mm m
mmm
g 6 November 1891.
Zesde Jaargang No. 81
Antirevolutionair
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
FEUILLETON
T. BOEKHOVEN.
mMMEZLSitBJSi.
Alle stukken voor de Redactie bestemd, AdvertentiëBi en verdere Adaitinists-ntic franco toe te zenden naaa den Uitgever.
Uitbreiding van kies
recht.
Wal onze partij UilaaBBs
êe ïfloeaa beeft.
Uit ile Pers.
!v*.
Ilë»
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Voor Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
uitgever:
Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en 3/i maal
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar do plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmiddag 12 uur.
Het kan wel liaast niet anders, of
er moet spoedig een wetsontwerp
worden ingediend tot uitbreiding van
het kiesrecht.
Bij de herziening der Grondwet
is het kiesrecht wel voorloopig gere
geld, en ook vo'orloopig belangrijk
uitgebreid, zoodat het aantal kiezers
ongeveer verdubbeld is.
Maar noch die regeling, noch die
uitbreiding voldoen aan ons volk.
Tijdens het Minis terie-Mackay
scheen zij ook niet te voldoen aan de
liberalen. Althans, er werd van die
zijde gedurig gevraagdwaar blijft
to^i de definitieve kiesrechtregeling.
En toen de heer De Savornin
Lokman als Minister van Binnen-
landsche Zaken alvast de nog onge
splitst gebleven meervoudige distric
ten (de groote steden) tot enkelvou
dige districten wilde maken, wees de
Eerste' Kamer dit wetsontwerp af,
o. a. op grond dat de splitsing ook
wel kon geschieden bij een algcheele
kiesrechtregeling, die toch eerlang
moest plaats hebben.
In de Troonrede, den 15en Sept.
uitgesproken staat dan ook:
„De indiening van een wetsont-
„werp tot regeling van het kies
recht deze noodzakelijke voor-
waarde van blijvende verbetering,
„wordt voorbereid."
Wel kan er in de woorden „wordt
voorbereid" nog een adder onder het
gras, een bedekte ontwijking van de
electorale quaestie schuilenmaar
HET MORGENROOD DES
EVANGELIES.
ix.
Zoo nederig als hij vroeger was, zoo
hoogmoedig en heerschzuchtig werd hij
nu. In gouden schotels liet hij zich op-
disschen, met een talrijken stoet van
rijk gekleede en gewapende bedienden
liet hij zich als een koning omringen.
Ook aan het hof was zijn invloed groot,
Irmenberg, de koningin bewoog hij de
wereld met het stille kloosterleven te
verruilen.
Maar hoogmoed komt voor den val;
om zijn weelderig leven maakte hij zich
bij Alfreds opvolger Egfrid en zijne reeds
genoemde gemalin zoo gehaat, dat hij
in het jaar 677 van zijne waardigheid
ontzet werd. En deze vernedering was
voor hen zeiven en de zaak des Evan
gelies tot rijken zegen. Persoonlijk wilde
hij de hulp van den Paus inroepen te
gen Egfrid, maar zie, hevige stormen
doen hen op de friesche kust (waar
schijnlijk in het tegenwoordige N.-Hol-
land) stranden en hij was genoodzaakt
aaar te overwinteren. De Priesche Koning,
wien hij zijn toevlucht nam, Adgil-
jf Adgild, ontving hem met groote
oegenegenheid, wellicht, om den Franki-
schen koning Dagobert H, die zijne troons
bestijging voor een deel aan Wilfrieds
inv cd te danken had, te believen. Van
het ontvangen verlof, om het Evangelie
te prediken, maakte Wilfried een zoo
trouw -gebruik, dat vele duizenden, zoo
wel uit de voornamen als uit het \olk
het Christendom aannamen en zich lieten
doopen. Al was Wilfrieds verblijf hier
te lande slechts van korten duur, omda
liefst veronderstellen wij dat niet, en
vooral met het oog op vele uitingen
der liberalen onder het vorige Kabi
net mogen we niet anders aannemen,
of de nieuwe kieswet zal een der
eerste wetten zijn van het Ministe
rie Tak-van Tienhoven.
Maar wat zal er in het ontwerp
staan", en in welken zin zullen de
Kamers dat ontwerp trachten te wij
zigen
Het is moeielijk, daar nu reeds
een beslist antwoord op te geven.
Dit is zeker, dat de liberale meer
derheid op dit punt zeer verdeeld
is.
