MD BS lia SUBMI SUM, Antirevolutionair Orgaan Eerste Blad. eptembef 1891. m den Dool Zesde Jaargang Nö. 305. INHOCSIGNO VINCES FEUILLETON. ELEN rGalons Alle stukken voor de Itedactle bestemd, Ad verten tien ess verdere Administratie franco toe te «enden aast den Uitgever. Christelijk-Wemocra- tiscli. 40 2a 25 f 2,25 flesch 45 ct. ons f 6, 25 ct. p 10 pd 2, 1,50 a 77 U7 0,75 0,60 0,75 0,50 H H 1, 0,80 v 0,35 0,55 0,45 ii i, 2,15 0,40 0,75 e 10c io pakjes,, 0,75 0,45 1, Lukken, ismen. ran 20 tot 40 ct p pd an f 0,27 0,30 id 0,30 1, 8 p 10 pd 0,60 Ii 40 ,j 3,50 0,35 20 1,45 i 80 ,5 6,- 15 1,10 kje 30 en 50 ct t paarsck d 25 p pd 40 60 40 35 i 15 77 77 77 77 77 0,35 3,- 77 77 77 77 15 77 10 15 1,25 10 77 77 50 1 n en 1 iprijs. pond 5,50 3,50 n 2,25 0,12 1,37 0,45 77 0j06 0,12 0,10 77 77 77 I? 100 0,50 77 0,40 77 10 77 0,70 77 77 77 1?20 77 77 ?J10) 77 77 77 0,80 7 l^Vi 77 77 77 I? diverse prijzen, pd 0,30 16 piopd 1,50 15 100 „13,50 77 37Vt 77 10 77 3,50 7712*/a 77 77 77 I7 77 75 77 6,50 65 5,50 77 77 77 77 0,60 3287 V, 50 ct p pd 0,75 11 L 1,25 11 li50 11 0,80 30 ct 35 rijs men. pond 75 en 90 0 25 ct, per 100 pond f 2,25 11 P. 10 mud H 20 O doosjes f 1,37s olletje 4 per pond 5 ct, per 10 pond 40 n per pond 15 ct, per 10 pond f 1,40 tje 15 et, per 10 kistjes f 1,35 iVitk wasten, Terf- ■seelen in diverse n prijzen. ;e prijscourant zijn de meest courante vindt men bij ons nigzins tot bovenge- m gerekend worden en wij ons minzaam GARNITUREN ±Jt. Deze Courant verschijnt eiken Yrijdng. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Voor Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. UITGEVER: T. BOEKHOVEN. SOMMELSB 7JM. Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 eent en 3/j maal Boekaankondiging 5 Cent per regel en k/3 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte dio zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmiddag 12-uur. gg- Dit nummer bestaat uit twee bladen. I. Deze uitdrukking, door Dr. A. Kuyper onlangs in zijnpittege, hel dere rede, ter inleiding van de De- puten-vergadering gereleveerd, ver- eischt wel eenige bespreking en toe lichting, want populair is zij nog niet. Wat is het geval, mijn lezer? In de laatste jaren begint zich het eenvoudige volk meer en meer te weren, zoowel in ons Vaderland als daar buiten, en het vraagt met steeds toenemenden aandrang om meer in vloed op den gang van het nationaal bestuur des lands. En zie, dat omhoog streven, dafy mede zeggenschap vragen bij be bepalen van hetgeen als wet gelden zal, is zeer begrijpelijk. Het is een voudig de /«-«(/werking van een sedert langen tijd onderganen druk. Dat omhoog en vooruit streven bewijst, dat er nog leven en veer kracht in ons volk zit, dat het over zijn toestand eenigermate nadenkt, en met dien gedrukten toestand geen vrede heeft, maar dat het dien wenscht opgeheven te zien. HET MORGENROOD DES EVANGELIES. II. Wij moeten ona vooratellen, dat bij de volksstammen, die ona land omatreeka 100 jaren voor Cbriatuageboorte bewoon den en die later met elkander en met andere nieuw aangekomene atammen ver mengd werden, eene aoort van eveneena vermengde godadienatbegrippen der Kel ten, öalliëra en Germanen bestonden, die van allen wat hadden opgenomen, soma met soma zonder verandering van de na men der goden en godinnen. Wij hebben trouwens ook geene nauwkeurige mede- deelingen of afzonderlijke berichten dien aangaande bij de Batavieren en Friezen, Kaninefaten en Marezaten, Menapiërs en Tacandriërs, Caucben, Usipeten, Sicam- bren en Bructeren en welke stammen ook in onze gewesten mogen gewoond Lebben. Maar ééne zaak ia zeker, hunne goda dienatbegrippen en de toepassing daarvan op het leven waren veel zuiverder dau die der Romeinen, die ben later onder bet juk brachten. Is bet geene verhevene gedachte, dat zij hunne goden niet ver eerden in tempelen met banden gemaakt, maar in de plechtstatige eenzaamheid der heilige wouden, waar met de omboog strevende eeuwenoude atammen van eiken en beuken ook hunne