uwe ongerechtigheid ver zakend, als een nieuw schepsel te wande len in alle matigheid, rechtvaardigheid en godzaligheid. Zoodoende zult gij met vinding heeft ook steeds geleerd, dat alleen bij het schijnsel van Gods Woord de raadselen des maatschap- pelijken levens hun oplossing vinden Dit toont ons het volk van Israël, hetwelk van God wetten en regelen ontving zoowel voor het maatschappe lijk en het Staadkundig als voor het kerkelijke leven. Maar ditzelfde be wijzen ons ook de christennatiën, die welvaart 'en vrede genoten zoolang Gods Woord er in eere was, waar die steeds meer verward en verdeeld werden naarmate het christelijk ide aal uit het het oog werd verloren. Dat op het einde der vorige eeuw juist in Frankrijk de vreeselijkste revolutie uitbrak, was niet iets toe valligs, waar is hieruit te verklaren, dat het licht der reformatie van den christelijken godsdienst er zoo weinig doorbrak. Ook in ons land wordt de sociale quaestie steeds brandender, omdat er zooveel sociale ellende beerseht. Neen het optreden der socialisten is geen verschijnsel, dat uit de lucht kwam vallen. Het is gereedelijk uit de omstan digheden te verklaren. Want dat de socicale nood hoe langer hoe hooger stijgt, wordt thans door alle partijen ingezien. Alleen is men verdeeld over de wijze waarop herstel moet aange bracht worden. De socialisten levende uit den geest der revolutie, willen geheel naar hun eigen zin, afgedacht van Gods ordeningen, de maatschappij vervormen. Tegenover de liberalen God en al zijne heiligen het euwige leven verwerven. Veracht gij mij, die u den weg ten hemel wijst, evenwel, zoo verneem dat gij onbetwisbaar zeker de helscbe vlammen zult moeten verduren voor eeu wig met den duivel, wien gij gehoor zaamd". Deze manhaftige, krachtdadige taal temde den briesenden leeuw. „Ik bemerkte," zeide Radboud ver slagen, „dat gij niet bang zijt voor mijne bedreigingen, en dat uwe woorden in overeenstemming zjjn met uwe daden." En zie, wat de taal des geloofs vermocht Radboud liet Willebrord mot eerbewijzen en ongedeerd zijns weegs gaan. Radboud moest trouwens den kloeken Frankischen hofmeier te zeer naar de oogen zien, om in het openbaar iets van gewicht tegen het Christendom te durven onder nemen, maar hoe vijandig hij de zaak dei zending in zijn hart was, bleek aan- .stonds na den dood van Pepijn. Vier en dertig jaren had deze met bijna sou- vereine macht onder 4 opeenvolgende schaduwkoningen geregeerd, en hoewel, slechts bestuurder der hofhouding, onder den titel „üux et Princeps Francorum," „Aanvoerder en Vorst der Franken" den weg tot den troon voor zijne nakome lingen gebaand. Nauwelijks had hij in 714 do oogen gesloten, of Radboud maakte van de verdeeldheid over de keuze zijns opvol gers gebruik, om zijn verloren gewesteu te heroveren. Voor de Christenen brak een moeielijke tijd aan, de kerken wer den verwoest, de afgodstempels hersteld. Gelukkig duurde de verdrukking niet lang. Karei, de zoon van Pepijn van Herstal en Alpaïde, ontsnapte uit de ge- meenen zij daartoe ook het recht te hebben. Immers, deze leerden hun, dat 's menschen verstand toereiken de is om uit zichzelf te bepalen wat goed en recht moet heeten in de we reld. Bovendien is hun het denkbeeld ingeprent, dat alle menschen gelijk zijn. Op dien grond vragen zij nu algemeen stemrecht, en als zij dat bezitten, dan denken zij wel de meer derheid in het cijfer te halen, en uit kracht daarvan geheel de maatschap pij om te keeren. Zij willen dan al het geld en goed en het werk onder de menschen gelijkelijk laten verdeelen door den Staat. Heel de natie of heel het menschelijk geslacht moet naar hun idéé één groote huishouding wor den, en de Staat moet daarin als vader en moeder optreden, en too- nen alle kinderen even lief te hebben. Of die toeleg gelukken zal Of de socialisten het maatschappelijk roer in handen zullen krijgen Ze ker is het, dat hun aanhang en in vloed allengs toeneemt. Maar onder alle christenbelijders staat onomstoo- teljjlc vast, dat het streven der soci alisten de maatschappij nog veel on gelukkiger maakt dan zij is. Die lieden zaaien enkel ontevredenheid en spiegelen het volk een geluk staat voor, die nooit is te herijken omdat zij buiten do schepping Gods om re deneeren. De menschen zijn nu een maal