mm m iiiniiiii m mlmmj I Vrijdag 31 aiili 1891. Zesde Jaargang No. 298. Antirevolutionair Orgaan de IN HOC SIGN O VINCES T. BOEKtfO VEN. Vriendelijk verzoek. FEUILLETON. 1 -gli^ I u *rr\ v 2,SO u 3,45 u 5.00 5,SO Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Voor Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. UITGEVER: SOJiMWLHMS.BBi. Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en ff| maa Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters on vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan 1 Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmiddag 12 uur. Alle stukken voor de Redactie bestemd. Advertentie» en verdere Administratie franco toe te «enden aan den Uitgever. Zij die hunne inkoopen doen op de in dit blad voorkomende adoer- ientiën, worden beleefd verzocht de naam van ons blad daarbij te noemen. Hierdoor verplicht U zeer, de Uitgever. Iaefüe voor liet Oranje linis. In de verschillende lezingen, die van Liberale zijde vóór de verkie zingen hier en daar gehouden zijn, moest het den volke toch stellig voor gehouden worden, „schrijft het volks blad", dat men den Antiliberalen niets toegaf, wat liefde voor het Oranjehuis betreft. Zou er ook een rede kunnen zijn, waarom de Libe ralen het Oranjehuis dan toch zoo beminnen Hunne geestverwanten der 16e, 17e en 18e eeuw hebben Oranje niet bemind. Enthans, ein de der 19e eeuw, heeft de Liefde der Liberalen voor Oranje haar top punt bereiktze gloeien van lief de ze hebben geen woorden genoog om die liefde te beschrijven Laten we even de geschiedenis laten spreken. Wij gaan terug naar den tijd van onzen reeds meer ge noemden vriend Bogermautijdge- nooten van onzen vriend zijn Johan van Oldenbarneveld, Hugo de groot e. a. Eerstgenoemde liau stellig veel met Maurits op, vooral gedurende diens jongeren leeftijd. Toen echter Maurits niet meer aan den leiband van Oldenbarneveld wilde loopen, maar de zaken met eigen oogen wil de bezien en overeenkomstig zijne meening wilde handelen, voorname lijk in zake het Bestand" toen ver keerde de liefde in haat en niet DEN HELPER IN DEN NOOD. I. „Ziet de band des Heeren is niet ver kort, dat Hij niet zou kunnen redden, en zijn oor is niet zwaar, dat Hjj niet zou kunnen hooren" „Het gebed der recht vaardigen vermag veel." Het volgende verhaal zal aan sommi gen onzer lezers wel vreemd toeschijnen. Toch is de grootste zorgvuldigheid in acht genomen om slechts de eenvoudige, zui vere waarheid te vermelden. Deze geschie denis is ook in 't licht gegeven ter plaatse waar ze werkelijk is voorgevallen en is aldaar erkend als een wonderlijke be schikking des Heeren en van gebedsver- hooring. Het is een heilzame les voor ons, op welk wijze de Hoorder der gebeden, het geloof'van Zijn knechten soms heor- lijk bekroont. In onze negentiende eeuw hoort men dikwijls de waanwijze verklaring „de tjjd der wonderen is voorbijEn dat de tijd van zulke wonderen die onze Zaligmaker in Zijn wijsheid gebruiken wilde, omZijn onbegrensde macht te toonen, en de zen ding van Zijn Apostelen te bevestigen dat die tijd niet meer aanwezig is, dat mogen wij wel j toegeven. Toch zal voor den geloovige immer waar blijven de uitroep der Schrift„Dit is van den Heere geschied en het is wonderlijk in onze oogen, al hoewel de middelen, die Hij daartoe gebruikt, niet bovenna tuurlijk zijn en de instrumenten, waar door Hij zijne kinderen verlost en uithelpt alleen O., maar diens geheele aan hang weerstond Maurits en de liefde voor het Oranjehuis was uit! Onder Frederik Hendrik werd het spelletje voortgezet. NatuurlijkDe partij, de Anti-Oranje partij, was eenmaal onder Oldenbarneveld ge vormd en bleef bestaan. lie op volger van Maurits werd door de Staten gedwarsboomd in het oorlog voeren. „De Staten" zegt Gr. v. Pr. „ijverig