Zij die het dichtst bij de radicalen
staan, en ook zij die tot de radicale
partij willen gerekend worden, beoo
gen een groote uitbreiding aan het
kiesrecht te geven.
Doch vele andere liberalen zijn
er sterk tegen, en zonder het kiesrecht,
als zij het voor het zeggen hadden,
liever nog wat inkrimpen.
Waarom?
Wel, omdat zij de mindere standen
niet recht kennen, en niet vertrou
wen
Zij durven de vrijheid voor het
volk (om mee de personen aan te
wijzen, die de volksbelangen zullen
bepleiten) niet aan.
Zij onderschatten het gezond ver
stand van de mindere klassen, en
rneenen dat deze kwaad zullen doen
met het kiesrecht.
Ook zijn er liberalen en katholieken,
die uit zucht om hot oude te behou
den het kiesrecht volstrekt niet willen
uitbreiden.
hij in het voorjaar de reis naar Rome
voortzette, toch komt hem de eer toe,
het fondament gelegd te hebben, waarop
later Willebrord het gebouw des Chris
tendoms verder kon optrekken. liet door
Wilfried uitgestrooide zaad kon niet
spoedig tot weligen wasdom geraken,
want reeds het volgende jaar 679 stierf
Adgild, en zijn opvolger was de woeste
Radboud, die gedurende zijne veertig
jarige regeering een aartsvijand van het
Evangelie bleef.
Toch kon Wilfried de landstreek niet
vergeten, waar hij zoo gezegend was
werkzaam geweest in de dagen zijner
eigene vernedering. Een reeks van jaren
later kwam hij er nog eens met zijnen
vriend Acca den zendeling Willebrord
bezoeken. Zijne reis naar Rome had ook
de gewenschte gevolgen gehad; hij werd
in zijn ambt hersteld en mocht dit nog
30 jaren tot grooten zegen zijns volks
bekleeden. Eens kwam hij in het ko
ninkrijk Sussex aan, waar door gebrek
aan regen [hongersnood heerschte, hoe
wel de zee en de rivieren volop voedsel
boden, daar zij wemelden van visch.
Met zijne tochtgenooten gaat hij ter
vischvangst uit, na zich met moeite net
ten verschaft te'hebben.
De vangst is rijk, 300 verschillende
visschen kan hij uitdeelen, de bevolking
is door dezen zegen, en den nu voor
hen als het ware geopenden nieuwen
tak van bedrijf, bewogen, en even gaar
ne neemt zij de geestelijke gaven van
hunnen weldoener aan. En zie, op den
dag, toen de eerstelingen door den doop
der gemeente werden ingelijfd, viel de
regen met milde stroomen neer, om het
smachtend aardrijk tot vernieuwde vrucht
baarheid geschikt te maken.
Vooral was hij bedacht door het op-
Toch zal die uitbreiding moeielijk
ontweken kunnen worden, dewijl zij
een eisch des tijds is.
Er is alom veel ontevredenheid
met den gang der regeeringszaken.
Niet sedert kort, maar sinds vele
jaren. En vooral in streken, waar
men zucht onder zeer drukkende
belastingen, vraagt het eenvoudige
volk naar meer invloed op de keuze
der staatslieden.
Er moet dus wel uitbreiding van
kiesrecht komen.
Wat de antirevolutionaire partij
betreft, zij zal zeker in deze zaak
met de radicalen mede gaan. Krach
tens haar eigen beginsel.
Niet dat zij het kiesrecht als een
natuurrecht beschouwt. Dat niet. Maar
het kiesrechtmog niet aan een bepaal
de belastingsom hangen.
Als de Overheid eenmaal het volk
raadplegen wil en ondervragen over
zijn belangen, dan behoort de natie
in al haar geledingen genomen te
worden.
Dan moeten alle standen mede
kunnen kiezen en de tolken der natie
aanwijzen.
Dit is recht en billijk, als uien
de geringste stander echter uitsluit,
doet men oen dëel der natie min
of meer een beleediging aan, en geeft
voedsel aan de ontevreuenheid.
De antirev. partij wil dit in tijds
voorkomen, door reclit te doen ook
in zake de kieswet.
Nu de roomsche partij met geweld
richten van scholen de belangen der
jeugd te bevorderen, en het Christendom
zoo doende aan te kweeken. Dit deed
hij tot zijn dood, die 24 April 709 plaats
had. Omringd door zijne broederen in
Christus, ontsliep de 75-jarige grijsaard,
nadat h.j stervend nog gestameld had
„Geliefde broeders, houdt den pelgrim
op aarde niet tegen om heen te gaan,
zooals gij te voren wel gedaan hebt. Be
ter is het voor mij den last des levens
af te leggen en het Lam te volgen.