gedachten en har ten naar boven gericht werden Nog eene andere grondgedachte, die Paulua op den Areopagus mede voor bet overgodsdiensti- ge Atheensche volk ontwikkelde, vinden wij bij de aloude bewoners dezer landen terug. Oorspronkelijk hadden zij geene beelden van hunne goden, en schijnen die eerst later in na volging der Romei nen vervaardigd te hebben. Ook vereer- Maar waardoor ontstond dan die druk? Hoe is de lagere volksklasse in dien toestand van te diepe verne dering gekomen? Dat kunnen wij U kort zeggen, mijn lezer. Het kwam, niet op eens, doch allengs, en steeds in erger mate, door het verlaten van God en Zijn hooge geboden. Daar ligt de breuke. Den Springader des waren levens heeft de groote massa onzes volks in deze eeuw verlaten, om zichzelf gebroken bakken uit te houwen, die geen water kunnen bevatten. Dat heeft onze natie gedaan, en dat hebben onze Staatslieden mede gedaan. Daardoor kwam er in ons land meer en meer plaats voor de revo lutionaire denkbeelden, die in de vorige eeuw in Frankrijk gekweekt, en in en nh 1789 zich zoo ontzet tend openbaarden. De oud-hollandsche, christelijke zeden en gebruiken moesten wijken voor nieuwer-wetsch-heidensche, nog erger en ongoddelijker dan oud-hei- densche zeden ön gebruiken. Zoo zonk ons volk, en zoo zonk de basis van ons Staatsrecht mede. En nu leefde er sedert het begin dezer eeuw na de gemeenschappelijk ondergane ellende onder de heer schappij van vreemde gezagvoerders, wel weer een sterke liefde tot ons den zij één eenig Opperwezen, Alfadur (Al- vader) genaamd, de vader der goden, zonder begin noch einde, die den menscb eene ontsterfelijke ziel gegeven beeft, welke bleef voortleven al werd ook het lichaam tot ascb verbrand. In bet toeko mend leven wachtte den deugdzame de eeuwige vreugde in den Gimle [hemel], terwijl de goddelooze in het Niflbeim [de nevelenwoning] geworpen werd. Alfadurs eigenschappen werden door 12 symboli sche namen uitgedrukt; ook bad hij 12 zonen, de zoogenaamde Asen, allen goden van lageren rang en ook sterfelijk. Odin of Wodan was dp voornaamste en oudste, ook de meest vereerde, Thor of Donar, de god des donders, de sterksteBalder, de god der welsprekendheid, de liefelijk ste. Fieyr was de god der vruchtbaar heid en des overvioeds, Thyr, die van vermetelheid en ruw geweldBraga die der wijsheid. Loke was het booze wezen en in de Noordscbe godenleer dezelfde als Ahriman, Typhon, Satanas, enz. Deze en tal van andere goden en godinnen leefden als mensehen met deugden en hartstochten, zwakheden en gebrekenzij waren ook aan den dood onderworpen. Voortdurend heerschte er een strijd onder hen tot den dag der Ragnarok, of groo te godenschemering, het einde aller din gen, dat door vreeselijke teekenen zou worden voorafgegaan. Zon en maan, die steeds door den wolf Skoll vervolgd zijn, en bij eene verduistering ingehaald wer den, worden nu verzwolgen, de sterren verdwijnen, alles vergaat op de aarde onder een ontzaglijken strijdeindelijk daalt Alfadur uit den hemel, om scheiding te maken tusschen boozen en goeden, die of in de eeuwige vreugde in zijn hemelsch paleis Gimle of in de eeuwige pijnen wor den verwezen. Dan verrijzen de nieuwe aarde en de nieuwe hemel, eene dochter Vorstenhuis van Oranje op; althans bij een groot deel van ons volk. Maar tevens werkte ook de revoluti onaire geest nog steeds door. En dit laatste kwam ook heel duidelijk uit bij het ontwerpen van de Grondwet ten, die sedert 1814 van kracht waren. Het was een uitnemende gedachte van onzen Koning Willem I, dat toen het „Voorloopig bewind" hem op 1 December IS 13 als don Sou- vereinen Vorst uitriep, hij deze hooge opdracht slechts aanvaardde onder voorbehoud dat hij een Grondwet zou daarstellen, dio de vrijheden en rechten van het volk zoude om schrijven. Daarmede toch werd een hechten dam opgeworpen tegen machtsmisbruik en willekeur aan de zijde van hen, die in naam des lvo- nings het land mede zouden besturen. Daarmede werd ook de Koning-zelf, zijnde altijd