niet gelijk. God schiep ze on gelijk in aanleg en vermogens. Daar kunnen alle socialisten te zamen niet het minste aan veranderen. En voor zoo verre zij het willen en vangenis, waarin Pleetruole, de weduwe zijns vaders hem bad doen opsluiten,om zelve als grootmeesteres voor haren klein zoon te kunnen regeeren, en behield wel dra de overhand over zijne tegenstan ders. Intusschen stierf in 715 ookDagobert III, en daar zijn zoon nog een zuigeling was, werd Okilperilc II tot koning ge kozen. Deze riep de hulp van Radboud in, maar Karei zegevierde ever allen in de velden tussehen Atrecht en Kamerijk 717. Nu trok hij met zijne bekende veldheersdapperheid, die hem 15 jaren later in den strijd tegen de Arabieren tussehen Tours en Poitiers den bijnaam „Martel," d. i. „de strijdhamer" deed verwerven, tegen Radboud op en ver sloeg hem bij Utrecht, zoodat deze be loven moest, voortaan het Christendom on gemoeid te laten en zich ook zeiven te la ten doopen. De Frankische bischop Wolfran, werd aangewezen, de plechtigheid te verrichten. Sommigen beweren, dat deze Evangelie verkondiger, die in het jaar 690 bischop van Sens aan de Yonne was geworden, maar later te Fontanelle in een klooster ging door een goddelijk openbaring daar toe opgewekt, reeds vroeger aan de Frie zen liet Evangelie had verkondigd. Zelfs wordt gemeld, dat hij aan de Friezen zoo ongeveer verkondigde, wat Paulus op den Areopagus den Atheners voorhield, en dat zeer velen, edelen en geringen, zelfs een zoon van Radboud, de afgoden vaarwel zeiden en zich door hem lieten doopen. Anderen houden het er echter voor, dat dit eerst na de overwinning, door Karei Martel op Radboud behaald, heeft plaats gehad, en dat de laatste pogen, vergrijpen zij zich aan de natuur der dingen, zooals die door God is bepaald. Niemand doet dat ongestraft en ongewroken. Van dien kant is dus geen redding te wachten. Maar wat dunkt u, was het dan niet hoogst noodig en dienstig, dat de ehristenbelijders in ons land eens met elkaar beraadslaagden wat er door de kerk door particulieren en en door de overheid zou kunnen gedaan worden om het sociale leven te verbeteren.En aan dit doel is op het Amsterdamsche congres van 9 tot 12 dezer ijverig gewerkt, en met goede resultaten. Een rijke menigte grondstellingen voor den verbouw der maatschappij zijn saamgebracht en door deskundi gen van allerlei rang en stand, (de werklieden allerminst uitgezonderd) gekeurd. Natuurlijk, 't is nog maar een begin van het werk. Doch een begin dat veel belooft. Wij bevelen hen, die er tijd voor hebben, zeer aan, de verslagen van het congres in de grooten bladen eens aandachtig na te gaan zij zullen dan zien, dat wij er niets te hoog van opgaven. Men wordt beleefd ver zocht goeden nota te ne men van de volgende adressen. Uitgever Maas- en Scheldebode. BI Boekhoven, Boekhandel, Boekdrukkerij en Binderij. door zijn tegenspoed in den oorlog de onbeduidendheid der Heidensche goden zou hebben ingezien en daar door meer geneigd werd ten gunste van het Christen dom. Hoe het zij, Radboud stond gereed het Heidendom af te zweren en reeds met den eenen voet in de doopvont, om het zegel der Christelijke gemeenschap door Wolfran te ontvangen. Daar vraagt hij den bischop waar toch alle Friezen en hunne koningen waren, die zonder den Christelijken doop waren gestorven, en den hemel of in het walhalla. De bisschop antwoordt daarop„Dwaal niet, o koning! uwe voorzaten en vor sten der Friezen, die zonder dit sacra ment zijn heengegaan, hebben voorzeker het oordeel der eeuwige verdoemenis ontvangen!" Onmiddellijk trok de vorst den voet uit den doopvont terug, zeg gende: Dan ben ik liever Lij mijne voor zaten in het Walhalla, dan met het el lendig hoopje Christenen in den hemel Dit geschiedde te Hoogwoude, waar de doopvont nog vertoond wordt, of te Me- denblik, waar op het stadhuis het af beeldsel van Radboud wordt bewaard. 'Alle moeite die Wolfran aanwendde, om den halsstarrigen Fries van inzicht te doen veranderen, was vergeefsch. Wolfran keerde ontmoedigd naar zijn klooster terug, waar hij 20 Maart 720 overleed. Had Wolfran een meer bezadigd antwoord gegeven, zoo ware Radboud misschien voor de zaak des Evangelies gewonnen. Wordt Vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1891 | | pagina 1