Christus zal mij doen verrijzen in de
voleinding der eeuw."
Wij hebben ,reeds .[melding gemaakt
van de troonsbestijging van Radboud.
Voor hem was het Christendom gelijk
namig met de onderwerping aan de
Frankische heerschappij, en daartegen
kwam het trotsche hart van den vrijen
Fries op. Pas zwaaide hij den schepter
of hij greep ook naar het oorlogszwaard,
om de vroeger verloren landstreken te
herwinnen. De overwinning is op zijne
hand; ook Utrecht bezwijkt voor zijne
benden, de kapel van Sint Thomas wordt
verwoest. Het nog zoo jeugdige, weinig
vastgewortelde Christendom moet weder
wijken, voor den herstelden Heidenschen
eeredienst. De treurige tijding daarvan
waait weldra over de Noordzee heen en
vervult de gemoederen inj Engeland met
droefheidmaar gordt er ook weder aan,
om het zendingswerk in de godskracht
des geloofs te hervatten.
Weder is het een hooggeplaatst edel
man, die hulpe wil biedenEgbert, die
in eene zware ziekte de plechtige gelof
te had gedaan, zijn leven, indien hij
herstellen mocht, Gode te wijden, maakt
zich op naar Friesland over te steken,
0111 daar de prediking des kruises te
brengen. Ondanks het verzet van een
de samenwerking met de antirevo
lutionairen ophief, en dientengevolge
onze partij uit de regeeringskringen
is verdreven, heeft en behoudt deze
niettemin een veelomvattende en ern
stige taak.
In de ruwheid zijnde, blijft zij
nochtans evenals vroeger ten volle
gerechtigd om voor'haar rechten op
te komen. En dat niet met het doel
om later zoo mogelijk de andere par
tijen er onder te brengen en een soort
alleenheerschappij op te richten.
O neen, het eenige wat onze partij
vraagt is gelijkstelling met do ando
re partijen.
Thans is er geen gelijkheid, maar
staan de antirevolutionairen een heel
eind achteruit.
Zij staan achteruit wat betreft de
opvoeding en het onderwijs dor jeugd.
Zij staan achteruit wat het beklee
den van een menigte rijksbetrekkin
gen aangaat, omdat daarvoor rijks
scholen moeten bezocht worden, die
vele christenen om des gewetens wil
niet kunnen bezoeken.
Zij staan achteruit op kerkelijk ge
bied, omdat niet alle kerken van Staats
wege gelijkelijk gesteund worden.
Tegen dit alles moet rusteloos
getuigd worden.
Bovendien moeten de verschillen
de staatkundige quaestien helder wor
den bestudeerd, opdat onze tolken
daarover bij gelegenheid hun oor
deel kunnen uitstpreken in het be
lang van geheel onze natie.
Er blijft dus werk genoeg voor
de hand liggen. Zij er slechts ijver
en opgewektheid.
boezemvriend, die hem verklaarde, dat
hem door eene goddelijke verschijning
was geopenbaard, dat Egberts plan in
strijd was met den wil des Heeren, gaat
hij met eenige reisgenooten scheep, maar
lijdt onmiddellijk schipbreuk. Dit be
schouwde hij voor een teeken des Hemels,
dat zijn vriend de waarheid sprak en
ging in het klooster Rathmelfigi, waar
hij weldra tot abt verheven werd.
Een der metgezellen evenwel liet zich
door de geledene schipbreuk niet tegen
houden. De eerste gelegenheid, die hij
vond, greep hij aan, om naar Friesland
te reizen; maar hoewel hij daar twee
jaar moedig voor zijn Heiland streed,
moest Wigbert, zoo heette deze geloofs
held, voor den tegenstand van den vij-
andigen Radboud wijken.