en standvastig in oogen- blikken van gevaar, werkzaam tegen geldverspilling, betoonden somtijds te groote schroomvalligheid". Zoo was het. Men weigerde hem gelden voor den oorlog, men vernederde hem, men wantrouwde, men lasterde hem. En Willem II? Meer nog dan zij ne voorgangers heeft hij de liefde voor het Oranjehuis ondervon den, getuige het briefje, dat tc Amsterdam gevonden werd in het armenzakje bij gelegenheid van zijnen dood. Het tijdperk van de Witteen bloeitijd dor Loevenstein- sche fractie, kenmerkt zich door groo te vijandschap tegen Oranje In 1972 bevreesd voor de woede van het volk toen wellicht ook al het „niet denkend" deel stelt men Wil lem III aan als Stadhouder. Hoe veel verdriet heeft deze niet gehad van de Anti-Oranje partij. Welke hinderpalen werden niet in den weg gelegd door de „gedeputeerden te velde" In Holland werd Willem verdacht naar hooger gezag te din gen, en alles werd aangewend om hem het leven moeilijk te maken. In 1701 trachtte hij de Staten over te halen om Johan Willem Friso als zijn opvolger te benoemen, doch te vergeefs. Toevallig en gelukkig liet willem in 1702 bij zijn dood geen Engelen noch raven behoeven te wezen maar mensclien van gelijke bewe ging als wij. Yoor de zulken die zich verheugen, dat de Heere God een hoorder en Ver hoorder des gebeds is en blijft, zal de volgde authentieke historie als een leven dig bewijs van Gods voorzienigheid mogen ontvangen worden. En voor anderen tevens tot een aansporing: „Bidt en gij zult ontvangen." Johan Daniel Loest, de persoon uit wiens levensgeschiedenis wij thans een paar trekken mededeelen, werd op den 28 Maart 1759 in Duitschland geboren. Zijn arme Godvreezende ouders voedden hem in de vreeze des Heeren op en droegen zorg, dat hun kind reeds, als een andere Timotheus, in zijne vroege jeugd in de schrift werd onderwezen. Onder den genadigen zegen des Heeren schoot het goede zaad wortel in het hart van het kind, dat al te vroeg blijken gaf, het eigendom van Jezus te zijn. Hij groeide voorspoedig op, en de Heere God zegende hem, ook in zijn uitwendi- gen toostand zoodanig, dat hij eindelijk onder de meest geachte kooplieden van Berlijn een plaats innam, waar hij een manufacturenwinkel hield. Evenwel was hij niet rijk naar de wereld, al had hij meer dan genoeg om te leven, en den armen wel te doen. Zijn Christelijke liefde oefende hij zoo dikwijls uit, dat dit hem veel geld koste, en zelfs waren er velen, die hem soms bedriegelijk door de taal en het voorkomen van godsvrucht aan te nemen trachtten benaderen. Op zekeren dag kwam er een man tot geen kinderen naandera konde gebeurtenis van 1672 herhaald wor den! Het „denkend deel" werd dan ook na 1702 alleen „baas''. Maar o wee! daar breekt het jaar 1747 dat jaar een da capo aan en met van 1672. 't Volk eischte de verheffing van Willem Karei Hendrik Friso tot stadhouder en uit vrees gaf Hol land toe, maar niet uit liefde, 'k Behoef de korte regcering van Willem IV u niet te beschrijven. De grieven en het verdriet, dozen Godvreezenden vorst aangedaan, heb ben, van 's menschen zijde bezien, zijn leven verkort. Reeds in 1751 stierf hijDewijl het Stadhonder- schap erfelijk was verklaard, volg de zijn zoontje, onder voogdij hem op. En ook die vorst, Willem V heeft in de ruimste mate de liefde voor het Oranjehuis ondervondenGe kent immers het jaar 1795? Uit pure liefde werd hij weggejaagd Men stond nu tegenover elkander als „prinsgezind" en „Patriot". Waren de namen eenig- zins veranderd, de beginselen niet, 't was voor of tegen OranjeIn 1813 kwam Oranje terug. Door *dc gruwe lijke onderdrukking der Franschen was men den Oranjehaat eenigermate vergeten. De Fransche Revolutie ech ter met hare leuze Geen macht van God maar wel uit den mensch, was oorzaak geweest dat