een menschbob ebt met zonde en zwakheid, in zijn eigen waardigheid en persoon beveiligd. Maar zie, door dat weer in- en doordringen van den revolutionairen geest werden nu de Grondwetten, eerst die van 1814, maar veel erger nog die van 1848, door onze nota bele landgenooten, die daarover mede te beslissen hadden, zóó ingericht, dat zij eigenlijk, om het maar kort te zeggen, geen bescherming genoeg opleverden voor de godsdienstige en de meer geringe standen onzes volks. der zon en een zoon der maan, schooner en heerlijker dan de vorige. Eén men- schenpaar ia gered, daarvan stamt een nieuw geslacht af, dat in volmaakten vre de, in eendracht de aarde, die nu zonder bearbeiding alles in overvloed zal voort brengen, mag bewonen. Men, bemerkt licht de flauwe sporen der overeenstem ming met de geopenbaarde waarheid in den Bijbel. Evenals bij de Grieken de heldenzangen van Homerus mondeling werden voortgedragen, trof men hier de Skalden en Barden aan, die in hunne saga's de heldendaden der krijgers bezon gen. Deze genoten in het Walhalla bij Odin of Wodan de hoogste zaligheid. Die aan ziekten stierven, kregen tot den dag der godenschemering Niflbeim tot hun verblijf, waarom vele Soandinaviërs zioh stervende lieten doorsteken mot eene lans, om den schijn te hebben, in den krijg gevallen te zijn en het Walhalle in te gaan. De blauwoogige walkyriën voerden de helden in het Walhalla, waar zij met de goden meede dronken en van het zwijn Saenrimmer aten, dat evenwel telkens herleefde en eiken dag opnieuw geslacht werd. Behalve dit zwijn komen nog an dere dieren in de Noordsche fabelleer voor ook planten en boomen, die er hunne bijzondere taak te vervullen hebben. Alle goden en godinnen hebben ook hunne bijzoadore geschiedenis, hun af zonderlijk beroep en hunnen invloed op de mensehen. Vele van deze begrippen vindt men ook bij de oude Galliërs en Britten terug, maar gewijzigd en met ge heimzinnige plechtigheden vermengd. Ook zij beschouwden in navolging hunner druïden en barden (prièsters en dichters) de geheele natuur als den tempel der godheid, geloofden in een Opperwezen, hielden de ziel voor ontsterfelijk en be schouwden het leven hier namaals als de Juist diezelfde Grondwetten, die dienen zouden om machtsmisbruik van de zijde der overheid tegen te gaan, droegen aireede rijkelijk de sporen van machtsoverschrijding in zich. De schadelijke gevolgen daarvan bleven dan ook niet uit. Vooral ook niet na 1848. Neen, op grond van onze gebrekkige Grondwettige Staats instellingen was het aan de revolu tionair-gezinden in ons Vaderland mogelijk 0111 stelselmatig den gods dienst tegen te werken en tevens de eenvoudige volksklasse in de uiting van haar behoeften en wenschen te belemmeren. Immers, door de Grondwet bleef het den liberalisten mogelijk om door het aanhouden van zeker geldelijk verband tusschen Staat en Kerk, de eene Kerk boven de andere te trek ken, en een officieel aanzien te geven, en alzoo de vrje ontwikkeling der godsdienstige gezindheden voet- een deel te suléren. Door de bestaande Grondwet kon den de openbare scholen zöö worden ingericht, dat de consequent levende christen-ouders er voor hun kinderen niets aan hadden, cn zij er tocli aan meebetalen moesten, niettegenstaande zij de andere scholen, die zij voor hun kinderen noodig hadden geheel uit hun eigen beurs moesten bekos tigen. Door de bestaande Grondwet was plaati der vergelding. Nevelen en wolken waren de woonplaatsen der geestende dapperen en" deugdzamen werden met blijdschap ontvangen in de luchtpaleizen der vaderen, de lafhartigen en boozen, alsmede de wieedaardigen, kwamen nim mer tot rust en werden eeuwig door de winden voortgedreven, die onder den in vloed stonden van de bewoners der lucht paleizen. Bij de begrafenis-plechtigheden zongen de harden den lijkzang, geschiedde zulks niet, dan moest de held in eeuwige ver getelheid in de onzuivere dampen van het meer Lego zweven, en kon nooit de ver blijven der vaderen binnengaan. De dood verscheurde de