Wanneer men van IJerk in Engeland
zijne schreden West-noordwestwaarts
richt langs den oever der kronkelende
Ouse, met het gezicht op het Peakge-
bergte, welks hoogste toppen van 3 a
4000 voet in het blauwend verschiet
nog tegen den hemel afsteken, bereikt
men, na een weg van ongeveer 50 ki
lometer te hebben afgelegd, het stadje
Ripon. In de nabijheid dezer zoo liefelijk
aan den voet der bergen liggende plaats,
ligt het Studley-park, waarin de reiziger
de schoonste ruïnen van geheel Engeland
bewondert. Het zijn de bouwvallen der
Fountain-abdij. Niet alleen het natuur
schoon brengt ons daar in eene hoogere
verrukking, ook de herinnering aan het
verleden kleeft aan deze overblijfselen,
eene herinnering, die ons toeroept
„Hemel en aarde zullen voorbijgaan,
maar Gods Woord bestaat in eeuwigheid."
Dit klooster was het zendingshuis, waai
de groote Apostel der Friezen zijne op
leiding ontving.
WAT LEEST GE?
Waar men tegenwoordig ovor klagen
moet, zeker niet daarover dat er weinig
gelezen wordt, zoo schrijft „De Drie
Provinciën."
Komt waar gij wilt: in stations, in
spoorweg-coupé's, op stoombooten, overal
ontmoet ge lezende menschen. Op zich
zelf beschouwd is dit zeker een verblijdend
verschijnsel. Een volk dat onderzoekt, is
zeker op den goeden weg naar ontwikke
ling en toch schuilt hier eenig gevaar
want van het hoogste belang is hier de
vraag: Wat-leest ge?
En ziet, nu is dit zekernietverblij
dend, dat men meestal te weinig let op
den geest die daar spreekt uit den stort
vloed ,van maand-, dag- en weekbladen
die over ons hoofd komen. Duizende men
schen toch, wier levensbeschouwing in
lijnrechten strijd is met den modernen
tijdgeest, gaan nog altijd voort dag aan dag
schier uitsluitend liberale bladen te lezen.
Menig Christen ziet niet in welk gevaar
daarin gelegen is.
Met eene ongeloovige nauwe vriend
schap aan te knoopen en hem gestadig te
noodigen in den huiselijken kring, daar
schrikt men voor terug. Immers op schier
alle dingen heeft hij een anderen blik.
Hij vindt in de wereld zijn element en
gevoelt behoefte noch lust om met den
Eeuwige in levensgemeenschap te treden
en juist die wereldsche toon, die opper
vlakkige levensbeschouwing, stuit tegen
de borst en wenscht men in zijn gezin
niet te zien binnendringen. Maar toch is
men geabonneerd op de liberale courant.
VV at er in ons land en daarbuiten voor
valt, laat men zich mededeelen door o n-
geloovige dagbladsehrij vers, gelooft
men op hun wooid en wordt door heel
het gezin met graagte gelezen.
Yan hetgeen er van Antirevolutionaire
zijde wordt gezegd en geschreven en ver
richt, verneemt men juist zooveel als de
Even als 18 eeuwen vroeger het vrome
echtpaar Elkana en Ilanna hunnen af
gebeden zoon Samuël naar den tabernakel
te Silo brachten, om onder de leiding
van den hooggepriester Eli tot den dienst
des Heeren te worden opgeleid, kwam
in het jaar 665 hier in dit klooster een
eerbiedwekkend echtpaar den ruim zeven
jarigen Willebrord brengen om daar in
de vreeze Gods te worden groot gebracht.
Het is een voornaam Angelsaksisch edel
man uit Northumberland met zijne
vrome gade, die even als de Oud-Tes-
tamentische Ilanna haren zoon reeds vóór
de geboorte aan den dienst des Heeren
gewijd had. Wilgis had zijnen zoon, die
in 657 hem geschonken werd, bij den
doop den naam Willebrord, dat is „leider
van den wil" gegeven en deze naam
was eene profetie, want duizenden Hei
denen werden volgens den wensch en
wil van deze Godman tot het kruis van
Christus geleid. Met welk eene innigheid
zal de godvruchtige moeder in de kloos
terkerk haar hart tot God verheven
hebben en in het heil des Heeren ver
heugd geweest zijn! Yoorzeker had zij
in profetische geestverrukking -over den
lieveling kaars harten met Ilanna's woor
den kunnen voorspellen: „De boog der
sterken is gebroken; en die struikelden,
zijn met kracht omgord. Hij zal de voe
ten zijner gunstgenooten bewaren, maai
de goddeloozen zullen zwijgen in duis
ternis. Die* met den Heere twisten, zul
len verpletterd worden; Hij zal in den
hemel over hen donderen. Hij zal Zijnen
Koning sterkte geven en den hoorn zijns
Gezalfden verkoogen."
Wordt Vervolgd.