men den Prins van Oranje slechts eene schaduw van macht gaf.' Onze drie Koningen, die na 1815 geregeerd hebben, waren dan ook slechts Koningen „in naam". Geen der drie Willoms kon eene daad doen, die den toorn van het denkend deel" Waar er no»' kon ontbranden eens verdacht gehan deld werd, daar zien wij den ouden wrok weer hoven komen. Denk slechts aan de Arnhemsche courant (1845)Daar zag men het de oude Anti-Oranje partij is er nog En wat zou men gezien hebben indien b. v. Willem de derde eens geweigerd had de onderwijswet van '78 te tcekenen O, wat zou er een storm over zijn hoofd zijn losgebarstenWat de zoo genaamde liefde voor Oranje geblon ken hebben Iladde het onze geeer- biedigdigde Koningin-Regentes eens behaagd ons te zeggen: „Ik wil dit Ministerie behouden'' dan Maar nu alles zich schikt naar den wil der overheerschende partij, nu kan men gemakkelijk van Dat de liberale liefde" spreken, partij van onzen hem, dien hij als iemand midden in de wereld kende maar met wien bij sedert lang niet in aanraking was geweest Deze persoon kwam tot hem inet het dringend verzoek, hem twee honderd daalders voor korton tijd te leenen er bij voegende, dat hij beloofde, dat geld binnen zeer kort tijdsverloop terug te geven. Loest aarzelde. Hij had dat geld wel juist in kas, maar kon het niet lang missen. De man schilderde zijn nood in zulke levendige kleuren en gebruikte zoo veel godsdienstige woorden, om op het gemoed van Loest te werken, dat deze bewogen werd, en hot geld aan hem gaf. De man verliet do kamer en Loe3t kreeg aanstonds eenig berouw over zijn onvoorzichtigheid, zulk een som aan oen persoon, die hij zoo weinig kende, te leenen. Zuchtende dacht hij over zijn eigen toestand en met welke kleinig heid hij zich nu behelpen moest; maar met een enkel woord verhief hij zich tot God om zijn verderen bijstand. Op hetzelfde oogenblik kwam de dienst maagd de kamer inloopen en zeide: „Mijnheer, u hebt toch dien man geen geld geleend?" Loest antwoordde haar met de vraag „waarom zegt ge dat zoo, meisje?" „Wei," gaf zij ten antwoord „ik hoorde hem, toen hij voor bij de zijkamer den gang doorliep, in ziehzelven zeggen; „Hij zal knap wezen, als hij het weer terugkrijgt!" Oogenblikkelijk schoof Loest het raam, dat op straat uitzag, open en riep „Och Mijnheer! wees zoo goed nog eens boven te komen." De man zonder eenigen argwaan te hebben, keerde dadelijk te- tijd dezelfde is, die reeds sedert Mau rits tijd het den Oranjevorsten zoo benauwd maakte, is duidelijk genoeg. Hugo de Groot krijgt een Standbeeld maar Bilderdijk, de warme Oranje man nietWacht slechts eenigen tijd en er zullen standbeelden ver rijzen voor Oldenbarneveld en de Ge broeders de Witt, maar niet voor Bilderdijk, noch voor Groen. Ja maar die twee laatste behoorden tot het „niet denkend" deel! Vreemd, zonderling! De denkers der vorige eeuwen tegenstanders van Oranje en de niet-denkers voorstanders van het Oranjehuis. Lezer, zou de denker der 19de eeuw de rechte liefde voor Oranje bezitten Eu 't wordt er werkelijk niet beter op. Radicalen en Socialen; kinderen van het liberalisme, munten nu niet erg uit door liefde voor Oran je. En daar de Liberaal ook het be ginsel huldigt geen macht van bo ven! zoo is het gemakkelijk te be- rug. Hij kon natuurlijk niet vermoeden, dat Loost zijn boos voornemen wist en gaf op de vraag van Loest, of hij dat geld eens voor wilde tellen, do rollen daalders gewillig over. Loest telde ze werkelijk voor; streek ze toen op, en zeide, terwijl hij den bedrieger ernstig aankeekHij zal knap wezen als hij het weer terugkrijgt." Verschrikt, zijn eigen woorden her haald te hooren, en zijn bedrog aldus ontmaskerd te zien, terwijl hij niet kon vermoeden hoe de koopman dit zoo precies wist, droop de leugenaar be schaamd af, zonder