banden van bloedverwant schap 011 vriendschap niet. De schimmen hielden zich bozig met het lot der hun nen op aarde, en men geloofde, dat' zij hun ook verschenen. Vaak gingen de na gelatenen op eenzame heiden in het ge suis der winden en het gemurmel der beken hunne stem beluisteren. Aan droo- men werd groote waarde gehecht als voorspelling der toekomst, ook voortee kens meende men dikwijls waar to ne men. Zoo geloofde men zeker, dat de wa penen, die een krijgsheld te huis had, zoodra hij sneuvelde, bloedig rood werden, dat zijn ziel eerst eene bedevaart deed naar de geboorteplek en aan zijn honden verscheen, die dan een treurig gehuil aan hieven. De natuurverschijnselen werden aan den invloed der geesten toegeschre ven, bijna hunne geheele godsvereeriug was natuurdienst. Hunne heilige bosschen, die nooit gekapt mochten worden, en wier indrukwekkende schaduwen eenen gods- dienstigen eerbied inboezemden, mocht men niet anders naderen dan met ontzag en alleen om er sieraden van bloemen en guirlandes op te hangen. Tacitus zegt: „Die volken hebben geen anderen tempel het mogelijk 0111 den kiezerskring zeer beperkt te houden, en de minst gegoede standen daarvan uit te sluiten. En met de Grondwet was het eveneens bestaanbaar, dat er op de kleine burgerij te drukkende belas tingen werden gelegd, dat zij den militairen dienstplicht persoonlijk had te vervullen, tcrwijl.de meer gegoede standen door het koopen van plaats vervangers er zich aan onttrekken konden; alsmede, dat men bij bur gerlijke verschillen geen andere rechtspraak kon krijgendan een, die duur en omslachtig was en veel tijd vorderde, zoodat men er in vele ge vallen weinig of niets aan had- Op deze wijze werd er in tal van opzichten geen gerechtigheid geoefend maar werd het eene deel van de natie ten bate van het andere deel geëxploiteerd. Voeg daar nu bij al die genie pige ongere chtigheden, waarop geen enkele strafwet ooit vat heeft, en die toch zooveel twist en tweedracht in de maatschappij aanrichten. Voeg er bij de harde, vaak meêdoogen- looze behandeling, door de fabrikan ten en de landbouwers en de andere werkgevers aan hun dienstpersoneel aangedaan- Alles een gevolg van de toenemende ontkerstening van een groot deel onzer natie- En dan moet ieder, die nadenkt, zeggenhet kan wel niet anders, liet is een vanzelfs- dan een bosek, waar zij hunne godsdienst plichten verrichten. Niemand mag in dat bosoh komen, dan omhangen met eene Feten, als teekon zijner afhankelijkheid en der oppermacht der godheid over hem! Deze diepe eerbied was innig sa- mengeweven met het verheven denk beeld, dat de druïden van de godheid koesteren en dat hen vast deed gelooven, dat zij nietkon wonen in tempelen met han den gemaakt en niet aan goud of zilver of steen gelijk zij, welke door mensehenkunst of bedenking gesneden zijn. Verder had den zij ontzag voor meren en moerassen, als bijzondere woonplaatsen der goden ook werden boomen, rivieren bronnen en het vuur vereerd. In open plekken hun ner bosschen begroeven zij de schatten, die op den vijand veroverd waren, en of ferde men de gemaakte krijgsgevangenen. Dit geschiedde op huiveringwekkende wijze. Van gevlochten twijgen maakte men eene groote mand in den vorm van een mandeze Moloch werd met de ramp zalige slachtoffers gevuld, met brandba re stoffen omringd en zoo ter eere van Wodan door het vuur verteerd. Ook wer den bij andere gelegenheden wel men- sehenoffers gebracht, en het is wel als zeker aan te nemen, dat op de dolme aan de f uursche in de gemeente Baarn, een groote steen, van 21/t meter lang en 1,6 meter breed, rustende op 4 kleinere steenen, menschenbloed gestroomd hoeft. Er zullen wel meer zulke offeraltaren bestaan hebben, want na de invoering des Christendoms werd op last van ver schillende kerkvergaderingen b. v. op die to Arles en Tours en in 743 op die te Lessinesaan de Dender in Henegouwen het wegruimen der druïdensteenen bevo len.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1891 | | pagina 1