een woord te spreken. Dit geval was nu wel geen mirakel: maar toch erkende Loest er de bestu ring des Heeren in, di<? hem op deze wijze voor een groot verlies bewaarde. Thans gaan wij voort, een r.eer op merkelijke uitredding uit de levensge schiedenis van onzen Berlijnschen koop man te verhalen, een feit waarvan hij later niet kon spreken, zonder met tra nen in de oogen de trouwe redding zijns Gods te roemen. Baron vanKotwitz, een weldadig, doch ook niet rijk man en bekend men- schenvriend en Christen, kwam op ze keren dag bij Loest. Hij zeide, dat een zekere Christelijk dame van hoogen stand in een zeer moeielijk geval was geraakt, door een proces, 't welk men haar had aangedaan, en dat zij geen advokaat kon krijgen, zonder twee solide borgen te hebben. Een daarvan wil ik zijn, sprak de Baron wilt u, mijn vriend Loest, de andere wezen'} De advocaat heeft mij dat gevraagd en mij verzekerd, dat er niet de allerminste twijfel bestaat, grijpen, dat dc liefde voor ons Ko ningshuis slechts schijnliefde is. 't Is slechts een geroep geweest bij de stem bus om het volk op zijde (e krijgen. Waar God miskend wordt, wordt ook Zijn gezag miskenddaar wordt ook Zijn gebod miskend eert den Koning Ja daar zal men de vorst liefheb beu zoolang het eene marionet is, zoolang hij aan den leiband loopt, maar mocht het ooit gebeuren, dat de inzichten des Ivonings of der Ko ningin niet ovcenkomen met die van de partij, die God loochent, dan zal die liefde in haat verkeeren. Lezer, nog eens, zou de liefde der liberalen de „ware" zijn? Aict €&ss€üBa<ite«8ii£i«a „Gelukkig is de school geen poli tieke twistappel meer." Zoo spraken we in ons eerste circulaireen schoon dit waar is, kan men de Augustus of Unie-Collecte in zijn gedachten toch niet geheel afscheiden van de politiek. Immers dc samenstellingen der Nieuwe Tweede Kamer kan liet op treden van een liberaal Ministerie ten gevolge hebben en dat verandert voor onze scholen den toestand toch altijd eenigermate. Nu hadden we een Ministerie dat de School inet den Bijbel genegen was. Dan zal het zijn, een Ministerie dat het beginsel van rechtsgelijkheid voor dc scholen met den bijbel zal moeten eerbiedigen, omdat en inzoo- ver liet in de wet belichaamd is, maar dat persoonlijk voor die scholen geen sympatic gevoelt. Beseft men het onderscheid niet. of onze vriendin zal het proces winnen en daardoor een groote som behouden, die men haar anders zal ontrooven." Loest ging met den Baron naar de ad vokaat, die op hem zat te wachten. Zij vonden dien rechtsgeleerde, in een groo- ten Bijbel lezende. Aangenaam waren de twee vrienden verrast,een Christelijk advocaat te ontmoeten, (die er naar hun meoning nier te veel waren) maar Mijnheer de advocaat betuigde zijn lust en begeerte te vinden in de Schrift te studeeren, zoo dikwijls hij maar kon. Hij stapte echter spoedig van dit gesprok af en begon over de borgtochten te spre ken. Plechtig betuigde hij, dat er niet het minste gevaar bij was, en maakte op deze twee oprechte zielen zulk een vertrouwelijkeii indruk, dat zij aan de krachtige verzekeringen van dezen bijbellezenden advokaat, geloof sloegen en ieder voor 600 daalders borg ble ven. Benige maanden verliepen, zonder dat Loost bijna meer over die zaak dacht, toen hij plotseling van het gerechtshof een bevelschrift ontving', tot betaling van zijn aandeel 600 daalders voor proceskostenWant de dame had het proces verloren en Loest moest zor gen, binnen twee dagen den braven „Christelijken" advokaat te voldoen. Nu ondekte onze koopman don strik die hem en zijne vriend den Baron ge spannen was. Doch het was telaat! Hij moest zich onverwijld bezig houden, dat geld disponibel te krijgen. Wordt vervolgd. i m i

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1891 | | pagina 1